6
kwestie speelt al jaren. Het is duidelijk dat het belang van de gemeente bij het voorstel, zoals het
nu ter tafel ligt, is om eindelijk vrij te zijn en dit pand overeenkomstig het beleid te kunnen afsto
ten. Ons beleid is namelijk om panden die voor ons niet van belang zijn af te stoten.
De heer Geerts vraagt zich af hoe dit nu zit, omdat er ondertekende brieven zijn van de huidige
eigenaar, de heer De Vadder, en de heer Doetjes. Was het maar zo simpel dat alleen van dergelijke
brieven sprake was, maar er is nog veel meer van hetzelfde kaliber. Ik noem u een paar zaken, waar
door de gecompliceerdheid van het geheel duidelijk wordt. Op 25 juni van het vorig jaar is er een te
lefonische mededeling gedaan - het ligt dus niet zwart op wit vast - dat de heer De Vadder iemand
voordraagt als nieuwe huurder. Dat was niet de heer Doetjes. Op 21 september 1979 is er een brief
van de heer De Vadder binnengekomen, waarin hij niet de heer Doetjes voordraagt als nieuwe huur
der maar iemand anders. Op 24 september blijkt er een mondelinge - het wisselt wat dat betreft iede
re keer - overeenkomst te zijn tussen de huidige huurder, de heer De Vadder, en de heer Doetjes. Op
25 oktober is er een brief van de heer De Vadder binnengekomen, waarin hij de heer Doetjes voordraagt.
Op 16 november is wederom een brief van de heer De Vadder ontvangen, waaruit blijkt dat hij de
heer Jager voordraagt. Tussentijds zijn er talloze brieven geweest van andere geVnteresseerdenDaar
om is in de Commissie voor het Woningbedrijf gezegd dat men hier nooit uit zou komen. Het betreft
trouwens iedere keer een kwestie tussen de huidige huurder en andere gegadigden. U vindt in de raads
brief dat dit soort overeenkomsten op zich voor ons verder niet zoveel hebben te betekenen. Het is ech
ter volgens een artikel in het Burgerlijk Wetboek het recht van de huurder om bij beëindiging van de
huurovereenkomst een ander als nieuwe huurder voor te dragen. Een bepaald bedrag voor goodwill en
inventaris speelt daarbij nog een rol. Deze voordracht moet door de rechter bekrachtigd worden. Dat
is hier niet het geval. Daarom is in de Commissie voor het Woningbedrijf gezegd dat maar één ding kon
worden gedaan om hier uit te komen: kijken of het mogelijk was om een situatie te verkrijgen waarin
de huurovereenkomst met de huidige huurder ontbonden is - dat vindt u ook in deze raadsbrief - en
waarin de gemeente vrij is om het pand of te verhuren of te verkopen. Deze uitspraak is door het col
lege overgenomen.
Ik noem u dit stukje van de voorgeschiedenis, om een beetje duidelijk te maken hoe de proble
matiek in deze situatie was. Alle inlichtingen die ik de afgelopen dagen hieromtrent nog heb gekre
gen, wijzen uit dat de gemeente hierbij niet wordt betrokken, zoals de heer Geerts wilde weten. Het
voorstel, zoals het hier ligt, is volgens mij de enige mogelijkheid om überhaupt uit de problemen te
komen, want deze kwestie speelt al een aantal jaren. Iedere keer lopen wij weer vast. De enige mo
gelijkheid is dan inderdaad om een vorm te vinden, waardoor wij als gemeente vrij zijn om tot ver
koop te kunnen overgaan. Dan wordt bovendien nog het punt opgelost van het in elkaar verstrengeld
zijn van dit pand en een ander pand. In de verkoopvoorwaarden kan een bepaling worden opgenomen
waardoor een scheiding van beide panden plaatsvindt.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 19 t.e.m. 22 (bijlagen nos. 71, 68, 73 en 72).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 23 (bijlage no. 70).
Mevrouw Wielinga—Graansma: Naast de raadsbrief over het verlenen van een extra krediet aan
de Vereniging Openbare Bibliotheek lagen in de Leeskamer nog andere stukken, die betrekking hadden
op het verslag van de Bouwcommissie. Ook lagen er reacties op dat verslag. In een van deze stukken
stond dat een volledige verfbehandeling van het Beursgebouw in de begroting was opgenomen. Dat
maakte mij nieuwsgierig, omdat deze verbouwing van de Beurs in de Commissie voor Openbare Wer
ken was behandeld. Ik heb de notulen van die vergadering opgezocht en ook de stukken die betrek
king hadden op de verbouwing. Inderdaad bleek dat op de begroting - een totaal-overzicht van de
investeringskosten van de bibliotheek in de Beurs, heet dat daarin - de bouwkundige raming op basis
van de gewijzigde tekeningen 2.300.849,bedroeg. Daarbij wordt aangegeven welke voorzienin
gen in de bouwkundige raming zijn opgenomen, namelijk: "a. bordes en helling entree; b. akoes
tische voorzieningen; c. reparatie ten behoeve van binnenschilderwerk; d. aanhelen van de bestratin
gen. In de commissievergadering zijn hierover verscheidene aan- en opmerkingen gemaakt en vragen
gesteld. Naar aanleiding van die vragen zegt de heer Masselink dan, ik citeer uit de notulen van die
vergadering: "Volgens de heer Masselink zal het gebouw goed water- en regendicht worden. De dak
goten zullen worden gerepareerd en het schilderwerk buiten zal eerst achterwege blijven." Ik zou
7
dan zeggen dat dit inhoudt dat het binnenschilderwerk helemaal in de begroting is begrepen. Daar
om is een groot deel van onze fractie het niet eens met het beschikbaar stellen van het gevraagde kre
diet van 190.000,voor het schilderwerk. Wij willen graag dat u het raadsvoorstel terugneemt en
het naar de Commissie voor Openbare Werken verwijst met nadere gegevens. Ik heb daarvoor een mo
tie gemaakt, die mede ondertekend is door de heer Pronk.
