18 stadsvernieuwingsproces in Oldegalileën en Schil-Oost. De raadsbrief is wat dat betreft zeer duide lijk. De gesprekken met vertegenwoordigers uit de provinciale Stadsvernieuwingscommissie zijn zeer duidelijk geweest. De uitspraken die de raad nu gedaan heeft zijn ook zeer duidelijk. Ik geloof dan ook dat wij er een zeker vertrouwen in moeten hebben dat deze stemmen doorklinken tot degenen die het advies aan de minister uitbrengen. Wij willen, als zich de gelegenheid voordoet, echt nog wei eens proberen het geluid nog een ietsje te versterken. Een vraag was ook wat de inspraak nog voor zin heeft. Ik heb hierover al vaker gesproken, ik zal het nu nog eens herhalen. In Oldegalileën is het plan het verst gevorderd en daar liggen de bestem mingen het meest vast. In de drie stadsvernieuwingsgebieden, die wij gaan aanwijzen, fungeren de plannen als structuurplannen die door de gemeente zijn vastgesteld. Binnen die structuurplannen zit uiteraard enig wisselgeld. Bij de uitvoeringsplannen kan men tot de conclusie komen dat het beter an ders kan dan zoals ergens in een motivering staat. Die mogelijkheid blijft aanwezig. De beperking is alleen dat het ongeveer in het kader van de aangegeven financiële mogelijkheden, zoals in de bere kening van de stukken staat, moet passen. Enig wisselgeld zit waarschijnlijk ook in die financiële op somming verborgen, zij het dat een verandering die minder kost altijd gemakkelijker te bepleiten is dan een verandering die meer kost. De minister heeft echter nadrukkelijk gezegd dat niet uit te slui ten, tenzij alle veranderingen die wij op een gegeven ogenblik te berde brengen een verhoging tot gevolg hebben," want dan wordt zijn argwaan enigszins gewekt. In dit verband wil ik nog iets opmerken over de verkeersstructuurDe hoofdverkeersstructuur moet behoorlijk hard zijn voor de raad, want de raad heeft zich hierover aan alle kanten laten voorlichten. Er zijn veel beschouwingen aan gewijd en er liggen uitgebreide berekeningen aan ten grondslag. Uit eindelijk heeft de raad vorig jaar gekozen voor een verkeersstructuur in de gehele stad, hij heeft via amendementen gekozen voor een verkeersstructuur in Schil-Oost en dat betekent dat hij toch in be langrijke mate gebonden is aan zijn eigen beslissingen. Hoe de verkeersstructuur binnen de wijken, de buurten, moet worden ingevuld, moet een kwestie van overleg zijn tussen de wijk en de plannen makers. Een en ander kan door de raad in een bepaalde vorm geaccepteerd of veranderd worden, mits dat niet in strijd is met de hoofdstructuur die men heeft aanvaard. Als de hoofdstructuur weer discuta bel wordt gesteld, betekent dit dat de vastigheden, die ten aanzien van het beleid in het Verkeers- structuurplan zijn aangegeven, weer op losse schroeven komen te staan. Dat betekent dat onze ambte lijke medewerkers weer in het luchtledige gaan fietsen en grote moeite hebben om met voorstellen bij b. en w. en bij de raad te komen. De functie van de Goudenregenstraat is nadrukkelijk door de raad vastgesteld, namelijk verkeer van auto's, bussen, fietsen en voetgangers. Deze functies zullen dan ook hun plaats in de Goudenre genstraat moeten vinden. Met de studies hoe dat het beste zal kunnen is nog maar een begin gemaakt. Een en ander zal nog nader gedetailleerd moeten worden. Alternatieven zullen tegen elkaar moeten worden afgewogen. Uiteraard is een oplossing waarbij bomen en tuinen gespaard kunnen worden in be paalde opzichten aantrekkelijker dan een oplossing waarbij dit niet het geval is. Over al deze zaken zal de raad op het passende moment detailstudies ontvangen. Dat zal niet zo lang meer duren, want die detailstudies zullen ook in het definitieve bestemmingsplan zo goed mogelijk moeten worden ver woord c.q. getekend. De lijnen, die nu in