8 genoten niet kwalijk nemen dat wij op dit ogenblik niet direct genegen zijn om nu achter de verscheur de vaandels van het CDA te blijven staan. (Gelach) Daarom wil ik het antwoord van het college in eerste instantie afwachten. De motie is nog niet toegelicht, maar hij ligt hier wel bij mij op tafel. Mevrouw Brandenburg heeft gezegd dat de commissie unaniem is, maar dat wordt dan wel een beetje suggestief voorgesteld, want het is een unaniem advies na discussie. Deze vermelding ontbreekt in deze motie en dat maakt hem ook enigszins onzindelijk, vind ik. (De heer Ten Brug(weth.): Welke motie? Wij weten van niets. Waar komt die motie vandaan?) Ik ging even op de motie in, die straks wel zal komen. (Gelach) Ik heb blijkbaar niet goed geluisterd, maar ik was kennelijk zo geobsedeerd door het woord "unaniem" dat ik wat voorbarig ben geweest. De heer Van der Wal: Allereerst wil ik zeggen dat mijn fractie het een heel goede zaak vindt dat nu een principebesluit is genomen om de kantoorvestiging van het PEB aan de Emmakade niet uit te breiden. Het is bekend dat het PEB daar al heel wat "villa's" heeft aangekocht. Die afbraak van de Emmakade en nieuwbouw van het PEB gaat niet door. Ik vind dat een heel gelukkige omstandigheid. Een vraag die ik daaraan koppel, is de volgende: weet het college wat er over een aantal jaren met die gebouwen gaat gebeuren? Waarvoor worden ze bestemd? Het lijkt mij beter om daar niet weer grootschalige kantoren in te vestigen, vanwege de parkeeroverlast voor de buurt als gevolg daarvan. (De Voorzitter: Dat is op dit moment niet aan de orde.) Het lijkt mij anders een niet onbelangrijke zaak. (De Voorzitter: Nee, dat zeg ik ook niet, maar het is gewoon buiten de orde.) Ik wil verder opmerken dat onze fractie de Hemrik een goede plaats van vestiging voor het PEB lijkt. Wij hebben allemaal in de krant kunnen lezen hoe de discussie in de provinciale staten daar over is geweest. De meerderheid van de statenleden heeft gekozen voor een vestiging in Cammingha- buren. Ik spreek geen oordeel uit over de argumenten die aan deze uitspraak ten gronslag hebben ge legen. Men besefte heel duidelijk dat Camminghaburen een heel wat duurdere oplossing was dan de vestiging in de Hemrik. Desondanks is toch gekozen voor Camminghaburen. De gemeente Leeuwarden moest een en ander dus wegen op zijn planologische merites en de kosten en baten afwegen. Mijn fractie ziet inderdaad enige planologische bezwaren. Mevrouw Brandenburg heeft die ook al genoemd. Het is grootschaliger dan aanvankelijk onze bedoeling was voor dat gebied. Het gebied wordt er nu niet direct beter doordringbaar op, om het maar vriendelijk te zeggen. Het kan verkeers- aantrekkend zijn. Het kan overheersend van karakter zijn in deze nog te ontwikkelen woonwijk. Uit de kranteverslagen heb ik ook begrepen dat de provincie zich er met de keuze van deze vestigings plaats duidelijk van bewust is dat ook architectonisch hogere eisen worden gesteld dan in de Hemrik het geval zou zijn geweest. Ik wil er bij het college op aandringen dat, mocht dit feest doorgaan, expliciet aan provincie en PEB wordt meegedeeld dat de welstandseisen in Camminghaburen aanmer kelijk hoger zijn, voor zover dit al niet gebeurd is. Verder hebben wij bekeken of de planologische bezwaren onoverkomelijk zijn. Na ampele inter ne discussies zijn wij tot de conclusie gekomen dat dit per definitie niet hoeft. Het is zo dat die ter reinen met name voor kleinschalige bedrijven waren bedoeld. Het is