De heer De Pree (weth.): U hebt in de krant kunnen lezen dat het kruiswerk wordt onderge bracht in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. Aan de ene kant is zeer gepleit voor opname van het kruiswerk in de A.W.B.Z., maar aan de andere kant kunnen hierdoor de bevoegdheden en de mogelijkheden die je als gemeenten hebt in het gedrang komen. In zoverre is dit een nieuwe ont wikkeling dat de knoop nu is doorgehakt. Wat precies de consequenties hiervan zullen zijn, is nog niet duidelijk. Leeuwarden heeft een achterstand. Er worden allerlei pogingen in het werk gesteld om die achter stand in te lopen. Dat vindt u ook terug in het beleidsplan. De vroegere situatie was zo dat wij konden zeggen dat ons nooit iets kon gebeuren, omdat wij sowieso een stuk onder de landelijke norm zaten. In het beleidsplan wordt gezegd dat ernaar wordt gestreefd om de achterstand in te halen. Dat kan financieel nooit problemen geven, want die komen pas als wij boven de norm uit zouden komen en dat is niet het geval. Nu blijkt dat het misschien zo simpel niet is, omdat verzoeken van een aantal gemeenten, die ook onder de norm zaten en ook dachten dat hen niets kon gebeuren, niet gehono reerd werden. Wij hebben geen aanwijzingen dat dit voor Leeuwarden ook zal gelden en dus gaan wij voort op de weg die wij zijn ingeslagen, namelijk het inhalen van de achterstand. Het werk is inderdaad belangrijk genoeg. Mevrouw Van der Werf zegt dan: Stel dat je toch voor dit probleem komt te staan, wat doe je dan? Je moet dan zeggen dat er niet meer wijkverpleegkundigen komen, omdat voor hen geen geld is. Een alternatief dat dan overblijft is natuurlijk het aanwenden van eigen middelen. Als echter ei gen middelen worden gereserveerd, waardoor de rijksmiddelen niet meer nodig zijn, dan wordt daar mee de rijksoverheid direct het argument in handen gegeven om geen geld beschikbaar te stellen. De rijksoverheid zal dan zeggen dat de bevolking in Leeuwarden niet de dupe wordt en zal het dus niet meer nodig vinden om gelden ter beschikking te stellen. Wij gaan ervan uit dat wij recht hebben op een aantal wijkverpleegkundigen volgens de norm die tot dusver geldt. De norm voor Leeuwarden is één wijkverpleegkundige op ongeveer 3.450 inwoners. Als zou blijken dat ons verzoek niet wordt gehonoreerd, dan is dat het moment om ons af te vragen wat wij moeten doen. Het is moeilijk om nu al over die situatie te praten, omdat ik geen enkel inzicht heb in de gevolgen die het onder brengen van het kruiswerk in de A.W.B.Z. zal hebben ten aanzien van de normering. De beslis sing is namelijk pas een paar dagen geleden gevallen. Bovendien zal een en ander nu landelijk wor den geregeld. G. Formaldehyde—onderzoek. Mevrouw Van der Werf: Deze zaak duurt nu al een hele tijd. Ik heb het gevoel dat er niet erg veel schot in zit. Naar ik meen is in december 1978 weer een nieuwe meting verricht in de wonin gen die een verfbehandeling hebben gehad en in de woning waarin het spaanplaat is vervangen door gipsplaat. In de Molenwijk in Haarlem zijn deze onderzoekingen allang gedaan. Deze hebben uit gewezen dat de behandeling met verf niet veel resultaat heeft gehad. Na een aantal maanden bleek de concentratie aan formaIdehydegas weer op te lopen. De woningcorporaties zeggen dat na de laat ste meting over een aantal maanden weer een meting moet worden gedaan, die zij dan weer zullen afwachten. Ik vraag mij af waarom een en ander in Leeuwarden allemaal opnieuw moet worden on derzocht. Kunnen wij niet gewoon aansluiten bij de onderzoekingen die al zijn gedaan? Ik heb in de krant gelezen dat de corporaties eerst advies bij de Nationale Woningraad willen inwinnen. Kan met de woningbouwcorporaties niet een termijn worden afgesproken waarbinnen zij deze zaak in ieder geval moeten hebben opgelost? Kan dit bij voorbeeld niet via het aanschri jvings- beleid van de gemeente worden verwezenlijkt? Verder heb ik in de Volkskrant van 30 november 1978 gelezen dat er geen landelijke schadere geling komt voor deze aangelegenheden. Wel werd een uitzondering gemaakt voor de Molenwijk in Haarlem. Ik meende dat de wethouder de werkgroep die zich met deze problematiek bezighoudt in dertijd had toegezegd dat hij een brief zou schrijven aan de vaste Kamercommissie die een en ander behandelt. Dit is echter niet gebeurd. Waarom is dat niet gebeurd? Misschien had Leeuwarden net als Haarlem ook onder die uitzonderingsregeling kunnen vallen. De hear Jansma: Yn de ofdieling fan wethalder Eijgelaar is sein wurden dat de korporaesjes oan- skreaun binne om foar 1 febrewaris 1979 mei to dielen oft hja by steat binne om de problemen op to lossen en oan to jaen hwat hja tinke der oan to dwaen. Is dizze datum fan 1 febrewaris noch altiten jildich of tinkt it kolleezje ütsteI to forlienen? Neffens in birjocht yn de Ljouwerter Krante fan 22 novimber 1978 hat de hear De Pree sein dat biwenners dy't op medyske yndikaesje forhüzje moatte wierskynlik under de ryksregeling foar gehan- dikapten falie. Dat liket my raer ta, hwant de handikap leit by de went en net by de minsken. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Zou, wanneer er weer woningen moeten worden onderzocht, bevorderd kunnen worden dat ook een ot twee leegstaande woningen worden onderzocht? Onder hand is bekend geworden dat het forma Idehydegas zich ook bevindt in vloerbedekkingen, gordijnen, meubels en behangsèlpapier. Men wil namelijk weten of en welk verschil er is in de concentratie aan gas tussen een wel en een niet bewoonde woning. De heer De Pree (weth.): Ik begin met iets te zeggen over de huidige stand van zaken. Een deel daarvan heb ik al in een eerdere raadsvergadering verteld, maar het was toen al na twaalven. In de woningen die een eerste meting hadden ondergaan, is ook een tweede meting verricht. Mevrouw Van der Werf vroeg zich in dit verband af waarom dit nog eens moest worden onderzocht, omdat de resul taten van onderzoekingen in Haarlem al bekend waren. Zij was van mening dat de resultaten in Leeu warden dan wel hetzelfde zouden zijn. Dat is nu echter het punt, die garantie is er niet. Er zitten geweldige financiële kanten aan deze zaak en men wil dus zo safe mogelijk zijn. Men kan dan niet volstaan met te zeggen dat wat in Haarlem geldt ook meteen voor Leeuwarden geldt. Wanneer het om een of twee woningen gaat, dan zou dit nog wel opgaan, maar bij grote aantallen woningen is een eerste en ook een tweede meting nodig. De uitslag van de tweede meting, die verricht wordt door T.N.O., is nog niet binnen. Vanmiddag is er echter wel iets binnengekomen over een meting na de behandeling met speciale verf en, in één woning, na het vervangen van spaanplaat door gips plaat. Voor de met verf behandelde woningen blijkt uit deze tweede meting dat de concentratie dan forma Idehydegas wel is gedaald, maar niet dusdanig dat die beneden de norm van 120 microgram per kubieke meter, die door het rijk wordt gehanteerd, is. In de woning die met gipsplaat is behandeld was de concentratie bij de eerste meting niet zo erg hoog. Bij de tweede meting blijkt deze woning wel beneden de norm van 120 microgram per kubieke meter te zitten. Het is echter niet zo dat deze woning er geweldig veel boven zat, zodat heel duidelijk is geworden dat met het vervangen van ^paan- plaat door gipsplaat bij wijze van spreken niet het ei van Columbus is gevonden. Dit is tot dusverre bekend geworden. Wij krijgen het rapport nog toegestuurd. Mevrouw Van der Werf heeft gelijk als zij zegt dat het effect van de behandeling die de woningen hebben ondergaan inderdaad wat lijkt op het effect van de behandeling in Haarlem. Zoals de heer Jansma opmerkte, hebben de woningbouwcorporaties een brief gekregen, waarin staat dat zij voor 1 februari 1979 kenbaar moeten maken welke voorzieningen zij denken te treffen om de concentratie aan forma Idehydegas terug te brengen binnen de grens die landelijk geldt. Me vrouw Van der Werf zegt dan dat de gemeente de corporaties ook kan aanschrijven. Aanschrijven is echter alleen mogelijk, wanneer in die aanschrijving wordt aangegeven welke voorzieningen moe ten worden getroffen. Dit is een probleem dat niet alleen Leeuwarden heeft maar dat ook landelijk speelt. Om aan te schrijven heeft men dus een voorziening nodig, waarvan de gemeente kan zeggen dat men die moet treffen omdat dan het probleem is opgelost. Landelijk waren twee middelen bekend, namelijk een behandeling met speciale verf en een vervanging van spaanplaat door gipsplaat. Het lijkt erop dat geen van beide voorzieningen een patente oplossing biedt. Dat betekent dus dat men geen van beide voorzieningen in de aanschrijving kan noemen, want het lijkt erop dat die geen af doende oplossingen bieden. Ik moet het rapport echter nog krijgen. Mevrouw Van der Werf vindt het allemaal erg lang duren. Men moet echter niet vergeten dat het niet om een kleinigheid gaat, ook voor de woningbouwcorporaties niet. Deze corporaties willen na tuurlijk graag weten of men dat nu van de gemeente of van T.N.O. of van wie dan ook te weten moet komen en wat de voorzieningen zijn die zij zouden kunnen treffen met een redelijke garantie dat daarmee het probleem uit de wereld is. Op zichzelf lijkt mij dat geen onredelijke eis, want men gaat zich niet aan voorzieningen wagen die veel geld kosten maar geen oplossing van het probleem zijn Mevrouw Van der Werf merkte verder op dat de landelijke overheid duidelijk heeft gemaakt dat er van die kant geen financiële hulp is te verwachten, behalve dan voor de Molenwijk in Haarlem. Er zijn overigens meer gemeenten die met dit probleem zitten, in vergelijkbare orde van grootte als Leeuwarden. Mevrouw Van der Werf zegt dan dat er een brief zou worden geschreven maar dat dit niet is gebeurd. Ik kan u meedelen dat deze brief we' verstuurd is. De bedoeling van deze brief was dat men ook in het verre Den Haag zou beseffen dat het probleem zich niet alleen in Haarlem voor deed. Haarlem ligt namelijk niet zo heel ver van Den Haag. Leeuwarden heeft dezelfde vragen, de zelfde financiële perikelen en dezelfde procedure-perikelen als Haarlem. De heer Jansma vroeg of de datum van 1 februari nog steeds geldt. Die geldt nog steeds. Ik heb via-via vernomen dat de corporaties voor 1 februari het antwoord op de gestelde vraag nog niet kun nen geven, gezien het feit dat zij adviezen hebben ingewonnen, zoals u in de krant hebt kunnen le zen. U kunt er wel van uitgaan dat er van gemeentezijde de nodige aandrang zal plaatsvinden om

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 83