8 De heer Bijkersma: Wij kunnen ons vinden in de strekking van de raadsbrief. Niettemin hebben wij nog enkele vragen over dingen die ons in eerste instantie nogal vreemd in de oren klinken. Een en ander is uitvoerig in de Commissie voor het Grondbedrijf aan de orde geweest. Het bevreemdt mij derhalve dat de CDA-fractie in deze commissie duidelijk stelling heeft genomen tegen een stichtings vorm, maar in deze vergadering haar standpunt blijkbaar heeft gewijzigd, echter zonder dit te moti veren. Ik vraag mij dan af waarom hierover in de Commissie voor het Grondbedrijf zo'n uitvoerige dis cussie moest worden gehouden. Men laat duidelijk in het verslag van die vergadering opnemen dat men I tegen een stichtingsvorm is en nu ineens wordt met deze vorm akkoord gegaan. Ik wil graag van het CDA een motivering voor deze wijziging in haar standpunt horen. In de raadsbrief wordt ingehaakt op de nota wijkcentrum CamminghaburenIk heb het gevoel dat in de nota enigszins wordt toegepraat naar de stichtingsvorm. Ik heb al gezegd dat wij het wel eens kunnen zijn met het creëren van één rechtspersoon die de zaken moet behartigen, waarbij de gemeen- I te dan als "hoedster van het algemeen belang" optreedt. Nu worden naast de stichtingsvorm ook ande re vormen genoemd, zoals de BV-vorm of de NV-vorm, de verenigingsvorm en de cobperatievormNu vraag ik mij af welke zakelijke belangen hebben gegolden voor het afwijzen van de BV- of NV-vorm. I Als motivering voor de stichtingsvorm wordt gezegd dat de stichting later de zaken voort kan zetten. Nu, I dat kan ook met een BV- of een NV-vorm. Bij een BV-vorm heeft men het voordeel dat men winst kan maken en dat men verliezen in sommige jaren kan afschrijven in andere jaren. Men voldoet ook bij de BV- en NV-vorm volledig aan het centrale punt dat de gemeente de hoedster van het algemeen belang is, zoals in de raadsbrief staat. Men kan echter ook een bepaalde winst maken. Weliswaar wordt een I bepaald risico gelopen, maar waarom zullen wij geen risico nemen, terwijl wij dit wel graag aan an deren overlaten? Het risico moet aan beide zijden aanwezig zijn. Van de wethouder wil ik graag we ten welke zakelijke belangen hem hebben doen besluiten om een stichtingsvorm te adviseren boven de BV- of NV-vorm. De gemeente neemt deel in meer bedrijven die een NV-vorm hebben en die winst opleveren, hetgeen, naar achteraf blijkt, zeer nuttig blijkt te zijn. De heer Van der Wal: Mijn fractie gaat wel akkoord met de stichtingsvorm, waarvoor ten behoeve van de ontwikkeling en het beheer van dit centrum is gekozen. Volgens mij kan ook een stichting aan loopverliezen met latere opbrengsten dekken. Dit is niet iets wat alleen een NV of een BV zou kunnen. De heer Geerts heeft gesproken over een geïntegreerde opzet van het geheel. Het is dus de be doeling om een soort "wijk-binnenstadje" te maken. De vorm, die daarvoor is gekozen, lijkt ons wel goed. Wij zijn trouwens eerder al akkoord gegaan met de richtlijnen en randvoorwaarden van dit plan. Wij vinden het jammer dat, nadat aanvankelijk sprake is geweest van een prijsvraag, van het inscha kelen van een conditionerend architect en een coördinerend architect al pratende niets is overgeble ven. Architect Kuiper gaat het gewoon doen: hij doet de rest van Camrr'nghaburen en dus ook dit, sa men met de DSOMen vraagt zich dan wel af waarvoor wij allen op reis zijn geweest. Hadden wij dit van tevoren soms niet kunnen bekijken? Dat had dan ook vast wel wat tijd gescheeld. Wij vinden het jammer dat niet tot het uitschrijven van een prijsvraag is overgegaan. Te meer omdat wij vinden dat, net als bij andere ontwikkelingen in Camminghaburen, eerst de