32 gewoon niet. Wij vragen ons al jaren af wat wij met die kazerne moeten en of wij het ding kunnen gebruiken. De heer Pruiksma heeft ook al aangeroerd dat het weieens om bedragen van ver boven de tien miljoen gulden kan gaan. En dan te bedenken dat je ternauwernood de verbruikswaarde terug krijgt, omdat het gebouw als monument staat ingeschreven. Ais ik het onderhavige notaatje goed heb gelezen, dan worden ook aan het exterieur verbouwingen gepleegd. Een en ander staat dan wel in schrille tegenstelling tot elkaar. Wij - in dit geval maar twee leden van mijn fractie, de helft dus - kunnen geen enkel begrip opbrengen voor het feit dat wij ons in de klem moeten laten draaien en nu ineens in onderhandeling moeten gaan, terwijl er een bedrag van anderhalf miljoen tussen het college en de andere kant zweeft. Wij wensen wel dat het college met het rijk doorpraat hoe dit soort zaken kunnen gebeuren. Als wij over stadsvernieuwing praten en een van onze dwingers wordt op deze manier verkocht, dan hebben wij op dat stuk van zaken maar weinig in te brengen. Deze decentralisatie zou ik graag eens een keer naar voren gebracht willen zien, opdat het rijk begrip heeft voor deze situatie. Dit is eerlijk gezegd een beetje van de gekke. Dat wij uit nood deze kazerne moeten aankopen, zie ik niet. Wij staan op het standpunt dat wij, zelfs als het college het ding voor een symbolisch bedrag kan kopen, daar nog zeer aarzelend tegenover moeten staan. Laat staan dat wij anderhalf miljoen uit ons vestzakje moeten toveren, ter wijl wij hier nog geen drie maanden geleden van verschillende kanten enkele negatieve geluiden hebben gehoord over de financiële ontwikkeling binnen de gemeente. Ik kan mij dan niet voorstel len dat er plotsklaps anderhalf miljoen gulden op tafel kan liggen voor een ding dat wij in feite niet kunnen gebruiken. Ik moet eerst nog zien dat Domeinen een koper vindt voor anderhalf miljoen. Mocht dit zo zijn en iemand heeft anderhalf miljoen voor dit ding over, dan ben ik ervan overtuigd dat die iemand binnen het raam van de Monumentenwet en het welstandstoezicht er in ieder geval niet in zal slagen dat het ding binnen vijf jaar rijp is voor afbraak. De heer Van der Wal: De laatste spreker heeft het woord discrepantie nogal eens laten vallen. Als ik ergens een discrepantie ontdek, dan is het wel tussen theoretisch beleid en beleid in de prak tijk. Er is een stuurgroep, die beleidsaanbevelingen doet. Eén beleidsaanbeveling wordt niet door b. en w. overgenomen. Het gaat hierbij om de aanbeveling om op korte termijn een x-aantal Van Dam eenheden te bouwen plus driekamerwoningen. Als wij de wethouder moeten geloven, dan heeft het college deze aanbeveling in feite wel overgenomen, want men is er mee bezig. Dan ligt er een unie ke kans om een monument èn te behouden èn rendabel te maken. Deze kans wordt aangeboden door het particulier initiatief. In de brief van de Stichting Sociale Woningbouw Prins Frederikkazerne wordt in eerste instantie niet om garantie gevraagd. Ik zal het stukje uit de brief voorlezen, dat hierop be trekking heeft. Daaruit blijkt dat de stichting niet expliciet aan de gemeente Leeuwarden heeft ge vraagd om zich garant te stellen voor een bedrag van anderhalf miljoen gulden, want: "De stichting heeft aan wethouder Eijgelaar gevraagd of hij de plannen van de stichting in het college van b. en w. wil bespreken en of hij de gemeenteraad wil voorstellen zich in principe uit te spreken voor woning bouw in de kazerne, MITS een en ander financieel haalbaar zou zijn. In de brief staat het woord "mits" met hoofdletters geschreven. Zo is het voorstel van