12
nele bond - Ik bedoel door Iets positiefs mee - tussen school en ouders en school en wijk kan ont
staan. Er zijn nu eenmaal situaties waarbij je voor bepaalde beslissingen niet terug kunt en dat is
hier duidelijk aan de orde. Ik'antwoord dan op de vraag van de heer Visser, er staat imperatief in
artikel 11 van de Kleuteronderwijswet dat de gemeenteraad besluit voor 1 februari tot opheffing van
een openbare school, waarvan het gemiddeld aantal kleuters in drie achtereenvolgende jaren - waar
onder niet begrepen het jaar van opening - minder bedraagt dan het voor het stichten van die school
gevorderde. Dat aantal bedraagt dan minder dan zestig. In het volgende lid staat dan nog dat je des
noods ontheffing kunt vragen. Vandaar dat het besluit in het voorjaar moet worden genomen. Wan
neer het aantal leerlingen minder dan twintig bedraagt, kan die ontheffing niet worden verleend.
Wij staan hier in het kader van de wet voor een imperatief gebod. Wij moeten voor 1 februari dit
besluit nemen. De school heeft minder dan twintig leerlingen.
Aan het voorgestelde besluit zijn vele gesprekken vooraf gegaan. Gesprekken met de ouder
commissie, met de leidster en met de vertegenwoordigers van huurderscomité in de gevarenzone.
Bij al deze gesprekken speelde voor ons nog op de achtergrond mee de al jarenlang onderhanden
zijnde wetswijziging, waarbij het getal twintig tot vijftien zou worden verlaagd. Een eventuele ver
hoging van het leerlingental had wel zin, want hoe dichter je bij een aantal van twintig zou komen
des te gemakkelijker zou het getal vijftien een rol spelen. De wet is er nog niet, hij moet volgens
mij nog naar de Eerste Kamer, maar de Tweede Kamer heeft deze wijziging van de wet al behandeld.
Indertijd waren wij ook niet op de hoogte van dat ontwerp. Het is echter duidelijk dat wij, ook in
het geval dat de wetswijziging wordt aangenomen, daarmee niet uit de voeten zouden kunnen, want
binnen een afstand van vier kilometer zou dan niet een kleuterschool van gelijke richting aanwezig
mogen zijn. Dat is hier wel het gevalHet is duidelijk dat men bij de bepaling in de wetswijziging
heeft gedacht aan de ene kleuterschool in dorpen, waar de grens van vijftien leerlingen een rol speelt.
Ik heb niet precies begrepen wat mevrouw Van der Werf bedoelde met haar opmerking over de
teldata. De teldata zijn: 16 januari, 16 april en 16 oktober. Op 23 oktober zou men inderdaad heb
ben kunnen weten dat je beneden het aantal van twintig leerlingen zou zitten. Dat klopt dan ook
wel, maar de situatie van een minimum aantal van vijftien leerlingen speelde toen nog een rol. Ik
wil u overigens wel zeggen dat het initiatief om kinderen bij kleuterschool De Grutto vandaan te
halen niet van onze zijde kwam. Dat is ook vrij moeilijk, maar wij hebben er wel aan willen meewer
ken. Wij hebben dat in sommige gevallen ook weieens meer geprobeerd, maar over het algemeen haalt
dit heel weinig uit, zoals ook hier weer blijkt. Het gaat dan om een zelfde emotionele binding met
de school, alleen er is dan sprake van andere ouders en een andere school.