het plan staan, zijn echter hoogstens het resultaat van een eerste studie en zijn op dit moment niet bindend. Ik dacht dat ik hiermee de belangrijkste punten heb afgewerkt. Dan komen nu de meer detaillistische punten aan de orde. Met betrekking tot de bebouwingsdichtheid van de Gemeentewerf staat een duidelijk uitgangspunt in de raadsbrief. Ik heb in de Commissie Ruimtelijke Ordening meegedeeld dat de architect, die door Beter Wonen is aangewezen, met zijn visie bij b. en w. komt zodra hij enig zicht heeft over de ver werking van de aandachtspunten die de Commissie RO mee heeft aangedragen. Via b. en w. komt een en ander dan weer in de Commissie ROPas dan wordt er verder gepraat over de uitvoering van het plan. Wat er nu staat is een globale aanduiding. De raadsbrief geeft dan ook aan: circa 100 woningen. Dan de financiële problemen van de Gemeentewerf. Wij zullen met de minister en zijn vertegenwoor digers hard vechten voor het feit dat hij ons moet behandelen als een particulier bedrijf. Wij willen de Gemeentewerf namelijk niet uit een oogpunt van het functioneren ervan op een andere plaats heb ben, ons voorstel tot verplaatsing is er enkel op gericht om versterking te geven aan het functioneren van de woonwijk. Wanneer de minister niet wil ingaan op onze suggestie om tot een volledige vergoe ding op basis van verplaatsing te komen, dan ontstaat er een nieuwe situatie. Op dat moment zullen b. en w. zich erop moeten beraden hoe een en ander verder moet worden aangepakt. Het lijkt mij niet goed om op dit moment een oplossing te suggereren, welke die dan ook mag zijn. Dat is niet in het belang van het standpunt dat wij op dit moment met honderd procent overtuigingskracht aan de minister aanreiken. Er is gevraagd naar de garanties voor de 60-40-verhouding en wat er gebeurt wanneer de minister 19 niet alles accepteert. Wanneer de minister bepaalde dingen niet wil subsidiëren, dan zullen wij onze plannen opnieuw moeten bezien. Het is een onmogelijke zaak voor ons om voor Schil-Oost zonder meer te zeggen dat wij 40% van de bijna 100 miljoen gulden, die als saldo overblijft, voor onze re kening nemen. Ten opzichte van de andere gebieden is dat een last die de gemeente echt niet kan dragen. Wanneer inderdaad een vrij groot aantal objecten uit de plannen niet geaccepteerd wordt, dan zullen wij ons er op dat moment op moeten bezinnen hoe wij ten opzichte van planwijzigingen zullen staan. In het programma van eisen met betrekking tot Achter de Hoven-Vegelin staat onder punt 8: "in of op de plaats van de boerderij aan de Achter de Hoven dient een buurthuis(accommodatie) te worden gerealiseerd. De wijk zou graag willen dat u het een nog sterker accent gaf. Voor het woordje "dient" kunnen nog andere woorden gekozen worden, maar ik dacht dat wij dit woord voorlopig, als een ern stige wens van de wijk, maar moeten laten staan. Wij hebben deze wens van de wijk niet vertaald met "moet". Wij hebben deze wens echter wel als een zware wens opgevat en daarom staat er "dient". Het is niet juist als men zegt dat er niet met de eigenaar gesproken is, er is al meerdere malen met hem van gedachten gewisseld. Wij hebben een gentleman's agreement met de eigenaar over een aantal punten die hem en ons aangaan en die op verschillende gebieden betrekking hebben. De heer De Beer stelt een vraag met betrekking tot het kaatsveld. Bij de detaillering moet mijns inziens maar tevoorschijn komen hoe een en ander het best gedaan kan worden. Vanuit de onderwijs wereld zijn er sterke verlangens om de kleuterschool en de lagere school te combineren tot een basis school. Dat is een onderwijskundig belang, waarschijnlijk van de eerste orde, dat tegen andere zaken afgewogen moet worden. Als de Van Sytzamaschool gesloopt wordt, is de ruimte die