15 14 "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 juni 1979, besluit dat bij het ontwerpen van de uitvoeringsplannen in het gebied Schil-Oost ernaar gestreefd dient te worden de verkeersluwe woongebieden de status van woonerf te geven. Het is duidelijk niet de bedoeling dat ieder verkeersluw gebied, hoe dan ook, tot woonerf verhe ven moet worden. Met deze motie willen wij bereiken dat men uitgaat van de woonerfstatus en dat men met duidelijke argumenten komt waarom die op bepaalde plaatsen niet kan worden toegepast. De mo tie is mede-ondertekend door mijn fractiegenote. Met betrekking tot het Molenpad is door de vorige sprekers ook al gewezen op de noodzaak van speel- en groenvoorzieningen. Hêt aangewezen terrein daarvoor is het terrein van de voormalige Am bachtsschool. Het college stelt voor dit terrein niet voor één functie maar voor drie functies te bestem men, namelijk voor speel- en groenvoorzieningen, voor een buurtvoorziening en voor een onderwijs- vooiziening. Wij kunnen daarmee akkoord gaan. Wij zijn van mening dat er één school moet komen. A| eerder is het idee naar voren gekomen om die school in twee verdiepingen te bouwen en het school plein te koppelen aan de speel- en groenvoorzieningen. Hoofduitgangspunt blijft voor ons de speel- en groenvoorziening op dat terrein. Ik zou dan ook graag van de wethouder horen dat de hoofdfunctie van het oude Ambachtsschoolterrein spelen en groen blijft. Dan Achter de Hoven-VegelinHierbij wordt opgemerkt dat de bebouwing tussen de huizen in de Vegelindwarsstraten moet verdwijnen om een achterom en bergruimte te creëren en om licht- en lucht- toetreding te bewerkstelligen. Ik vind dit, eerlijk gezegd, als een te hard standpunt opgenomen. In de Vegelinwijk zijn nogal wat tussenerven bebouwd, soms op een heel goede manier. Ik vraag mij ook af of het ooit mogelijk is om daar een achterom te creëren, want de ruimte is wel erg nauw. Bovendien is dan de mogelijkheid niet meer aanwezig om, vanwege de sociale opbouw van die wijk, grotere wo ningen te creëren door juist wel het tussenerf te bebouwen en in enkele gevallen van twee woningen één woning te maken. Het zijn mogelijkheden die op zich best door de bewoners en vanuit sociale mo tieven ter sprake zouden kunnen worden gebracht. Met dit strenger standpunt van de gemeente worden die mogelijkheden echter om zeep geholpen en dat vind ik jammer. Met betrekking tot het kaatsveld heeft de wethouder in de Commissie RO gezegd dat het op het ogenblik nog geen hard punt is dat op die plaats beslist een kaatsveld moet komen en dat er nog ruimte is binnen het kader van het overleg in de wijk om er eventueel andere, betere, oplossingen voor te vinden. Aan die toezegging houden wij de we)houder en ik zal dan ook niet verder op dit punt ingaan. Met het plan Oldegalileën is iets anders aan de hand, want dit is geen structuurplan, maar voor dit gebied zijn al uitvoeringsplannen klaar. In de laatste vergadering van de Commissie RO hebben wij een mapje met kaarten gekregen, waarbij ook al een ontwerp-bestemmingsplan voor Oldegalileën zat. Ontwerp-bestemmingsplannen hebben nogal de neiging om bepaalde zaken behoorlijk vast te leg gen. Dat is natuurlijk ook de bedoeling van bestemmingsplannen. Ik kom dan bij de Goudenregenstraat. In eerdere instanties heb ik ook steeds zo gereageerd als de heer Miedema doet, zo van: Wij hebben tegen het Verkeersstructuurplan gestemd, dat is echter door de raad aangenomen, in het hoofdstructuur plan is aan de Goudenregenstraat een functie toegekend en hoe het nu precies met de profilering van die weg moet, nou, dat komt later weieens in commissies en zo. Als je nu het ontwerp-bestemmings plan erbij pakt, dan