6 Punt 4(bijlage no. 295). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het advies van de Commissie van advies inzake beroep schriften ingevolge de Bouwverordening. De Voorzitter: Wij danken de heer Keuning hartelijk voor het feit dat hij hier vanavond aanwezig wilde zijn De heer Keuning verlaat hierna de vergadering. Punt 5 (bijlage no. 255). De Voorzitter: In de vorige vergadering staakten de stemmen met betrekking tot het eerste deel van de motie die door mevrouw Zondag-Demes en de heer Heere was ingediend naar aanleiding van het Kinderdagverblijf. Het tweede deel van de motie is toen door het college overgenomen. Voor de goede orde herhaal ik nog even deel 1.1 van de motie waar nu opnieuw over gestemd moet worden: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op dinsdag 5 juni 1979, beraadslagend over raadsvoorstel bijlage no. 255, beleidsuitgangspunten ten behoeve van het plan en programma in het kader van de Rijksbijdrageregeling Kinderdagverblijven, gelet op het voorstel van b. en w. van 23 mei 1979, gehoord de discussies, besluit: I. dat bij het opstellen van het plan 1980-1984 en het program 1980 in het kader van de Rijksbijdrage regeling Kinderdagverblijven de volgende beleidsuitgangspunten en randvoorwaarden zullen gelden: 1 het toelatingsbeleid a. de plaatsingsmogelijkheden van kinderen, voor wie en voor wier ouder(s) het gebruik van het Kinderdagverblijf pure noodzaak is, dienen zoveel mogelijk gegarandeerd te worden. b. vervolgens zal rekening worden gehouden met factoren als het zich bevinden in een maatschap pelijke achterstandssituatie en een pedagogisch verantwoorde groepssamenstelling. c. in het plan zullen de nader uitgewerkte criteria opgenomen worden. Deel 1.1 van de motie van mevrouw Zondag—Demes en de heer Heere wordt bij handopsteken ver worpen met 19 tegen 15 stemmen. De Voorzitter: Ik breng nu het voorstel van b. en w. in stemming met inachtneming van het over genomen gedeelte van de motie van mevrouw Zondag en de heer Heere. De hear Miedema: Ik soe graech in foorstel fan oarder dwaen wolle. Ik soe it op priis stelle dat dit bislüt yn twa dielen oan de oarder steld wurdt, earst diel I en dan de dielen II en III. Wy hawwe nammentlik biswieren tsjin it totale bislüt, mar oan de dielen II en III soenen wy üs stipe wol jaen wol Ie De Voorzitter: Formeel kan dit eigenlijk niet, want als er één gedeelte afgewezen wordt, dan staat het besluit niet meer recht overeind. Maar goed, als u die "schoonheidsfout" wilt aanvaarden, dan splitsen wij het besluit in twee gedeelten. Ik denk trouwens dat het resultaat wel ongeveer het zelfde zal zijn. Deel I van het voorstel van b. en w. wordt bij handopsteken aangenomen met 23 tegen 11 stem men met inachtneming van het overgenomen deel 1.2 van de motie van mevrouw Zondag-Demes en de heer Heere en met inachtneming van de toezeggingen van wethouder De Pree. Deel II en III van het voorstel van b. en w. worden met algemene stemmen aangenomen. Punten 6 t.e.m. 10 (bijlagen nos. 309, 260, 280, 261 en 307). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 11 (bijlage no. 270). De heer Schaafsma: Wij willen graag de aantekening hebben dat wij tegen dit besluit zijn. 7 Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat mevrouw M.A.D. Waal kens en de heren J. de Beer en J. Schaafsma wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punten 12 t.e.m. 15 (bijlage nos. 268, 262, 263 en 293). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 16 (bijlage no. 299). De heer Buising. Vanaf het moment dat bekend werd dat Leeuwarden bij de gemeenten hoorde die onder de werking van de Interim-Saldoregeling worden gebracht, is er bijna onmogelijk veel werk gedaan om de zaak zo ver rond te krijgen als die nu is. Daarbij waren ook erg veel mensen betrokken: nbtenaren, leden van het college, vooral ook de bewoners van de wijken - waar het meer speciaal m gaat - en in dit stadium de raadsleden. Al deze mensen, vooral de eerste drie categorieën die ik noemde, verdienen onze dank en ons respect voor wat zij in zo'n korte tijd hebben gepresteerd. Ik stel er prijs op dat respect