30
ik wil er wel op aandringen dat datgene, wat daar als een algemene filosofie wordt geformuleerd, ook
inderdaad gestalte krijgt in nadere regelingen. Ik denk daarbij onder andere aan het Reglement van
orde. De opmerking, die een van de leden van deze raad zonet maakte over de interesse die regio
raadsleden vanuit deze raad behoren te ontwikkelen ten aanzien van een aantal onderwerpen, is dan
wellicht ook voldoende onderlijnd.
Voordat dit ontwerp ïer tafel lag, werden in artikel 5 onderwerpen genoemd, die voor overne
ming door de regio in aanmerking kwamen. Deze lijst van onderwerpen is tot mijn vreugde en ook tot
mijn instemming uit artikel 5 verdwenen. Nu is het wel zo dat op bladzijde 14 van de toelichting zin
sneden staan die bij mij de indruk wekken alsof met het schrappen van die reeks van mogelijkheden niet
voldoende rekening is gehouden. Er staat namelijk: "Een overdracht van bevoegdheden als in dit artikel
bedoeld, gaat gepaard met regionale uitvoering van de bijbehorende taken. De onderwerpen, waarop
deze uitvoering betrekking kan hebben, zijn genoemd in artikel 5. Dat is echter niet meer zo. Ik zou
deze zinsneden dan ook graag uit de toelichting verwijderd zien.
Verder gaat de toelichting dan nog door met het toch nog opnoemen van een aantal onderwerpen
die voor regionale uitvoering in aanmerking zouden kunren komen op grond van een enquête. Wat daar
van zij, laat ik in het midden. Ik wil daarbij echter twee opmerkingen maken. Mijn fractie vindt dat
de gemeenten zich in generlei opzicht door deze opsomming binden tot wat dan ook. Verder, meer in
het bijzonder, vinden wij dat de daarin genoemde welzijnsplanning en de politie in ieder geval niet
voor uitvoering in regionaal verband in aanmerking komen.
Op bladzijde 15 staat nog de opmerking dat de tekst van de artikelen aansluit bij het ontwerp van
wet op de gemeenschappelijke regelingen. Ik heb de indruk dat dit betrekking had op een ontwerp van
wet dat enige tijd geleden in circulatie was. Zeer recentelijk is er een nieuw ontwerp van wet versche
nen en om advies aan de diverse bestuursorganen toegestuurd. Dit nieuwe ontwerp wijkt nogal af van
het aanvankelijke ontwerp. Ik vraag mij af aan welk ontwerp de tekst van de artikelen is getoetst.
Dan nog een technische vraag over artikel 53, lid 2, waar staat: "De eerste aanwijzing van leden
van de regioraad dient binnen twee maanden na het inwerkingtreden van de regeling plaats te vinden.
Ik vraag mij af of dit klopt met het gestelde in artikel 7, lid 1 waar staat: "De leden van de regioraad
worden aangewezen voor v'er jaar. Zij treden tegelijk af enz." Ik dacht dat hier een overgangs
bepaling op zijn plaats was. Deze twee artikelen kloppen in ieder geval niet met elkaar.
De Voorzitter: De heer Heere heeft gezegd dat de regeling qua vorm een "lichte" regeling is. Dat
is inderdaad het geval. Als men spreekt over gemeenschappelijke regelingen, dan is dit een van de vor
men die wordt betiteld als een lichte regeling.
Verder heeft de heer Heere het op bladzijde 1 van de memorie van toelichting gebruiken van de
term "de schaal van de gemeenten" een te algemene stelling genoemd, 'k geef toe dat het beter ware
om bij voorbeeld te zeggen "de schaal van een aantal gemeenten". Een en ander hangt af van de ver
schillende regelingen. De ene regeling wordt gevormd door veel gemeenten van kleine schaal, de an
dere regeling door veel van grotere schaal. Het is zonder meer juist om te spreken van de schaal van
een aantal gemeenten. Wij kunnen békijken of dit nog in de tekst kan worden opgenomen. Er zijn ncme-
lijk nog enkele punten die kunnen worden aangepast.
