20/// ?\Jl stelling moet zetten. Ik zou daarom wel enige rekening willen houden met de resultaten van de studie. Ik verwacht dat de resultaten binnen afzienbare tijd beschikbaar komen. (Mevrouw Otsen: Een aantal gemeenten zijn al op deze weg en hebben daar heel goede ervaringen mee.) Als de resultaten van de studie bekend zijn, zouden wij daar beter over kunnen discussiëren. Men moet dit echter niet verge ten: Als men een heel groot korps heeft, waar men dus een selectie kan toepassen, zoals bij voorbeeld in de grote steden het geval is, dan is daar het beeld toch anders dan bij ons. Bij de grote kazernes in de grote steden kan men enige rekening houden met de vraag wie waarvoor uitrukt. Bij een kleiner beroepskorps, zoals dat van ons, is deze keuzemogelijkheid gewoon geringer. Wij zullen een en ander echter nauwlettend volgen, maar ik vond het ook juist om deze opmerkingen te maken. (De heer Bij— kersma: De wethouder heeft de heer Pronk geantwoord dat de vrijwilligers die hebben gesolliciteerd nog geen antwoord hebben gekregen, omdat de raad zou kunnen overwegen geen beroepskrachten maar vrijwilligers aan te stellen. Ik kom dan toch op mijn vraag terug: Als er vrijwilligers worden gevraagd, worden daarmee dan ook vrouwelijke vrijwilligers bedoeld?) Niemand heeft hier in de afdeling gezegd dat er alleen maar mannelijke vrijwilligers gevraagd moeten worden. Wij gaan ervan uit dat de kous hiermee af is en dat wij niet meer op de toer van vrijwilligers gaan; dat is heel duidelijk. De heer Eijgelaar (weth.): De respons was namelijk bijzonder gering. De heer Pronk heeft nog een vraag in deze richting gesteld. De cijfers kan ik hem nog wel geven, maar het aantal sollicitanten dat geschikt was bedroeg geen 20. PAR. 8. BELEIDSSECTOR MARKTEN, HAVENS EN SLACHTHUIS. A. Evenementenhal. B. Diversen. Mevrouw Otsen: Ik wil het niet over de evenementenhal hebben maar wel over het Slachthuis. Er is niet een vraag hierover gesteld maar ik neem aan dat ik toch de vrijheid kan nemen om een vraag ovei het Slachthuis te stellen. Ik heb een krantebericht voor mij liggen, waarin gesproken wordt over een onhoudbare situatie met betrekking tot het werk van keurmeesters. Een optimale keuring in de ver schillende slachthuizen schijnt niet mogelijk te zijn. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de volksge zondheid, heb ik begrepen. Je kunt in zo'n geval de mensen natuurlijk aanraden om minder of geen vlees te eten, maar ook moet de vraag worden gesteld of een dergelijke knellende situatie ook in Leeu warden bestaat en wat daar tegen te doen is. De heer Bijkersma: Ik wil wat nader ingaan op vraag 295 die betrekking heeft op de Lorenzkade. Is er een regeling op welke plaatsen schepen met een gevaarlijke lading moeten liggen? Zo ja, hoe is die regeling? Als er geen regeling is, zou het college dan zo'n regeling kunnen ontwerpen? Wij hebben net het drama in Lemmer gehad waar men maar net ontkomen is aan een rampzalige explosie. De heer Sterk: Vraag 297. Wij kunnen nu nog niet overzien hoeveel pachters er voor de kermis zullen komen. Wel hebben wij veel minder parkeergelegenheid. Veel mensen die in Leeuwarden wer ken maken gebruik van het parkeerterrein op de Oude Veemarkt. Zou het misschien niet wenselijk zijn om de bedrijven aan te schrijven, opdat zij op de situatie die straks door de Leeuwarder kermis zal ont staan kunnen inspelen? Ik denk dan met name aan bedrijven als de Frico, de CAF, de Giro, het Coöpe ratief Verzekeringsfonds en de Kamer van Koophandel. Deze bedrijven zouden zo van tevoren door de gemeente van de situatie op de hoogte kunnen worden gesteld en hun werknemers die van buiten komen hierop voorbereiden. Mevrouw De Jong: Ik wilde graag inhaken op vraag 295. Ik vind het erg teleurstellend dat de P.T.T. niet bereid is om op de Lorenzkade een telefooncel te plaatsen. Ik zou dit probleem met klem onder uw aandacht willen brengen. Het is namelijk zo dat de mensen van de schepen die aan deze ka de liggen erg geïsoleerd zijn. In geval van ziekte is het verschillende keren gebeurd dat men een kwar tier moest lopen om bij een telefooncel te komen. Bij slechte weersomstandigheden is het namelijk on mogelijk om met de apparatuur die men aan boord heeft Radio Scheveningen op te roepen. Misschien kan het college zich nog eens beraden op de vraag of er desnoods een andere mogelijkheid is om deze mensen toch uit hun isolement te halen. De hear Jansma: In fraech oer de evenemintehalOer twa dagen komme de sportakkommodaesjes oan de oarder. Dizze hal is aenst ek biskikber foar de sport. Miskien moat ik myn fraech oer twa da gen stelle, mar ik doch it nou al: Leit it yn de bidoeling dat in tredde part fan de evenemintehal yn- died permanint foar de sport biskikber is of leit soks net yn de bidoeling? De heer Knol: Ik heb ook nog een vraag over de evenementenhal. Onlangs hebben wij de ijshal