4 aantal voor ogen dat op de bewonerskaart is aangegeven, namelijk zes stuks. De verwerving van Het grootste deel van de hiervoor benodigde grond hoeft geen probleem op te leveren, omdat die eigen dom is van de woningstichting Leeuwarden-LeeuwarderadeelWat mijn voorstel dat ik zo meteen in dien betreft, houd ik mij aan het aantal van zes, maar ik wil er nog bij opmerken dat tijdens het be raad in de fractie werd overwogen of een groter aantal het geheel wellicht meer aantrekkelijk zou ma ken en bovendien de haalbaarheid zou vergroten. Uit wat ik tot nu toe heb gezegd mag niet worden afgeleid dat wij tegen de aanleg van het nieuwe jachthaventje zouden zijn. Afspraken en toezeggingen in het verleden maken dat dat niet meer kan. Bovendien bederft het jachthaventje naar ons inzicht weinig tot niets. Een probleem zal evenwel de ontsluiting vormen, althans wanneer wij onze zin krijgen wat betreft het vervallen van bebouwing en weg, zoals ik in het begin van mijn verhaal heb bepleit. Ons alternatief is dan: ontsluiting via Oan'e Dyk en Buorren. Aan het einde van de Buorren is de afstand tot het terrein van de heer Hofstra nog slechts minimaal. De capaciteit van de haven - 20 boten - doet ons vermoeden dat de verkeersover last niet zo heel groot hoeft te zijn. Wanneer de raad in voldoende meerderheid met mijn voorstellen zou kunnen meegaan, ontstaat de mogelijkheid om de sloot met boomwollen die vanaf Oan'e Dyk in oostelijke richting loopt te handhaven, hetgeen eveneens een behoud zou zijn. Voorlopig samenvat tend kom ik dan tot de motie. "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 10 maart 1980, beraadsla gend over het bestemmingsplan Snakkerburen, draagt het college van b. en w. op: 1te laten vervallen: a. de bebouwing zoals aangegeven op tekening no. 18-lóA ten oosten van Oan'e Dyk, bestaande uit eengezinswoningen in één bouwlaag, klasse A, met bijbehorend erf, alsmede de daarbij behorende parkeergelegenheid, b. het weggetje waarlangs deze bebouwing is geprojecteerd, c. het wandelpad vanaf het zuidelijk einde van dit weggetje achter de bebouwing aan de Buorren langs. 2. te handhaven: de sloot met boomwollen, lopende in oostelijke richting vanaf Oan'e Dyk. 3. te doen opvoeren: a. het bouwen van zes kleine woningen aan het Leechpaed in aaneengesloten bebouwing, zoals aangegeven op kaart S-18-16A, de "bewonerskaart", b. een fiets-wandelpad ten oosten van Oan'e Dyk langs de oostkant van de geprojecteer de jachthaven richting Bonke. 4. het betreffende ontwerp-raadsbesluit te wijzigen in de zin zoals bovenbedoeld en het voorstel op een redelijke termijn wederom aan de raad ter behandeling voor te leggen. Ik zou nu nog een aantal suggesties willen doen en vragen willen stellen over enkele andere onderde len van het plan. De eerste suggestie betreft het parkeerterrein dat is gedacht aan het Leechpaed-zuid- zijde. Naar onze mening beperkt dit terrein de mogelijkheid tot ontsluiting van het bedrijf van de heer Herder te veel. De suggestie is om het te verplaatsen naar de overkant van de weg. Vervolgens vragen wij ons af of het speelterrein, zoals dat op de bewonerskaart is aangegeven, niet wat beperkter van om vang zou kunnen zijn en dan voor een deel de bestemming "volkstuin" zou kunnen krijgen, evenals het stuk grond dat op deze zelfde kaart meer oostelijk is aangegeven. Wij zijn ook hiervan wel voorstander, al weer omdat het misschien de haalbaarheid vergroot. Het betreft hier bovendien vanouds tuinbouw- grond en wij menen te weten dat er op niet al te lange termijn op andere plaatsen in de stad een te kort aan ruimte voor volkstuinen kan ontstaan. Wij zouden ook graag de mogelijkheid onderzocht zien naar wat ik maar even noem een wandelgelegenheid langs het water over het terrein van de veevoer- fabriek. Wij zijn ons bewust van de moeilijkheden die zich hier kunnen voordoen met betrekking tot de tegenwoordige en de toekomstige eigendomssituatie, maar het lijkt ons op zich een waardevol ele ment. De laatste opmerking betreft de reeds vastgestelde nieuwbouw aan Oan'e Dyk tegenover de Bou- wedyk. Als aan het Leechpaed bebouwing komt zoals in de motie wordt bepleit, ontstaat er tussen deze beide rijtjes huizen een strookje grond - eigenlijk een overhoekje - dat dan bij de achtertuinen van de nieuwbouw aan Oan'e Dyk gevoegd zou kunnen worden, waardoor deze nogal wat dieper zouden kun nen worden. Ik ben mij ervan bewust dat er, wanneer deze motie en de suggesties die ik heb gedaan door de raad zouden worden aangenomen, nogal wat met het bestemmingsplan moet gebeuren. Ik vraag mij echter af of het argument dat daartegen ingebracht zou kunnen worden, namelijk het tijdverlies, in dit geval wel opgaat, omdat deze wijzigingen het conserverend karakter van het plan alleen maar versterken 5 De heer De Jong: De Dorpennota, aanvaard op-26 januari 1976, had de volledige instemming van de bevolking en hield hoofdzakelijk in: overwegend conserveren, doch met een kleine uitbreiding van - zoals toen gesteld - 17 woningen. Nadien zijn er diverse aanpassingen aangebracht. Er