28 !fè> 2$ /?S gezegd dat werkloosheidsprojecten sec niet meer worden gesubsidieerd maar dat een en ander zal moeten worden ingepast in de programma's van de sociaal-culturele instellingen ter plaatse. Deze boodschap hebben wij meteen vertaald naar de instellingen voor beroepsmatig jeugdwerk hier in Leeu warden. Vanuit de stuurgroep - ik zal daarover straks nog enkele mededelingen doen - waarin de ge noemde instellingen vertegenwoordigd zijn, hebben wij een klemmend beroep gedaan om ten aanzien van projecten voor werkloze jongeren mee te denken en mee onderdelen in hun programma's in te bouwen, om zo een handreiking te doen aan de jonge mensen die op het ogenblik verstoken zijn van arbeid Ik moet eerlijk bekennen dat het beroep dat wij op de instellingen hebben gedaan moeizaam is vertaald. Dat kwam door twee oorzaken. In de eerste plaats, omdat de functionaresse, die op titel van de Boersma-regeling was aangetrokken, in de loop van 1978 ziek werd. Wij hadden geen man kracht meer die hier achteraan kon gaan. In de tweede plaats was het zo dat alleen Hippopotamus vrij snel een vertaling gaf in de sfeer van een grafisch project, dat ook al door de heer Jansma is genoemd. Hippo kwam met een concreet voorstel van hoe men het zou willen doen. Dat project heb ben wij opgepikt in de stuurgroep en het is vertaald naar de kant van de gemeente. Aanvankelijk zijn er wat organisatorische barrières geweest die genomen moesten worden, maar in ieder geval is het zo dat Hippopotamus per 1 januari 1979 de beschikking had over een subsidietitel volgens welke men twee mensen kon inzetten om als werkleiders te fungeren. Men hoopte tien tot twaalf min of meer langdurig werkloze jongeren een aanbod te kunnen doen om in het grafische project te komen wer ken. Van de projectleider van Hippopotamus heb ik gehoord dat men op het ogenblik al bezig is met de werving van deze jonge mensen. Wij hebben dus de indruk dat deze zaak binnenkort kan gaan functioneren. Een probleem is nog wel dat de werkleiding maar voor een half jaar wordt gesubsi dieerd. Wanneer een en ander in een behoefte blijkt te voorzien, dan zouden wij moeten bekijken hoe wij tot continuering van dit project kunnen komen. Dit zullen wij in overleg met de leiding en het bestuur van Hippopotamus in een vroeg stadium met elkander onder ogen moeten zien. De tweede subsidielijn loopt via artikel 36 van de Wet Werkloosheidsvoorziening. Het is een lijn, volgens welke een subsidie mogelijk is, wanneer de gemeente met een programma komt dat ge richt is op herinschakeling in het arbeidsproces. Daarin worden weliswaar sociaal-culturele activi teiten opgezet, maar die strekken er met name toe dat mensen zonder werk weer nieuwe impulsen krijgen om zelf te proberen aan het werk te komen. Een deel van de activiteiten omvat cursorisch werk, dat gericht is op het geven van informatie over allerlei mogelijkheden op de arbeidsmarkt om via bepaalde regelingen studiefaciliteiten te krijgen. Hierbij wordt de Werkplaats voor Vakontwik keling aanbevolen. Verder worden er via het Arbeidsbureau cursussen gegeven om te leren tijpen en ook worden mogelijkheden geboden om andere cursussen te volgen. Kortom, langs die lijn, op grond van dat artikel, kunnen wij geld van het Ministerie van Sociale Zaken krijgen en op die wij ze werk mogelijk maken. In dat licht bezien, krijgt het bedrag van 20.000,van de gemeente Leeuwarden een ander perspectief, want dan is dat het bedrag dat het mogelijk maakt om deze sub sidieregelingen in aanvullende zin werkbaar te maken. Dat is dan ook de bedoeling van deze opzet. De heren Heere en Jansma hebben met name de kwestie van de aantallen werkloze jongeren ge noemd en ook aangegeven dat 40% of 50% daarvan nog nooit heeft gewerkt en