staat het wegprofiel van de Goudenregenstraat tot op de decimeter nauwkeurig aangegeven, compleet met fietsstroken, tussenbermen, parkeerstroken enz. Dat heeft mij van gedach ten doen veranderen, want er is wel degelijk sprake van het nu al vastleggen van het profiel van de Goudenregenstraat. Er zijn door de bewoners al legio bezwaren aangevoerd, ook vanavond nog, maai dan in de vorm van een roos. Ik vind de roos erg mooi, maar ik begrijp de koppeling met de Gouden regenstraat niet zo goed, ik had eerder goudenregens verwacht. (Stem: Die zijn al uitgebloeid.) Dat is dan jammer en bovendien zijn ze giftig, geloof ik. Als ik de kaart die bij het ontwerp-bestemmings plan hoort goed interpreteer, dan is de vrees van de bewoners dat bij aanneming van deze plannen het profiel van de Goudenregenstraat wordt vastgelegd zeer reëel. Als je de maten van deze kaart neemt, dan is het zo dat de huidige bomenrijen moeten verdwijnen. De bomen, die al behoorlijk volwassen zijn, zouden moeten worden verplaatst. Dat kan met deze bomen niet, dus moeten ze worden gekapt en moeten er nieuwe worden geplaatst, hetgeen betekent dat de Goudenregenstraat wat zijn bebossing en zijn groenvoorziening betreft van vorenaf aan kan beginnen. Dat is één argument. Daarnaast loopt er in de discussienota Fietspadenplan een fietsroute door de Goudenregenstraat. In het wegprofiel, zo als het hier staat, is deze fietsroute een fietsstrookje aan beide kanten geworden, dat gekruist wordt door parkerende auto's. Er is mij verteld dat er recentelijk, in verband met het Wegenverkeersregle ment, besluiten zijn gemaakt die dat verbieden. Kortom, het profiel met fietsroute en bomen, zoals het in het ontwerp-bestemmingsplan getekend staat, kan om diverse redenen zo niet gerealiseerd wor den. Ik heb daarom een motie gemaakt, die luidt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 25 juni 1979, besluit dat het toe komstig wegprofiel van de Goudenregenstraat, zoals dat staat aangegeven op de tekening van het ont werp-bestemmingsplan Oldegalileën (tek. no. 15-44), onderwerp van nadere studie zal zijn, in nauw overleg met de bewoners van de Goudenregenstraat, waarbij er vanuit dient te worden gegaan dat de huidige voortuinen en bomen zullen worden gehandhaafd en rekening dient te worden gehouden met de eisen die worden gesteld bij de aanleg van de voorgestelde fietsroute. Ook deze motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenote. Resumerend wil ik zeggen dat het als negatief opgevat kan worden dat de gouden koorden vanuit Den Haag strakker worden aangetrokken. Wij dreigen als gemeente behoorlijk veel beleidsvrijheid in te leveren, terwijl het steeds onzekerder wordt of daar een voldoende financiële vergoeding tegenover staat. Ook de interpretatie van "sober" en "doelmatig" moet nog blijken. Voor zover mijn inlichtingen strekken wordt dat in de eerste plaats gedaan door de provinciale directie en de ervaringen wijzen erop dat die dat nogal strak interpreteert. Ook dat is dus een onzeker punt. Positief blijft dat er een enorme versnelling in de planuitvoering kan optreden. Al met al is het dan ook daarom dat wij, zij het aarze lend, akkoord gaan met de Interim-Saldoregeling zoals die hier is voorgesteld. Toch blijft het hand haven van de bestaande woonbebouwing voor ons een hard punt c.q. breekpunt. Er zal in het vervolg zeker meer tijd en aandacht aan de bewonersinspraak moeten worden gewijd. Ten slotte wil ik nog voorstellen om na twee jaar - dat lijkt mij een redelijke periode - de effec ten en de resultaten van de Interim-Saldoregeling te bekijken, waarbij de voor- en nadelen duidelijk tegen elkaar kunnen worden afgewogen. Mevrouw De Jong: Ook ik wil