de Stichting Sociale Woningbouw Prins Frederikkazerne, niet meer en niet minder. Ik begrijp dan ook niet goed waarom het college in de raadsbrief alleen maar spreekt van een zich garant stellen voor een bedrag van anderhalf miljoen gulden, terwijl de stichting aan het college vraagt om de gemeenteraad een principe-uitspraak te laten doen. Het college doet dit echter niet, maar gaat wel weer in onderhandeling over een even tuele aankoop. Op zich is het een juiste zaak dat geprobeerd wordt dit markante monument in het bezit van de gemeente te laten komen. Er kan dan immers alsnog worden bepaald welke bestemming er gerealiseerd kan worden, eventueel een sociaal woningbouwproject. Zoals het er nu uitziet is dit project rendabel door de Van Dam-subsidie. De motie die ik nu ga indienen is letterlijk overgenomen uit de brief van de Stichting Sociale Woningbouw Prins Frederikkazerne. "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 2 april 1979, overwegende dat de woningnood onder de een- en tweepersoonshuishoudens in enkele jaren tijds schrikbarend groot is ge worden in Leeuwarden, overwegende dat al het mogelijke gedaan moet worden om deze nood zo spoe dig mogelijk te lenigen, overwegende dat sociale woningbouw in de Prins Frederikkazerne daartoe een goede mogelijkheid biedt, omdat op vrij korte termijn met de verbouwing gestart kan worden en omdat deze verbouwing een groot aantal wooneenheden voor een- en tweepersoonshuishoudens ople vert, overwegende dat met behulp van een gericht toewijzingsbeleid en een differentiatie in de kwa liteit van de wooneenheden een al te eenzijdige samenstelling van de bewoners in de kazerne voor komen kan worden, spreekt zich in principe uit voor sociale woningbouw in de Prins Frederikkazerne, mits de plannen daarvoor financieel haalbaar zijn en draagt het college van b. en w. op in de geest 33 van deze principe-uitspraak in overleg te treden met de Stichting Sociale Woningbouw Prins Frederik kazerne." Deze motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenote. Ik kan er niet onderuit te zeggen dat ik het allemaal erg vreemd vind. Als je al die mooie woor den hoort, niet alleen maar bij de verkiezingen maar ook vanavond weer, dat er zoveel zorg en aan dacht aan deze groepen besteed wordt, dan begrijp ik niet dat een progressieve fractie als de PvdA niet verder komt dan te zeggen dat ze waardering heeft voor de plannen maar zich er wel tegen ver klaart. Men zegt dan dat de tijd te kort was voor een goede afweging. Ten eerste wordt daar niet om gevraagd en ten tweede krijgt men door de door mij ingediende motie meer tijd. Als de tijd te kort was voor een goede afweging, hoe kan de PvdA-fractie dan wel tot een afwijzing komen? Dat is mij dan ook een raadsel. Misschien kan de fractievoorzitter van de PvdA mij dat nog uitleggen. (De heer Van den Eist: De heer Van der Wal moet opnieuw leren luisteren. De fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid heeft duidelijk gezegd dat hij achter het voorstel van het college staat. Wat niet wegneemt dat na aankoop van de kazerne door de gemeente alle mogelijkheden, waaronder de huisvesting van een- en tweepersoonshuishoudens, nog open zijn.) De PvdA kan dus met gemak voor onze motie stemmen. Ik richtte mij trouwens tot de spreker die in eerste instantie heeft gesproken. Inhoudelijk zal ik niet op het plan ingaan. Het is zeker het overwegen waard. Zeker als het ook nog een rendabele investering zou zijn. Het argument van de ghettovorming, dat nu plotseling opgeld doet, vind ik wel een heel navrant argument. Er staat keer op keer in de nota, in de brief en in de