Verslag van de vergadering op donderdag 11 januari 1979 van de afdeling II van de Gemeenteraad ter voorbereiding van de behandeling van de ontwerp—begrotingen voor 1979 en het ontwerp—be leidsplan 1979—1983. Aanwezig van de afdeling: de heren J. de Beer, ir. C.G.H. Geerts (tot 23.05 uur), J.F. Janssen, C. de Jong, W. Miedema, ir. C.L. Rijpma (weth.) en P.D. van der Wal. Aanwezige overige raadsleden: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, H.J. de Haan-Laagland (tot de pauze), J. de Jong, C.J.M. Otsen, G. Visscher-Bouwer, M.A.D. Waalkens, T. Wielinga-Graansma, J. van der Werf (tot 22.35 uur) en J.E.M.T. Zondag-Demes én de heren T.A. Boelens, J. ten Brug (weth.), drs. G.J. van den Eist, G.F. Eijgelaar (weth.) (vanaf de pauze), H. ten Hoeve, J. Knol (van 19.50 uur tot 22.15 uur), A. Pronk (tot de pauze), J. Schaafsma (tot 22.10 uur), J. Schagen (tot 22.50 uur), N. Sterk (tot de pauze) en P.J. Sijbesma. Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester. Voorts zijn aanwezig: de heren H. Achterhof, directeur Stedebouw en Bouwkunde van de Dienst Stads ontwikkeling, P. de Boer, ambtenaar van de afdeling Financiën en Belastingen, L.D. Corée, directeur Grondbedrijf van de Dienst Stadsontwikkeling, H. Flinterman, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Or dening en Volkshuisvesting, mr. L.P.A. van Kats, loco-secretaris, ir. J.J. Muller, directeur Openbare Werken van de Dienst Stadsontwikkeling, H.A. Lassche, plv. hoofd van de afdeling Ruimtelijke Orde ning en Volkshuisvesting, en J. van der Wal, hoofddirecteur van de Dienst Stadsontwikkeling. re behandelen: Par. 3. Beleidssector Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken, Verkeer en Vervoer. De Voorzitter: Dames en heren, hartelijk welkom op de vergadering van afdeling II. PAR. 3. BELEIDSSECTOR RUIMTELIJKE ORDENING, OPENBARE WERKEN, VERKEER EN VERVOER. A. Ruimtelijk Beleid. Punten 84 t.e.m. 88. De hear Miedema: Ik wol net op de fragen yngean, mar ik wol graech in algemiene opmerking meitsje. Ik soe nammentlik graech myn tank ütsprekke wol Ie foar it biantwurdzjen fan de fragen. Ik fyn dat de fragen gans better biantwurde binne as de leste jierren it gefal wie. Der is konkreet op de problemen yngien, der is yn hast alle gefallen in dödlik andert jown en der soe ik oan it bigjin fan dizze gearkomste myn tank foar ütsprekke wol Ie. Mear haw ik op dit momint net to sizzen. (De heer Ten Brug (weth.): Op deze manier is de vergadering gauw afgelopen.) De Foarsitter: Ik hoopje mar dat jo ót namme fan de hiele ried sprekke, mynhear Miedema. (De hear Miedema: Dat doch ik meastal.) Dan biedt dat perspektiven. Yn alle earnst, wy binne der tige bliid mei dat wy in gelud as dit hearre. De heer Van der Wal: Ik schroom nu haast om een vraag te stellen. (De hear Miedema: Dat wie ek de bidoeling.)(Gelach) Dat was dan een valse hoop, de heer Miedema kan nu dus wel naar huis gaan. Vraag 84 gaat over de coördinatie van de welzijnsaspecten in de ruimtelijke ordening. Ik kan mij nog herinneren dat bij de collegevorming vanuit de P.v.d.A. in sterke mate een claim werd gelegd op ruimtelijke ordening. Dat is niet doorgegaan met als argument dat de welzijnsaspecten van de ruimte lijke ordening bij de P.v.d.A.-wethouder komen en ruimtelijke ordening toch eigenlijk niets anders

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 24