daar vrijkomt mis schien een heel nuttige aanvulling op de ruimte die in het dichtst bebouwde gedeelte van de wijk ge vraagd wordt. Ik vind dan ook dat men voorlopig maar op die toer verder moet gaan. Er is gevraagd naar de garanties ten opzichte van gebieden buiten het ISR-gebied. Garanties is een zwaar woord. Het is echter duidelijk wel de bedoeling om in Huizum-Bornia, in de Hollanderwijk en in Huizum-Dorp voortvarend door te gaan. Er zijn een aantal zaken, waar ook het rijk bij betrok ken is, die nog opgelost moeten worden. Sommige objecten zijn namelijk nog niet subsidiabel ver klaard. Dat geld moet uit de niet-ISR-pot komen. Wij kunnen echter niet al die objecten uit onze eigen beurs betalen, maar wij zullen in die gebieden een groter aandeel zelf moeten betalen dan in de gebieden die als ISR-gebied worden aangewezen. Zodra de uitvoeringsplannen bij ons zijn, zullen wij moeten overwegen wat de consequenties zijn van het financiële beleid ten opzichte van die gebie den. Eerst moeten de plannen worden gemaakt, die plannen moeten financieel worden vertaald en dan zullen er beslissingen moeten worden genomen. Gelden voor gebieden die door het rijk niet als ISR-gebied worden aangewezen, zullen in principe uit de pot, die wij daarvoor beschikbaar hebben, moeten ko men. De raad kan hierover echter op het moment dat de plannen klaar zijn, beslissen. De heer Van der Wal noemt de mogelijkheid om grotere woningen in de Vegelinwijk te creëren. Ik dacht niet dat wij alle ijzers in het vuur kunnen houden. Wij streven er heel sterk naar - het staat ook heel nadrukkelijk in de raadsbrief - om de bestaande bebouwing te verbeteren. Dat betekent dat ook de uitgangspunten duidelijk geformuleerd moeten worden. Het zijn kleine woningen, die dus ook een bestemming moeten krijgen die overeenkomt met de oppervlakte en daar in ieder geval niet mee in strijd is. Duidelijk moet worden gesteld - hierover moet geen misverstand bestaan - dat de rehabili tatie van de woningen wordt gezocht binnen het casco. Dat sommige woningen al uitgebouwd zijn, zal straks wel complicaties met zich meebrengen. Wij zullen moeten bekijken hoe wij daar een oplossing voor kunnen vinden. In feite zou de achteringang van alle woningen weer via een pad bereikbaar moe ten zijn. Wanneer van twee woningen één woning moet worden gemaakt, dan ontstaat die niet door twee achter elkaar gelegen woningen met elkaar te combineren, maar dan zullen twee naast elkaar gelegen woningen eventueel met elkaar gecombineerd moeten worden. Er is een opmerking gemaakt over het 1%-budget voor Friesland. Het gaat hier om geruchten. Voor de ISR-gebieden zal het beleid naar ik dacht royaler zijn. De minister aanvaardt in principe niet al leen dat in acht jaar de woonomgeving wordt verbeterd, maar ook - hij heeft uitdrukkelijk gevraagd om hiervoor bedragen te noemen - dat in de ISR-gebieden in acht jaar tijd renovatie van alle woningen moet plaatsvinden. Dat zal bij de ene woning gemakkelijker zijn dan bij de andere. Bij het eigen wo- ningbezit spreekt namelijk ook de eigenaar zijn woordje mee. Het is ook afhankelijk van eventuele ver anderingen die er binnen de structuur van de wijk moeten komen in verband met groenvoorzieningen en parkeren. Hierover kunnen ook weieens strubbelingen ontstaan. De heer Miedema lanceert het idee om eerder te denken aan het aanbieden van vervangende woonruimte - ook aan bezitters van eigen wonin gen - dan aan het uitkopen van betrokkenen. Ik vind dit een mogelijkheid die wij eens ernstig moeten bekijken. Ik ben het met degenen die het drama Blok Zwart hebben meegemaakt eens dat dat een ope ratie is geweest die bepaald niet aangenaam was. Als wij de eigenaren van de aan te kopen woningen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 10