14 geprobeerd aan te tonen dat wij met een zekere voorzichtigheid de zaak hebben trachten te benade ren. Wij meenden dat het verantwoord was om af te gaan op de afschrijvingsperiodes voor de machi nes en voor hef bouwkundig gedeelte zoals het in het voorlichtende exploifatieoverzicht is neergelegd. De heer Jansma mist nog voldoende informatie over de geluidsoverlast. Ik heb niet zover van de Frieslandhal vandaan gewoond en ik weet dat men verschrikkelijk aan het lawaai van de veemarkt moest wennen, toen die voor het eerst in gebruik werd gesteld. Steevast werd men in de nacht van donderdag op vrijdag wakker van het lawaai van het vee en de geluidsinstallatie, die aan de buiten kant van de Frieslandhal zit. Na zoveel jaren zullen de bewoners er nu wel aan gewend zijn, maar niettemin is dit in de loop der jaren toch wel een bron van geluidshinder geweest. De baan als zo danig is goed geïsoleerd om de kou binnen te houden en heeft daarvoor extra voorzieningen. Het komt mij voor dat deze isolatie ook ten aanzien van de geluidshinder een zekere bescherming biedt. In wel ke mate dat het geval is, weet ik niet, maar ik verwacht dat er op een redelijke manier aan de knop pen van de geluidsinstallatie gedraaid zal worden. De geluidsinstallatie wordt in ieder geval niet van af de baan bediend, maar vanuit een centraal mechanisme bij de beheerder. (De Voorzitter: Onze ei gen mensen zitten achter de knoppen, dat geeft dus veel vertrouwen.) Verder een opmerking over de meerkosten van een 8-meterbaan. In de Sportraad heb ik daarover zopas mededelingen gedaan. Ik heb verteld dat wij vanuit Leiden telefonische informatie hebben ge kregen, waaruit blijkt dat wijziging en uitbreiding van de ijsvloer extra voorzieningen voor machi nes nodig maken ten bedrage van ƒ650.000,Deze uitbreiding maakt een derde unit noodzakelijk, omdat twee machines het niet aan zullen kunnen. (De hear Jansma: Dat is foar in baen fan tolve meter.) Nee, dit geldt ook voor een uitbreiding van de breedte van de baan naar acht meter, de grens ligt bij zeven meter. Bovendien is het zo dat bouwtechnisch gezien een bredere baan drie ton extra kost, zodat wij in ieder geval rekening moeten houden met een extra investering van om en nabij de negen ton. Ik hoop dat de heer Jansma en zijn fractie dit nog eens goed willen overwegen, want een en an der betekent wel een extra verzwaring van de exploitatielasten. De heer Bijkersma zegt dat wij helemaal op het kompas van de heer Menken varen. Ik moet hem daarin gelijk geven. De heer Menken is ook de enige in den lande die projecten als deze bouwt. Wij hebben te kiezen tussen hem enik weet het niet. Er zijn geen andere bedrijven in de markt die een baan kunnen bouwen volgens de principes zoals de heer Menken die op het ogenblik toepast. Deze bedrijven zijn althans bij ons onbekend. Een andere zaak is die van de rechtspersoon, die straks met het beheer wordt belast. Het is de bedoeling dat de gemeente gaaf bouwen en dat tijdens de pe riode waarin er ijs is - 1 oktober tot 1 mei - de stichting, bestaande uit vertegenwoordigers van de beide ijsclubs alsmede de Stichting Kunstijsbaan en de gemeente, verantwoordelijk is voor het beheer. (De Voorzitter: De Stichting Kunstijsbaan is nog een open kwestie.) Ik vergis mij in die zin dat uit de beide ijsverenigingen al vertegenwoordigers in de Stichting Kunstijsbaan ziften. Wij moeten deze ver wevenheid nog eens extra onder ogen zien. In ieder geval is het zo dat er een rechtspersoon komt, die verantwoordelijk is voor het ijsgebeuren. Op deze manier hopen wij het zo te maken dat er een goed samenspel ontstaat tussen de gemeente en deze rechtspersoon. De spelregels die daarvoor nodig zijn, zullen wij op een goede manier met elkaar moeten vaststellen. Dit geldt ook voor de beheersbaarheid van de lasten. De heer Knol vraagt of er over het geld van de ijsclubs schenkingsrecht is verschuldigd. Wij heb ben hiernaar gei'nformeerd en een voorlopige mededeling is dat dit, zoals het nu ligt, waarschijnlijk niet het geval zal zijn. Mevrouw Visscher vraagt nog naar de mogelijkheid om de afscheiding tussen de baan en het mid denveld te verwijderen. Ik weet niet of dit technisch mogelijk is. Dit is echter een zaak die wij nog eens nader kunnen bekijken. Voor zover ik de zaak in bedrijf heb gezien, zowel in Dordrecht als in Leiden, was het zo dat dit een vaste omheining was. Dit is mijns inziens ook wel terecht, omdat juist op het binnengedeelte de baan beschikbaar moet zijn voor kinderen die het schaatsen nog moeten leren. De Voorzitter: Ik stel voor om de stemming over dit punt na de pauze te doen plaatsvinden. De heer Jansma kan in de pauze dan met zijn fractie overleg plegen. Punten 6, 7 en 8 (bijlagen nos. 485, 487 en 467). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 9 (bijlage no. 478). Mevrouw Visscher-Bouwer: Het betreft hier de aankoop van het pand Oldegalileën 29. In de wijk Oldegalileën hebben wij al meerdere panden aangekocht, maar dit is het eerste pand van het nauwe 15 stukje aan de westkant. Indertijd is bij de vaststelling van het globale plan voor die wijk een woon bestemming op dit pand gelegd. Dit pand is het laatste van een rijtje woningen waarin mensen wonen die waarschijnlijk ook na de renovatie van de huizen daar zullen blijven wonen. Het zijn eigen hui zen. Het zou daarom heel vervelend zijn, wanneer dit pand na verkoop zou verkrotten, zoals met de rest van de straatwand in Oldegalileën in versnelde mate thans het geval is. Er zitten daar namelijk allerlei handelaren in tweedehands goederen. Voor de mensen die daar wonen zou het heel vervelend zijn als het pand zou verkrotten. Ik denk ook dat dit verpauperend zal werken op de rest van dit rijtje. Het is de bedoeling dat dit stukje blijft staan. Ik wil de wethouder daarom verzoeken of men, wanneer dit pand bij het Woningbedrijf is ondergebracht, een huurcontract wil opstellen waarin voorwaarden worden opgenomen, waardoor verpaupering niet mogelijk is. In dit contract zal dus een voorwaarde moeten worden opgenomen ten aanzien van het onderhoud, zodat dit in ieder geval serieus gebeurt en het niet dezelfde kant uitgaat als bij de rest van Oldegalileën. Het pand staat naast een plek waar op een claim is gelegd door het St. Jozef-pension, dat daar bouwt. Ik vind het een belangrijke plek en wij moeten goed opletten wat daar gebeurt. Misschien kan een en ander overlegd worden met hef Woningbedrijf, zodat er goede voorwaarden worden geschapen om het niet tot een krot te laten wor den. Dat zou misschien zijn invloed hebben op de rest van die straatwand, die nu nog behoorlijk door oudere inwoners wordt bewoond. De Voorzitter: Ik begrijp dat u geen bezwaar hebt tegen de aankoop op zich. Het gaat u er veel meer om wat er met het pand gebeurt zodra het aangekocht is. Ik zou u dus eigenlijk willen voorstel len dat de wethouder de vraag van mevrouw Visscher in de Commissie voor het Woningbedrijf aan de orde stelt. De heer Eijgelaar (weth.): Dan is het waarschijnlijk te laat. Ik ken de situatie daar vrij goed. Ik zal direct contact opnemen met het Woningbedrijf. Het probleem waar wij steeds mee zitten, is dat wij het pand eerst moeten hebben. Zodra de aankoop is gebeurd, zullen wij trachten het pand voor verkrotting en verpaupering te bewaren. Ik heb het wel eens vaker gezegd, het is ontzettend moeilijk omdat er altijd tijd tussen de aankoop en de overdracht zit. (Mevrouw Visscher—Bouwer: Misschien kan er in dit geval extra moeite worden gedaan, omdat dit gevolgen zal hebben voor de rest van de straat.) Daar ben ik het mee eens. De Voorzitter: De wethouder zal dit bespreken. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg ging van de wethouder. Punten 10, 11 en 12 (bijlagen nos. 480, 473 en 474). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 13 (bijlage no. 472). Mevrouw Wielinga—Graansma: Ik ben blij dat het college het besluit van 1974 heeft herzien en alsnog een strook grond van plm. 3 m bij 27 m aan de heer Zijlstra wil verkopen. De heer Zijlstra heeft het verzoek van 1974 niet gewijzigd en als nieuw raadslid vind ik het dan billijk dat ook een prijs zoals die in 1 974 zou gelden zou worden gevraagd. Volgens mij is 1 00, per vierkante meter veel te hoog. In de loop der jaren is er enkele malen grond aan het Beemdgras verkocht. In maart en april 1977 is er zelfs nog grond voor 30,per vierkante meter verkocht. Bij verdere informatie blijkt dat deze kopers echter een walbeschoeiing moeten aanleggen en onderhouden. In het raadsbe sluit verwijst het college verder naar het verslag van de Commissie voor hef Grondbedrijf. Daarin staat dat de commissie het eens is met de zienswijze van het college en dat de prijs in 1974 in dit geval ƒ60,per vierkante meter zou zijn geweest. In 1974 was de grondprijs bij verkoop van andere kavels in Leeuwarden en Goutum ook 60,tot 65,per vierkante meter. Over de verandering van het bestemmingsplan laat ik mij nu niet uit. Ik ga er vanuit dat die lap grond na verwerving wel groenstrook blijft. Namens de grootste helft van mijn fractie wil ik het col lege dan ook voorstellen de strook grond van plm. 3 m bij 27 m voor een prijs van 60,per vier kante meter, waarbij geen B.T.W. is verschuldigd, te verkopen aan de heer Zijlstra, Beemdgras 22. Een motie van die strekking is mede-ondertekend door de heer Ten Hoeve, de motie luidt:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 8