Er wordt gevraagd of wij dit besluit niet kunnen uitstellen, omdat er dan eventueel een depen
dance kan komen. Die vraag is hier niet aan de orde. Het speelt ook geen rol, want je moet nu een
maal voor 1 februari deze beslissing nemen. Het is niet een situatie die alleen hier geldt. Het ophef
fen van scholen komt overal voor. Het was wel toevallig dat ik vanmorgen een voorstel van de ge
meenteraad van Groningen kreeg, dat precies hetzelfde inhield. In januari moet je al de besluiten
voor 1 februari nemen. Het voorstel behelsde het instandhouden van een aantal scholen en ook het
opheffen van één kleuterschool. Ook daarbij speelde het aantal van twintig en het aantal van vijf
tien een rojVan het ministerie kon ook daarbij niet op voorhand een verklaring worden verkregen
dat de dependance er zou komen. Men kon in Groningen dan ook niet tot een andere conclusie ko
men dan hier. Ik ben het eens met veel van wat hier is gezegd, met name nu wij mogen verwachten
dat de wijk zal groeien en een steunpunt voor openbaar kleuteronderwijs in deze wijk zeker gewenst
is. Wij zullen er alles aan doen om te proberen deze kleuterschool als een dependance te handhaven.
Wij hebben daarvoor ook de medewerking verkregen van de inspecteur voor het onderwijs.
Ik heb ook nog brieven over dit onderwerp gekregen. Er is een brief van de oudercommissie van
de Boerhaaveschooldie in hetzelfde gebouw is gevestigd. De oudercommissie dringt er ten zeerste
op aan dat er in ieder geval een dependance-kleuterklas blijft bestaan. Een brief van gelijke strek
king komt van het hoofd van de Boerhaaveschool, waarin onder andere staat: Hoe eerder het gelukt
zekerheid te krijgen over het voortbestaan van kleuteronderwijs bij de Boerhaaveschool, hoe beter.
Wij zullen hier zeker ons best voor doen. Ik moet zeggen dat het mij spijt, maar er kan door de raad
geen andere beslissing worden genomen dan hetgeen op dit moment door het college wordt voorgesteld.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 21 (bijlage no. 41).
De heer Schaafsma: Een opmerking naar aanleiding van Grote Kerkstraat 12, hoofdgebouw. Het
college stelt ten aanzien hiervan dat de Stichting Noordelijke Leergangen heeft verzocht dit gebouw
13
in aanmerking te brengen voor de permanente huisvesting van haar opleidingen. Uit dien hoofde zegt
het college dat het beter is om het gebouw over te dragen aan het rijk. Ik kan mij, gezien de huur
prijs van een gebouw voor een avond-opleiding, voorstellen dat het college zegt dat wij dat beter
kwijt dan rijk kunnen zijn. Ik wil toch enkele punten dienaangaande aanstippen. Allereerst: Hoe
permanent is permanent? Er zijn erbij die binnen een half jaar niet meer permanent zijn. Wat dat be
treft zou het ook nog weieens anders kunnen. Ik vraag mij namelijk af of dit hoofdgebouw - toch een
van de markante gebouwen in de Grote Kerkstraat, een straat waar de renovatie en de restauratie
toch aardig opschieten - niet in eigen handen moet worden gehouden, ondanks het financiële ver
lies dat volgens mij niet direct permanent hoeft te zijn. Het is namelijk zo dat wij mogen veronder
stellen dat na een jaar of vijf, zes in Leeuwarden een universitaire vestiging - inclusief Ubbo Em-
mius - is verwezenlijkt. Ik zou mij kunnen voorstellen dat een M.O .-opleiding zich hieraan meer
gerelateerd voelt en ook een betere huisvesting kan vinden in zo'n nieuw gebouw, omdat het om een
gelijksoortige vorm van onderwijs gaat. Ik weet niet of dit onderzocht of besproken is met de Stich
ting Noordelijke Leergangen, maar ik zou hier graag antwoord op willen hebben. Wat zeker is, is
dat de permanentie van de M.O-opleidingen een kwestie is van "het kan vriezen en het kan dooi
en". Vanuit mijn eigen functie aan de Noordelijke Leergangen kan ik u zeggen dat ik het op het
ogenblik uitstekend vind gaon, omdat de M.O .-opleidingen door dit kabinet weer worden geëntameerd.