zo van school komt. In de praktijk blijkt dat veel mensen van buiten, die in Leeuwarden zijn gaan studeren, hier blij ven wonen en niet weer terugkeren naar hun plaats van herkomst. Alles met elkaar heeft dit een cu mulatief effect op het aantal werklozen. Deze mensen wonen hier en wij hebben dan ook te zorgen dat wij hen waar mogelijk uitzicht bieden om gebruik te maken van de bestaande regelingen. Er zijn nogal wat regelingen. Wanneer je ze zo de revue laat passeren, dan is er stellig wel een aangrij pingspunt te vinden op grond waarvan wij met jongeren kunnen praten over mogelijkheden voor het scheppen van nieuwe kansen. Dit zal echter moeten gebeuren door gericht te werken. Ik heb zopas al meegedeeld dat de functionaresse, die wij vorig jaar voor dit doel hadden, ziek is geworden. Zij was aangesloten bij het C.O.L. Tijdens haar ziekte verviel voor ons de mogelijkheid om de sub sidiemiddelen over te hevelen naar een nieuwe functionaris. Gelukkig was er temidden van de jeug dige werklozen een jongeman die bereid was om als vrijwilliger en pro deo twintig uur per week aan deze zaak te gaan werken. Ik kan u verzekeren dat deze jongeman voor de stuurgroep als zodanig belangrijk stimulerend werk heeft gedaan. Hij heeft een en ander op voortreffelijke wijze overge nomen. Het C.O.L. heeft intensief pogingen gedaan om via de T.A. P-regeling een subsidietitel te verwerven om deze jongeman, althans voor een half jaar, dit werk verder te laten uitvoeren. Ook dat is dus een zaak die een voorlopig en tijdelijk karakter heeft. Het zal volledig afhangen van de opzet van dit werk om straks een beslissing te kunnen nemen ten aanzien van de vraag op welke wij ze wij hiermee verder moeten. Op een gegeven moment komt er aan een dergelijke subsidietitel een absoluut einde en dan zal men moeten beslissen hoe men met deze zaak verder moet gaan. Dan nu terug naar de stuurgroep. Er is gevraagd wat de stuurgroep nu eigenlijk is en wat die voor taken heeft. Welnu, het is een commissie die ex artikel 62 van de Gemeentewet door b. en w. is ingesteld en die dient als adviesorgaan om dit project te ondersteunen. Het opbouwwerk voor jeug dige werklozen gebeurt vanuit het Centraal Orgaan Leeuwarden. In de stuurgroep als zodanig zijn vertegenwoordigd het Arbeidsbureau, de sociaal-culturele instellingen, de gemeente zelf, het Minis terie van Sociale Zaken door de heer Hoogkarspel en het Ministerie van C.R.M. door de jeugdcon- sulent van dat ministerie. Deze mensen vormen met elkaar de "braintrust" om te proberen dit werk systematisch en doelgericht van de grond te helpen. Rondom deze stuurgroep hebben wij vrij frequent overleg. Zoals een van u al heeft meegedeeld, ligt in concept een programma gereed aan de hand waarvan wij hopen de subsidietitels te krijgen om dit werk verder gestalte te geven. Dat werk zal zich naar twee kanten richten. In de eerste plaats naar projecten, waar dat mogelijk is. In dat ver band wil ik aansluiten op de vraag van mevrouw Otsen naar aanleiding van de tien kleuterleidsters in dienst van de gemeente die op het ogenblik zijn verdeeld over de verschillende kleuterscholen. Dit project wordt begeleid door de Schooladviesdienst en is destijds aanhangig gemaakt via de pro vinciale Jeugdraad. Ik kan u geen toezegging tot continuering daarvan doen. Het project is voor een jaar toegestaan en dan is het afgelopen. Wij hopen alleen dat verschillende van deze meisjes in de tussenliggende tijd de kans krijgen om te solliciteren en vroegtijdig weg te komen. Er komen in ieder geval vacatures en wij hebben het nog nooit anders meegemaakt dan dat er van dit groepje dames zijn die erin slagen werk te vinden, als zo'n project eenmaal loopt. Wij hebben dat ook mée- gemaakt bij de