28 had geluid: Ik stel mij voor adressant overeenkomstig het vorenstaande te informeren." Dit dan wel onder de mededeling dat over deze aangelegenheid een discussie heeft plaatsgehad in de openbare vergade ring van de raad van heden. Dit moet wel, want de betrokkenen hebben zich tot de raad gewend. Wij moeten dus wel vermelden dat er in de raad over hun brief is gediscussieerd. Ik stel mij voor deze wijziging aan te brengen. Mevrouw Van der Werf heeft gevraagd naar de consequenties van het gebeuren en naar de maatre gelen die wij denken te nemen. Ik kan daar op dit moment geen antwoord op geven. Nadat er een on derzoek is ingesteld door de rijksrecherche, zijn door een aantal leden van de groep, die daar heeft ge demonstreerd en brand heeft gesticht, klachten ingediend bij de hoofdofficier van justitie. In de raads- brief staat ook dat, zoals gebruikelijk is na klachten, een onderzoek wordt ingesteld. Wij zullen de resultaten van dit onderzoek moeten afwachten. Als daaruit zal blijken dat ook mensen van de politie zich niet op een juiste wijze hebben gedragen, dan zijn er twee mogelijkheden. Er kan sprake zijn van een strafbaar feit. In dat geval treedt de officier van justitie op en zal de rechter uitmaken wat er ge beurt, niet de burgemeester. Wanneer er geen sprake is van strafbare feiten, maar wanneer uit het on derzoek zou blijken dat zodanig is opgetreden dat er disciplinaire maatregelen moeten worden genomen, dan zal ik mij daarop nader moeten beraden. Dit zal echter niet eerder gebeuren dan nadat ik de be schikking heb gekregen over het rapport. Het onderzoek is op dit moment gaande. Ik heb daarover nog geen enkele mededeling gekregen. Ik kan er dus op dit ogenblik niets van zeggen. Ik kan u wel de ver zekering geven dat de officier van justitie en ik alle aandacht schenken aan het rapport van de recher che en aan het nader onderzoek dat momenteel wordt gedaan. Ik ben graag bereid om later hierover na dere mededelingen te doen in de Commissie Openbare Orde, zodra ik nadere gegevens heb. Nogmaals, dit kan alleen betrekking hebben op de vraag of ik disciplinaire maatregelen moet nemen. Als de offi cier van justitie gaat optreden op grond van eventueel gepleegde strafbare feiten, dan kan ik daar ook alleen maar kennis van nemen. Met dit antwoord zou ik in eerste instantie willen volstaan. De heer Buising: Ik stel vast dat u op dit moment geen uitspraak van de raad vraagt over de inhoud van het preadvies. It oare is dat ik, al wie ik it eins net fan doel, dochs efkes réagearje wol op de wurden fan de hear Miedema. Ik tocht dat ik it net sa sein hie as soe üs fraksje fan miening wêze dat de oertrêddingen - as ik it efkes sa neame mei - fan de polysje swierder wêze soenen as dy fan de demonstranten. Dan hat hy my forkeard bigrepen. In oar punt is dit. Hwat men op de tillevyzje sjocht, dat sjocht men. Dus is dat net hwat oars. It is foar ynterpretaesje fetber. As de hear Miedema it mei myn ynterpretaesje net iens is, dan is dat syn goed rjocht. It punt is lykwols wol dat de bylden utstjürd binne Men hat it sjen kinnen. Dêr haw ik myn ynterpretaesje oan jown. Mevrouw Van der Werf: Ik wil nog reageren op de opmerking over het aanvragen van de vergunning voor de demonstratie. De burgemeester stelt dat, als de demonstranten vergunning hadden aangevraagd, een en ander niet zo onverwacht was ontstaan. Er zou dan zeker een officier aanwezig zijn geweest en dan was alles heel anders gegaan. Ik vraag mij dan toch af wat ik moet met het antwoord van minister Wiegel. De minister zegt namelijk dat er wel geruchten waren over de demonstratie en dat daarom een busje met politieagenten stand-by werd gehouden. Als men dergelijke geruchten hoort, dan neem ik aan dat men zich ook gaat afvragen op welke wijze zal worden opgetreden als zich onverwacht iets voor doet. Bovendien hoefden de demonstranten helemaal geen vergunning te vragen aan de gemeentepolitie van Leeuwarden, omdat zij buiten het gebied van deze gemeente waren. (De Voorzitter: Ik heb ook niet gezegd dat de vergunning in de gemeente Leeuwarden moest worden aangevraagd. Ik heb gesteld dat, als vergunning was aangevraagd, de rijkspolitie aanwezig was geweest. De vergunning had aangevraagd moeten worden in de gemeente Menaldumadeel(De heer Van der Wal: U noemde de verordening in de gemeente Leeuwarden. De demonstratie vond echter buiten onze gemeente plaats.) De heer Schaafsma had het over de brandstichting, waarmee de demonstranten duidelijk hun boekje te buiten waren gegaan. In mijn betoog heb ik geprobeerd datgene, wat de demonstranten doen en wat er bij voorbeeld op de vliegbasis gebeurt, te relativeren. Op de vliegbasis is het een heel normale zaak dat brandjes worden gesticht, waartegen dan niet wordt opgetreden. Ik vraag mij af wat bedreigender is: datgene wat op de vliegbasis gebeurt of datgene wat een handjevol demonstranten uitvoert. Maar gced, daar gaat het nu ook niet zozeer om. Het gaat vooral om de manier waarop de politie is opgetre den. Ook al stichten mensen brandjes en ook al versperren zij de weg, dan nog is voor het optreden van de politie, zoals dat is geweest, geen enkele motivatie aan te voeren. Ik heb in eerste instantie al gezegd dat