12 Punten 26 en 27 (bijlagen nos. 529 en 522). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 28 (bijlage no. 510) De Voorzitter: Van pagina 2 van de bijlage waarin de tarieven staan, is een verbeterd exemplaar op uw tafel gelegd. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het verbeterde voorstel van b. en w. Punt 29 (bijlage no. 528). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 30 (bijlage no. 527). De heer Meijerhof: Het gebeurt niet vaak dat wij bij het vaststellen van een jaarrekening het woord vragen; meestal vindt de begroting een grotere belangstelling. Wat is het vaststellen van de jaarreke ning? Men kijkt in de eerste plaats of binnen de begroting is gebleven en verder kijkt men of de uit gaven, gegeven het feit dat binnen de begroting is gebleven, conform de bedoeling van die begrotings post zijn. Wat constateren wij dan, als wij de jaarrekening 1977 van de Stichting Culturele Centra be kijken? De post onderhoudsfonds was begroot op 65.000,vastgesteld door deze gemeenteraad bij de begrotingsbehandeling 1977, en de jaarrekening vertoont een bedrag van 90.000, In de ter in zage gelegde stukken werd als reden opgegeven dat er sprake was geweest van een misverstand. Als wij naar de door de stichting in elkaar gezette jaarrekening, waarin vrij veel cijfermateriaal is verwerkt, kijken, dan is het moeilijk voor te stellen dat zoiets kan voorkomen bij een dergelijke stichting. Wat is de feitelijke gang van zaken geweest? De stichting heeft indertijd een begroting ingediend, waarop een post van 90.000,voor onderhoud stond. In die tijd zijn er nogal wat verbouwingen ge weest, waarbij onder andere nog een behoorlijke post voor achterstallig onderhoud was opgenomen. Ik denk dat dit een van de redenen was waarom van de zijde van het college is gezegd dat deze post van 90.000,— best op 65.000,— kon worden gebracht, hetgeen later door de gemeenteraad is beves tigd. Het stichtingsbestuur is er op 1 juli 1977, dus halverwege het jaar, van in kennis gesteld dat de post onderhoud tot 65.000,— zou worden teruggebracht. Wij vinden het daarom vreemd dat b. en w., na het onderhoud dat met de stichting is gevoerd, akkoord gegaan zijn met het feit dat het stichtings bestuur toch zijn zin heeft doorgedreven. Dit gevoel bekruipt mij namelijk een beetje, als het stich tingsbestuur deze post op 90.000,— handhaaft. Wij praten hier over een storting in het onderhouds fonds en niet over uitgaven in de sfeer van het onderhoud. In het laatste geval zou men nog het gevoel kunnen hebben dat deze mensen hun best doen voor de gemeenschap: zij hebben die bedragen uitgege ven en moeten ze die nu uit eigen zak bijbetalen? Daar gaat het in dit geval niet om. Er is sprake van een storting in het onderhoudsfonds, die men heel gemakkei ijk van 90.000, naar 65.000, kan terugbrengen Om de mensen gerust te stellen dat hier voor het stichtingsbestuur geen bloed uit voortvloeit, het volgende. Men heeft een onderhoudsfonds dat op 31 december 1976 een stand had van ruim 60.000,— Men heeft een storting in dit fonds gedaan van 90.000, waardoor men op 150.000,— kwam. De onttrekkingen aan het fonds bedroegen bijna 105.000,--. De stand op 31 december 1977 was 45.800, Als wij van dat bedrag 25.000,— aftrekken, dan blijft er nog altijd bijna 21 .000,— over. Als wij in hetzelfde jaarverslag van de stichting zien welke uitgaven ten laste van het onderhoud fonds zijn gekomen, dan springen twee posten in het oog. Er is een post van ruim 10.000, die de betiteling "toezicht onderhoud architect" meekrijgt. Nu meen ik dat bij onderhoud architecten nauwe lijks worden ingeschakeld, maar ik ben geen deskundige op dat terrein; misschien was het noodzakelijk dat er een architect bij was. Verder is er nog een post "verbouw bar". Die omschrijving wijkt enigszins af van mijn omschrijving van het begrip onderhoud. Deze post beliep eveneens een bedrag van ruim 10.000,--. Deze twee posten alleen al bedragen samen ruim 20.000, Is dit nu onderhoud of is dit nu iets dat niet in de verbouwing kon worden meegenomen, omdat de post te laag was? Ik heb in het begin al gezegd dat men ook kijkt of de uitgaven, gegeven het feit dat men binnen de begroting is gebleven, conform de bedoeling zijn geweest. Ik heb hierover mijn twijfels. Een laatste opmerking betreft de raadsbrief. Er staat: "Onder mededeling dat de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden zich met ons voorstel kan verenigen Dit klopt niet helemaal. Er is 13 één lid van deze commissie geweest die zich tegen de post voor het onderhoudsfonds heeft uitgesproken. De overige leden hebben zich waarschijnlijk te veel met de culturele kant van de zaak beziggehouden. Ik heb mij wat verdiept in de cijfertjes. Naar aanleiding van deze ervaring wil ik u voorstellen derge lijke agendapunten niet in de Commissie voor Welzi jnsaangelegenheden te brengen maar bij voorbeeld in de Commissie voor de Financiën, omdat het hier duidelijk