12 tuurIIjk in een akelige situatie te verkeren wat de toeloop van het publiek betreft. Laten wij het er voorlopig in onze spaarzaamheid op houden dat dit nog een beetje meevalt, maar anders zullen wij opnieuw bestek op moeten maken. (De Voorzitter: Met andere woorden, het moet een beetje tegen vallen.) In ieder geval weten wij dat het publiek een behoorlijk onderkomen wordt geboden, wan neer de tribunes eenmaal overdekt zijn. Wat dat betreft verwachten wij een stijging van de recette, waarbij wij eveneens aannemen dat Cambuur wat zijn eigen technisch kunnen betreft op de ingesla gen weg zal voortgaan. Vervolgens iets over de lichtinstallatie. Het is inderdaad juist dat via het Ministerie van CRM rijksmiddelen beschikbaar zijn gesteld voor het vernieuwen van lichtinstallaties van de betaald-voet- ba lorganisaties. De Stichting Cambuur kan op korte termijn rekenen op een subsidie van 52% in de kosten van aanleg van een lichtinstallatie. Het gaat in totaal om een bedrag van 575.000, Wij hebben de indruk dat in Leeuwarden zo'n installatie goedkoper kan worden gebouwd, omdat in de grond al de betonelementen voor de lichtmasten zitten en omdat ook de - redelijke - electrische be kabeling van de bestaande installatie aanwezig is. Ook de trafo-ruimte hoeft niet te worden vervan gen. Wij rekenen erop dat de bouw van een lichtinstallatie in Leeuwarden aanzienlijk goedkoper zal zijn en dat wij met een aanmerkelijk lager bedrag kunnen volstaan. Op het ogenblik wordt uitgere kend om welk bedrag het precies zal gaan, maar u kunt ervan verzekerd zijn dat een en ander vrij snel op ons afkomt. Ik kan de heer De Beer in dat opzicht geruststellen. Wanneer de tribunes begin november gebruiksklaar zijn, zal ook de verlichting gereed zijn. Wij rekenen er namelijk op dat dit eind oktober het geval zal zijn, mits de gemeenteraad straks bereid is de benodigde rest-financiering beschikbaar te stellen. De heer Meijerhof heeft terecht gesteld dat de subsidiëring voor de lichtinstallatie door het minis- terie rechtstreeks aan de Stichting Cambuur wordt verleend, maar wij menen dat er wel een modus is te vinden om deze subsidiemogelijkheden te benutten, zonder dat de eigendomsverhoudingen met het gemeen4elijk aandeel in deze in het gedrang zullen komen. Naar onze mening zal een en ander straks bij contract wel recht te trekken zijn. U krijgt daarover nadere inlichtingen, zodra wij weten hoe een en ander er precies voorstaat. De heer Meijerhof heeft gezegd dat wij naast de investering in het stadion ook nog met de exploi tatie zitten. Het is inderdaad juist dat het rapport Gezonder betaald voetbal van april 1978 ervan uitgaat dat in een periode .van acht tot negen jaar de betaald-voetbalorganisaties hun exploitatie, onder beheer of toezicht van een budget-bewakingsinstituut, zo gaan aanpassen dat zij de tering naar de nering zetten en zelf zullen komen tot een sluitende exploitatie. Men gaat er daarbij van uit dat de accom modatie als zodanig voor rekening van de locale overheden blijft. In dit uitgangspunt kunnen wij ons in principe volledig vinden. Wij weten echter niet of deze doelstelling ook in de Leeuwarder verhou dingen haalbaar zal zijn. Op het ogenblik functioneert het budget-bewakingsinstituut al. Wij ver wachten in de loop van dit jaar adviezen over de wijze waarop Cambuur zijn huishouding runt. Wij zullen ons erop beraden in hoeverre de doelstellingen van het rapport Gezonder betaald voetbal ook voor de Leeuwarder verhoudingen haalbaar zullen zijn. Mevrouw Van der Werf heeft gesteld dat wij een grote investering plegen en zich daarbij afge vraagd of