24 De heer Janssen heeft gezegd dat hij op alle vragen antwoord heeft gekregen, maar volgens mij heeft hij ook gevraagd wie de directeur is, waarvan in het erfpachtscontract met Vleesservice Fries land sprake is. In het rode geschrift van Vleesservice Friesland wordt ook gevraagd wie na overname van het slachthuis door Brada de directeur is. (De heer Janssen: In mijn verhaal heb ik ook al een con clusie genoemd, namelijk dat de directeursplaats door b. en w. wordt ingenomen.) Vanachter de tafel werd daar nogal verschillend op gereageerd. Ik wil nog wel van de wethouder horen wie de directeurs plaats in het erfpachtscontract zal vervullen. Het lijkt mij geen goede zaak als dit automatisch door Brada BV gebeurt. Vervolgens nog iets over de andere activiteiten, zoals ijs-, groente- en wildverkoop, die buiten de erfpachtsbepalingen om worden verricht. Het gaat hier om een diepvrieshandeldie hoofdzakelijk vlees verhandelt. Ik voor mij til er niet zo zwaar aan als daarnaast ook vis, gebak en ijs in bevroren vorm worden verhandeld. Dit was waarschijnlijk ook nooit een punt geweest, als nu niet tot overname werd besloten waardoor het boven water kwam. De voorzitter heeft naar mijn volle tevredenheid op de kwestie van de sanctie geantwoord. De wethouder interrumpeerde met de opmerking dat daarbij de bestaande erfpachtscontracten in acht moes ten worden genomen. Is dit een addertje onder het gras? Er wordt nee geschud, zie ik, dus is dat ook naar tevredenheid opgelost. Ik heb er goede nota van genomen dat de wethouder in het openbaar verklaarde dat er volledige overeenstemming met het personeel is. Wellicht met uitzondering van één personeelslid. Volgens mij is dat niet het personeelslid waar ik mee heb gesproken. (De heer De Vries (weth.): Was het de direc teur?) (Gelach) Nee hoor. Ik heb goede nota van deze woorden van de wethouder genomen en ga er dus vanuit dat die worden uitgevoerd. De heer Eijgelaar (weth.): Met de vakorganisaties zijn besprekingen gevoerd over de regelingen voor het personeel en ook voor hen vormde de afwikkeling van een en ander geen probleem. De heer Van der Wal heeft nog gevraagd naar de directeursplaats. Ik lees, wanneer in de over eenkomst de directeur staat, bepaald niet Brada. Dat kan ik hem verzekeren. Met betrekking tot de kwestie van de artikelen 6, 7 en 8, die Vleesservice Friesland naar voren bracht, kan ik zeggen dat dit een aangelegenheid is van erfpachter en b. en w. Dit verandert niet en blijft in de erfpachtsovereenkomst geregeld. De artikelen 9 en 10 zullen in een erfdienstbaarheidsover- eenkomst dienen te worden geregeld. Dit komt dus in de overeenkomst. Artikel 1 1, "voorschriften in samenhang met voorschriften van Brada BV", heeft te maken met de verordening voor het slachthuis zo als die op dit moment geldt. Als het slachthuis eenmaal is overgedragen, speelt die verordening als zo danig geen rol meer en kan hij derhalve vervallen. Overigens meen ik dat de gemaakte afspraken voor mij geen aanleiding hoeven te zijn er nog op in te gaan Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met dien verstande dat de ter mijn, waarbinnen door Brada's Vleeschbedrijf BV met andere zakelijk gerechtigden overeenkomsten dienen te zijn gesloten, wordt gesteld op drie maanden. Punt 40 (bijlage no. 532). Mevrouw Willemsma-de Jong: De vaststelling door deze raad van een rampenplan voor onze ge meente, vooruitlopend op de Wet op de rampenplannen, is naar de mening van mijn fractie een goe de zaak. De risicofactoren in onze samenleving worden blijkens vele voorbeelden steeds groter. Ook thans nog niet onderkende of onbekende gevaren zullen zich in de toekomst kunnen voordoen. Kortom, de kans dat een gebeurtenis in of buiten onze gemeente een ramp veroorzaakt of in een ramp ontaardt, is reëel aanwezig. Het heeft daarbij wel degelijk zin om zich van te voren mogelijke toekomstige ramp situaties in te denken. Dat indenken kan een beleidsvisie opleveren die in grote lijnen inzicht verschaf in de dreigende gevaren. Het kan de behoefte aan personeel en middelen zichtbaar maken en geeft de zo gewenste samenhang van diensten en instanties aan die bij rampbestrijding zijn betrokken. Ook uit het oogpunt van de burger heeft deze planning een voordeel. Het vraagt van de overheid om de ge varen duidelijk te stellen en aan te geven wat men er tegenover stelt. Dit betekent een bijdrage aan de ook in dit opzicht gewenste openheid. Dit rampenplan is een beleidsplan in hoofdzaak. Het ligt mede daarom voor de hand dat de ge meenteraad het plan vaststelt zoals nu geschiedt. Mijn fractie zal ook van de verdere uitwerking van dit kaderplan graag op de hoogte blijven. Kunnen wij in de nabije toekomst de draaiboeken, het ver bindingsplan en met name de nog vast te stellen rampbestrijdingsplannen tegemoet zien? 25 Op bladzijde 19 van de toelichting wordt gesteld dat de BHD Friesland-Noord in de huidige situa tie