In het verleden hebben wij echter weieens wat anders meegemaakt, waarbij de M.O.-opleidingen
op verschillende manieren dood zijn verklaard. Men wilde toen dat deze opleidingen juist bij de
N.L.O.'s zouden gaan. Of men al dan niet samengaat met een nieuwe lerarenopleiding of apart
blijft ten opzichte van wat voor richting dan ook, ik zou mij kunnen voorstellen dat men uit onder
wijskundige motieven het gebouw van Ubbo Emmius op den duur zal prefereren. Dan is precies dat
gene bereikt wat u wilt, namelijk dat men dan in een rijksgebouw zit of in ieder geval in een ge
deeltelijke stichtingspoot, die echter ook door het rijk wordt gefinancierd. Ik vraag mij dus af of dit
gebouw, dat behoorlijk karakteristiek is, wel moet worden afgestaan. Onlangs zijn in het college
de huisvestingsmoeilijkheden voor de opslag ten behoeve van het Princessehof ter discussie gesteld.
Op het ogenblik is daarvoor een houten loods in de Bagijnestraat in gebruik. In het verleden was
het namelijk zo dat dit gebouw in de Grote Kerkstraat ook nog weieens in aanmerking zou kunnen
komen voor een uitbreiding van het Princessehof. Ik ben bang dat u door dit gebouw aan het rijk
over te doen de mogelijkheid daartoe laat schieten. Ik ben er dus niet tegen dat u het gebouw aan
het rijk wilt overdoen. De argumenten die u gebruikt, zoals de permanente huisvesting, maar ook
de opmerkingen die ik met betrekking tot het Princessehof heb gemaakt, moeten in overweging wor
den genomen. Als u met de Noordelijke Leergangen hebt besproken of men eventueel later onderdak
zoekt bij de Ubbo Emmius-vestiging, dan kan ik met dit voorstel instemmen. Als de huisvesting van
de Noordelijke Leergangen in het gebouw Grote Kerkstraat 12 permanent is bedoeld, dan handelt
u goed zoals u hier voorstelt. Zo niet, dan zou ik graag willen dat u een en ander nog eens ging
bekijken
De heer Ten Brug (weth.): Ik kan vrij kort zijn in mijn antwoord door aan te sluiten bij de laat
ste vraag. De stichting wil graag in het hart van de binnenstad niet al te ver van de Fryske Akademy
een eigen gebouw hebben. Hierover is ook overleg gepleegd met het ministerie. Ik kan eigenlijk wel
zeggen dat de stichting het gebouw op het moment als een permanente vestiging ziet. Dat wil niet
zeggen dat men bij een verdere uitgroei van de Noordelijke Leergangen - die mogelijkheid zit er
zeker in - niet in andere gebouwen lessen zal moeten geven. Ik ben het met de heer Schaafsma eens
dat de toekomst van de Noordelijke Leergangen er iets anders uitziet dan in de tijd toen minister
Van Veen voor het eerst begon om vraagtekens te zetten bij deze opleidingen en een volgend kabi
net er nog een extra vraagteken bij plaatste. Er bestaat nu veel meer kans dat de opleidingen zich
ontwikkelen in een relatie met de open universiteit en dan zou dit gebouw eigenlijk het startpunt,
het centrum, zijn. Op die toer zitten de Noordelijke Leergangen en dat lijkt mij een goed uitgangs
punt. Ik ben dan met de heer Schaafsma van mening dat het in dit geval geen bezwaar is om het ge
bouw aan het rijk over te dragen. Het zou mij overigens niet verwonderen als het rijk reageert als
het met betrekking tot de gemeente-HBSheeft gedaan, namelijk: Draag het gebouw met onze
machtiging rechtstreeks over aan de huidige gebruiker. In het geval van het gebouw van de gemeen
te-H.B.S. was dat het Lienward College en het zou hier dan de Stichting Noordelijke Leergangen
zijn.
De heer Buising: Ik zou van de tweede instantie gebruik willen maken om de wethouder te vra
gen of dit punt nog even kan worden aangehouden. In het betoog van de heer Schaafsma zitten een
paar elementen, waaraan wij in de fractievergadering geen aandacht hebben geschonken. Wij zou-