zijn onder andere een aantal parkeerplaatsen vervallen en het aantal woningen werd teruggebracht van 17 naar 10. Het geheel werd anders gesitueerd, doch de wegsituering werd op dezelfde plaats gehandhaafd, mede in verband met de ontsluiting van het jachthaventje. Dat deze ontsluiting op die plaats nood zakelijk blijft, komt door het feit dat wij naar aanleiding van een brief van de Stichting Snakkerbu ren op 26 maart 1976 akkoord zijn gegaan met het uitbrengen van een positief advies aan GS betref fende het verzoek om vergunning tot ontgronding. Een en ander echter met de restrictie dat het te maken jachthaventje geen grotere capaciteit mag krijgen dan 20 ligplaatsen voor pleziervaartuigen en er ten oosten van de bebouwing langs Oan'e Dyk een nieuwe weg wordt aangelegd. Dit besluit van 26 maart 1976 moet de Stichting Snakkerburen en de firma Hofstra bekend zijn. Nu, vier jaar later, komt de Stichting Snakkerburen met een alternatief om zes bejaardenwoningen te bouwen ten noorden van het Leechpaed, omdat men meent dat een woonbebouwing langs de oostkant van Snakker buren het karakter en de structuur van de buurtschap zal schaden. Men vindt het overigens geen ver fraaiing van de buurtschap, omdat de nieuwbouw, zo lezen wij ergens, vanaf de Lekkumerweg te zien zal zijn. De zin van deze redenering ontgaat mij. Voordat wij ons definitief willen uitspreken, vernemen wij graag van u wat dit alternatief van de stichting betekent ten opzichte van de financiële haalbaarheid van dit bestemmingsplan, daar bekend is dat de grond aan het Leechpaed niet in eigendom is bij de gemeente. Tevens willen wij graag van u horen op welke wijze u het jachthaventje wilt ontsluiten als de weg ten oosten van Oan'e Dyk niet wordt aangelegd. Wat zijn dan eventueel de consequenties voor de firma Hofstra? Vragen als: wel of niet de boomwal amoveren en is de speelplaats wel of niet te groot, lijken ons punten waarover wel overeenstemming kan worden verkregen. Een beoordeling over de ingediende motie willen wij pas ge ven, nadat wij uw reactie op onze vragen hebben vernomen. De heer De Beer: Ik zou drie punten uit de raadsbrief willen noemen. Ten eerste: de plaats en groot te van de jachthaven. Ten tweede: het aantal en de situering van de woningen. Ten derde: het speel terrein. Wat betreft de plaats en grootte van de jachthaven zijn wij van mening dat wij, gezien reeds ge dane toezeggingen in het verleden, moeilijk anders kunnen dan akkoord gaan met uw voorstel voor het aanleggen van een jachthaven voor 20 boten. Gezien het geringe aantal boten lijkt ons de ver keersoverlast wel mee te vallen. Wat de situering van de woningen betreft zijn wij met de bewoners van mening dat hun alternatief beter past in de structuur van het dorp. Wij zijn dus voor het bouwen van zes woningen aan het Leechpaed. Ik ben het eens met de heer De Jong wat betreft de speelruim te. Die ruimte kan in overleg met de bewoners worden ingedeeld, waarna onderling gesproken kan worden over de grootte daarvan. Verder zou ik u nog willen zeggen dat ik de motie mede-ondertekend heb, hetgeen impliceert dat ik het met de woorden van de heer Buising met betrekking tot de motie eens ben. De heer Van der Wal: Bij het vaststellen van het bestemmingsplan voor Snakkerburen spelen stede lijke volkshuisvestingsbelangen geen rol. Het is daarom voor de raad erg gemakkelijk om de vrij inten sieve bewonersinspraak en de duidelijke conclusie die daaruit is gekomen te volgen. In het dorp - de vo rige sprekers hebben het ook al gezegd - is men tegen de nieuwe weg met de tien viIla-achtige woningen die de gemeentelijke projectgroep - ik moet nu zeggen b. en w. - voorstelt. Een en ander is strijdig met de structuur van het dorp. Stedebouwkundig past een dergelijke villa-achtige bebouwing niet bij het dorp. Dit is trouwens in overeenstemming met de Dorpennota, want die spreekt zich daar ook over uit. Het argument van b. en w. dat een en ander wel via het welstandstoezicht geregeld zal kunnen worden, stoelt niet bepaald op ervaringen die in het recente verleden voor dit soort uitbreidingen en voor het welstandstoezicht in het algemeen in de stad gelden. Daar til ik dus bepaald niet zwaar aan. Wij pleiten wel voor realisering van een zestal kleine woningen. In aansluiting op de woor den van de heer Buising, het mogen ook wel een paar meer zijn. Wij bedoelen met kleine woningen niet specifiek bejaardenwoningen, omdat dergelijke woningen later alleen maar moeilijkheden kun nen veroorzaken bij het verdelen van de woningen. (De heer Ten Brug(weth.): Hoe bedoelt u?) Als wij nu zeggen dat het bejaardenwoningen zijn en als later blijkt dat er eigenlijk een klein gezin in moet, dan maakt dat het alleen maar moeilijk. Wij vinden de bezwaren in de raadsbrief, genoemd onder C en dientengevolge ook onder E, gegrond, reden waarom wij de motie die de heer Buising zo net heeft voorgelezen mee hebben ondertekend. Het jachthaventje zal er wel moeten komen in verband met afspraken en toezeggingen die in het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 3