gelukkig ook zo dat niet alle voor bedrijven beschikbaar zijnde terreinen in Camminghaburen - 9 ha - aan deze kantoorvestiging verloren gaan. Het gaat namelijk om een vestiging van ha en wij houden dus ongeveer de helft over. Ik vind het wel een harde eis bij mijn verhaal dat men daar kleinschaliger, meer op de wijk ge richte en meer ambachtelijke bedrijven naar toe probeert te krijgen. Planologisch gezien kan dit ook, want het terrein ligt vlakbij het toekomstige station van de NS. Kleinschalige bedrijven kunnen over het algemeen geen grootschalige prijzen betalen. Om het aantrekkelijk te maken dat dergelijke be drijven ook de kans krijgen om zich in Camminghaburen te vestigen, zou men daar als gemeente de grondprijs kunnen verlagen, door in zijn algemeenheid, berekend over het hele terrein, tot een ge middelde grondprijs volgens de calculatie in Camminghaburen te komen. Bij de planontwikkeling van de woonbebouwing zal het misschien noodzakelijk blijken dat de plannen op een andere manier wor den ontwikkeld: de woningen zullen misschien op grotere afstand van het PEB-terrein moeten worden geplaatst, men moet misschien iets doen aan de ontsluiting van het werkverkeer van het PEB naar de oosttangent. Kortom, een en ander kan allerlei kosten met zich meebrengen. Met deze gedachte in het achterhoofd zijn wij in de Commissie voor het Grondbedrijf aan het calculeren gegaan, zou men bijna kunnen zeggen. Na twee vergaderingen is de commissie unaniem tot de slotsom gekomen dat in plaats van de 125,per m2, die het college als gemiddelde grondprijs in het voorstel noemde, 150,per m2 een zeer redelijke prijs was. Als men die laatste prijs afmeet aan wat de gemeente gemiddeld in Huizum-Sixma voor grond vraagt, dan varieert de prijs daar van 300,tot een klei ne 600,per m2. Daarbij is een gemiddelde grondprijs van 150,per m2 in Camminghaburen een heel redelijke grondprijs. Daar kan men nooit over vallen. De prijsverhoging levert de gemeente, maar in feite Camminghaburen, 1,14 miljoen gulden extra op. Met dit bedrag zien wij mogelijkheden om de planologisch ietwat negatieve gevolgen voor de totale wijk zo niet op te heffen dan toch minstens te verzachten. De Commissie voor het Grondbe drijf heeft het college van b. en w. unaniem een grondprijs van 150,per m2 excl. btw geadvi seerd. Ik heb daarvoor een motie gemaakt, die luidt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag, 28 januari 1980, behandelende het verzoek om beschikbaarstelling van grond ten behoeve van de vesti ging van kantoor- en bedrijfsbebouwing met bijbehorende terreinen voor het Provinciaal Electriciteitsbedrijf in Friesland (PEB) in het bedrijven-gebied gelegen in Cammingha- buren-Zuid, gelet op het unaniem advies van de Commissie voor het Grondbedrijf inzake de voorge stelde grondprijs, besluit de grondprijs voor de aan het PEB te verkopen terreinen gelegen in Cammingha- buren-Zuid te bepalen op 150,(excl. btw) per m2. Deze motie is mede-ondertekend en -ingediend door de heren Knol, Pruiksma en Van den Eist, ook leden van de Commissie voor het Grondbedrijf, en mevrouw De Jong. U zult hebben gemerkt dat de handtekening van de heer Bijkersma ontbreekt. Hij heeft tot nu toe geen kans gezien zijn stem in de commissievergadering in een handtekening onder de gelijkluidende motie om te zetten. Eerlijk gezegd begrijp ik de uitleg van de heer Bijkersma helemaal niet, na de commissievergadering. Ik wil het hier echter maar bij laten. Ik wil nog wel zeggen dat dit voor