*50
De heer Van der Wal: Ik had het punt van de ligschepen over het hoofd gezien, want vorig jaar
stond dit hoofdstuk over de woonschepen helemaal achterin, terwijl het nu voorin staat. Mijn vraag
komt eigenlijk op hetzelfde neer als de vraag van mevrouw Visscher. Twee jaar geleden is hierover
een principe-uitspraak van de raad gevraagd. Met een krappe meerderheid werd toen een motie van
Axies afgewezen. Ondertussen zijn er verkiezingen geweest en de woningnood wordt alleen maar gro
ter. Ik wil het punt van woonschepen in Leeuwarden - dus niet specifiek de woonschepen in de stads
grachten maar in heel Leeuwarden - en ook het punt van het aanleggen of de uitbreiding van een
speciale haven voor woonschepen, waar dan ook in de gemeente, bij de begrotingsbehandeling aan
de orde stellen. (De Voorzitter: U claimt het punt dus.) Inderdaad.
B. Structuur— en bestemmingsplannen.
Punten 97 t.e.m. 104.
De heer Janssen: Vraag 104U schrijft dat er een overleggroep is gevormd tussen de Nederlandse
Spoorwegen en de gemeente. Binnen anderhalf jaar moet men tot een plan komen. Ik zou graag van
u willen weten wanneer deze overleggroep is gevormd, zodat wij kunnen zien wanneer het anderhalf
jaar om is. Verder zou ik graag willen dat de raad tussentijds werd geïnformeerd. Misschien kan dit
gebeuren via de Commissie Ruimtelijke Ordening, want anders is er kans dat wij in een tijdsbestek
van anderhalf jaar helemaal niets horen. In deze anderhalf jaar zullen in de aangrenzende wijken
- o.a. de Hollanderwijk - veranderingen plaatsvinden. Deze mensen zullen waarschijnlijk bij de raad
aandringen op tussentijdse mededelingen over de richting waarin de onderhandelingen tussen de Spoor
wegen en de gemeente zich bewegen.
De hear Miedema: Fraech 101 en fraech 98 geane oer de bouplannen yn de binnenstêd yn syn to
taliteit. Ik wol it under oare hawwe oer it projekt Landbuert. By de bihanneling fan de bigreatingen
fan forline jier hawwe wy dér ek bisprekken oer hawn. Wilens it bigreatingsjier is it kolleezje mei in
notysje oer dizze saek kommen. Der hat in bisprek oer west en doe is sein dat Folkshdsfêsting dermei
dwaende is en dat it kolleezje op koarte termyn neigean sil hwat de mooglikheden binne. Fierders soe
frege wurde oft de Foriening foar Folkshusfêsting de opdracht oannimme woe neffens it plan sa't it de
gemeente foar eagen stiet en sa't de ried it - mei ekstra parkearplakken dus - goedkard hat. Myn fraech
is: Floefier stiet it dermei? It wachtsjen duorret to lang.
Dan fraech 98. Ik haw by de nijbou oan de Easterkade de yndruk dat in definityf bouplan wachtsje
moat op it goedkarren fan it bistimmingsplan. Ut it andert docht bliken dat men ridlik opsketten is mei
de bouplannen. Dat is natuerlik de forantwurdlikheit fan de opdrachtjowers, wy hoege Js der yn
wezen net drok om to meitsjen. As der lykwols inisiativen undernommen wurde, dan bin ik wol binijd
nei de termyn hwerop wy dit bistimmingsplan yn de ried forwachtsje kinne. Dan kin der foar de under-
nimmers ek dudlikheit komme oer de fraech hwat wol en hwat net kin.
Dan haw ik noch in punt dat by de fragen net bihannele wurdt. It hat altiten noch sa west dat
wy nije untwikkelingen tafoegje kinne. Wy hawwe in brief krigen fan it Koöperatyf Forsekeringsfuns.
