W /bij \5/6? Bouwer: Wij hebben zelfs in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden duidelijk uitgesproken dat wij niet automatisch voor de tweede fase waren. U was zelf aanwezig bij die vergadering.) De heer Heere: Ik geloof inderdaad dat wat mevrouw Visscher zegt correct is. In het raadsvoor stel kwamen twee dingen aan de orde, dat wil zeggen dat in het raadsvoorstel twee dingen werden genoemd. Er was een bedrag genoemd van 2,45 miljoen dat vanwege kostprijsstijgingen nog moest worden verhoogd tot ongeveer 2,68 miljoen. Dit bedrag zou dan voor de eerste fase zijn. Dat kon worden bekostigd uit de anderhalf miljoen van de te verdelen zes miljoen plus een verhoging die wij op dat moment er bij deden. Een tweede fase van acht ton werd al aangekondigd en daarvoor werd ver wezen naar dit beleidsplan. Daar staat het inderdaad in. Ik heb in eerste instantie niet gereageerd op haar verzoek om dit punt te claimen, ik dacht namelijk dat mevrouw Visscher het claimde omdat zij anders bang was dat een en ander niet op het kleed zou komen. Ik begrijp nu echter dat mevrouw Visscher er andere gedachten bij had. De heer De Pree (weth.): Ik kan mij helemaal aansluiten bij wat mevrouw Visscher en de heer Heere hebben gezegd. Wij hadden dekking voor die 2,45 miljoen. Dat is ook met het Harmonie- bestuur besproken, want er lag een plan dat acht ton meer kostte. In de raadsadviescommissie en later nog eens in de raad is door mij gezegd dat je natuurlijk niet een plan, dat acht ton meer kost dan je aan middelen beschikbaar hebt, kunt gaan uitwerken. Dat heeft ertoe geleid dat het plan ten bedrage van ongeveer 3,40 miljoen zo moest worden opgesteld dat er een fasering in aangebracht kon worden. Er zou dan een eerste fase zijn van 2,45 miljoen, en wel zodanig dat met het goed keuren daarvan niet meteen ook de tweede fase was aangenomen. Dit is in overleg met het bestuur van de Harmonie zo besproken. Zo is het ook gebeurd en zo heeft het in de raadsadviescommissie en in de raadsvergadering gespeeld. Dat krediet is toen door u beschikbaar gesteld en met de uitvoering zal worden begonnen. Het staartje van het voorstel tot renovatie, dat acht ton bedraagt, resteert. In de raad is toen gevraagd of die 2,45 miljoen betekende dat, als gek voorbeeld, alles behalve het dak werd gemaakt. Nee, zo was het niet. Het zijn wel twee fasen die alles met elkaar hebben te ma ken, want ze zijn afkomstig uit één renovatieplan. De fasen zijn echter wel zodanig van elkaar ge scheiden dat er niet de gekke situatie zou ontstaan dat de raad daarmee voor het blok zou zijn ge zet. Dat is de vorige keer heel duidelijk uitgesproken. De heer Van der Wal heeft enkele opmerkingen gemaakt naar aanleiding van de vragen 384 en 385. Hij vroeg tot welk bedrag men kan gaan wat betreft de toegangsprijs. Hij zegt ook: Hoe het komt, dat weten wij wel. Voor wat betreft de voorstellingen zijn er kosten waarin uit de lengte of uit de breedte voorzien zal moeten worden. Dat de raad indertijd heeft gezegd dat er naar een "nul lijn" toegewerkt moest worden, kwam natuurlijk niet uit de lucht vallen, maar hing samen met de op vatting die de raad toen had. De raad vond dat er al de nodige kosten waren - wij hadden toen net een renovatieplan achter de rug - en dat men in ieder geval met betrekking tot de voorstellingen quitte moest spelen. Er werden namelijk nog altijd bedragen beschikbaar gesteld als aanvullende subsidies. Dit was dus een uitspraak van de raad en de opdracht aan het Harmonie-bestuur was dat men moest zorgen dat die uitspraak nagekomen werd. Het is glashelder dat de kosten toen uit de toe gangsprijzen moesten worden bestreden. Dan vraagt de heer Van der Wal tot in hoeverre men