er wel een juiste afweging heeft plaatsgevonden. Ook al zouden wij het willen, het lijkt mij niet dat deze zaak nog teruggedraaid kan worden, omdat het betaald voetbal in onze gemeenschap toch een bepaalde plaats heeft gekregen. Wanneer Cambuur tot redelijke prestaties komt, zien wij een enorme publieke belangstelling. Wij hopen dan ook dat men met deze prestaties door kan gaan. Als pluspunt wil ik dan nog noemen dat men met ingang van dit najaar, wanneer de lichtinstallatie func tioneert, de wedstrijden van de zondagmiddag gaat verplaatsen naar de zaterdagavond. Mevrouw De Jong zegt dat deze voorziening ver over onze gemeentegrenzen reikt. Dat is juist, hetzelfde geldt uiteraard ook voor Heerenveen. Wij kunnen echter stellen dat het publiek van heinde en ver naar de voetbalwedstrijden in Leeuwarden komt. Mevrouw De Jong vraagt in dat verband naar de mogelijkheden voor een provinciaal subsidie. De provincie kent wel subsidiemogelijkheden voor de sport, maar niet voor de bouw van een accommodatie voor het publiek. Indertijd heeft men dit principieel afgewezen. Mevrouw De Jong vroeg vervolgens of er niet een regionaal bedrijf kon worden gevonden om de werkzaamheden uit te voeren. De heer Bijkersma is op het ogenblik niet in de zaal, want anders zou hij vermoedelijk een kleur hebben gekregen toen mevrouw De Jong dit vroeg. Hij zegt namelijk dat wij in Leeuwarden niet zo enghartig alleen aan onze eigen bedrijven moeten denken, maar dat wij dit soort zaken een beetje ruim moeten zien. Ik kan mevrouw De Jong wel zeggen dat wij dat in dit geval niet hebben gedaan, maar de firma Schoondorp in Epe is het ons enig bekende bedrijf dat deze constructie toepast en in staat is om heel snel nadat een - dan wel uit deze omgeving afkomstige - aan nemer het grondwerk heeft verricht door middel van geprefabriceerde bouw de tribunes te realiseren. 13 Het bedrijf heeft hierin bijzondere vaardigheden ontwikkeld en vandaar dat onze keus op de Beton- warenindustrie Schoondorp BV uit Epe is gevallen. Wij hebben in den lande geen bedrijf kunnen vin den dat op dit stuk van zaken beter is toegerust. De heer Ten Brug (weth.): Ik heb begrepen dat mevrouw Van der Werf bezwaar heeft tegen de eenmalige dekking van 115.000,ten laste van het begrotingsoverschot voor 1980. Een en ander is echter een gevolg van de beslissing dat de eerste fase ruim drie miljoen zal omvatten. U hebt zo juist van de heer De Vries gehoord dat om technische redenen de eerste fase niet geringer kan zijn. Aangezien wij in 1979 zijn begonnen om per jaar een miljoen uit te trekken, hebben wij over de ja ren 1979 en 1980 twee miljoen beschikbaar en moet daar nog het ene miljoen van 1981 bij. Ik vind het bezwaar van mevrouw Van der Werf overigens niet zo sterk, omdat wij aan de lopende band ter eenmalige dekking al een beroep doen op het nog aanwezig geachte begrotingsoverschot van 1980. In tegenstelling tot mevrouw Van der Werf, die meer fasen wilde, oppert de heer Meijerhof de ge dachte om het werk maar in één keer uit te voeren. Ten eerste ben je er dan maar af en ten tweede zal het waarschijnlijk goedkoper zijn. Daar lijkt mij weinig tegen in te brengen, maar wel zijn er technische bezwaren om het hele Gambuur-stadion in één keer onder handen te nemen. Wij hebben namelijk geen uitwijkmogelijkheid voor de in het komende seizoen nog te spelen wedstrijden. Een tweede bezwaar is van financiële aard. Een uitgave, die wij dachten in 1981 te doen, doen wij al in 1980. Wanneer wij de periode, waarin wij deze uitgave doen, nog verder inkrimpen, dan betekent dit dat beslag wordt gelegd op ruimte in