De hear Jansma: Yn üs fraksje is ek nochal hwat hinne en wer praet wurden oer dit ótstel. Wy mien-
den dat foar it forbouwen fan de Beurs fjouwer miljoen goune genoch wie. Nou moatte der oerhinne
nochris twa ton komme. Uteinliks binne wy yn'e fraksje net safier gien as de PvdA nou foarstelle wol.
Ik wit net hwat der fierders noch üt de diskusje komt, mar foarearst geane wy safier net. Wy freegje
ós wol of oft dit nou it ein is.
Yn dit forban wol ik der even op wize dat ofroune wike it oerwurk fan de greate klok yn de Beurs
troch Frigas-personiel fuorthelle is. Men wie nammentlik bang dat it oars forrinnewearre wurde soe.
De koker, dêr't de gewichten yn hongen hawwe, is sloopt en op dat plak skine nou de toiletten to
kommen. Restauraesje fan dizze koker sil dus wol hwat slim wurde. Hwat it oansjoch fan buten oan-
bilanget binne wy it der allegear wol oer iens dat dy klok in bisunder detail is fan it gebou en as
sadanich wol bistean bliuwe moat. Ik wit net hoe geef it oerwurk fan de klok noch is. Ik wit der net
genoch fan. Hat it in bipaelde kultuer-histoaryske of monumintale wearde? Ik haw forline wike hjir-
oer al telefoanysk kontakt mei de wethalder hawn. Hy soe it neigean en miskien kin hy der nou al hwat
mear oer fortelle.
De heer Schaafsma: Wij kunnen ons aansluiten bij de vorige sprekers. Ik wil alleen opmerken dat
voor een oud gebouw een overschrijding van de investeringskosten van 5% wel aanvaardbaar is. Dat
het nu toevallig moet worden gezocht in verfwerk, welnu, de dood moet een oorzaak hebben, zeggen
wij altijd. Een overschrijding met 5% lijkt ons alleszins redelijk, wij hebben weieens met andere over
schrijdingen te maken gehad.
De heer De Vries (weth.): Mevrouw Wielinga heeft even gememoreerd op welke wijze een en an
der aan de orde is geweest in de vergadering van de Commissie voor Openbare Werken op dinsdag, 3
april 1979. Daarbij was de architect van de verbouw aanwezig. Hij heeft een toelichting op de be
grotingscijfers gegeven, zoals die op dat moment waren. Tussen april 1979 en september 1979 heeft
zich het een en ander voorgedaan, in die zin dat een aantal begrotingsposten waren geraamd op richt
prijzen en niet op aanneemsommen. Eind augustus bleek dat de architect in het geheel niet in staat was
om binnen het geheel van de richtprijzen tot een aanneemsom te komen die paste binnen het krediet
dat inmiddels door de raad ter beschikking was gesteld. U hebt in de stukken kunnen lezen dat het op
dat moment ging om een bedrag van 750.000, Wij zijn hier "vrij hard tegenaan gelopen"; u hebt
ook nog een verslag bij de stukken gevonden van een bespreking van het college met de betrokkenen.
In dat gesprek is gezegd: wat er ook gebeurt, wij kunnen niet naar de raad terug om een aanvullend
krediet en u gaat de zaak maar aanpassen. Haal er maar uit wat niet onmiddellijk nodig is. Daartoe be
hoorde onder meer dit schilderwerk. Het moest op den duur natuurlijk wel plaatsvinden. Dat hebben
wij naderhand beseft, toen er een brief kwam, waarin stond dat wij er rekening mee moesten houden
dat voor het schilderwerk, dat nu was toegevoegd aan de lijst van achterstallig onderhoud, niet
190.000,maar veel meer, misschien zelfs tweemaal zoveel nodig was, als het niet op dit moment
maar over twee of drie jaar zou gebeuren. Bovendien wil men, als men zo'n nieuw gebouw inricht,
graag tot een redelijk resultaat komen.
Het is allemaal niet eenvoudig, dat zeg ik erbij. Als namelijk de verschillende sprekers vra
gen of wij er met dit krediet zijn, dan moet ik dat ontkennen. Het gebouw heeft een groot aantal ja
ren leeg gestaan. De Beurs heeft zijn functie min of meer verloren. Andere instellingen hebben wel
iswaar een plaatsje in dit gebouw gevonden, maar het onderhoud als zodanig heeft lange tijd op slot
gestaan. Daarvan krijgen wij, zo moeten wij met enige spijt constateren, de rekening gepresenteerd.
Aan de buitenkant mankeert ook het een en ander. Als raadsleden hebt u ongetwijfeld wel het nodige
opgevangen uit de kringen van de bouwkundigen die hiermee bezig zijn en die ervoor gewaarschuwd
hebben dat de goten, het dak en de voorgevel in een toestand verkeren waarin op korte termijn voor
zieningen nodig zijn. Wij hebben met het bestuur van de Openbare Bibliotheek afgesproken dat men
op langere termijn zal komen tot een totaal-overzicht van het achterstallig onderhoud. Wij zullen
successievelijk proberen om fasegewijs te komen tot een consolidering van het casco, waardoor het
functioneren van de bibliotheek op redelijke wijze is gewaarborgd.
Wanneer mevrouw Wielinga zich afvraagt of deze kwestie niet terug moet naar de Commissie
Openbare Werken, dan kunnen wij als college ons niet voorstellen wat voor veranderingen wij daar-