daarmee kan doorgaan. Ik weet niet of de heer Van der Wal bedoelde te zeggen dat de toegangsprijzen de ko mende tijd niet verder meer omhoog mogen gaan. Dat betekent echter dat men de uitspraak ten aan zien van de nullijn moet laten varen. Dit houdt dan weer in dat de voorstellingen in de Harmonie de gemeente meer geld gaan kosten, omdat de nullijn, waar men nu op zit, wordt verlaten. Het is dus een kwestie van afwegen van prioriteiten: Vinden wij wel of niet dat er meer geld ingestoken moet worden? Als de heer Van der Wal zegt dat de prijzen exorbitant hoog zijn, dan heb ik daarover een andere mening. Ik heb een aantal toegangsprijzen van vergelijkbare instellingen, ook vergelijkbaar ten opzichte van het Noorden des lands, gezien. Wij zitten wat de toegangsprijzen betreft niet ge weldig hoog, te meer niet omdat hier ook gewerkt wordt met een systeem van abonnementen. Men probeert op die manier om de prijs per voorstelling wat aan de redelijke kant te houden. De heer Van der Wal belicht naar mijn gevoel alleen de ene kant van de zaak, namelijk de hoogte van de toegangs prijzen. Als de toegangsprijzen niet hoger mogen worden, dan moet de gemeente het ontbrekende be drag aanvullen. Het is ook weieens goed om te zeggen dat voorstellingen überhaupt erg duur zijn. Wij praten over toegangsprijzen van 20,maar een dergelijk bedrag vormt nog maar een fractie van de werkelijke kosten. Via rijkssubsidie en andere subsidies ten aanzien van gebouwen enz., die plaatselijk kunnen verschillen, komt men uit op een kostprijs per plaats per voorstelling van rond de 120,--, alles bij elkaar opgeteld. (De heer Van der Wal: Daar ligt nu juist ook een probleem ten aanzien van Bestek '81. De kosten van theaterproducties in de ruimste zin stijgen ontzettend snel, al leen al door het grote aandeel dat de personeelskosten daarin hebben. Volgens Bestek '81 worden de middelen die via C.R.M. voor de theaterproducties beschikbaar komen niet eens trendmatig ver hoogd. Deze middelen worden gefixeerd. Het zit er dan dik in dat de toegangsprijzen, als de gemeen te Leeuwarden vasthoudt aan de nullijn, in de naaste toekomst nog sneller dan tot nu toe zullen stij gen. Als men een en ander uitsluitend op rekenbasis afweegt en de nullijn handhaaft, dan komt men misschien wel op een toegangsprijs van 40,uit. Met het huidige prijspeil zal iedereen dat te hoog vinden, neem ik aan. Ergens zullen toch grenzen zijn. Ik begrijp wel dat hier niet zomaar een antwoord op is te geven, maar in het apparaat zou men ondertussen weieens kunnen gaan nadenken over de vraag waar de grens ligt en wanneer de nullijn in heroverweging moet worden genomen. Het is zelfs zo dat je, inclusief de treinreiskosten, een bepaald programma goedkoper in Groningen kunt gaan zien dan in Leeuwarden; je moet alleen wel zien dat je de laatste trein haalt. Het komt ver scheidene keren voor dat men in Groningen goedkoper uit is dan in Leeuwarden en dat wordt toch wel wat al te grijs.) Wij hebben hier zeer recentelijk nog onze gedachten over laten gaan en in de nabije toekomst zal dat weer gebeuren. Ik ben het met de heer Van der Wal eens dat er wel ergens een grens zal zijn. De vraag is alleen hoe je die bepaalt. Deze vraag staat in relatie tot de situatie in omliggende plaatsen en tot zaken als op welke doelgroep je mikt enz. Er zal ongetwijfeld ergens een grens liggen waar rekening mee moet worden gehouden en waar men niet boven mag komen, om dat de prijzen dan te hoog worden voor het doel dat men probeert te bereiken. Een andere kant bij het probleem van het handhaven van de nullijn, dat zich op dit moment al voordoet, is de vraag of er nog andere mogelijkheden zijn. Heeft het wat met het repertoire te