U sS X53 informatie zodra ik daar maar enigszins zinvol toe in staat ben. Ik ben van mening dat wij bij dit be langrijke project duidelijk moeten weten waar wij aan toe zijn en hoe het beleid verder zal zijn. Het is helemaal niet onmogelijk dat er in de planning zekere verschuivingen tot stand komen. Op dit mo ment is echter niet te zeggen of dat reëel is. De planningen berusten op een schema. Zo'n schema is een theoretische basis van waaruit men wil werken. In de praktijk kunnen er verschuivingen zijn, die net zo goed nul of drie maanden als zes maanden kunnen bedragen. Het kan dus best zo zijn dat er eerder een opening in de planning komt dan dat de zaken over elkaar heen schuiven. Aan de andere kant probeert iedereen duidelijk te maken dat er een grote behoefte aan huurwoningen is. Het lijkt mij dan ook wat vreemd wanneer er een woningbouwcorporatie zou zijn die op dit ogenblik alweer twijfelt aan de behoefte die bij hen zelf is geregistreerd. (De heer Knol: Er is geen vraag naar wonin gen met een huurprijs van 600,Als u dat meent, dan zit u er eventjes naast.) Het bedrag van ƒ600,komt in de voorschriften van de h.i.d. niet voor, tenzij in de premiehuursector. De heer Janssen vroeg nog of er voldoende rioolslib was. Ik blijf optimistisch en ik neem aan dat de capaciteit van het ding dat wij aan de provincie hebben overgedragen zodanig is dat er massa's slib uit komen die wij, als wij het nodig hebben, zo kunnen krijgen. Anders gaan wij naar de VAM. (De heer Janssen: Ik heb deze vraag gesteld in verband met het metaal dat soms in het slib aanwezig is. Ik dacht dat dit voor de beplanting slecht was.) Als er metalen in zitten, dan was dat ook nu ge constateerd. Er is rioolslib dat smerig is, maar wij hebben nog weinig chemische industrieën in Leeu warden Voor alle deelplannen hebben wij overeenkomsten gesloten wat betreft de jongerenhuisvesting. In de overeenkomsten staat precies hoeveel een- en tweepersoonswoningen er zullen worden gebouwd. Wij zullen de contractanten zoveel als mogelijk houden aan dat percentage. (De heer Van der Wal: In de deelplannen I en II zit niets en de deelplannen III en IV krijgen wij nog, maar wij zullen erop letten.) De Voorzitter schorst, om 21 .10 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21 .40 uur, de vergadering. C. Grondzaken. De heer Van der Wal: In punt 114 wordt gevraagd of de gemeente ook van plan is een strategisch aankoopbeleid te gaan voeren. Bij een voorgaande vraag werd ook al gesteld dat de gemeente, als zij min of meer toevallig ergens privaatbezittingen heeft, op die manier de invloed kan uitoefenen die zij publiekrechtelijk niet kan uitoefenen. Daarover gaat het strategisch aankoopbeleid. Als er panden te koop worden aangeboden in een bepaald gebied, waarvan men weet dat er in de toekomst iets zal worden begonnen, dan zou men die panden moeten aankopen. Mijn vraag is: Kan er ook een instruc tie van b. en w. naar het Grondbedrijf uitgaan, waarbij men zegt dat die en die gebieden gevoelig liggen en dat men het idee heeft dat er iets aan de hand is? Als er dan aanbiedingen op de markt komen, dan moet dit tenminste bij de Commissie voor het Grondbedrijf worden gemeld. Dan kunnen wij in die commissie bekijken of het de moeite waard is. De hear Miedema: Fraech 117, de Ontwikkeling fan it Lijempf-terrein. It kolleezje skriuwt: "In afwachting hiervan zijn de contracten met andere gegadigden voor dit terrein voorlopig opgeschort." Hwat haldt dat krekt yn? De heer Rijpma (weth.): De directeur van het Grondbedrijf heeft opdracht om, als er een pand is dat voor de gemeente van belang is of kan zijn, te proberen er beslag op te leggen. Een enkele keer is dat ook gelukt. In vele gevallen is het echter al bij voorbaat zeker dat de gemeente er niet aan te pas komt, omdat de prijzen die anderen bereid zijn te betalen - veelal onterecht - hoger liggen dan onze prijzen. Een strategisch aankoopbeleid is dus bijzonder moeilijk. Men krijgt een dergelijk be leid alleen van de grond, wanneer ook de eigenaar van het pand enig gevoel heeft voor het beleid van de gemeente. Anders is het eerder zo dat, wanneer men in de gaten krijgt dat de gemeente be langstelling heeft, het aankopen bijzonder moeilijk gaat worden. Men verwacht dan goud in de he mel die boven het pand zit. (De heer Van der Wal: Dat zal van geval tot geval verschillen. Mijn enige verzoek is danMijn antwoord is dat de directeur deze opdracht heeft en als hij daaraan kan voldoen dan gebeurt dit ook. Er zijn een aantal panden waarover wij van gedachten hebben gewisseld en die bijzonder van belang