38 zoals naar voren is gebracht over dit overschot beschikken, want dit zou betekenen dat een tak van dienst die nooit een "plus" - overschot - kan maken, daarvan de nare consequentie moet trekken dat nooit plussen in het salaris en in de arbeidsvoorwaarden en dergelijke kunnen worden meegenomen. Het hebben van een overschot is overigens helemaal niet een eigen verdienste. Hoe knap het Frigas-per- soneel ook werkt, het is een gevolg van de regeling dat hun bedrijf een "plus" heeft. Die "plus" hoort net zo goed in de gemeentekas thuis als de plus bij een andere tak van dienst. Naar mijn mening is de meerderheid van het college erg consequent geweest. Ik wil er nog bij zeggen dat op dit moment het voorstel in behandeling is om voor dit soort bedrijven - het geldt ook voor ons Waterleidingbedrijf - een collectieve arbeidsovereenkomst te laten gelden. Wij krijgen dan een heel ander beeld. Misschien wordt in deze cao wel een pre-pensioneringsregeling opgenomen, maar men heeft dan niet meer te maken met het vraagstuk van de binding met het gemeentepersoneelEr komt dan een heel andere pro blematiek. Wellicht komt er een overgangsregeling. Een moeilijke beslissing voor overheidsinstanties zal wellicht nog worden de beslissing over de vraag of de NV-vorm gehandhaafd moet worden. Als men niettemin besluit om deze vorm te handhaven, dan kan men op dat moment de consequenties daarvan aanvaarden. Zolang echter het gegeven wordt gehandhaafd dat voor het personeel de arbeidsvoorwaar den van de rijksinstanties gelden, is het erg consequent om in deze niet alleen de plussen maar ook de minnen mee te nemen. Dit is de reden waarom de meerderheid van het college duidelijk van mening is dat het erg inconsequent zou zijn om in dit geval een andere koers te varen. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Ik wil allereerst zeggen dat ik de woorden van de voorzitter on derschrijf, wanneer hij het heeft over de plussen en de minnen per tak van dienst. Wethouder Eijgelaar heeft gezegd dat wij op dit moment niet de vraag hoeven te beantwoorden welke arbeidstijdverkorting wij willen. Wij kunnen volgens hem alleen beslissen over de vraag wel of geen pre-pensionering. Dat is nu net mijn grote bezwaar. Mijn argumenten komen uit een wat ander gezichtspunt naar voren dan bij de meeste raadsleden het geval is. Ik meen dat dit soort ad hoc-be- slissingen, per bedrijf genomen, niet juist zijn als daarbij geen algemene politieke visie op de uitwer king ervan op de samenleving wordt gegeven. Wat willen wij eigenlijk met het hele arbeidsgebeuren? Die vraag moet mijns inziens eerst worden beantwoord. Er wordt gesteld dat door deze maatregel ar beidsplaatsen worden gewonnen. Ik zie het echter zo dat de werkloosheid alleen maar van boven naar beneden wordt verschoven. Ik bestrijd de opmerking dat pre-pensionering en arbeidstijdverkorting ge lijktijdig kunnen worden ingevoerd. De pre-pensionering is "in". Hoe komt dat? Dit is inherent aan ons maatschappelijk systeem. Het kan, zonder veel pijn. Mijn opvatting is de volgende. Eerst een politieke afweging van wat wij willen en geen ad hoc- beslissingen, die mijns inziens de beste oplossingen op zijn minst opschortenIk kreeg weinig steun voor mijn argumenten. Dat spijt mij, omdat ik verwacht dat wij op de lange termijn deze ontwikkeling met zijn allen zullen betreuren. De heer Meijerhof: Een korte opmerking nog, die betrekking heeft op een tweetal argumenten dat vanuit de Frigas is aangedragen en ook hier in de raad naar voren is gekomen. Het geld is er en de werkgelegenheid wordt ermee gediend, wordt gezegd. Ik vind beide argumenten oneigenlijke argu menten. Er worden geen nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd. Arbeidsplaatsen worden opgevuld doormen sen die, om het zo te zeggen, daardoor drie jaar eerder aan de bak kunnen komen. De voorzitter heeft erop gewezen dat de NV-vorm van de nutsbedrijven in de toekomst weieens kan wijzigen. Er is namelijk een bepaalde tendens die ik er, in andere bewoordingen, ook wel aan heb gegeven. Het lijkt mij een nogal vreemde situatie als wij op dit moment een beslissing zouden op schorten totdat over twee 6 drie jaar de pre-pensionering wel tot de mogelijkheden behoort, waardoor een aantal mensen, die nu van zo'n maatregel kunnen profiteren, dan in feite achter het net vissen. De hear Jansma: Mefrou Brandenburg sei dat hja leaver hawn hie as hjir in prinsipiéle binadering folge wie. Dat soe ek ta konsekwinsje hawwe kinne dat der foar it Frigas-personiel neat bart. Wy kin- ne ommers net samar fan in wurkdei fan acht uren oergean op in wurkdei fan sawn uren. Organisatoa- rysk bringt dat in hiele protte swierrichheden mei him mei. