20 '35
fIieropperflak brukt wurde kinne soe foar sportevenementen - wedstriidsport mar dan allinnich hwan
near't der gjin oare eveneminten binne. Dat bitsjut dus dat de sport dêrre eins op it twadde plak komt.
Nou is der al in hiel skoft hwat ludop tocht wurden oer in fiifde sporthal yn it westen fan de stêd. Yn
it biliedsplan stiet dy sporthal net. Ik haw sa'n idé dat dy der net ynkommen is, om't der in relaesje
socht is mei de evenemintehalNou't blykt dat de evenemintehal hjir eins net foldwaende yn foar-
sjen kin, komt by my de fraech op: Moatte wy der dan yn de kommende fjouwer er net earnstich oer
tinke oft der ek in fiifde sporthal komme moat? Yn in Ljouwerter Krante fan april - dat is al wer in
hiel skoft lyn - stie in hiel greate kop: "Leeuwarden heeft nog behoefte aan vier sporthallen". Dat
wie de miening fan it SportsintrumFjouwer is fansels wol in hiel protte. (De Foarsitter: As wy it for-
gelykje mei forskillende doorpen, dan soenen wy der noch wol tsien by hawwe moatte.) Nou, nou
(De Foarsitter: Nim nou it oantal ynwenners. Diel 85.000 mar ris troch it oantal sporthallen, dan moas
ten der noch wol tsien sporthallen by.) Hoefolle sporthallen sitte der net yn de Regio Ljouwert, yn
Stiens is ien, yn Sint Anne is ien. (De Foarsitter: As jo nou Stiens forgelykje mei syn 5.000 ynwenners,
dan soenen wy 17 sporthallen hawwe moatte en wy hawwe mar fjouwer. Dat is samar ütrekkene. De
bihoefte is great.) (De hear Ten Brug (weth.): Wie de krante ek fan 1 april?) (Laitsjen) It wie woans-
dei, 19 april. De Nederlanske Sportfederaesje seit op 20 april: "Explosieve groei sport leidt tot
schrijnend accommodatietekort". It komt derop del: binnensporten wurde hwat langer hwat mear üt-
oefene. Sealfuotbal krijt hwat langer hwat mear yngong, der binne al bidriuwskompetysjes sealfuot-
bal. Der wurdt hjir sein: Miskien kinne gymnastyklokalen ek wol mear ynskeakele wurde. Dy moog-
likheit is net sa great. Myn fraech is: Wol it kolleezje nochris neigean - as it in bytsje kin soe it eins
trochgean moatte - oft der binnen dizze fjouwer jier dochs noch in mooglikheit is foar in fiifde sport
hal.
Oer punt 414 hat de hear Meijerhof al fragen steld, dus dat hoech ik net mear to dwaen.
Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik heb een vraag over punt 411 Het gaat over een zwembad.
Als wij om ons heen kijken, zouden wij eigenlijk zeventien zwembaden nodig hebben, maar goed.
Ik wilde een lans breken voor de recreatieve sport. Kinderen in Leeuwarden, die ouder zijn dan tien
jaar, kunnen bijna allemaal zwemmen, zij zijn die kunst meester. In vraag 411 wordt gesteld dat in
het hele noordelijk deel van de stad geen zwemaccommodatie is. Nu is het zo dat zwemmen in de zo
mer een prachtige ontspanning is, als er in de buurt gelegenheid voor is. Hoe organiseer je het ech
ter dat er een beetje druk wordt uitgeoefend? Voor de meeste sporten zijn er verenigingen, die onder
een landelijke organisatie vallen. Overal zijn normen voor, waaraan men moet voldoen. Hierdoor is
het mogelijk dat er druk wordt uitgeoefend. Gezinnen die hun kinderen graag willen laten zwemmen,
kunnen dat niet. Ik heb het gevoel dat er daarom geen druk wordt uitgeoefend. Ijshockeyers, tennis
sers, voetballers, allemaal trekken zij aan de bel en allemaal stellen zij eisen. Op de een of andere
manier moet daar dan aan worden voldaan. In het antwoord staat dat er voor veel sporten nog geen
of te weinig accommodaties zijn. Dat zal dan wel, maar ik vind dat met het aanleggen van een zwem
