16
"De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 18 december 1978, besluit een strook grond, groot
plm. 27 bij 3 meter te verkopen aan de heer R. Zijlstra Beemdgras 22, alhier, voor een prijs van
ƒ60,per m2, geen B.T.W. verschuldigd."
De heer Pruiksma: Een overheid die zichzelf respecteert zal in principe alle gelijke gevallen ge
lijk moeten behandelen en bij een juiste taakopvatting alle ongelijke gevallen naar evenredigheid
van het verschil. Ik kom tot deze uitspraak nu ik mevrouw Wielinga van de P.v.d.A.-fractie heb mo
gen beluisteren. Deze kwestie is namelijk aan de orde geweest in de Commissie voor het Grondbedrijf.
Daarin is met name de vraag besproken of bij handhaving van het collegevoorstel aan de heer Zijlstra
onrecht zou worden aangedaan en zo ja, tot welke bedragen. De Commissie voor het Grondbedrijf
kwam unaniem tot de conclusie dat de heer Zijlstra, nu hij in wezen exact betaalt wat de grond daar
waard is, niet geacht mag worden te verkeren in de positie van gelaedeerde, van benadeelde door de
gemeente. Onze fractie heeft dus uiteraard aan de motie die is ingediend geen enkele behoefte en
zal om die reden tegen stemmen. Daarbij moet met name worden overwogen dat in 1974 er geen enkel
belang was van gemeentewege om deze grond aan de heer Zijlstra te verkopen. Toen de heer Zijlstra
na aandringen weliswaar in de gelegenheid is gesteld deze grond toch in eigendom te krijgen, bleek
hij zich niet akkoord te kunnen verklaren met de prijs. De prijs zoals die wordt voorgesteld is echter
exact de waarde van dat stukje grond. Wat onze fractie betreft is er geen enkele aanleiding om daar
op terug te komen, wij steunen het voorstel van het college en zullen tegen de motie stemmen.
Mevrouw De Jong: Ik ondersteun graag de motie die is ingediend door mevrouw Wielinga. Ik ben
namelijk ook van mening dat de prijs die de heer Zijlstra wordt berekend, dit afwegende tegen de
prijs van 30,per vierkante meter die aan zijn buurtgenoten is berekend, schril afsteekt, ondanks
de aanleg en het onderhoud van de walbeschoeiingen. ik ondersteun dus de motie.
De heer Rijpma (weth.): Hier is duidelijk sprake van een waardevermeerdering van de eigendom
van de heer Zijlstra. Vanuit dat gezichtspunt valt de prijsstelling onder de categorie van de werke
lijke waarde die aan de grond moet worden toegekend. Dit is ook geen uitzonderingsgeval, want u
hebt de laatste tijd meer gevallen goedgekeurd, waarbij dezelfde grondprijs aan de orde was. Ook
in die gevallen was ruimte tussen de vraag van de bewoners en de prijzen die berekend werden. Ooit
is er een discussie geweest in deze raad of de waardeberekening wel juist zou zijn. Als u in dit geval
een andere waardebepaling aanbrengt, dan zou dat in het verleden al herhaaldelijk gebeurd moeten
zijn.
De motie van mevrouw Wielinga-Graansma en de heer Ten Hoeve wordt bij handopsteken ver
worpen met 27 tegen 10 stemmen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
De Voorzitter: Ik stel voor dat wij nu gaan pauzeren. Ik hoop dat de heer Miedema zijn fractie
in de steek kan laten, want ik zou graag willen dat het Seniorenconvent in de Vertrekkamer bijeen
komt. De C.D.A.-fractie kan dan in de Nieuwe Zaal bijeenkomen.
De Voorzitter schorst, om 21 .00 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 21 .40 uur, de vergadering.
Punten 5 en 18(vervolg).
De Voorzitter: Ik stel voor onze werkzaamheden te vervolgen. Ik zou de heer Jansma willen vra
gen of vanuit zijn fractie nog een motie is te verwachten.
De hear Jansma: Ik hie der bihoefte oan om oerliz to pleegjen mei myn fraksje, mei namme om't
de Sportried fan healwei seizen oant goed healwei achten oer it advys oer dit punt gear west hat. Ik
woe de wize hwerop't dat advys ta stan kommen is taljochtsje en oan de han dêrfan probearje oft myn
fraksje meigean woe mei myn eigen utstel om hjir in 8-meterbaen fan to meitsjen. Wy hawwe der wiid-
weidich oer sprutsen en in lytse minderheit fan myn fraksje wol hjir eventueel wol oan. In greate
mearderheit wol der lykwols net oan en dat is foar my in reden om dizze moasje net yn to tsjinjen. Wy
geane dus wol akkoart mei it ütstel sa't it der leit.