om financiële cijfers gaat. Ik wil mijn verhaal afronden met het indienen van een motie, die luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 10 december 1979, besluit de storting in het onderhoudsfonds te bepalen op 65.000,zijnde het bedrag dat door de gemeenteraad bij de behandeling van de begroting 1979 is vastgesteld." Ik zal de heer Janssen vragen om deze motie ook te ondertekenen. (De heer De Vries (weth.): Niet doen, joh!) (Gelach) De heer De Vries (weth.): Ik kom wat moeizaam overeind, omdat alles wat de heer Meijerhof heeft aangevoerd formeel volkomen terecht is. Er is geen speld tussen te krijgen. Als gemeenteraad hebben wij die begroting vastgesteld met een post van 65.000,— voor het onderhoudsfonds. De Stichting Culturele Centra heeft 90.000,-- "verklapbust" en het gevolg is dat er in de hele affaire 25.00Q, is meegenomen op een moment waarop de raad er formeel geen ruimte voor had geschapen. Zoals u in de stukken hebt kunnen lezen, hebben wij dit met het bestuur besproken. Wij hebben hen erop geatten deerd dat hier iets niet klopte. Zij hebben ook toegegeven dat dit zo was. Zij beroepen zich niet op een vergissing maar op een communicatiestoornis. Dat komt uiteraard in de beste families voor. Het is natuurlijk duidelijk dat het bestuur ten aanzien van deze zaak zelf niets anders op het oog heeft gehad dan de zaken van de Stichting Culturele Centra naar beste vermogen te dienen. Zij verkeerden in een situatie waarin verbouw en achterstallig onderhoud door elkaar liepen. Er waren allerlei zaken onder weg die ook voor ons in 1977 aanleiding zijn geweest om te zeggen dat er sprake was van vermenging van achterstallig onderhoud en nieuwbouw. Daarvandaan deze correctie. Men heeft een en ander mee genomen in het totaal van achterstallig onderhoud en nieuwbouw. Nu zitten wij hier met dat verschil. Als de heer Meijerhof de zaak via een motie wil terugbrengen, dan vraag ik waar dit eigenlijk toe leidt. Als gemeente Leeuwarden hebben wij te maken met de garantie aan de Stichting Culturele Centra dat de exploitatietekorten voor rekening van onze gemeente komen. Uiteraard geeft deze garantie het bestuur van de stichting geen vrijbrief om naar bevind van zaken allerlei uitgaven te doen. integendeel, men moet binnen de begrotingscijfers blijven. Aan de andere kant maken wij, als wij gaan schuiven met deze posten, alleen maar een administratieve omweg, terwijl de gemeente dit bedrag uiteindelijk toch betaalt, hoe men het ook wendt of keert. Men kan ook zeggen dat men het maar uit eigen zak moer be talen, maar dat gaat natuurlijk niet. Dit bedrag is namelijk besteed aan posten die gespecificeerd zijn in de desbetreffende jaarrekening. Nogmaals, het college heeft het bestuur heel nadrukkelijk op deze onvolkomenheid gewezen. Men heeft toegezegd dat men in de toekomst geen begrotingswijzigingen meer zal aanbrengen zonder schriftelijke machtiging daartoe. Dit lijkt mij een sluitende afspraak en wij hoeven herhaling niet te vrezen. Als de heer Meijerhof zegt dat in de raadsbrief ten onrechte staat dat de Commissie voor Welzijns- aangelegenheden zich hiermee kan verenigen, dan is dat niet juist. De heer Meijerhof heeft in die com missie weliswaar tegengestemd, maar de meerderheid van de commissie heeft zich niet verzet en is ak koord gegaan met het voorstel. Wat in de raadsbrief staat, is dan ook volkomen terecht. Als wij de sug gestie van de heer Meijerhof volgen door alles wat met centen heeft te maken te verwijzen naar de Com missie voor de Financiën, dan kunnen wij alle functionele raden en commissies wel opdoeken, want oer slot van rekening wordt alles wat met cultureel beleid heeft te maken uitgedrukt in centen. (De heer Ten Brug (weth.): Het is misschien een oplossing.) (Gelach) Ik heb een noodkreet geslaakt door te pro beren de heer Janssen zover te krijgen dat hij de motie niet ondertekende. Het is duidelijk dat ik daar mee bedoelde te zeggen dat het college aan deze motie geen behoefte heeft. De heer Meijerhof: De wethouder sluit zich helemaal aan bij mijn verhaal. "Er is geen speid tussen te krijgen zegt hij zelf. Wel komt hij tot een heel andere conclusie. Zoiets moet men wel even ver werken. (Gelach) Misschien valt dit ook onder het begrip communicatiestoornis. Als wij, die zo dicht bij elkaar zitten, hier al last van hebben, dan kan ik mij voorstellen dat er de nodige problemen zijn met het bestuur van de Stichting Culturele Centra. Vooral als er ook nog sprake is van wethouderswis selingen, waar dan iets op afgeschoven wordt. Ik ben het echter met de wethouder eens dat het bestuur zijn beste krachten geeft in deze. Hetzelfde geldt overigens ook voor de secretarie-ambtenaren, die indertijd tot de conclusie kwamen dat de post van 90.000,teruggebracht kon worden naar 65.000,- na berekeningen en bekijken van stukken. Dit valt tegen elkaar weg en is dus geen reden om te zeggen

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 7