gemeenteraad veel gedetailleerder over het plan moet kunnen beslissen, voordat risico-dragende gegadigden moeten worden gezocht. Wij heb ben het hier al vaker over gehad. Wij zullen om de door mij genoemde reden tegen punt III van het be sluit stemmen. Dit punt heeft betrekking op het selecteren van de projectontwikkelaars. In de aanvulling op de richtlijnen en randvoorwaarden wordt heel duidelijk gesproken over sociale woningbouw. Naast het feit dat dit wijkcentrum een stedebouwkundig geïntegreerd gebied moet worden, zou het ook een sociaal geïntegreerd gebied moeten zijn. Dit laatste wil zeggen dat alle bevolkings groepen, zonder onderscheid naar inkomen of leeftijd, in het gebied zouden moeten kunnen wonen. Met name ten aanzien van de een- en tweepersoonshuishoudens, waaronder dus ook bejaarden vallen, is al tijd gezegd dat deze groep in het centrum zal worden gehuisvest. Aan de "Goudkust" is natuurlijk on mogelijk, dat was te duur, maar deze groep kon dan wel in het centrum een plaatsje vinden. Nu komt puntje bij paaltje en nu wordt, in afwijking van de randvoorwaarden en richtlijnen, op bladzijde 3 van de raadsbrief even voorgesteld om ermee akkoord te gaan dat in het centrum, behoudens het complex bejaardenwoningen, geen woningwetwoningen worden gebouwd. Daarbij wordt verwezen naar een globale rendementsberekening Wijkcentrum Camminghaburen die vertrouwelijk ter inzage is gelegd. Deze rendementsberekening is in de Commissie voor het Grondbe drijf behandeld. Na enig heen en weer praten en na wat meer informatie gekregen te hebben, is in de ze commissie duidelijk gebleken dat er nogal wat licht zat in de rendementsberekening. Volgens deze berekening bedroeg het verlies 7,5%, dat op de een of andere manier ook nog zou zijn te overzien. Door overdekte parkeerplaatsen aan te leggen zou men anderhalf miljoen in die rendementsberekening boven water kunnen halen. Door het bejaardencomplex niet in maar naast dit centrumgebied te bouwen, zou 9 men bij voorbeeld ook anderhalf miljoen gulden kunnen besparen. Volgens de globale rendementsbe rekening is daar namelijk sprake van een tekort van anderhalf miljoen. Door zo bepaalde dingen wat heen en weer te schuiven in die berekening, kwamen wij al gauw tot het inzicht dat het tekort van drie miljoen in feite boven water was te halen, inclusief de woningwetbouw. De wethouder gaf dit ook min of meer toe en heeft in de vergadering van de commissie toegezegd dat men er alles aan zou doen om daar toch nog woningwetbouw te realiseren. Wie schetst dan ook mijn verbazing dat botweg in de raadsbrief wordt gesteld dat er geen woningwetwoningen komen? In de rondvraag tijdens de af gelopen commissievergadering heb ik de wethouder daarvoor om een nadere verklaring gevraagd. De wethouder zei toen dat het toch nog eens geprobeerd zou worden. Het is het een of het ander. In de raadsbrief, die openbaar is en die waarschijnlijk al aan de gegadigden is verzonden, staat dat er geen woningwetwoningen zullen komen. Voor de wethouder is het dan, al zijn goede bedoelingen ten spijt, eigenlijk een farce dat hij toezegde dat geprobeerd zal worden om toch nog woningwetwoningen te realiseren. Ik vind allereerst de motivering ontzettend zwak. De motivering is niet goed onderbouwd, ook niet met de ter inzage gelegde rendementsberekening. Ik zie helemaal geen reden om af te stap pen van ons aanvankelijk voornemen om in dit centrumgebied kleine etagewoningen in de woningwet sector te bouwen. Bovendien blijkt uit de brief van de Federatie van Woningcorporaties dat deze fe deratie dezelfde gedachte heeft. Al met al vind ik dit zo'n ernstige zaak dat ik met een motie kom. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 27 augustus 1979, be handelende de ontwikkeling van het centrumgebied van Camminghaburen (bijlage no. 371), besluit het college opdracht te geven bij de ontwikkeling van de plannen voor het centrumgebied ernaar te streven pl.m. 116 kleinere etagewoningen in de woningwetsector te realiseren en hiertoe contact op te nemen met een of meer woningbouwverenigingen. Voor woningbouwverenigingen mag u, nu de Federatie van Leeuwarder Woningcorporaties een brief heeft geschreven, deze federatie lezen. De motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenote, mevrouw Van der Werf. Vervolgens iets over de deelneming door de wijkorganisatie aan de Stichting Wijkcentrum Cam minghaburen. Er is nog geen wijkvereniging, want er zijn nog slechts weinig bewoners in de wijk Cam minghaburen. Uit de raadsbrief valt op te maken dat latere toetreding geregeld moet worden. Kan het college toezeggen dat heel snel aan de eerste en de latere bewoners duidelijk wordt gemaakt dat men dan geen wijkcomité maar desnoods een initiatiefcomité tot een wijkcomité moet oprichten, zodat zo snel mogelijk ook de bewonersorganisatie, al is het maar op voorlopige basis, in de stichting is ver tegenwoordigd? Wij gaan akkoord met de doelomschrijving van de stichting, met name wat betreft de nadruk die gelegd wordt op het beheer van het centrum na realisering ervan. Bij de ter inzage gelegde stukken lag ook het advies van de Raad voor de Volkshuisvesting. In de raadsbrief komt dit advies helemaal niet ter sprake. Ik weet niet of. dergelijke adviezen voor de aar digheid in de mappen worden gelegd, maar ik heb er zelfs niets over gehoord. In dit advies staan toch wel zinnige opmerkingen over een degelijk onderzoek in de planfase naar het voorkomen van tochtga ten in het centrumgebied. Ook milieu-overwegingen en het toepassen van zonne-collectoren worden in dit advies genoemd. Het zijn allemaal ideeën, die door een functionele raad worden aangedragen. Het college reageert er echter helemaal niet op. Er staan trouwens nog meer aanbevelingen in dit ad vies. Waarom wordt een en ander niet meegenomen in de advisering naar de raad? Waarom wordt door b. en w. geen oordeel over dergelijke adviezen gegeven in de raadsbrief? Wij twijfelen toch al aan het nut van dit soort raden, maar op deze manier blijft het helemaal een wassen neus. Mevrouw De Jong: Ik wil beginnen met te zeggen dat ik het jammer vind dat boud wordt gesteld dat afgezien wordt van sociale woningbouw in het centrumgebied van Camminghaburen. Ik vind dat deze stellingname onvoldoende is gemotiveerd. Het college heeft zijn motivering niet goed onder bouwd. Wat de motie van PAL betreft wil ik eerst de reactie van de wethouder afwachten. In principe voel ik er wel voor om deze motie te steunen. Ik vind het ook erg jammer dat indertijd niet is gewerkt met een inschrijving in wedstrijdvorm. Voor het hele gebied komt dit op mij over als een verarming. Ik heb geen moeite met de stichtingsvorm, waarvoor is gekozen. De heer Rijpma (weth.): De raadsbrief geeft mijns inziens duidelijk aan hoe de gedachten in de loop van de twee jaar van brainstormen over de realisering van een centrumgebied zijn geëvolueerd. Er is gedacht over een prijsvraag, er is gedacht over een beperkte vorm van een prijsvraag. Welnu, de commissie die b. en w. daartoe adviseert, heeft die weg niet zonder meer begaanbaar gevonden, heeft ook niet gezegd dat het zo niet moest, maar heeft gezegd dat men nu eens moest kijken in gebieden waar men bezig is of waar men al enige ervaringen achter de rug heeft. Wij hebben daartoe bezoeken

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 5