maken? Kun je het repertoire anders opbouwen, zonder tekort te doen aan de pluriformiteit en variatie in het aanbod? Over dit soort zaken is momenteel overleg met de Harmonie gaande. Dit zal ook in de komende tijd het ge val zijn. Wij zijn er dus serieus mee bezig. (De heer Van den Eist: In dat overleg zou naar mijn me ning ook de kwestie kunnen worden betrokken van het ver uiteenlopen van de prijzen van losse kaar ten en van vaste abonnementen. Als men de bovenkant bekijkt, moet men ook de onderkant eens be kijken. Daar valt ook zeker wel het een en ander over op te merken, laat staan aan te merken.) Dit wordt ongetwijfeld in het overleg meegenomen, omdat men de uitgaven en inkomsten ook globaal gaat bekijken: Hoe komen de inkomsten binnen? Via losse verkoop van kaarten of abonnementen? Hoe is de verhouding daartussen? Deze vragen spelen zeker een rol in het overleg. Wat betreft het houden van popconcerten in de Harmonie, waar al eerder over is gesproken, kan ik zeggen dat wij het er wel over eens kunnen zijn dat de Harmonie niet het gebouw is waar men voor het houden van popconcerten het eerst aan denkt. Toen dit probleem indertijd zo acuut was, is er een gesprek geweest met het Harmonie-bestuur, waarbij het bestuur bereid is gevonden om het even tueel, als er werkelijk niets anders meer was, nog maar eens te proberen. Men stond echter niet te trappelen. Het bestuur heeft toen ook niet gezegd dat het de problemen nog eens had bekeken en dat die eigenlijk niet zo groot waren. Nee, het bestuur heeft gezegd dat men het, als er werkelijk niets anders was, in vredesnaam nog eens wilde proberen. Het bestuur was dolblij toen ik kort daar op kon meedelen dat wij een andere oplossing hadden gevonden. (De heer Van der Wal: Ik bedoelde met mijn vraag te zeggen dat ik althans vind dat een gebouw dat zo door de gemeente in stand wordt gehouden in principe ook dit soort functies binnen zijn deuren moet hebben. Uit het antwoord van b. en w., namelijk dat men begrip heeft voor het standpunt van het Harmonie-bestuur, mag niet af geleid worden dat het gemeentebestuur dan ook maar zegt dat popconcerten niet in de Harmonie ho ren.) Het heeft voor een deel te maken met het probleem dat het een zodanig gebouw is dat er vrij gemakkelijk dingen kapot kunnen gaan. Dat is één kant van de zaak. Als het een ruimte was waar men bij wijze van spreken olifanten zou kunnen laten lopen, dan kan ook een popconcert weinig kwaad. Daarmee wil ik niet zeggen dat deze twee dingen met elkaar zijn te vergelijken. Misschien wel qua effect. (Gelach) (De heer Van der Wal: De wethouder en ik hebben elkaar onlangs nog op een popconcert in de Harmonie ontmoet. Dat popconcert bleek toen helemaal geen probleem te zijn. Nu werd dit concert georganiseerd door het Stedelijk Gymnasium, dus men kan zich voorstellen dat er wat select publiek kwam en zo, maar het was een popconcert.) De Voorzitter: Claimt mevrouw Visscher het punt van de Harmonie nog na deze discussie? (Me vrouw Visscher—Bouwer: JaGoed, dan heb ik er wel behoefte aan om, ook om latere misverstanden te voorkomen, hierover in aansluiting op wat ik zopas heb opgemerkt het volgende te zeggen. Toen destijds het probleem van het verdelen van de zes miljoen gulden zich voordeed, zijn op een bepaald moment vanuit de raad verschillende suggesties naar voren gekomen. De meningen over de Harmonie waren erg verdeeld. Wij hebben toen de vergadering geschorst. Het college heeft vervolgens een standpunt ingenomen. Ik heb geformuleerd waarover u ging stemmen. Er was een aantal vragen uit de raad gekomen, namelijk of men, als men voor of tegen de anderhalf miljoen voor de Harmonie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 86