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Het is natuurlijk een zaak voor de landelijke politieke partijen om eindelijk eens duidelijk te maken wat ze willen. Dat blijft echter achterwege en dat is mijn bezwaar. De locale overheden worden nu wel tot allerlei ad hoc-oplossingen gedwongen, afhankelijk van een paar ton.) Nou't wy ien kear yn dizze sitewaesje sitte en dizze mooglikheit him wol foardocht en dy oare net, bin ik der dochs in foarstan- ner fan om dizze mooglikheit wol ta to passen. Op himsels hat dizze mooglikheit fansels ek in gewel- dich sosiael effekt. De hear Meijerhof hat sein dat der gjin nije arbeidsplakken makke wurde en dêr hat hy gelyk oan. De wurkleazens wurdt der lykwols wol minder troch, of hy moat fan bitinken wêze 39 dat minsken dy't mei 62 jier mei pensioen geane wurkleas hite moatte. Dizze minsken binne net wurk- leas, fyn ik. Oare minsken kinne troch dizze maetregel wer oan bar komme. It is spitich dat it net foar alle tsien minsken kin hwat it aspekt fan de wurkgelegenheit oanbilanget. Foar sawn minsken jildt it wol en dat is altiten wer bilangryk. It giet net om dizze getallen op himsels - foar in part fansels wol -, mar ik fyn it bilangrykste dat dizze minsken mei 62 jier mei pensioen gean kinne. Dizze moog likheit docht him foar. Ik haw ek gjin inkelde reden om myn moasje op dit stuit yn to luken. Dat soe ek net fan my forwachte wurde, nim ik oan. De moasje wurdt gewoan hanthavene'. De heer Bijkersma: Aan de woorden van wethouder Eijgelaar heb ik niets meer toe te voegen. De voorzitter is echter nog ingegaan op mijn argumentatie betreffende de NV-vorm. Er is indertijd geko zen voor deze vorm en men kan daar nu niet meer omheen. Het is consequent om de dingen, die uit de NV-vorm volgen, te accepteren. (De heer Ten Brug (weth.): Het is een NV met artikel 31 Ik heb gezegd dat de slagvaardigheid van het beleid van een NV een vervroegde pensionering aanvaardt. Dit was de argumentatie op grond waarvan deze regeling volgens mij in de NV-vorm van nu past. Ik ben ervan overtuigd dat, als de minister een aanslag wil doen op de winsten van nutsbedrijven in deze of in een andere vorm, gezegd zal worden dat het om een NV gaat en niet om een overheidsinstelling. U zult dan weer de NV-vorm volgen. Als de voorzitter zegt dat de regelingen in alle opzichten ge lijk moeten worden toegepast, dan wil ik even teruggrijpen op iets dat onlangs is gebeurd. Ik heb de voorzitter op emotionele wijze een voorstel tot handhaving van de autokostenvergoeding voor ambte naren horen verdedigen, die afweek van de rijksregeling. Naar mijn mening kunnen wij dan ook wel afwijken van een bepaalde regeling. (De Voorzitter: Toen wilde ik graag consequent zijn, maar die kans kreeg ik niet.) Ik vond de opmerking van mevrouw Van der Werf niet zakelijk en ik wil daar niets meer van zeg gen. De Voorzitter: Ik neem aan dat wij de discussie wel kunnen besluiten. Ik breng dan de motie van de heer Jansma in stemming. De motie van de heren Jansma en Visser wordt bij handopsteken aangenomen met 26 tegen 10 stem men De Voorzitter: Het voorstel van b. en w. hoeft na het aannemen van deze motie niet meer in stem ming gebracht te worden. Punt 33(bijlage no. 251). De Voorzitter: Voor dit punt wordt de raad voorgesteld de brief van de heer Bosveld, die tijdelijk was benoemd als leraar aan de Akademie voor Beeldend Kunstonderwijs Vredeman de Vries, voor ken nisgeving aan te nemen. Indien u het hiermee eens bent, gaat u dus akkoord met het door de bestuurs commissie in deze gevoerde beleid. De Raad stemt hiermee in. Punt 34(bijlage no. 232). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 35 (bijlage no. 258). Gemeentebegroting, punt 15. De Voorzitter: Op de bladzijden 8 en 9 van deze bijlage staat iets twee keer. U moet schrappen datgene wat onder punt 15 staat. Dit staat namelijk ook al onder punt 14. Verder moet in punt 4, op bladzijde 4 van bijlage no. 258, een wijziging worden opgenomen als gevolg van het feit dat u akkoord bent gegaan met een wijziging in het besluit behorende bij punt 18 van de agenda van vanavond. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gecorrigeerde en gewij zigde voorstel van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 20