K~tr**ï 4 ren geleden heb ik er in een nieuwjaarstoespraak al eens op gewezen dat een andere en meer billijke verdeling van de werkgelegenheid op ons af zou komen. Vanzelfsprekend is dat een meer algemeen probleem, maar ook een gemeentebestuur zal zich daarmee bezig moeten houden. Tegelijkertijd zul len wij veel aandacht moeten blijven schenken aan het scheppen van meer werkgelegenheid. In dat verband is het verheugend dat naar mijn informaties de Giro in 1979 zal starten met een tweede ge bouw in deze stad. Tevens is bekend dat een aantal in Leeuwarden gevestigde bedrijven bereid is geld te investeren in de bouw van nieuwe kantoren. Ik hoop dat wij een zodanig beleid zullen kun nen voeren dat de aanwezige kansen op verruiming van werkgelegenheid - vooral in de dienstensec tor van zo grote betekenis - ook inderdaad worden benut. Een evenwichtige belangenafweging - zon der vooroordelen - zou ik met veel klem willen bepleiten. Hoewel zich gelukkig ook het afgelopen jaar in onze stad geen bedrijfssluitingen van betekenis hebben voorgedaan, wordt een aantal Leeuwarder bedrijven wel met problemen geconfronteerd, in het bijzonder in de machine-industrie. De investeringsgeneigdheid in Leeuwarden in de industriële sector, doch eveneens in de sfeer van de stuwende dienstverlening, is in 1978 aanzienlijk terugge lopen. Dat moge blijken uit de navolgende gegevens, die tot nadenken stemmen. Het aantal investe- ringspremieaanvragen is ten opzichte van 1977 gedaald van 13 naar 3. Het investeringsbedrag dat met die aanvragen was gemoeid, daalde van 21 ,5 miljoen gulden naar 8,6 miljoen gulden. Het aantal ar beidsplaatsen dat daarbij betrokken was, daalde van 114 naar 30. Bij deze vergelijking moet dan nog in acht worden genomen dat de investeringsdrempel werd verlaagd van 400.000,naar 200.000, Een grote handicap wordt gevormd doordat de regering in het kader van de op 24 mei jl. ingevoerde Wet Investeringsrekening de "bijzondere regionale toeslag" niet aan Leeuwarden heeft toegekend, dit in tegenstelling tot een aantal andere plaatsen in Friesland. Het - na veel politieke druk - uit eindelijk voor Leeuwarden toestaan van een halve ruimtelijke ordeningstoeslag is van geen enkele praktische betekenis. Dit alles terwijl regering en provinciaal bestuur in allerhande nota's wijzen op de bijzondere positie die Leeuwarden op sociaal-economisch gebied en op het gebied van de ruimte lijke ordening heeft. Wel woorden, geen daden! Het lijkt geboden de komende maanden veel aandacht te schenken aan de Nota Alternatieven ter voorbereiding van een Streekplan voor de provincie Friesland. Voor de verdere ontwikkelingen kan het van uitermate veel belang zijn welke uitgangspunten in het Streekplan voor deze provincie wor den vastgelegd. Uit een eerste kennismaking met en bespreking over de Nota Alternatieven heb ik - en velen met mij - de indruk dat die nota veel weg heeft van de beschrijving van een speeltuin, die grotendeels bestaat uit een doolhof zonder uitweg. Een van de ingangen van die speeltuin heeft dan de aanlokkelijke aanduiding "Frysk eigene" meegekregen, kennelijk in de hoop dat de meesten daar binnen zullen gaan. Dat de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Leeuwarden minder rooskleurig is, blijkt ook uit de volgende gegevens: Hoewel de cijfers over de werkloosheid onder de mannelijke beroepsbevolking per eind november 1978 iets gunstiger zijn dan een jaar geleden, blijft Leeuwarden een slechter beeld vertonen dan landelijk en ook provinciaal het geval is. In percentages uitgedrukt zijn die cijfers als volgt: Nederland 4,4%; Friesland 5%; Leeuwarden 5,8%. De tijd dat het beeld in deze stad onge veer overeenkwam met het landelijk gemiddelde en gunstig afstak in de Friese verhoudingen, lijkt voorgoed achter