Schooltandartsdienst. (De heer Van der Wal: Er komen ook meer kleuterleidsters bij, die geen werk vinden, structureel lost een en ander dus niets op.) Dat is een zaak waar wij niets aan kunnen doen. Er komen inderdaad meer bij, misschien zouden de opleidingsinstituten voorlopig deze meisjes moeten afraden om verder te gaan studeren in deze sector. Aan de andere kant is het een mooie opleiding en men heeft technisch in ieder geval wat in handen met zo'n diploma. Men kan ook nog overschakelen naar andere beroepen in de verzorgende sfeer. Wij onderkennen dus met elkaar het probleem van de jeugdwerkloosheid sec, maar ik heb zopas ai gezegd dat het om alle groepen van mensen zonder werk gaat. De stuurgroep heeft begin januari vergaderd. Men heeft toen met elkaar vastgesteld dat wij af moesten van het idee dat de stuurgroep zich alleen zal richten op de categorie jongeren. Men wilde het werkveld verruimen en zich rich ten op alle mensen die zonder werk zijn. Het gaat daarbij niet alleen om mensen die in de W.W. de W.W. V. en de R.W.W. zitten, maar ook om mensen die op een W. A.O -uitkering zijn aange wezen-en dikwijls met hun vele ledige tijd geen raad weten. De opbouwwerker, die hopelijk bin nenkort een legitieme subsidietitel zal verwerven om deze zaak straks via dat kanaal te kunnen be geleiden, gaat in ieder geval proberen deze cursussen, die via de verschillende instellingen moge lijk zijn, te activeren en van de grond te krijgen. Hij zal daarnaast proberen in het project Bezig heidsbemiddeling mensen te vinden die bereid zijn om voor sociaal-culturele instellingen of in ieder geval non profit-instellingen werk te doen. Verder zal hij proberen om samen met collega's uit om liggende gebieden, waar men deze functionarissen ook kent, permanent te toetsen wat voor initia tieven er zijn die verder aangepakt kunnen worden. Als de heer Jansma wijst op de 300 miljoen gulden die via de E.E.G. beschikbaar zullen komen voor het entameren van arbeidsprojecten ten algemene nutte, dan is dat een zaak waarmee ik wel op de hoogte ben. Wij moeten echter de noodzakelijke informatie van de kant van het Ministerie van Sociale Zaken nog hebben. Wanneer wij een kans krijgen om op zo'n zaak in te spelen, dan zullen wij daar natuurlijk gebruik van maken. Wij zullen alles in het werk stellen om waar mogelijk alle subsidiemogelijkheden "tot op het been" te benutten. Per slot van rekening gaat het hier om een be langrijke zaak. De bezigheidsbemiddelingsprojecten, die via de medewerker van het C.O.L. geëntameerd wor den, zijn sinds het vorig jaar door de verschillende uitkeringsverlenende instellingen mogelijk ge maakt. Wij zaten in een ijzeren corset geklemd, in die zin dat zowel de bedrijfsverenigingen als ook de Wet Werkloosheidsvoorziening en de R.W.W. op dit stuk van zaken stringente voorschriften kenden. Via de Sociale Verzekeringsraad is er het vorig jaar een rapport verschenen, waarin aller lei suggesties werden gedaan om een en ander "losser" te maken, zodat mensen zonder werk de ge legenheid krijgen om zich als vrijwilliger in projecten te manifesteren. Ik heb de vorige week al tussen neus en lippen meegedeeld dat deze zaak hier in Leeuwarden van weinig importantie is ge weest. Via de Gemeentelijke Sociale Dienst zijn er maar enkele mensen geweest die toestemming hebben gevraagd om als vrijwilliger in zo'n project werk te verrichten. Als beleid voor de Sociale Dienst hebben wij wel afgesproken dat wij dit met de meeste soepelheid zouden hanteren. Ik heb de indruk dat deze zaak bij voortduring onder de aandacht van de betreffende uitkeringsgerechtigden gebracht zal moeten worden. Men vindt het misschien ook niet zo plezierig om tegenover de buiten-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 93