4 De Voorzitter: Kunt u ermee instemmen, mijnheer Van der Wal, dat wij deze opmerking van u nog bekijken en nagaan of er in dit beroepschrift elementen zitten die niet in de Beroepschriftencommissie thuishoren maar wel in een van onze andere commissies en het punt dan in die commissie aan de orde stellen? Ik zeg u toe dat dit bekeken wordt. (De heer Van der Wal: Akkoord.) Het beroepschrift wordt in handen van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening gesteld om advies met inachtneming van de toezegging van de voorzitter. Sub I. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub J. Het verzoek wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub K. De brief wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub L. Mevrouw Otsen: Bij dit punt wil ik het volgende opmerken. Ik kan het eens zijn met de beslissing van het college om niet in te gaan op het verzoek om subsidie aan de onder dit punt genoemde orga nisaties te verlenen. Niettemin zou ik toch graag in het verslag van deze vergadering opgenomen wil len zien dat ik mij met nadruk wens te distantiëren van de activiteiten van genoemde organisaties. Aangezien ik mij naar eer en geweten inzet voor en meedoe aan acties ter legalisering van abortus, voel ik mij enerzijds door de activiteiten van deze organisaties persoonlijk beledigd, maar daarnaast ben ik ervan overtuigd dat dit in nog veel grotere mate geldt voor vrouwen die zelf een abortus hebben ondergaan. Vooral dit laatste is voor mij aanleiding om deze gevoelens hier kenbaar te maken. De Voorzitter: Uw woorden worden in het verslag opgenomen, zoals ook uw bedoeling was. De motie wordt voor kennisgeving aangenomen. Sub M. De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Punten 3 en 4 (bijlagen nos. 476 en 477). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de adviezen van de Commissie van advies inzake beroep schriften ingevolge de Bouwverordening. De Voorzitter: Wij zeggen de heer Van der Veen dank voor zijn aanwezigheid. De heer Van der Veen verlaat hierna de vergadering. De Voorzitter: Ik stel thans voor om de punten 5 en 18 tegelijk in behandeling te nemen. Punten 5 en 18 (bijlagen nos. 496 en 475). De Voorzitter: Met betrekking tot dit punt zijn nog een aantal stukken nagekomen. Deze stukken zijn op de tafels van de raadsleden gelegd. Ook deze stukken kunnen bij de discussie worden betrok ken De heer Meijerhof: De ijssport is de laatste jaren regelmatig onderwerp van discussie geweest in deze raad. Steeds weer waren de financiën het grote struikelblok. Vanavond ligt er dan een voorstel van het college dat op papier financieel rond lijkt te zijn. Op een redelijke termijn - 17 mei is de 5 beslissing genomen om de combinatie evenementenhal/ijshai te onderzoeken - ligt er nu een uitge werkt voorstel voor ons, dankzij de keus voor een sleutelklaar plan, mogen wij wel zeggen. Een der gelijk plan vergt wat minder geld en minder tijd dan meestal gebruikelijk is bij eigen ontwerpen. Het voor ons liggend voorstel is de laatste weken in een sneltreinvaart door de diverse commissies gegaan. De laatste daarvan is geweest de Sportraad, die vlak voor deze vergadering bijeen is geweest. Mijn fractie is van mening dat kunstijs in een behoefte zal voorzien. Dat zal u niet verbazen, ge let op ons verkiezingsprogramma en de beslissing om op voorhand anderhalf miljoen te reserveren. Dit laatste is ook in de vergadering van 17 mei gebeurd. De wijze waarop het kunstijs wordt aangeboden, is een kwestie van financiële haalbaarheid. Een 400-meterbaan zoals Heerenveen die bij voorbeeld heeft, kunnen wij in dit licht bezien wel vergeten. Blijft over een ijshal zoals door het college wordt voorgesteld, waarbij het mogelijk is om eventueel tot een bredere baan over te gaan. Een wedstrijd bocht van 27 meter heeft als voordeel, naast de baanbreedte van twaalf meter, dat de wedstri|drijder kan oefenen onder wedstrijdomstandigheden voor zover het het bochtenwerk betreft. Dit vergt evenwel een extra investering van plm. twee miljoen. De brief van het Leeuwarder Sportcentrum geeft ons eni ge informatie over de wedstrijdsport en het recreatieve schaatsen. Gelet op de twee miljoen, de aan wezigheid