de jaren 1981 en 1982. Gezien het beleidsplan is deze ruimte er niet meer. Wij komen dan voor de keuze te staan om andere investeringen achterwege te laten, tenzij wij mogen verwachten dat in de jaren 1981, 1982 e.v. in het gemeentelijk budget meer ruimte is dan wij in het lopende beleidsplan veronderstelden. Ik heb hiervoor echter geen en kele aanwijzing, het tegendeel zal eerder het geval zijn. Beslag leggen op deze ruimte, betekent dus dat al geplande investeringen, waarvoor reeds aanzetten zijn gegeven, moeten worden uitgesteld. Dat lijkt mij zeer bezwaarlijk. De heer Meijerhof moet zich dan ook realiseren dat deze uitgestelde investeringen door prijsstijgingen in de toekomst ook hoger zullen zijn. Financieel kan het wellicht uit, maar ik zie geen mogelijkheid om met voorstellen te komen waardoor het hele beleidsplan op de kop wordt gezet. Het is echter uiteraard aan de raad om bij het beleidsplan 1981-1985 andere beslis singen te nemen. De heer Meijerhof: Wethouder De Vries heeft gezegd dat het verschil tussen de bedragen van zes miljoen en zeven miljoen uit stelposten en prijsstijgingen bestaat. Ik mag dus aannemen dat wij, als de volgende fasen aan de orde komen, over de bedragen 1,2 miljoen en 2,7 miljoen praten; wij blij ven het dus hebben over zeven miljoen als totale investering, wat ik verheugend vind. Ik heb gevraagd of men deze investering niet wat terug zou kunnen brengen. Ik zelf heb op deze vraag geen antwoord gegeven, omdat het probleem natuurlijk is dat men andere investeringen in de tijd moet opschuiven. De kostenverhogingen ten gevolge van het renoveren in drie fasen bestaan natuurlijk niet alleen uit prijsstijgingen, men moet ook steeds opnieuw de bouwketen opvoeren en materialen aanvoeren. Ik denk echter dat wij moeilijk anders kunnen dan kiezen voor een renovatie in drie fasen. Ik heb niet zoveel problemen met het doen van een beroep op het begrotingsoverschot voor 1980 wat die één miljoen gul den betreft. Niet dat ik de vooruitzichten voor 1981 en verdere jaren zo rooskleurig acht - een en an der zal immers ten koste gaan van de saldi-reserve -, maar ik ben uitgegaan van de 115.000,die wij in 1979 hadden geraamd. Dit bedrag werd in 1979 niet gebruikt, waardoor wij in dat jaar een reke ningsoverschot van een zelfde bedrag hadden. Als men die twee bedragen nu tegenover elkaar stelt, dan komt het allemaal wel weer goed. Vandaar dat ik niet zo zwaar til aan het feit dat wij voor dat ene miljoen een beroep doen op 1980. Dan nog een opmerking over provinciale subsidies. De provincie heeft enig geld en dan lijkt het aantrekkelijk, te meer daar wij iets doen voor inwoners van buiten onze gemeente, om een beroep te doen op de provincie. Wel moeten wij hier volgens mij erg voorzichtig mee zijn, vooral als men dit bekijkt in het licht van de opmerkingen over de uitholling van de gemeentelijke taken, over taken die naar de provincie overgaan en over de decentralisatie. Als men de provincie bij deze kwestie om sub sidie gaat vragen, dan doet men de provincie een handreiking door te zeggen dat men ook deze taak maar op zijn nek moet nemen. Wij moeten ervoor waken dat dit niet gebeurt. De wethouder heeft het over de planning gehad. Hij zei namelijk dat men nog enige tijd nodig heeft om een goede planning op te zetten en dat er ook nog goedkeuring van GS moet komen. Ik wil hem dan vragen of de planning zo flexibel is dat eerder met de bouw kan worden begonnen, als Cambuur algemeen kampioen wordt en de club de extra wedstrijden van de na-competitie niet hoeft te spelen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 7