bad erg veel mensen worden bereikt. Een nadeel is dat een zwembad in exploitatie heel duur is, om
dat er constant erg veel personeel aanwezig moet zijn. Als wij nu eens in de komende vier of acht
jaar een plan opstellen om een zwembad in de buurt van de kinderboerderij aan te leggen in plaats
van ruiter- en wandelpaden. Ik geloof helemaal niet in de aanleg van zulke paden, omdat ik het
gebied daar veel te klein voor vind. Wij zullen een heel grote groep van onze bevolking een enorm
plezier doen, als wij daar een zwembad aanleggen. Er staat ook een tunnel onder de ringweg door
naar dit gebied op stapel en daarom kan iedereen die woont in Bilgaard, Lekkumerend, Transvaalwijk,
Oldegalileën, Bloemenbuurt en het oude westen daar naar toe. Het is een prachtpunt dat gemakkelijk
is te bereiken via veilige wegen. Ik zou deze gedachte eens willen opperen en ik hoop dat ook de
wijken dit idee eens oppikken. Ik wil er weieens achteraan zitten dat zij dat inderdaad doen, want
het lijkt mij zinvol dat er vanuit de burgerij druk wordt uitgeoefend ten behoeve van zulk soort zaken
Kinderen en ouders, vooral moeders die altijd wat moeten verzinnen om hun kinderen in de zomer be
zig te houden, hebben geen machtsmiddelen om dit onder de aandacht van de gemeente te brengen.
Via wijkorganisaties zou dit naar mijn mening wel kunnen.
De heer De Jong: Ik zou een ondersteuning willen geven aan de opmerkingen van de heer Jansma
ten aanzien van vraag 412. In de laatste regel van vraag 412 wordt gevraagd of het niet noodzakelijk
is dat in de beleidsperiode 1979-1983 tot een vijfde sporthal wordt gekomen. In het antwoord consta
teert u namelijk zelf dat de vraag naar overdekte sportaccommodatie nog steeds stijgende is. Dit komt
mede doordat er diverse zaalsporten bij zijn gekomen. Als ik hierbij denk aan zaalvoetbal, dan is
dit duidelijk een sport die een grote aantrekkingskracht heeft. De vraag naar sporthallen is inderdaad
enorm stijgende, gezien de grote wachtlijsten die de binnensportverenigingen hebben moeten aanleg
gen. Ik heb mij laten vertellen dat er een sportclub is met een wachtlijst van honderd mensen, die
dolgraag de badmintonsport willen beoefenen maar daarvoor de ruimte missen. In het antwoord zegt
u dat deze mensen wel naar de gymnastieklokalen kunnen. Zo'n antwoord verbaast mij, want als ik
de inspecteur voor de lichamelijke opvoeding, de heer Kamphuis, hoor, dan blijkt hij met de handen
in het haar te zitten wat betreft het onderbrengen van sportverenigingen in sporthallen en gymnastiek
lokalen. Ik betwijfel daarom of het antwoord dat er wel ruimte is in gymnastieklokalen juist is. Van
de heer Eijgelaar hebben wij naar aanleiding van een opmerking van de heer Jansma gehoord dat er
niet een gedeelte van de evenementenhal gereserveerd wordt voor sportbeoefening. Voor zover er
echter ruimte beschikbaar is in deze hal, mag daar wel sport in beoefend worden. Het antwoord dat
op vraag 411 wordt gegeven, brengt mij ertoe om ervoor te pleiten om misschien dan niet dit jaar maar
in ieder geval volgend jaar alsnog ruimte in het beleidsplan te scheppen voor een sporthal. Als wij
vasthouden aan het beleidsplan 1979-1983, dan zal een volgende sporthal pas in 1984 aan de orde
komen, en dan nog maar als plan. Sporttoernooien en dergelijke kunnen maar erg moeilijk in de be
staande sporthallen worden gehouden. De sporthal aan het Kalverdijkje is erg mooi, maar de verwar
mingsinstallatie is zodanig dat er voor menige sport geen toestemming wordt gegeven voor het houden
van een groot toernooi. Vandaar dat ik dit wil bepleiten.