het ons helemaal niet gaat om maatregelen als strafvervol ging van of disciplinaire maatregelen tegen individuele agenten, hetgeen waarschijnlijk het gevolg kan 29 zijn van het onderzoek dat nu plaatsvindt. Er is al een onderzoek geweest van de rijksrecherche. Op grond van dat onderzoek heeft de burgemeester een kwalificatie van het optreden van de politie ge geven. Op grond van die kwalificatie vraag ik om maatregelen. Ik denk dan bij voorbeeld aan een betere voorlichting aan de individuele agenten over de manier waarop zij in dit soort situaties dienen te handelen en aan betere instructies aan deze agenten. Misschien zijn er nog wel andere maatregelen te bedenken. De Voorzitter: Ik kan bevestigen wat de heer Buising heeft gezegd. Ik heb al gezegd dat ik mij voorstelde om de laatste zin van het preadvies te veranderen. De raad heeft een discussie gevoerd en ik vraag de raad niet om een uitspraak. De raad zou een uitspraak kunnen doen, maar ik volsta met de vermelding in het preadvies dat de raad een discussie heeft gevoerd naar aanleiding van de kwestie. Ik wil nog even iets zeggen over de vergunning. Daar mag geen misverstand over komen. Ik heb niet gezegd dat de demonstranten de vergunning bij burgemeester en wethouders van Leeuwarden had den moeten aanvragen. In Menaldumadeel geldt een zelfde soort regeling. Als de demonstranten in onze gemeente hadden willen demonstreren, dan hadden zij hier om een vergunning moeten vragen. Was het de bedoeling geweest om deze demonstratie te concentreren op de ingang van de vliegbasis, dan had de vergunning in de gemeente Menaldumadeel aangevraagd moeten worden. Ik verzeker u dat de rijkspolitie dan ook daar aanwezig was geweest. Alles had dan totaal anders uitgepakt dan nu. Ik wil u ook nog zeggen dat er natuurlijk wordt gesproken over de wijze waarop de politie onder verschillende omstandigheden optreedt. U mag daarbij dit niet vergeten. Hoe goed de voorlichting ook is, hoe goed de instructies ook zijn, wanneer er zeer onverwachte situaties ontstaan, dan loopt men het risico dat er toch iets gebeurt wat men zelf, als men het van tevoren redelijk had kunnen voorzien, anders zou hebben gedaan. (Mevrouw Van der Werf: En het verhaal van minister Wiegel dan?) Dat moet u minister Wiegel vragen. Ik ben niet verantwoordelijk voor datgene wat de heer Wiegel doet. Het gaat hier om mijn verantwoordelijkheid en om mijn aandeel in deze zaak. Ik verzeker u dat de agenten de instructies, die mevrouw Van der Werf bedoelt, kennen. Er wordt veel aandacht aan geschonken. Ik zal echter verder niet in herhaling vallen. Ik constateer dat wij hiermee de discussies kunnen afsluiten. Punt 36 (bijlage no. 346). De heer Heere: Na de uitgebreide interventies, die in deze raad en ook in de regioraad al eerder hebben plaatsgevonden over de verlenging van de samenwerking in de Regio Leeuwarden door het vast stellen van de gemeenschappelijke regeling Regio Friesland-Noord, wil ik enkele korte opmerkingen hierover maken. In de eerste plaats wil ik zeggen dat de vorm, waarin deze regeling nu is gegoten, ons tot de slot som brengt dat hier sprake is van een "lichte" regeling. Naar onze mening is dit juist. De memorie van toelichting geeft mij aanleiding tot het maken van enige concrete opmerkingen. Op bladzijde 1 van de memorie, onder algemene toelichting, staat een zinsnede die mij wat moeilijk verdedigbaar voorkomt, namelijk deze: "Een aantal van nature gemeentelijke taken komt in aanmerking voor behartiging in regionaal verband, omdat de schaal van de gemeenten voor het geheel zelfstandig behartigen van die taken ten gevolge van invloeden van buiten af te klein is geworden. Dat lijkt mij een te algemene stelling. Ik kan mij niet voorstellen dat grote en zeer grote gemeenten altijd meerdere ta ken in regionaal verband zouden moeten behartigen, omdat hun eigen schaal daar te klein voor zou zijn. Ik geloof wel dat een aantal gemeenten zo klein zijn dat er maatregelen genomen moeten worden tot schaalvergroting. Of dit nu gebeurt door middel van gemeentelijke herindeling of door middel van re gionale samenwerking, laat ik hier in het midden. Ik vind, met name vanuit de gemeente Leeuwarden gesproken, dat deze algemene stellingname toch wel wat te ver gaat. Op bladzijde 2 van de memorie komt een zinsnede voor, waarin staat dat de regio bevoegd is tot het overnemen van taken. Ik meen dat ook dit een formulering is die tot misverstand aanleiding kan ge ven. De regio alleen is nimmer bevoegd tot het overnemen van taken. Dat moet in alle duidelijkheid nog maar eens worden gezegd. Artikel 42 spreekt hierover duidelijke taal. Alleen indien de gemeenten, met zijn allen of met een bepaalde meerderheid, besluiten tot het overdragen van taken, is de regio be voegd tot het uitoefenen van die taken. Ik neem niet aan dat deze zinsnede bedoelt te zeggen dat de re gio zo'nopdracht zou kunnen weigeren, alsde regionaIe aspecten niet voldoende zouden zijn aangetoond. Vervolgens een opmerking over de positie van het regioraadslid. In de memorie wordt gesproken over de dubbele positie van het regioraadslid. Ik kan mij wel vinden in wat op bladzijde 6 staat, maar

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 15