beginnen met mijn bewondering en respect uit te spreken aan het adres van de opstellers van de rapporten. Lang heeft de gemeente Leeuwarden moeten vechten om voor de Interim-Saldoregeling in aanmerking te komen. Ik meen dat er alle reden is om er blij mee te zijn dat deze rijksregeling nu ook op Leeuwarden van toepassing is verklaard, ondanks het feit dat ik be sef dat er ook nadelen kleven aan deze regeling. Andere subsidiemogelijkheden dreigen te worden be perkt en wij moeten een stuk autonomie prijsgeven. Ook ik heb grote moeite met de zware stem die de provinciale Stadsvernieuwingscommissie in de Leeuwarder plannen krijgt. Daar staat tegenover dat wij grote gebieden, zoals Oldegalileën, Cambuursterpad, Molenpad en Achter de Hoven-Vegelin, kun nen aanpakken. In de raadsbrief stelt u dat sanering voor met name de Vegelinwijk tegen de wens van de bevolking in gaat en dat het besluit tot sanering naar uw oordeel daardoor op gespannen voet staat met de ISR. Ik onderschrijf in deze het collegestandpunt van harte. Duidelijk is hier niet voor wonin gen maar voor bewoners gekozen. Alleen afbraak van woningen, als ze door bouwtechnische proble men niet verbeterd kunnen worden. De dan vrijkomende ruimte kan dan dienen voor de verbetering van de woonomgeving. Dit zijn uitgangspunten waarmee ik mij volledig kan verenigen. Dat door de stroomversnelling de inspraak met de burgers niet optimaal is geweest, valt te betreu ren. Ik meen echter dat van gemeentewege alle moeite is gedaan die gedaan kon worden. De toezeg ging dat inspraak meer inhoud zal krijgen bij het gereedmaken van de concrete uitvoeringsplannen, juich ik dan ook van harte toe. De bezwaren van de bewoners van de Goudenregenstraat tegen het plan hun straat een belangrijke verkeersfunctie te geven, vinden bij mij begrip. Zonder het aangeno men Verkeersstructuurplan geweld te willen aandoen, wil ik toch met klem vragen te bekijken of, na bij voorbeeld doortrekking van de Rengerslaan, verkeersontlasting voor de Goudenregenstraat mogelijk is. De bewoners van de Goudenregenstraat vrezen niet alleen een toename van het verkeer, maar ook dat door herprofilering van het wegdek de bomenrijen die hun straat zo beeldbepalend maken geveld moeten worden. Ik wil in deze de motie van PAL dan ook ondersteunen. Tegen de in de raadsbrief geopperde mogelijkheid dat de bewoners in de stadsvernieuwingsgebie den parkeergeld moeten betalen, wil ik mij verzetten. Andere wijken beschikken ook over parkeer voorzieningen, waarvoor door de bewoners niet behoeft te worden betaald. Wat betreft het Molenpad, ook ik ben tegen een tweede school als dat gaat ten koste van speel- en groenvoorzieningen. De suggestie die de Partij van de Arbeid doet om een school in twee lagen te bouwen, zou ik graag onderzocht willen zien. De heer De Jong: Na de woorden die onze fractievoorzitter namens zijn fractie heeft gesproken, wil ik nog enkele detailpunten noemen waar wij de aandacht op willen vestigen. Wat betreft het Cambuursterpad blijven wij de uitwerking afwachten, zoals u die noemt op de blad zijden 38 en 39 van het rapport, waar nadere doelstellingen en een programma van eisen worden opge somd. Wij vertrouwen erop dat ook de aanbevelingen, die de bewoners hebben uitgesproken en die te vinden zijn op bladzijde 37 van dit rapport, in het plan kunnen worden verwerkt. Een gebied met een grote verscheidenheid aan functies is het gebied Molenpad. Niet voor niets hebt u dit gebied zelf al gesplitst in zes deelgebieden. Voor deelgebied I stel) u een woonfunctie voor en voor het deel langs het Vliet gemengde functies. Voor de Emmakade met zijn walmuren en scheep-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 8