De heer De Vries (weth.): De heer Meijerhof en de heer Jansma hebben een vraag gesteld naar
aanleiding van punt 414. Wanneer het gebouw van de Koninklijke IJsclub straks moet verdwijnen,
zullen wij voor de kegelsport moeten proberen vervangende ruimte beschikbaar te hebben. Wij heb
ben ons in verbinding gesteld met de heer De Jong uit Spijkenisse, die het bowlingcentrum aan het
Kalverdijkje zal bouwen. Hij studeert op het ogenblik op de mogelijkheid om het centrum uit te brei
den met kegelbanen. Voor de kegelsport kunnen dan via dat project nieuwe perspectieven in Leeu
warden worden geopend, wanneer hij op dit verzoek ingaat. Wij krijgen hierover binnenkort nadere
informatie.
De heer Jansma is voorts teruggekomen op de beantwoording van vraag 412 en de situatie rond
de evenementenhal. In deze hal zal een-derde van het vloeroppervlak bestemd zijn voor sportbeoefe
ning. Ik weet niet wat de heer Eijgelaar precies in de afdeling heeft meegedeeld, maar wij hebben
inmiddels een voorlopige schets gezien van de evenementenhal, hoe het eventueel zou kunnen. Deze
schets hopen wij binnenkort aan onze adviserende instellingen voor te leggen. Wanneer wij de con
structie zien, zoals de D.S.O. die op het ogenblik voorbereidt, dan is het zo dat alleen bij grote
evenementen dit derde gedeelte gebruikt zal moeten worden. De twee vloeren van de evenementen
hal hebben een enorme ruimte. Alleen een evenement in de orde van grootte van een Recreana zal
het derde gedeelte ook nodig hebben. Ik dacht dat het er in de praktijk op neerkwam dat het sport
halgedeelte incidenteel gebruikt zal worden voor de grootste evenementen. De zojuist door mij ge
noemde schets zal u binnenkort wel bereiken, maar de opzet daarvan lijkt mij voortreffelijk te zijn.
Wanneer voor deze opzet wordt gekozen, dan geloof ik dat wij met deze sporthal een redelijke
aanvulling hebben op de behoefte aan overdekte sportaccommodatie. Ik geloof er eigenlijk niet in dat
dit sporthalgedeelte slechts incidenteel beschikbaar zal zijn voor de sport. Het is andersom, het
sporthalgedeelte zal incidenteel beschikbaar moeten zijn voor de grotere evenementen. Wij moeten
in dit opzicht de ontwikkeling even aanzien. Mocht uw angst realiteit blijken te zijn, dan moeten
wij de moed hebben om de zaak opnieuw onder ogen te zien. Het is een feit dat de behoefte aan ac
commodatie voor de binnensport steeds verder toeneemt. Wij leven in een tijd, waarin de sportieve
recreatie verder vanuit de gemeente zal worden gestimuleerd. Dit houdt ook meteen in dat veel meer
mensen langer actief sport zullen beoefenen en dat er dus meer behoefte aan accommodatie zal zijn,
terwijl wij op dit moment al met een reëel tekort zitten. U hebt zelf al het voorbeeld genoemd van
het zaalvoetbal. Voor deze tak van sport hebben wij nauwelijks of geen ruimte kunnen vinden in on
ze sporthallen. Het is een trieste affaire, maar gelukkig is onze mobiliteit zo groot dat tal van men
sen uitwijken naar sporthal Ien in omliggende plaatsen en daar hun vertier kunnen vinden, ofschoon
dit uiteraard niet de bedoeling is.
De heer De Jong wijst nog op het bestaan van lange wachtlijsten voor met name de badminton
sport. Dat is inderdaad een trieste zaak, wij zouden graag meer ruimte ter beschikking willen stellen.
Daarbij komt nog dat men inderdaad gezegd heeft dat onze nieuwe sporthal aan het Kalverdijkje door
de luchtstroming van de verwarming voor de badmintonsport minder geschikt is.
Mevrouw Brandenburg heeft een pleidooi gehouden voor het scheppen van meer mogelijkheden
voor het ongeorganiseerd zwemmen en wel zo dicht mogelijk bij of in een wijk. Zij doet de suggestie
om dit bij de kinderboerderij te doen. Wij zullen haar opmerkingen in ieder geval meenemen om ze
te toetsen binnen onze adviesorganen. Op het ogenblik is het zo dat onze zwembadaccommodatie
enorme tekorten vertoont. Wij hebben twee bar slechte zomers gehad. De afgelopen zomer is nog slech-