Vervolgens heeft de heer Heere benadrukt dat de regio nimmer bevoegd is tot het overnemen van ta
ken. In de toelichting wordt duidelijk vermeld dat de regio pas bevoegd is tot overneming van taken, in
dien de gemeenten daartoe besluiten. Ik zal nagaan of dit nog aangevuld kan worden in en kan worden
meegestuurd met de formele toelichting. Dit is immers de opzet geweest en aldus is ook besloten, dat
wordt ock in de tekst bedoeld.
Ten aanzien van de vraag van de heer Heere om de algemene filosofie over de dubbele positie van
het regioraadslid in onder andere het Reglement van orde gestalte te doen krijgen, kan ik het volgende
in het algemeen zeggen. Wat in deze regeling staat, moet zo goed mogelijk gestalte krijgen, hetzij in
het Reglement van orde hetzij op andere wijze. Wij zullen daar goede nota van nemen. Op zich ben ik
het dus mer de heer Heere eens.
De heer Heere heeft zonder meer gelijk met zijn opmerking over artikel 5. Ik heb helaas nu pas ge
zien dat de redactie nog is geënt op de eerste toelichting. Een en ander is niet met elkaar in overeen
stemming en moet dus worden aangepast. Wij zullen daarvoor zorgen.
De regeling is getoetst aan de thans bestaande Wet gemeenschappelijke regelingen. Er is geen an
dere. (De heer Heere: In de toelichting staat dat de regeling is getoetst aan het ontwerp van wet.) Dan
is de regeling getoetst aan het oude ontwerp van wet. Het nieuwe ontwerp van wet is pas zeer recent
afgekomen. De regeling is getoetst aan de bestaande wet. Dat moet, want wij mogen daar niet van af
wijken. Wij hebben erop gelet dat wij niet met een nieuwe wet op de gemeenschappelijke regeling in
strijd komen, als deze nieuwe wet van toepassing zou worden verklaard. Dat zal ook nu gebeuren. Voor
31
zover ik het kan overzien, zijn de wijzigingen die nu zijn voorgesteld niet zodanig dat deze regeling
ermee in strijd zal komen. Mocht dit echter onverhoopt wel het geval zijn, dan zullen te zijner tijd
alle gemeenschappelijke regelingen moeten worden aangepast, als de nieuwe wet straks rechtskracht
krijgt. Het zal dan echter zeker niet om essentiële punten gaan.
Ik zal de vraag van de heer Heere over artikel 53, lid 2, nog even nagaan. Als een en ander tech
nisch inderdaad niet klopt, dan zeg ik hem toe dat wij dit zullen aanpassen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg
gingen van de voorzitter.
Punt 37 (bijlage no. 377)
Gemeentebegroting, punt 4.
De Voorzitter: Punt 4 op bladzijde 4, reconstructie Wilhelminaplein en omgeving, moet in verband
met een eerder deze avond genomen beslissing worden geschrapt. U zult dit de volgende keer weer te
rugvinden
Dienst voor Sociale Werkvoorziening.
De heer Schaafsma: Bovenaan op bladzijde 3 wordt gesproken over een herverdeling van taken. Dit
komt op mij over als een uitbreiding van taken. Er komt iemand bij, terwijl er op de secretarie niemand
weggaat. Hoe zit dat?
De heer De Vries (weth.): Er is een verschuiving van taken van de secretarie naar de DSW. Daar
komt dus de uitbreiding. Binnen de afdeling SZW heeft men deze functie-ruimte bitter nodig om de ta
ken aan te kunnen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van het schrap
pen van punt 4 van de Gemeentebegroting.
Punt 38 (bijlage no. 376).
Voordracht van de Raad voor Culturele Aangelegenheden:
1. de heer J. Mobach te Utrecht;
2. de heer M. Kuipers te Eindhoven.
Benoemd wordt de heer Mobach met 32 stemmen (de heer Kuipers 1 stem; 1 stem blanco).
De heren H. Jansma en J.F. Janssen vormden met de voorzitter het stembureau.
De Voorzitter sluit, om 23.20 uur, de vergadering.