de centrale post ambulancevervoer Friesland beheert. Dat moet kennelijk een misverstand zijn. Concluderend kan ik u meedelen dat mijn fractie akkoord gaat met dit rampenplan, daarbij het ver zoek doend om de raad te blijven betrekken bij de nadere uitwerking. Mijn fractie hoopt vurig dat het plan nimmer in werking zal hoeven te treden. De heer Pronk: Onze Leeuwarder "kwast-evangelist" constateerde dat "rampen komen". Het col lege geeft hierop een duidelijk ander antwoord dan "ken't skele, ju!" Ik wil hiermee zeggen dat ik blij ben met dit rampenplan. Het lijkt mij een goede zaak dat de overheid inspeelt op situaties die moeilijk te voorzien zijn. Ik heb wel een paar vragen. Artikel 3 van het ontwerp van Wet op de rampenplannen stelt dat een overzicht moet worden gegeven van de soorten rampen die de gemeente kunnen bedreigen. In hoofdstuk II geeft u daarvan een opsomming. Is deze opsomming gerelateerd aan de in onze stad aan wezige gevarenrisico's of betreft het maar een gewone, algemene opsomming? Dan nog iets over de waarschuwing aan de bevolking. Er staat dat deze waarschuwing, als het om een klein gebied gaat, door middel van geluidswagens kan worden gegeven en anderszins door middel van radio en/of televisie. Allicht zult u eraan hebben gedacht dat bij een ramp in de meeste gevallen de electriciteit uitvalt. Misschien kunt u op een andere wijze de bevolking waarschuwen. De Beleidsraad wordt telefonisch bijeengeroepen. Uit de raadsbrief heb ik begrepen dat er een draaiboek voor de verbindingen is. Mogelijkerwijs kunt u aangeven hoe deze raad op nog andere wij ze kan worden bijeengeroepen. Worden onder het begrip "ramp" ook gijzelingen en bezettingen verstaan? Hoe wordt de gemeen teraad over een bepaalde ramp geïnformeerd en er bij betrokken? Gebeurt dit na afkondiging - direct dus - of achteraf, via een reportage of een evaluatie-nota? Verder heb ik nog maar één wens. Ik hoop dat deze toch wel dorre letters nooit tot een levende werkelijkheid zullen worden. De heer Bijkersma: Het ontwerp-rampenplan dat u ons bij deze raadsbrief hebt doen toekomen roept mijn waardering op voor de eenvoudige opzet daarvan. U hebt u niet laten verleiden tot een uitvoe rige detaillering. Dat is verstandig en het maakt het plan begrijpelijk. Ik wil u er echter wel op wij zen dat met een eenvoudig plan vaak daadwerkelijk moet worden geoefend, omdat dan juist alle me despelers hun inventiviteit kunnen tonen in het regelen van de details. Wij willen daarom graag uw mening horen over de wijze waarop u zich de beoefening van het plan voorstelt. Wij dringen dan wel op een spoedige uitvoering aan. Ondanks de waardering wil ik hier en daar toch een kanttekening plaatsen. Deze kanttekeningen beogen deels een aanvulling van het gestelde te zijn en omvatten deels een aantal vraagtekens. Mijn eerste vraagteken zet ik bij het begrip "ramp", zoals ook de heer Pronk heeft gedaan. Bij de detaille ring die op bladzijde 2 wordt vermeld, laat u na eventuele gijzelingen onder dit begrip te laten val len. Het kan ook zijn dat gijzelingen en andere terroristische acties in een andere vorm in het Neder landse recht zijn opgenomen. Op bladzijde 4, punt 3.2. 1, wordt geregeld dat de burgemeester in geval van een ramp onmiddel lijk wordt ingelicht. Daarbij had ik graag gezien dat ook de vervanger van de burgemeester werd ge noemd. Als de burgemeester er niet is, probeert men hem misschien toch steeds te bellen en daarom moet ook de vervanging van de burgemeester hierin worden geregeld. Op bladzijde 5, bij punt 3.3.2, wordt de beleidsstaf geformeerd. Ik mis daarbij de gemeente secretaris. Is dat opzettelijk gedaan of vindt u niet dat de gemeentesecretaris een belangrijke rol kan spelen? (Gelach) Op bladzijde 6 gaat het over de commandovoering. Hoe is de informatie over het blokkeren van een aantal telefoonlijnen met de PTT geregeld, opdat in- en uitgaande lijnen voor de bestrijding van de ramp ten dienste kunnen staan? Een vraag die ik hieraan koppel, is of er contact is met de Spoor wegen en de Fram wat betreft een eventuele afvoer van mensen en steunverlening. Het is mij bekend dat de Spoorwegen vrij veel hulpverleningsmateriaal in Zwolle hebben verzameld. Op bladzijde 7 zegt u dat de waarschuwing aan de burgers gegeven zal worden door middel van geluidswagens en op andere wijze. In andere gevallen wordt gebruiK gemaakt van radio en tv. In de strenge winter van begin dit jaar werden vele mededelingen via de radio gedaan. Het is veel mensen opgevallen dat deze mededelingen voor een groot gedeelte in de Friese taal werden gegeven. Ik spreek (Jouster) Fries, maar het is natuurlijk zo dat rampen niet alleen Friezen overkomen. (Gelach) Ik zou er daarom op willen wijzen dat u bij het uitgaan van mededelingen voorschrijft dat die op zijn minst in twee talen, waaronder het Hollands, worden weergegeven.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 13