Offisieel witte wy oars neat dan dat it net alhiel glêd skynt to lizzen. Nou is myn fraech: Fiwat tinkt
it kolleezje yn dizze saek to dwaen? Binnen hokker termyn tinkt it kolleezje de ried oer syn stanpunt
ynformearje to kinnen? De undernimmer freget op dit stuit om in underhald mei de ried, dat is nochal
hwat. Ik leau ek dat it slim is om to sizzen dat de ried net ré is ta in bisprek. Ik leau wol dat de ried
der bilang by hat om earst it stanpunt fan it kolleezje to hearren. Flwat spilet hjir? Hoe rint dit? Hwat
is hjir oan'e han? Ik soe graech fan it kolleezje hearre wolle hoe't men tinkt yn dizze saek to operear-
jen en op hokker manier men de ried tinkt to ynformearjen. Nou't wy fan de oare kant binadere wurde,
hawwe wy yn it foarste plak rjocht op in stanpuntforklearring fan ös kolleezje. Hwat is de problema-
tyk dy't hjir spilet? Derop soe ik graech in antwurd hawwe wolle. Hat it kolleezje iennich idé hoe't
it op dit brief réagearje sil?
De heer Van der Wal: Ik wil eerst een algemene opmerking maken. Blijkens de informatie die de
wethouder in de Commissie Ruimtelijke Ordening heeft gegeven, wordt er op het ogenblik niet ge
werkt aan een structuurplan voor de hele gemeente of aan een herziening van het structuurplan voor
de hele gemeente. Ik hoef al bijna niet meer naar de reden te vragen, want dat zal wel op het prio
riteitenlijstje neerkomen. (De Voorzitter: Die kans is niet gering.) Dat dacht ik al. Zo kan de raad na
tuurlijk gedurende lange tijd met een kluitje het riet in worden gestuurd. In feite hebben wij een struc
tuurplan dat wij echter niet of nauwelijks hanteren. Als wij een voorbereidingsbesluit voor twee jaar
kunnen maken, dan halen wij het structuurplan even uit de kast, maar verder kijken wij er niet naar.
Waar wij wel naar kijken, zijn verkeersstructuurplannen. Wij krijgen kantorennota's, wij krijgen een
Nota Woningbouwbeleid, maar het zijn allemaal deelaspecten van een totale structuur van de gehele
stad met eigen specifieke uitgangspunten en met eigen wensen. Het is als raad nooit goed mogelijk
om een kantorenbehoefte tegen speelgelegenheid voor kinderen in de wijken goed teg.en elkaar af te
wegen, om maar eens twee extremen te noemen. Bij Huizum-Bornia heeft dit sterk gespeeld, daar
wreekte zich ook het feit dat er geen structuurplan was, want wij hadden geen totaal-overzicht. Kort
om, ik wil nogmaals bepleiten dat de raad een totaal-overzicht krijgt, althans, dat er met zo'n over
zicht wordt begonnen. Op het ogenblik gebeurt er niets, alleen deelaspecten worden behandeld, zo
als grote verkeerswegen. Een totale aanpak is er niet. Ik vind dit voor een gemeente van deze grootte
een kwalijk punt.
Vraag 97 gaat eigenlijk over de manier waarop men met zo'n structuurplan werkt. In het vrij uit
voerige antwoord staat bovenaan bladzijde 5 iets over het langs privaatrechtelijke weg hard maken
van de uitgangspunten van het structuurplan. Ik kom hier straks nog op terug, wanneer wij het hebben
over het strategisch aankoopbeleid bij grondaankopen. In het antwoord van vraag 97 staat een cruciaal
zinnetje: "Concrete omstandigheden kunnen aanleiding geven af te wijken van de algemene lijnen
die in het structuurplan zijn aangegeven." Nu hebben wij de laatste tijd hiervan een paar voorbeel
den gehad. Deze voorbeelden worden ook in de vraag genoemd, het gaat namelijk over de A.B.N. en
de St. Jacobsstraat. Daar werd niet van de algemene lijnen afgeweken maar er werd van zeer speci
fieke richtlijnen afgeweken. Het betrof namelijk het afbreken van een in het structuurplan als histo
risch omschreven en te herstellen straatwand. De plaats waar de A.B.N. bouwt, heeft specifiek de
bestemming wonen. Zowel in algemene als in specifieke zin wordt daar dus duidelijk afgeweken van