onze fractie zo'n hard punt is dat wij, mocht de motie om wat voor reden ook worden afgewezen, tegen het voorstel zoals het op tafel ligt zullen stemmen. Mevrouw De Jong: D'66 gaat ervan uit dat wonen, werken en recreëren evenwichtig samen moe ten en kunnen gaan, vooropgesteld dat het woonmilieu geen geweld wordt aangedaan. Camminghaburen is een nieuw op te zetten wijk, het PEB een fors bedrijf dat verplaatst moet worden. Bij het zoeken naar een nieuwe locatie is het personeel, heel democratisch, nauw betrokken geweest. Met betrek king tot de eisen waaraan de nieuwe locatie moet voldoen, blijkt Camminghaburen het meest in aan merking te komen, aldus het personeel. Ik vind de eisen redelijk en ben van mening dat juist gezien de direct aan de ontsluitingsweg gelegen locatie in Camminghaburen het woonmilieu geen overlast van de bedrijfsactiviteiten van het PEB zal ondervinden. Bovendien meen ik dat de 500 werknemers, die er in hun middagpauze recreëren en inkopen doen, deze wijk zullen verlevendigen. Voor mij is ook een heel zwaarwegend argument om voor Camminghaburen te kiezen dat het PEB een dienstver lenend bedrijf is, dat ook per openbaar vervoer goed bereikbaar moet zijn voor de cliënten. Dat zie ik in Hemrik voorlopig nog niet zo zitten, of rijden zo u wilt. In het besluit stelt het college zelf al "mits het inrichtings-en bouwplan overeenstemt met stedebouwkundige voorschriften Daar van uitgaande stem ik in met het voorstel. Ik ben een van de ondertekenaars van de motie, die zojuist door de heer Van der Wal is inge diend. U begrijpt dat de in het collegevoorstel genoemde prijs iets is waarmee ik het niet eens ben. De hear Miedema: Op forskillende plakken is praet oer de fêstiging fan it PEB yn Camminghabuor- ren. Wy hawwe altiten sein dat wy net safolle problemen mei dizze fêstiging hawwe. Inkele leden fan dizze ried hawwe der op wiisd dat yn it bistimmingsplan praet wurdt fan "kleinschalige bedrijvig heid". By dit plan en ek by oare plannen hawwe wy altyd praet oer it bringen fan de wurkgelegen- heit by de wenmooglikheden. Hwat dy wurkgelegenheit oanbilanget, foldogge wy folslein oan dy ge dachte, seis yn greatere mjitte as wy tochten dat us slagje soe. Mefrou Brandenburg makket nei myn opfetting torjocht in punt fan dy "kleinschaligheid". Yn sa'n wenwyk moat men natuerlik wol selek- tyf wêze. Mefrou Brandenburg hat ek gelyk as hja seit dat der oan dy lytsskealigens hechte wurdt, om't ien en oar net dominearje moat. Hja hellet dan in brief fan maert 1979 oan, dêr't de DSO op dracht yn jown wurdt om de mooglikheden to bisjen. Ik krij it idé dat hja dit net hielendal korrekt fynt, mar miskien bin ik der mis mei. It wurdt gelyk al taljochte, sjoch ik. (Mefrou Brandenburg— Sjoerdsma: Der stiet ek yn it brief dat it kolleezje yn prinsipe akkoart giet mei de fêstiging fan it PEB yn CamminghabuorrenMyn biswier is dat soks barde op in momint dat de Kommisje RO noch net ynskeakele wie.) Jo hawwe knap Frysk praet, lit ik dêr mei bigjinne. It is folslein it foech fan it kol leezje om, as it in oanfraech kriget, soks to bisjen en to undersykjen, om sadwaende nei ynformaesje ynwoun to hawwen in foorstel oan de ried en de bilangjende kommisjes to dwaen. Ik fyn dit hielendal net in unike saek. It liket my dat it kolleezje op dat stuit dien hat hwat wy fan it kolleezje forwacht- sje moasten. Ik soe noch fierder gean wolle, ik soe hwat dit oanbilanget it kolleezje myn erkentlik-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 5