van de ijsbaan in Heerenveen en het beperkt aantaI wedstrijdrijders, kiest mijn fractie niet voor de wedstrijdbocht. In hetzelfde schrijven wordt voorgesteld om de baan in plaats van zeven me ter twaalf meter breed te maken. Dit zou ook het geval zijn als wij met een wedstrijdbocht beginnen. Uit de ter inzage gelegde stukken blijkt dat een verbreding van zes tot zeven meter in Menken's con cept 250.000,-- extra investering met zich meebrengt. Om nu een keus te bepalen tussen een breed te van zeven meter of meer, lijkt het mij wenselijk om de exploitatieopzet van het onderhavige voor stel onder de loep te nemen. Vervolgens de lastenkant. Wij zien dan een lening a 9 procent op basis van een 15-jarige annuï teit van anderhalf miljoen. Deze lening brengt aan kosten een bedrag van 188.000,per jaar met zich mee. Het betreft hier de technische installatie die in de opzet van de heer Menken in tien jaar wordt afgeschreven. Mijn vraag is: Waarom gaan wij hier niet van een lening van tien jaar maar van vijftien jaar uit? Als wij uitgaan van een lening van tien jaar, dan brengt dit uiteraard een ander bedrag met zich mee, en wel een bedrag van afgerond 234.000,Een tweede punt in de exploita tieopzet is de afschrijving van de bouwkundige voorzieningen. Het college gaat in zijn voorstel uit van veertig jaar, wat een last van 75.000,met zich meebrengt. In het concept van de heer Men ken wordt de bouwkundige voorziening in 25 jaar afgeschreven. Mijn mening is echter dat wij hier helemaal geen afschrijving moeten laten plaatsvinden. Wij geven namelijk als gemeente anderhalf miljoen a fonds perdu en hetzelfde kan gesteld worden van de inbreng van de ijsclubs. Met elkaar gaat het hier om een bedrag van drie miljoen. Mijn vraag aan het college is dan ook: Wat is het ver schil tussen een renteloze lening en een bijdrage a fonds perdu? Een derde punt van kritiek heb ik ten aanzien van de batenkant. Alweer volgens de heer Menken, wordt een formule gehanteerd waarbij hij komt op 115.000 bezoekers. Hopelijk heeft het college ge lijk met het hogere bezoekersaantal van 185.000, maar het lijkt mij reëler om van een aantal van 11 5.000 uit te gaan. Als wij de rest laten voor wat die is, dan komen wij resumerend wat de lasten be treft voor de lening op 234.000,voor de afschrijvingen op nihil en voor het personeel op 175.000, Dit laatste is ook overgenomen uit het rapport van Menken. Deze lasten lijken mij iet wat aan de lage kant, maar gelet op de combinatie met de evenementenhal moet hier toch wel wat muziek in zitten. Dat zelfde geldt ook voor de post energie. De onroerend-goedbelasting, het onder houd, de diversen en de grondhuur laat ik dan gewoon intact en zo kom ik tot een totale last van 699.000, Aan de batenkant laat ik de kosten van reclame en winkel voor wat die zi jnDe op brengst bij 115.000 bezoekers wordt dan 345.000,--, zodat de totale opbrengst aan de batenkant 520.000,bedraagt. Dat levert dus een tekort op van 177.000, Dat is wel een iets ander be drag dan het overschot van 2.000, Ik wil hier meteen bij opmerken dat er van de andere kant weer middelen naar de gemeente toevloeien, zoals de onroerend-goedbelasting van 35.000,en de grondhuur van ƒ60.000, Samen maakt dit een bedrag van 95.000,en zo zou dus ten laste van de algemene middelen in deze opzet nog 82.000,boven water moeten komen. Als wij dit be drag van 82.000,bekijken tegen de wens die vanavond met name vanuit de Sportraad naar voren is gekomen, namelijk om uit te gaan van een 12-meterbaan, dan moeten wij uiteraard op nog grotere tekorten rekenen. Om een kleine indicatie te geven, het is moeilijk te achterhalen wat een 1 2-meter baan ongeveer gaat kosten. Wat betreft de bouwkundige voorzieningen wordt geschat dat de kosten on geveer 1 .200.000,zullen bedragen. Wat betreft de technische installatie zal er ongeveer zes ton nodig zijn als wij naar een baanbreedte van acht of negen meter gaan. Wij komen dan in totaal op 1 .800.000,Daarbij is dus geen rekening gehouden met de werkzaamheden die dan aan het res taurant verricht moeten worden en aan andere accommodaties die aangepast moeten worden. Als wij

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 3