de rug te zijn. Ten opzichte van andere regio's, die als sociaal-economisch zwak stonden aangeschreven, is de situatie thans voor Leeuwarden in negatieve zin aan het omslaan. De cijfers over de werkloosheid onder de vrouwelijke beroepsbevolking zijn nog aanzienlijk ongunstiger. Hoewel voor Leeuwarden geen percentages bekend zijn, mag dat blijken uit de percentages voor Ne derland en Friesland; die percentages zijn - eveneens per eind november 1978 - respectievelijk 7,8 voor Nederland en 9,8 voor Friesland. Gelet op de absolute toename van het aantal vrouwelijke werk lozen, mag worden aangenomen dat het percentage voor Leeuwarden zeker boven de 10 ligt. Dit on gunstige beeld kan enerzijds worden toegeschreven aan een verhoogde wens om deel te nemen aan hef arbeidsproces, terwijl anderzijds de arbeidsmarkt onvoldoende groei van het aantal arbeidsplaat sen voor vrouwen te zien geeft, met name in de kantorensector, het onderwijs en de medische sector. De opening van het gemeentelijk scholencomplex atheneum/havo en mavo in het Aldlan is een belangrijk gebeuren geweest. Ik hoop en verwacht dat ook in 1979 een aantal beslissingen zullen wor den genomen tot nieuwbouw in Leeuwarden. Ik denk daarbij aan een nieuwe leao-school ter vervan ging van de Vijverschool en nieuwbouw voor de rijksscholengemeenschap atheneum/havo in het West einde. Daarmee zal ook soelaas worden verkregen voor nijpend ruimtegebrek voor enige andere scho len. Bij de opening van onze nieuwe school in het Aldlan heb ik enige opmerkingen gemaakt aan het adres van de toen aanwezige staatssecretaris over een aantal zorgen die wij ons maken. Het zijn ern stige zorgen die wij te zijner kennis hebben gebracht en ook reeds aan het adres van andere bewinds lieden hebben gespuid of dat eventueel nog zullen doen. Misschien is het goed dat ik enige passages 5 uit mijn toen gehouden toespraak hier nog even herhaal en er enige woorden aan wijd. Ik heb onder meer het volgende gezegd: "Overigens moet ik u zeggen dat wij de laatste tijd wel in toenemende mate twijfels hebben aan de bereidheid van bewindslieden om voldoende aandacht aan Friesland en Leeuwarden in het bijzonder te schenken. De onwil die wij tegenkomen om ons de helpende hand te bieden met subsidiëring van onze goed functionerende Schoolbegeleidingsdienst, waarbij voor Leeu warden uitgetrokken subsidiebedragen zijn ingetrokken, heeft ons zonder meer geschokt. Dan te be denken dat een vorige bewindsman ons destijds heeft toegezegd dat ook Leeuwarden voor subsidie in aanmerking zou komen, zodra de rijksoverheid voor dat doel gelden beschikbaar zou stellen. Maar ook op tal van andere punten moeten wij de ene tegenslag na de andere, of liever gezegd "niet-me- dewerking van bewindslieden", incasseren, zoals afwijzing van Leeuwarden-groeistad, afwijzing van de interim-saldoregeling voor Leeuwarden, het niet nakomen van besluiten van regering en parlement over spreiding rijksdiensten naar Leeuwarden, en zo zou ik nog wel enkele voorbeelden kunnen noe men." Ik zou nu niet al te diep op deze, voor onze stad zo belangrijke, problemen willen ingaan. Wij staan vlak voor de afdelingsvergaderingen met daarop volgend de plenaire zitting van de raad, waar alle aspecten van het beleidsplan de revue zullen passeren. Ik neem aan dat wij dan alle gele genheid zullen hebben dieper op deze kwesties in te gaan en zo mogelijk ook een aantal conclusies kunnen trekken. Over een aantal facetten, die ik zojuist de revue liet passeren, zullen op korte termijn gesprek ken worden gevoerd. Vlak voor de kerstdagen is er door een delegatie van de afdeling Friesland van de V.N.G., waarin ook wij vertegenwoordigd waren, met staatssecretaris Hermes van Onderwijs ge praat over de schoolbegeleidingsdiensten. Dat gesprek zal, na