8 Wat wij ons wel afvragen, is wat.dit voor de komende jaren betekent: een Ministerie van Onder wijs dat Het Baken wel financiële middelen verschaft om binnen onderwijsnormen activiteiten of cur sussen te organiseren? Dan blijken die normen onvoldoende ruim te zijn om dit specifieke werk te la ten voortbestaan. Daarbij nog gevoegd een ministerie dat moet bezuinigen. Daarbij komt nog eens de eis van het ministerie dat het aanbod van educatieve cursussen in Het Baken binnen drie jaar vergroot zal moeten worden tot 70% van het totale aanbod. Dat betekent waarschijnlijk dat er geleidelijk aan meer aanvullend subsidie van de gemeente nodig zal zijn. Mijn vraag is: hoe groot is de druk naar het ministerie toe om deze normen te verruimen? De heer De Pree (weth.): Wij hebben de volgende afspraak gemaakt met Het Baken, de cursisten en de leiding van de VOS- en Bijspijkercursussen. Wanneer men in staat is om zodanige argumenten te leveren dat het zin heeft om met het departement te onderhandelen, dan zullen wij met Het Baken naar het ministerie gaan om een en ander te bepleiten. Ik geef toe dat de onderwijsnormen voor dit soort cursussen te strak zijn. Het heeft echter alleen maar zin om met het departement te onderhandelen, wan neer op basis van de gegevens en de ervaring als argument op tafel komt dat de verhouding van voorbe reidingstijd en gegeven lesuren niet klopt en te strak is. Ik heb begrepen dat men werkt aan de evaluatie. Die krijgen wij binnenkort en dan zullen wij waarschijnlijk gezamenlijk naar Den Haag gaan. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 21 (bijlage no. 106). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 22 (bijlage no. 109). Mevrouw Otsen: Wij zijn het eens met de voorgestelde renovatie van het openlucht zwembad Nij lan. Ik lees in de ter inzage gelegde stukken dat de sluiting, een maand eerder dan normaal, nauwe lijks gevolgen heeft voor het gebruik van het zwembad. Zo wordt het althans gesteld. Er zouden al leen nog wat herhalingscursussen worden gegeven en incidenteel zou het voortgezet onderwijs gebruik van het zwembad maken. Ik denk echter dat hiermee de recreatieve functie, die het zwembad binnen de wijk Nijlan en ook Aldlan heeft, flink wordt onderschat. Voor een aantal groepen, zoals kinde ren, bejaarden en mensen die voor of na hun werk een half uurtje willen zwemmen, zal het Groene Ster-bad ^een redelijk alternatief bieden. Mijn vraag is dan ook of de mogelijkheden voldoende zijn onderzocht om het plan bij voorbeeld in fasen uit te voeren, zodat de renovatie buiten het zomersei zoen kan gebeuren. Mijn tweede vraag is: heeft deze sluiting ook invloed op de tarieven? Ik kan mij voorstellen dat men zich, als men een abonnement heeft gekocht en maar vier van de vijf maanden ge bruik van het zwembad kan maken, een beetje bekocht voelt. Hoe zit dit? De heer De Vries (weth.): Over de situatie met betrekking tot de duur van de abonnementen heb ben wij ons niet beraden. Op zichzelf zou men kunnen zeggen dat het redelijk is dat dit nog eens na der wordt bekeken. Ik ben bereid om dit in de Commissie voor de Dienst voor Sport en Recreatie aan de orde te stel len De andere zaak ligt niet zo eenvoudig. Wij hebben met een technisch procédé te maken ten aan zien van de zogenaamde coating van de bassins, die een bepaalde temperatuur vraagt. Dit moet be slist voor de wintermaanden klaar, opdat een en ander in het voorjaar weer in een behoorlijke staat verkeert. Eigenlijk is de tijd al krap. Wij moeten echter ook rekening houden met de belangen van onze normale gebruikers van het zwembad en wij hebben daarom gezegd dat wij moeten proberen het zwembad zo lang mogelijk open te houden. Technici hebben ons verzekerd dat men de genoemde tijd op zijn minst nodig heeft, waarbij nog gehoopt wordt dat het komende jaar de winter niet snel zal in vallen. Wanneer alles lukt, dan kan men er in ieder geval van verzekerd zijn dat het gerenoveerde zwembad volgend jaar weer in gebruik kan worden genomen. Wij kunnen dan minstens weer 15 tot 20 jaar vooruit. Wat de vervanging betreft heb ik nog een suggestie. Wij zouden kunnen overwegen om de mensen die een zwemabonnement voor de normale tijdsduur hebben de gelegenheid te geven om dit in het overdekte zwembad aan het Jacob Catsplein vol te maken. Het zou misschien een oplossing zijn voor de mensen die normaal in het zwembad Nijlan zwemmen. Wij zullen dit in ieder geval nader bekijken. Mevrouw Otsen: Zoals ik al zei, voor een aantal groepen is dit niet een redelijk alternatief. Als men in het Nijlan woont en kleine kinderen heeft, dan is het Jacob Catsplein geen reële mogelijkheid. 9 Wat dat betreft zou ik er in ieder geval voor willen pleiten om een en ander nog eens te bekijken. (De Voorzitter: Het wordt nog eens besproken in de Commissie voor de Dienst voor Sport en Recreatie.) Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe zegging van wethouder De Vries. Punt 23 (bijlage no. 113). De heer Meijerhof: Bij het beleidsplan 1979-1983 is de raad in principe akkoord gegaan met de renovatie van het Cambuur-stadionBij de behandeling van het beleidsplan 1980-1984 zijn wij daar niet op teruggekomen. Het was de opzet om deze renovatie in zes jaar te faseren, waarbij elk jaar één miljoen gulden beschikbaar werd gesteld. Uit het voorstel van b. en w. blijkt echter dat dit niet haalbaar is. Het college komt nu tot een andere uitwerking, en wel een uitvoering in drie fasen. Als men dat zo ziet, rijst toch meteen de vraag of dit wel zo'n goede zaak is. Alleen al bij de eerste fa se komen er voor de SC Cambuur problemen om de hoek kijken. De voetbalclub zal wel moeten uitwij ken naar een ander veld. Cambuur is "helaas" periode-kampioen geworden; "helaas" in verband met de verbouwing, bedoel ik dan. De periode voor de eerste fase van de renovatie is nogal beperkt. Voor 1980 is het voorstel om 3,1 miljoen gulden beschikbaar te stellen. Daarin is opgenomen een bedrag van 1 miljoen, dat oorspronkelijk voor 1979 stond gepland, het ene miljoen voor 1980 en een voor schot op het bedrag van 1981Dit alles betekent dat de tweede fase - kosten 1,2 miljoen gulden - op zijn vroegst in 1982 kan worden uitgevoerd, als wij een klein voorschot op 1983 nemen, of pas in 1983. De laatste fase zal in 1985 moeten plaatsvinden. Misschien zijn er bij de tweede fase de minste pro blemen, maar toch is er sprake van drie perioden met hinder voor het publiek ten aanzien van de ac commodatie. Ik denk dat er nog een vierde fase bij komt, omdat de grasmat ook niet denderend is. Daar moet ook iets aan gebeuren. Het is dus mogelijk dat er nog een vierde seizoen komt met vooral in het begin van het seizoen problemen voor de SC Cambuur. Als men dan in de ter inzage gelegde stukken leest dat elk jaar dat een fase later wordt uitgevoerd een kostenverhoging van 7% tot gevolg heeft, dan begint men toch over een andere mogelijkheid na te denken. Wellicht kan een en ander wat naar voren worden gehaald. Een alternatief lijkt mij om in 1980 de investering van 3,1 miljoen gulden te plegen en daarop aansluitend in 1981 het restant van 3,9 miljoen te besteden. Wel is het dan een vraag waar men de middelen vandaan moet halen. Heel simpel gezegd betekent het dat men de in 1981 ge dane investeringen naar de toekomst verschuift en de investeringen in het stadion van Cambuur terug haalt. Dat zal natuurlijk de nodige problemen opleveren. Ik ga ervan uit dat wij in 1980 3,1 miljoen investeren, in 1982 1,2 miljoen en in 1985 2,7 miljoen. Rekening houdend met een kostenverhoging van 7% per jaar, is er sprake van een extra investering van bijna een miljoen. Dit is terug te verdie nen, maar niet eerder dan in het jaar 2004. In dat jaar is er een breekpunt dat de hogere lasten van de eerste jaren worden terugverdiend. Mijn vraag is: zijn er nu niet andere mogelijkheden om, naast het voorstel om in 1980 3,1 miljoen te investeren, het restant zo vroeg mogelijk te besteden, en wel in 1981 Het gaat mij bij deze vraag niet eens zozeer om een terugdringen van de bezwaren voor de Sportclub Cambuur, maar vooral om de financiële aspecten op de langere termijn. Als men een en an der in fasen uitvoert, dan is er immers sprake van een verhoging van de exploitatielasten. Ik ben er zelf nog niet helemaal uit, maar ik zou de door mij genoemde mogelijkheid aan het college willen voorleggen. Vervolgens een opmerking over de redactie van de raadsbrief. Ik hoop dat de bouwplannen wat degelijker in elkaar zitten dan de raadsbrief. Op bladzijde 1 van de raadsbrief geeft u een opsomming van de voorzieningen c.q. werkzaamheden die nog niet in het totaalbedrag van zes miljoen gulden zijn opgenomen. Na de opsomming wordt gezegd dat deze bijkomende werkzaamheden globaal ge raamd worden op één miljoen gulden. De totale investeringskosten dienen volgens de raadsbrief op zeven miljoen te worden begroot. Bovenaan bladzijde 2 wordt gezegd dat de raming van zes miljoen gulden is geraamd op het prijspeil van 1977. Het bedrag van zeven miljoen gulden is gebaseerd op het prijspeil van augustus 1979. Zijn met betrekking tot het verschil tussen de bedragen van zes mil joen en zeven miljoen de prijsstijgingen in die twee jaar de oorzaak? Welk deel van het verschil is nu veroorzaakt door werkzaamheden die niet zijn geraamd? Naar mijn mening zijn deze werkzaam heden in 1977 wel in het bedrag van zes miljoen begrepen geweest. Of zijn ze toen over het hoofd gezien? Op bladzijde 2 staat nog een onduidelijkheid. Na het noemen van de drie fasen - onder a, b en c -, wordt voorgesteld om de eerste drie fasen in 1980 uit te voeren. Als men geen kennis zou hebben van de ter inzage gelegde stukken, dan zou men haast kunnen gaan denken dat het bedrag van zeven miljoen in 1980 wordt gei'nvesteerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 5