79 als bij het Frysk eigene, te veel gekeken is naar de "of-of-situatie". In deze nota gaat het echter veel meer om een "meer-minder-situatie". Als in alternatief 1 gezegd wordt: Wij gaan ons in de eerste plaats richten op het aantrekken van nieuwe bedrijven, dan wordt daarmee bedoeld dat er een ruimtelijke structuur ontwikkeld zal worden, waarin de vestigingsvoorwaarden zo goed mogelijk tot hun recht komen. Natuurlijk wordt daarmee niet bedoeld dat je dan de bedrijvigheid die er in Friesland al is op de tocht zult laten staan of niet zult helpen. Aan de andere kant, als je in alter natief 2 zegt dat met name de aandacht uitgaat naar de al aanwezige bedrijven, dan bedoel je daar natuurlijk niet mee dat je, wanneer er zich een bedrijf zou aandienen van buiten Friesland, zou zeg gen: Sorry hoor, maar er is voor u geen plaats in Friesland. Ik wil niettemin duidelijk zeggen dat je naar mijn mening wel degelijk voor een keuze staat. Er zijn een paar dingen die je daarbij moet be denken. Ten eerste dit. De Kamer van Koophandel en ook het F.N.V. hebben in een radio-uitzending naar voren gebracht dat werkgelegenheid los staat van ruimtelijke ordening en zich als zodanig vrij autonoom ontwikkelt. Ik heb hier direct op gereageerd, want als dat waar zou zijn, dan zouden wij met ons ruimtelijk ordeningsbeleid de laatste jaren goed fout hebben gezeten. Uit de discussie die ik met deze mensen heb gehad bleek al gauw dat zij het er wel mee eens waren dat ruimtelijke orde ning conditionerend voor de werkgelegenheid kan werken. Met andere woorden, je kunt goede con dities scheppen, waardoor eventueel de werkgelegenheid zich kan ontwikkelen en waardoor de kans dat bedrijven zich hier vestigen groter wordt. Je stelt als het ware netten op in de hoop dat er vogels in vliegen. Daar kun je een vraagteken bij zetten. Je kunt bij je zelf overdenken: Hoeveel kost het mij om die netten overeind te zetten, hoeveel kans is er dat er een vogel in vliegt en moet ik al mijn krachten spenderen aan het opzetten van deze netten of moet ik ook aan andere dingen denken dan alleen aan het opzetten van die netten? Dat zijn vragen waar je voor komt te staan als je over deze alternatieven nadenkt. Het hangt er van af waar je dan de accenten legt. Ik dacht dat je wat dat be treft voor de toekomst wel degelijk voor de keuze staat welk ruimtelijk model je maakt. Maak je een ruimtelijk model waarin alle netten overeind worden gezet met alle mogelijke inspanningen die ge leverd kunnen worden - dit kan op zichzelf een goed doel zijn - of doe je daar iets zuiniger mee en probeer je op een andere manier de werkgelegenheid overeind te houden en daarbij misschien ook nog een aantal andere doelstellingen te verwezenlijken. Die keuze zit in deze beide alternatieven. Hiermee heb ik, dacht ik, de meest saillante punten gehad. Ik ben in het begin van mijn betoog misschien wat te veel op de meer algemene reacties die er gekomen zijn ingegaan. Ik dacht echter dat het goed was om even terug te keren naar de werkelijke inhoud van de nota, omdat daar uit eindelijk de discussie over moet gaan. De heer Kessler: Ik zal wat meer op een aantal concrete zaken proberen in te gaan. Ik zal dit doen aan de hand van een drietal thema's. Ik zal wat vertellen over de bevolking, de voorzieningen en het verkeer. Ik zal dit als volgt proberen te doen. Allereerst zal ik trachten aan te geven wat de teneur is in de voorlopige opvattingen zoals die door de gemeente Leeuwarden tot nu toe min of meer zijn aangegeven. Ik baseer mij hierbij dan op een tweetal notities. Allereerst zijn daar de vragen, zoals die ons zijn gesteld bij ons vorig bezoek op 15 november 1978. Verder is er de werkagenda, zoals wij die gebruikt hebben bij het gesprek in de Bunker te Grouw van afgelopen woensdag. Bij de teneur die ik zal proberen aan te geven zal ik tevens een aantal vragen stellen. Daaraan gekoppeld zal ik een aantal punten aangeven die men bij het beantwoorden van de vragen in zijn achterhoofd moet houden. Dit is niet zozeer bedoeld om een standpuntbepaling te sturen, maar meer om een aan- gevertje te verlenen voor een meningsvorming binnen deze raad en binnen de gemeente Leeuwarden. Om te beginnen, de bevolking. Er zijn een drietal zaken die hierbij aan de orde moeten komen. In mijn verhaal dat ik op 15 november heb gehouden heb ik daar al op gewezen. Deze drie zaken zijn: Op hoeveel groei moet men voor heel Friesland rekenen? Hoe moet men die groei over de verschil lende regio's verdelen? Hoe verdeelt men de groei over de steden en de dorpen? Wat betreft de totale groei van Friesland meen ik te mogen stellen dat de teneur in de gemeen telijke reacties tot nu toe zo is dat die totale groei wel zal tegenvallen, althans niet zo sterk zal zijn als de ontwikkelingen op dit moment te zien geven. Ik citeer in dit verband een bepaalde pas sage uit de werkagenda: "Mede gelet op de landelijke ontwikkelingen, is het twijfelachtig of de mi gratieoverschotten van blijvende aard zijn. Betreft het hier niet veel ouderen uit het Westen van het land? Zal deze ontwikkeling niet stagneren naarmate de bevolkingsgroei in het Westen afneemt?" Kortom, ik meen voorzichtig te mogen constateren dat de teneur van de reacties tot nu toe zo is dat de groei beperkt zal zijn. Als men ten aanzien van deze teneur een aantal vragen stelt, dan moet men zich afvragen hoe beperkt deze groei moet zijn. Ook de Nota Alternatieven gaat uit van een geringere groei dan tot nu toe. Wij onderscheiden daarbij allereerst alternatief T, waarin wij toch nog een, zij het geringer dan op dit moment, migratïeoverschot veronderstellen. Verder onderscheiden ERRATUM Op blz. 18 van het verslag van de handelingen van de gemeenteraad van Leeuwarden van 6 november 1978 dient in de 17e en 29e regel van onderen het woord "gemeenschappelijk" te worden gewijzigd in "gemeentelijk". ERRATA Op blz. 5 van het verslag van de informatieve raadsvergadering over de Nota Alternatieven en de concept-nota Uitgangspunten voor de ruim telijke ordening en de woningbouw in de Regio Leeuwarden, gehouden op 15 januari 1979 dient in de 11e regel van boven het woord "minder" te worden gewijzigd in "meer". Op blz. 12 dient in de 26e regel van boven het woord "sneller" te worden gewijzigd in "steiler". ERRATUM Op blz. 3 van het verslag van de vergadering op dinsdag 9 januari 1979 van de afdeling I van de gemeenteraad van Leeuwarden ter voorbereiding van de behandeling van de ontwerp-begrotingen voor 1979 en het ontwerp- beleidsplan 1979~1983 dient in de 9e regel van onderen het woord "Schoolbegeleidingsdienst" te worden gewijzigd in "Bedrijfsgeneeskundige D i ens t"

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 40