17
De Voorzitter: Dan kunnen wij nu tot stemming over het voorstel van het college overgaan. Punt
b van het concept-besluit no. 18.928 dat behoort bij bijlage no. 496 ondergaat een wijziging. U vindt
deze wijziging aangegeven in de tekst die voor de vergadering aan u is uitgereikt.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. met inachtneming van de wij
ziging met betrekking tot punt b van besluit no. 18.928.
Punten 14 t.e.m. 17 (bijlagen nos. 479, 470, 468 en 482).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 19 (bijlage no. 495).
De heer Van der Wal: In grote lijnen kunnen wij wel akkoord gaan met de Structuurschets Hemrik.
Het meest opvallende hierbij is de reservering voor de oosttangent. Als de oosttangent in zuidelijke
richting zou worden verlengd, dan zou die met een viaduct of een fly-over, zoals dat tegenwoordig
heet, over het recreatiegebied Froskepólle heen gaan. In vorige jaren is dit punt vaker aan de orde
geweest en het is er toen uitgehaald. Het komt ook niet meer in het Verkeersstructuurplan voor. Nu
verschijnt deze doortrekking van de oosttangent wel weer in de Structuurschets Hemrik. Ik begrijp
dat eigenlijk niet en ik ben er ook geen voorstander van. In dezelfde lijn ligt het in oostelijke rich
ting ontsluiten van dit gebied. Dit staat weliswaar indicatief aangegeven, maar deze ontsluiting komt
in een soort moeras uit, de Lege Mieden, en komt dus eigenlijk in het niets uit. Ik begrijp ook die
indicatie van de ontsluiting niet. Wij zijn er ook niet voor. Om een en ander al in een vroeg stadium
uit dit voorstel te halen, heb ik de volgende motie gemaakt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 18 december 1978, besluit de,
op de Structuurschets Hemrik (34-1 7A) aangegeven, reservering oosttangent en indicatie oostelijke
ontsluiting van de schets af te voeren."
Deze motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenote Jopie van der Werf en door mevrouw
De Jong.
Wij gaan akkoord met het inbrengen van kantoren in dit gebied dat bestemd is voor bijzondere
doeleinden; dit is een nieuw element. Wat betreft de olieopslagplaats, deze kwestie laat het college
in de raadsbrief ook open. Wij willen daaromtrent wel het overleg ex artikel 8 afwachten.
Dan is er nog een punt. Als de eerste fase van dit gebied in ontwikkeling komt - dit gebeurt nu
eigenlijk al - en ook Camminghaburen vol raakt, dan is er voor fietsers alleen maar een verbinding
tussen Camminghaburen en het nabijgelegen Hemrik waarbij men drie a vier kilometer moet omrijden.
Er zal dus snel een fiets-voetgangersverbinding tussen Camminghaburen en Hemrik moeten worden
gemaakt. Deze verbinding staat aangegeven bij de toekomstige N.S.-halte. Mijn vraag is: Wordt deze
verbinding ook snel aangelegd? Er zal wel een ongelijkvloerse kruising moeten komen. Daarvoor moe
ten kredieten worden aangevraagd, omdat het allemaal wat duurder wordt. Wanneer denkt het college
met dat krediet in de raad te komen?
De heer Sijbesma: U zag mij zonet over het hoofd, mijnheer de voorzitter, maar ik wil dan nu
graag even reageren. Dit punt is ook in onze fractie aan de orde geweest. Ook wij hebben het toch
wel moeilijk met het eventueel doortrekken van de oosttangent over de Froskepolle. Onze slotcon
clusie is echter geweest dat het hier gaat om het vaststellen van een structuurschets. Binnen afzien
bare tijd zal een volgende lokatie voor stadsuitbreiding moeten worden vastgesteld en ook dan zullen
wij de problematiek van ontsluiting en andere problemen op het gebied van het verkeer op ons af
zien komen. Hoe onaantrekkelijk het alternatief ook is, het lijkt ons op dit moment niet juist om dit
alternatief te blokkeren door ons nu tegen die reservering uit te spreken.
Een laatste opmerking nog. Gezien ons standpunt dat de gemeente met name met het oog op de
werkgelegenheidsproblematiek voldoende industrieterrein gereed moet hebben om in te kunnen spelen
op de vraag hiernaar, zal het duidelijk zijn dat wij van harte instemmen met uw voorstel de strook
ten oosten van de weg tussen de Planetenlaan en Camminghaburen op te nemen in de eerste fase.
De heer Rijpma (weth.): Ik zal bij de fietsverbinding beginnen. Deze verbinding kan niet eerder
worden aangelegd dan wanneer er in het zuidelijk deel van het bestemmingsplan Camminghaburen wer
ken kunnen worden uitgevoerd. Het opbrengen van het zand dat nodig is voor de ophoging is enkele
weken geleden voltooid. Dit betekent dat het, wil alles zijn normale verloop hebben, nog ten minste
drie jaar moet liggen, alvorens er werken op uitgevoerd kunnen worden. Ik neem aan dat wij in drie