zijn. De heer Corée laat daar een wakend oog over gaan. Dat wij de onderhandelingen met andere gegadigden voor het Lijempf-terrein hebben opgeschort, betekent dat aan de provincie optie is verleend. Zolang de optie niet verlopen is, kunnen wij niet met de andere gegadigden van gedachten wisselen. De provincie kan zeggen dat zij het wel koopt of dat zij het niet koopt. Voor het geval dat de provincie straks zegt dat zij het niet koopt, hopen wij op dat moment toch zover te zijn dat wij er een discussie in b. en w. over hebben gehad en dan zal een en ander ook wel snel naar buiten komen. (De hear Miedema: Haldt dat yn dat de oanbiedingen dy't de gadingmakkers dien hawwe op dit momint noch jilde of binne hja wer frij? Hwat is de miening fan it kolleezje dëroer? De projektuntwikkelders hawwe bipaelde oanbiedingen dien.) De aanbiedin gen zijn onder de grootst mogelijke vrijblijvendheid gedaan. In elke aanbieding staat een termijn en die termijn is voorbij. De hear Miedema: Dan haw ik noch ien fraech oer punt 119, it terreintsje yn Goutum. Yn it ant- wurd stiet: "maaien c.q. te doen beweiden". Ik tocht dat der wol bilangstelling wie foar biweidzjen. Der binne miskien wol guon biwenners dy't pony's hawwe. Is it mooglik dat it Grounbidriuw in lytse adfortinsje set yn it pleatslik krantsje om dêrmei to wizen op dizze mooglikheit? De Plantsoenetsjinst hoecht dit stikje groun dan net to meanen. It is nei myn bitinken oantrekliker as der fé op rint dan as it stikje groun twa kear per jier meand wurdt. De heer Rijpma (weth.): Ik denk dat het geen enkel probleem oplevert om pony's te vinden. (De heer De Jong: Ik zou de oproep willen doen om daar te bouwen en er geen pony's te laten weiden.) U moet niet willen wat nog niet kan. D. Stadsvernieuwing. Punten 120 t.e.m. 123. De heer Van den Eist: Ik zal niet vragen of u alle brieven van de staatssecretaris kent en dat geldt zeker voor die brieven die aan andere gemeentebesturen zijn gericht. Niettemin zou ik u willen vra gen, gelet op het belang voor ook deze gemeente, of u de brief kent van half november van de staats secretaris aan het gemeentebestuur van Rotterdam. Deze brief hield in een huurgarantieregeling voor het totale bouwprogramma in stadsvernieuwingsgebieden van Rotterdam tot en met 1981 omvat tende 6.000 woningen. Het gaat om nieuwbouwwoningen, waarvoor de staatssecretaris een huurga- rantie heeft toegezegd. Dit betekent naar mijn inzicht dat op een huurbasis van medio l 980 306, aan huur voor nieuwbouw in stadsvernieuwingsgebieden in Rotterdam zou moeten worden betaald. De vraag die ik aan u wil stellen is: In hoeverre biedt dit mogelijkheden voor Leeuwarden? Hebt u er aan gedacht om voor open gebieden en misschien voor Huizum-Bornia zulk soort ambtelijke stappen en voorbesprekingen te beginnen? Hoe staat het daarmee? De heer Rijpma (weth.): De gesprekken over dit soort onderwerpen - de bouwkosten en de daaraan gerelateerde huurkosten - hebben al geleid tot een aantal gesprekken met het ministerie c.q. verte genwoordigers van het ministerie. Het eerste gesprek heeft in 1976 plaatsgehad met de toemalige staatssecretaris. De afronding heeft tot op de huidige dag nog niet plaatsgehad, omdat de voorwaar den die het ministerie stelt tot dusver geen uitzicht boden voor de problematiek zoals Leeuwarden die kent. Wij hopen het te kunnen afronden, maar het is niet eenvoudig. (De heer Van den Eist: Het pikante in dit geval is dat de vorige staatssecretaris drie jaar lang geweigerd heeft deze huurgarantie regeling op Rotterdam van toepassing te verklaren. Het is een heel duidelijke beleidswijziging en misschien biedt dat mogelijkheden. Het is wel een nieuw feit op dit moment.) Het laatste gesprek is drie a vier dagen geleden gevoerd. Dat is dan voor u een nieuw feit. Punten 124 t.e.m. 128. De heer Janssen: In het antwoord bij vraag l 28 staat dat er nog een nadere regeling moet komen met betrekking tot het aanschrijvingsbeleid. Ik zou u willen vragen er via de Vereniging van Neder landse Gemeenten op aan te dringen dat deze wet zo spoedig mogelijk van kracht wordt. Ik weet niet wat er tussen het neerschrijven van deze zinnen en dit moment tot stand is gekomen, maar ik dacht niet dat deze regeling wetskracht had. De heer Geerts: De problematiek van de stadsvernieuwing is een erg zware problematiek. Wij zijn hier met een aantal plannen bezig. Toch, als je rondkijkt, merk je dat er nog weinig is gereali seerd. De oorzaken daarvan zijn vrij moeilijk te achterhalen. Het zit hem vaak in het punt van de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 31