overwegingen bij de motie dat met behulp van een gericht toewijzingsbeleid en een differentia tie in de kwaliteit van de wooneenheden een al te eenzijdige samenstelling van de bewoners in de kazerne kan worden voorkomen. Bovendien heeft de fractie, die nu zo bezorgd is over ghettovorming, jarenlang niets anders gedaan dan gezinsghetto's bouwen in de buitenwijken. Dan hoor je ze niet over ghettovorming, slaapwijken en groene weduwen enz. Als het om zoiets gaat, dan is het plotseling de ghettovorming. Bang voor koud water! Overigens moet ik zeggen dat Domeinen tot nu toe aan dit plan meewerkt, volgens mijn informa tie. Deze rijksdienst wil daar best over praten. Bovendien gaat Monumentenzorg akkoord met enige, ook extern aangebrachte aanpassingen aan het gebouw op basis van deze nota. Ook daar lijken dus geen al te grote problemen te liggen. Om een lang verhaal kort te maken, de stemming over de motie zal wel uitwijzen wat de zorg van de raad voor de een- en tweepersoonshuishoudens in de praktijk zal betekenen. Mevrouw De Jong: In de raadsbrief lees ik dat het rapport sociale woningbouw Prins Frederikka zerne op 26 maart aan het college is aangeboden. In het rapport lees ik dat de samenstellers pas half maart hun werkzaamheden - het onderzoeken van de mogelijkheden en het neerleggen van de resul taten daarvan in dit rapport - zijn gestart. In dagen gerekend zou men dus kunnen spreken van een haastklus. Toen ik het rapport bestudeerde, kwam dit echter niet als zodanig bij mij over. Integen deel zelfs, het rapport heeft op mij een evenwichtige en weloverwogen indruk gemaakt. Ik wil dan ook mijn bewondering hiervoor uitspreken. Duidelijk zijn de uitgangspunten geformuleerd: Het project bestemmen voor woningzoekenden in de een-, twee- en eventueel driepersoonshuishoudens, met inkomens beneden modaal; aan hen woon ruimte bieden voor huren die variëren van plm. 125,tot plm. 250,per maand. Dat onder de groep woningzoekenden met inkomens beneden modaal ook kunstenaars die atelierwoningen be hoeven, buitenlandse werknemers en gehandicapten met specifieke woonwensen zijn, heeft men on derkend. Men stelt ook dat hiermee rekening gehouden moet worden. Naar mijn mening zijn dit niet alleen duidelijke maar ook voorbeeldige uitgangspunten. Het gemaakte schetsplan gaat uit van plm. 150 wooneenheden. Aan de hand van het schetsplan zijn al gesprekken gevoerd met het PEL, Monu mentenzorg, er is een berekening gemaakt van de stichtingskosten per wooneenheid, er is nagegaan of er subsidie te verwachten valt en er is contact gelegd met een woningbouwvereniging, die zich in principe bereid heeft verklaard als opdrachtgever voor dit project op te treden. De Stichting Sociale Woningbouw Prins Frederikkazerne heeft inmiddels een bod uitgebracht van anderhalf miljoen. Ik denk dat de stichting weinig mededingers heeft en in ieder geval de hoogste bieder is. Met deze wetenschap vertrouw ik erop dat de Inspectie der Domeinen wel enig uitstel wil geven om de voorlopige koopakte te laten tekenen en om garantstelling van de gemeente af te wach ten. Ik bepleit met klem om dit rapport niet zonder meer onder de tafel te vegen door de garantstel ling te weigeren. Dit plan verdient zeker uitstel van drie weken om de haalbaarheid te onderzoeken. Ik ben het eens met het college dat de tijd te kort is om alle risico's af te wegen die zijn verbonden aan een zo omvangrijk project. Ik heb begrip voor de aarzeling bij het college over de wenselijkheid hier een zo grote concentratie een- en tweepersoonshuishoudens te vestigen. Daar staat tegenover dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 17