aan de orde gehad. Daarbij was een exploitatierekening die min of meer met kunstgrepen sluitend werd gemaakt. (De Voorzitter: Dat is uw interpretatie.) Wat ik nu zeg, heb ik wel meer in de raad gehoord. Het uitgangspunt was in ieder geval dat er in de toekomst geen exploitatietekorten ten laste van de gemeen telijke huishouding zouden komen. Nu hebben wij bij de Harmonie het systeem dat de kapitaal lasten alleen ten laste van de gemeentebegroting komen en dat de evenementen die zich in de Harmonie af spelen op nul moeten uitkomen. Mijn vraag is: Is dit ook het voornemen bij de evenementenhal? De kapitaal lasten voor deze hal bedragen ongeveer zes ton. Is het ook uw voornemen om de evenementen die zich in deze hal afspelen op nul te laten uitkomen, exclusief de kapitaal lasten? De heer Eijgelaar (weth.): Even een vraag aan de heer Knol: Zou dit voor hem een aanvaardbaar uitgangspunt zijn? (De heer Knol: Het is het maximum, laat ik het zo zeggen.) Ik vind het een goed uitgangspunt en wij zullen daar naar streven, als de raad akkoord gaat met een exploitatieopzet van de evenementenhal, waarbij de kapitaallasten voor de algemene dienst zijn en de rest van de exploi tatielasten gedekt wordt uit de evenementen. (De Voorzitter: Het college heeft daar nog geen stand punt over ingenomen.) (De heer Knol: Is het mogelijk om bij de komende begroting daar wel een stand punt over in te nemen?) (De Voorzitter: Dit zal aan de orde moeten komen bij de evenementenhal. Er is echter een ander punt; hier moet natuurlijk niet het meningsverschil optreden dat wij niet ook op nul moeten uitkomen als wij boven nul uitkomen. Als u zegt dat dit wel een minimale wens is, dan kunnen wij rustig ja zeggen. Ik was even bang dat de wethouder andere conclusies uit de opmerking van de heer Knol zou trekken dan de heer Knol bedoelde.) Ik heb dat minimale van de heer Knol niet gehoord, hij heeft dat er later aan toegevoegd. Als wij ervan uitgaan dat de kapitaallasten van de evenementenhal voor rekening komen van(De Voorzitter: Dat is geen standpunt.) Ik heb ge vraagd of de heer Knol daarmee akkoord zou zijn, maar wij komen wel met een voorstel. (De heer Knol: Wat is het standpunt van het college, want dat zit in het beleidsplan.) Als u het standpunt van het college wilt weten, dan moet u het boek waar dat in staat lezen. (De heer Knol: In het beleidsplan staan de kapitaallasten van de evenementenhal. Ik vraag of daar in de toekomst nog meer bij komt.) Het is wel goed zo, wij kunnen het hierbij wel laten. (De Voorzitter: Er wordt niets afgesproken, wij komen hier wel mee in de raad terug.) Ik zal dan nu de overige vragen beantwoorden in de volgorde waarin ze gesteld zijn. Mevrouw Otsen heeft gevraagd naar het probleem dat de keurmeesters bij hun werk ondervinden. Voor zover mij bekend bestaan deze problemen niet bij ons Slachthuis. De directeur heeft dit bevestigd, het komt hoofdzakelijk voor bij de grotere varkensslachterijen waar 500 of meer varkens per uur aangeboden en verwerkt worden. Dit zijn dusdanig gigantische bedrijven dat men daar inderdaad de zaak niet kan bijbenen. Ons Slachthuis heeft dergelijke afmetingen niet en wij kunnen de zaak hier dus nog vrij goed in de hand houden. Dan heeft de heer Sterk een vraag gesteld over verpachting ten behoeve van de kermis. Hij heeft gevraagd of het houden van de kermis straks geen problemen zal geven, zowel wat betreft de pacht als de parkeermogelijkhedenHet zal natuurlijk wel weer de nodige problemen met zich meebrengen, maar wij hopen tijdig maatregelen aan te kunnen geven om de problemen zo goed mogelijk de baas te blij ven en de mensen te kunnen verwijzen naar de parkeermogelijkheden die bij de Frieslandhal altijd wel voorhanden zijn. (De heer Sterk: Ik had gevraagd om van de zijde van de gemeente de bedrijven aan te schrijven.) Het gaat natuurlijk hoofdzakelijk om de personeelsleden van de bedrijven. Wij heb ben een en ander niet in de hand zolang wij geen vervangende parkeergelegenheid voor de Oude Vee markt hebben. Het is in ieder geval mogelijk om hier de nodige aandacht aan te schenken en ik zal het in de commissie aan de orde stellen. Dan de vraag van de heer Bijkersma. Schepen met gevaarlijke stoffen die in Leeuwarden een lig plaats kiezen, krijgen de Lorenzkade als ligplaats aangewezen. Als wij niet weten dat er schepen ko men die een gevaarlijke lading hebben - dit geldt niet voor schepen voor de depots van de oliemaat schappijen -, dan is het moeilijk om daar een bepaalde plaats voor aan te wijzen. De Lorenzkade is aangewezen als aanlegplaats voor schepen met gevaarlijke stoffen. Wij proberen daar de hand aan te houden en er controle op uit te oefenen. Als wij niet in kennis worden gesteld van het feit dat een schip een gevaarlijke lading heeft, dan is het moeilijk om er iets aan te doen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 58