ambtelijke voorbereiding, in dit kwar taal worden voortgezet. Samen met het provinciaal bestuur zal nog deze maand een gesprek plaats hebben met de staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en van Verkeer en Waterstaat over de gere zen moeilijkheden met betrekking tot de spreiding rijksdiensten. De bewindslieden schijnen zich van Leeuwarden te willen afmaken door te stellen dat de beslissing van regering en parlement dat 400 man van de Centrale Directie van de P.T.T. naar Leeuwarden zullen worden overgebracht, reeds is ingelost met de Giro-vestiging hier. De beslissing omtrent de Giro-vestiging, noch die betreffende de vestiging van de dienst persoonlijke leningen, heeft iets te maken met de Centrale Directie van de P.T.T. Tot die vestigingen was allang besloten toen de beslissing viel omtrent de overplaatsing van de Centrale Directie van de P.T.T. naar Groningen en Leeuwarden. Wij beraden ons thans welke stappen kunnen worden gezet om de aanwijzing van Leeuwarden als groeistad alsnog te verwezenlijken. De tot dusverre met betrekking tot dit probleem aangenomen hou ding van de ministers van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en van Economische Zaken heeft ons bitter teleurgesteld. Op 17 januari a.s. krijgen wij een negental Friese en bij Friesland nauw be trokken Eerste en Tweede Kamerleden op bezoek, met wie wij ook de zojuist door mij genoemde pro blemen zullen bespreken. Een klein lichtpuntje vormt het feit dat de regering na klemmende betogen - ook vanuit de provincie Friesland - heeft besloten de invoering van alarmnummer 0011 in een drie tal proefgebieden, waaronder Friesland, door te laten gaan. Dit mede door de inspanning van de staatssecretaris van Volksgezondheid. De opening van de meldpost zal volgende week maandag plaats hebben door de minister van Binnenlandse Zaken. Mede door deze beslissing zullen in onze provincie snelle vorderingen kunnen worden gemaakt met betrekking tot het goed functioneren van alarmering en verbindingen bij ongevallen, rampen, brand en dergelijke. De brandweerhulpverleningsdiensten Friesland-Noord, Friesland-Oost en de Schoterwerven hebben op 21 december jl. een contract ge tekend, waarbij 28 gemeenten zich hebben verbonden van één alarmeringspost (op de brandweerka zerne te Leeuwarden) gebruik te maken. Het ligt in de lijn van de verwachting dat die zelfde post binnen afzienbare tijd zal worden aangewezen als centrale meldingspost voor de ambulancediensten. Dit gekoppeld aan de invoering van het 0011 meldingsnummer zal een aanmerkelijke verbetering kun nen gaan betekenen ten behoeve van een snelle en adequate hulpverlening. Er is een concept gereed van een "rampenplan in vredestijd" voor de gemeente Leeuwarden. Dit concept is reeds afgestemd op de ontwerp-wet die thans bij de Tweede Kamer in behandeling is. Verwacht mag worden dat dit ram penplan nog dit jaar aan uw raad ter vaststelling kan worden voorgelegd. Weinig is er nog te zeggen over de termijn waarbinnen een reorganisatie van de politieorgani satie zich zal voltrekken. Het "politie-vraagstuk" was in juni 1978 ook het thema van het jaarlijks congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Uit de daar gehouden inleidingen en dis cussies is nog eens duidelijk naar voren gekomen dat er toenemende belangstelling is voor de wijze waarop de politie zijn taak in de huidige samenleving vervult en moet vervullen. Integratie van het politiegebeuren in het locale bestel lijkt een voor de hand liggende en door velen gewenste ontwik keling te zijn. Daarmee hangt samen de noodzaak tot inbedding van de politie in het locale bestuur, zij het binnen algemeen geldende bepalingen en voorschriften. Indien de politie wordt losgekoppeld

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 3