en die dank namens onze fractie onder woorden te brengen. Om de zaak zo ver te krijgen als die nu is, zei ik zoeven. Dat is natuurlijk niet zo heel ver. In :eite moet de strijd om de stadsvernieuwing in Leeuwarden nog beginnen. Hij begint nadat de beslis singen, die over deze zaken door de raad genomen moeten worden, bekend zijn. Ik zal nu een poging doen duidelijk te maken door welke overwegingen de fractie van de Partij van de Arbeid in deze raad zich laat leiden bij het nemen van deze beslissingen. Stadsvernieuwing behoort te worden beschouwd als een zeer essentieel stuk welzijn, waarin beslist de een of andere stedebouwkundige structuur dlleen de grondslag van het denken mag zijn. Wat de grondslag van dat denken dan wel moet zijn en waar de Partij van de Arbeid in Leeuwarden zich de laatste jaren ook duidelijk over heeft uitgesproken - onder andere in haar verkiezingsprogramma's - naar de mening van onze fractie in grote lijnen terug te vinden in de diverse stukken en nota's die op dit moment aan de orde zijn. De essentie daarvan kan misschien worden geformuleerd door te zeg gen dat wordt uitgegaan van behoud en herstel en dat, zoals in de raadsbrief staat, slechts daar sane ring mag worden toegepast, waar dit noodzakelijk is op grond van bouw- en woontechnische gebreken en ter verbetering van de woonomgeving. De PvdA-fractie in deze raad staat daar onvoorwaardelijk iter en het komt ons dan ook als zeer belangrijk voor dat deze standpuntbepaling van de zijde van Het college zo duidelijk en ondubbelzinnig in de diverse stukken tot uiting komt. U begrijpt dat onze :actie het dus over het principe volkomen met het college eens is. Overigens moeten wij ons geen al te grote illusies maken over de kans van slagen van onze plan nen, want wij weten immers dat het uitbreiden van het aantal ISR-gemeenten niet gepaard is gegaan het vergroten van de financiële mogelijkheden. Budgettair neutraal, zei vorige week iemand in de fractie. Dat is het eigenlijk alleen maar in theorie, want zelfs dat zou toch een eventueel beschei- n verhoging van de middelen met zich mee moeten brengen, als het aantal deelnemers aan de rege- ing toeneemt. Maar dat is niet het geval. Immers, de bedragen voor in 1979 aan te gane verplichtin gen zullen op belangrijke posten, waaronder ook de Interim-Saldoregeling, in niet onbelangrijke mate dalen ten opzichte van 1978. Met andere woorden, de beschikbare middelen, ook die voor Leeuwar- den, staan dus zwaar op de tocht. Dit mogen wij als raad niet uit het oog verliezen, want het gevaar dat er verwachtingen worden gewekt is levensgroot aanwezig. Het is natuurlijk heel gemakkelijk om vanavond uit te spreken: Wij staan achter behoud en herstel en wij willen niet dat er bij voorbeeld in Achter de Hoven-Vegelin wordt gebroken. Als wij onze plan nen echter niet of maar voor een deel gefinancierd krijgen, dan zou zo'n klap het ergst worden gevoeld n die wijken waar de nood nu al het grootst is en waar men, vergeleken met andere wijken, het langst in onzekerheid heeft verkeerd. Voor Achter de Hoven-Vegelin, waar de afgelopen jaren alleen de In standhoudingsregeling van toepassing was en welke wijk bij wijze van spreken het verst is gevorderd de richting van het verval, zou niet-aanwijzen als ISR-gebied zonder meer een ramp betekenen, 'och is de kans dat dit gebeurt verre van denkbeeldig. Er is nog iets. Ik denk dan aan het overleg - of misschien is het woord "strijd" weer beter op zijn I iats - dat moet worden gevoerd met die hogere overheden die zich, eerder dan de minister, met on- ze plannen zullen hebben bemoeid. Hierbij doel ik dan op de provinciale Stadsvernieuwingscommissie, nieuwe element dat ingevolge het wetsontwerp op de stadsvernieuwing Gedeputeerde Staten moet adviseren. Deze commissie - de raadsbrief zegt het toch min of meer duidelijk - stelt zich nogal gere serveerd op, vooral ten opzichte van bepaalde gebieden die wij graag onder onze plannen zien vallen, raadsbrief verlangt ook een duidelijke uitspraak van de raad op dit punt, als een extra argument in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 4