het structuurplan. Ik heb geen enkele norm waaruit blijkt wanneer zoiets wel en wanneer zoiets niet
gebeurt. Ook de burger heeft geen enkel houvast. Het lukt de A.B.N., het lukt het Coöperatief Ver
zekeringsfonds (nog) niet. Het enige dat wij van het college horen - met name van de wethouder van
Ruimtelijke Ordening - is dat er morele verplichtingen waren. Dat zijn dusdanig subjectieve normen
dat de gemeenteraad daar naar mijn smaak geen genoegen mee moet nemen. De raad doet dat echter
wel en ik heb mij daar maar bij neer te leggen. Wel vind ik dit een slechte vorm van bestuur. Ik heb
de burgemeester in een ander verband horen zeggen dat wij het structuurplan moeten zien als een
grondwet voor de stad. Als ik in de jongste historie naga hoe vaak er op voor mij duistere gronden
wordt afgeweken van die grondwet, dan vraag ik mij af of het college niet achter de tralies zou moe
ten zitten, in overdrachtelijke zin dan. (De heer Ten Brug (weth.): Je weet waarschijnlijk niet dat
de rechter de wet niet aan de grondwet mag toetsen, zo moet je dat hier ook zien.) Dat is een juri
disch trucje om hier onder uit te komen. Ik heb mijn opmerking in overdrachtelijke zin bedoeld. Een
en ander komt hierop neer: Er is wel een structuurplan, maar noch gemeenteraadsleden noch burgers
of instellingen hebben er enig houvast aan, blijkens ook weer de brief van het Coöperatief Verzeke
ringsfonds. Ik kom daar direct nog op terug.
Dan wordt gevraagd waar nog meer van dat soort afwijkingen op het structuurplan zijn te verwach
ten. Daarop zegt u dat u dat met geen mogelijkheid kunt bezien. Als u de handen vrij wilt houden op
de manier zoals u het nu doet, dan is het ook inderdaad niet te voorzien. Ik vind dat men het volgen
de moet zeggen: of het structuurplan aanpassen - daar kunnen wij dan een principiële discussie over
hebben - of het Structuurplan voor de Binnenstad handhaven als "grondwet". Dan kan het college rus
tig zeggen dat die afwijkingen niet meer voorkomen. Ik wil graag een reactie van u op mijn referaat.
Dan vraag 98, waar het wat meer concreet wordt, want er wordt bij die vraag naar concrete ge
bieden geïnformeerd. In ad a, het gebied Van Swietenstraat-Willemskade, zegt u alleen bekend te
zijn met nieuwbouwplannen van de Coöperatieve Zuivelbond en het Oranjehotel. Een paar maanden
geleden heeft in de krant gestaan dat het Landbouwhuis, dat aan de Willemskade is gevestigd en ei
genaar is van het afgebrande pand waar het Fries Servicecentrum in zat, wel oren had naar een pro
jectontwikkeling; daar kwam het bericht wel op neer. Is deze ontwikkeling bij de gemeente niet be
kend, hoewel het wel in de krant stond? Wij vinden dit daarom van belang, omdat het hier gaat om
een van de gevelwanden van de Willemskade die nu nog vrij gaaf is, namelijk het gedeelte tussen
Beursbrug en Prins Hendrikplein. Dan hebben wij gevraagd naar het gebied Lange Marktstraat-Willems
kade. De heer Miedema heeft een recente brief van het Coöperatief Verzekeringsfonds in het geding
gebracht. Ik neem aan dat deze brief via de commissies als preadvies bij de raad terecht zal komen.
Ik ga nu niet op de finesses in, maar ik constateer alleen maar dat de directie van het Coöperatief
Verzekeringsfonds haar bevreemding en teleurstelling uitspreekt over de gang van zaken met betrek
king tot haar project. In feite komt het erop neer dat de wethouder, voor zover ik uit de brief begrijp,
het standpunt van de raad en van de Commissie Ruimtelijke Ordening heeft vertolkt. In dit geval is
hij standvastig en dan krijg je meteen brieven waarin met zoveel woorden wordt gesteld dat men het
zo vreemd vindt dat de wethouder het gemeenraadsbeleid uitvoert. Ik vind dat helemaal niet zo