24 kan worden opgebouwd. Het is de bedoeling om de sportvelden versneld aan te leggen, want als er sprake is van een opbrengst, dan betekent dit dat die opbrengst ten behoeve van een bepaalde be stemming kan worden aangewend. In dit geval is er een duidelijke relatie tussen het vervallen van sportvelden en het eventueel weer opnieuw creëren van sportvelden. Zoals ik al heb gezegd, zullen de zelfstandige bedrijven straks bij het overleg worden betrokken. In hoeverre de Waterleiding een bijdrage kan leveren, weet ik op dit moment niet. De Waterleiding heeft een stukje grond en als dit stukje in onze handen zou overgaan, worden de mogelijkheden voor de groenvoorziening beter. Vandaar dat het Waterleidingbedrijf zeker zal worden gevraagd welke mogelijkheden ter zake voor ons bestaan. (De heer Van der Wal: Kunt u ook nog even ingaan op de grondexploitatie?) De Voorzitter: Dat komt wel in de Commissie voor het Grondbedrijf ter sprake. Ik neem aan dat wij hiermee de discussie kunnen besluiten. Wij zijn het er in ieder geval over eens dat de onderhan delingen op basis van dit voorstel zullen worden gevoerd. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 15 (bijlage no. 131). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 16 (bijlage no. 128). De heer Pruiksma: Mijn fractie wil er graag haar vreugde over uitspreken dat wij zover zijn wat dit punt betreft, het beschikbaar stellen van een krediet voor het bouwrijp maken van het industrie gebied Hemrik. Ik wil hieraan nog een vraag vastkoppelen. Gezien het tempo, waarmee de Hemrik volloopt - dit doet ons deugd -, lijkt het ons te meer noodzakelijk om erop aan te dringen spoed te betrachten bij het maken van voorstellen voor het aanwijzen van de volgende locatie. Wij zouden graag een mededeling van het college willen horen op welke termijn het denkt met voorstellen hier omtrent te kunnen komen. Het tempo, waarmee de Hemrik volloopt, stemt tot vreugde, maar moet ons ook bedacht doen zijn op de problemen die er straks kunnen ontstaan. De Voorzitter: Binnen afzienbare tijd. (Gelach) Wij zijn ermee bezig en naar mijn mening kan de wethouder hierover binnen redelijke termijn discussies voeren in de Commissie voor de Ruimtelij ke Ordening. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 17 (bijlage no. 141). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 18 (bijlage no. 139). De hear Miedema: It docht woldiedich oan om yn dizze waerme seal oer blombakken yn de iepen loft to praten. (De Foarsitter: As de blommen hjir stienen, dan soenen se in heap wetter hawwe moat- te.) Sy krigen it miskien, mar wy.net. (Laitsjen) It docht de ried ek woldiedich oan dat it bistjur fan de Stichting Parkeargaraezjes net allinne oan it parkearen fan auto's tinkt, mar ek oan it "parkearen" fan blommen. Wy binne tige ynnommen mei dit kado op dit plak. It ynspirearret de gemeente miskien ek noch om it plein noch moaijer to meits- jen as it mei dizze oanfolling al wurdt. Ik soe graech, üt namme fan de hiele ried, it kolleezje freeg- je wol Ie om de tank fan de ried oer to bringen foar dizze skinking. De Foarsitter: Dat sille wy dwaen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe zegging van de voorzitter. 25 Punt 19 (bijlage no. 156). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 20 (bijlage no. 158). De heer Ten Hoeve: De bestemming van de gemeentepanden Westerplantage 32 t.e.m. 40 ligt de raad wel bijzonder na aan het hart. Het is al de derde keer dat wij hierover praten. De bestemming ligt trouwens niet alleen de raad na aan het hart, ook de initiatiefgroep Wonen in de binnenstad heeft er nogal wat werk van gemaakt en is in een rapport gekomen met drie alternatieven. Een en ander is volgens mij goed op een rij gezet, maar in dit geval geloof ik dat de gemeente nog inventiever is ge weest, want er is zelfs een vierde alternatief uitgekomen, dat naar mijn gevoel nog aantrekkelijker is. Ik heb daarbij nog een vraag. Is het reëel te veronderstellen dat drie ton voor de panden kan wor den gebeurd? Daarbij moet dan eigenlijk ook nog de honderdduizend gulden, de waarde van de on dergrond van de vijf panden, worden opgeteld. Wanneer deze vraag bevestigend kan worden beant woord, dan wordt bewezen dat uitstel soms toch nog weieens wat centen kan opleveren, in dit geval dan 1,3 miljoen. Dat is niet een onaardig bedrag. De Voorzitter: Daar zijn wij het dan volledig over eens. De heer Sterk: Ik heb niet zoveel aan de woorden van de heer Ten Hoeve toe te voegen. Een en ander is onderzocht en men mag stellen dat wij vanavond nog iets hebben verdiend ook. Ik wil nog één vraag stellen. Zijn in de panden nog huurders respectievelijk bewoners aanwezig en hoe is het overleg met hen geweest of is nog overleg nodig? Voor het overige gaat mijn fractie akkoord met het voorstel De heer Bijkersma: Dit voorstel ligt wel in de lijn van wat wij de laatste keer hebben besproken. Toch heb ik nog enkele vraagtekens te zetten, ledereen is wel enthousiast over dit voorstel, maar ik vind het raadsbesluit toch niet afgerond. In punt 3 van het besluit wordt namelijk gesteld dat de pan den ten genoege van b. en w. binnen 2 jaar gerehabiliteerd moeten zijn. Staat het college echter al een visie voor de periode na die twee jaar voor ogen? In een van de eerste raadsbrieven over dit punt heeft een lid van het college gezegd dat wij moeten proberen te rehabiliteren maar dat wij, als rehabilitatie niet lukt, tot nieuwbouw overgaan. Dit vind ik niet terug in dit besluit. Hier wordt al leen maar gesproken van rehabilitatie. Ik wil graag van de wethouder vernemen of hij, als een en ander mislukt, al iets op het oog heeft. Hij zou dit dan beter naar voren kunnen brengen, want dan weten wij waar wij aan toe zijn. Wij hoeven dan niet weer zo lang te praten, want anders staan wij hier over twee jaar weer voor en is er nog niets opgelost, terwijl de Westerplantage verloederd is. De heer Van der Wal: Ik ben het met de woorden van de heer Ten Hoeve eens. In het besluit en in de raadsbrief wordt afwisselend gesproken over panden en woningen. Om alle misverstanden uit te sluiten, wil ik erop wijzen dat het toch wel de bedoeling is dat het om woningen zal blijven gaan. De heer De Pree (weth.): De heer Ten Hoeve heeft gewezen op een rapport van de werkgroep Wonen in de binnenstad. De werkgroep heeft dunkt mij niet durven hopen wat in dit raadsvoorstel staat. Daarom hebben ze deze mogelijkheid wellicht niet opgenomen. Verder vraagt de heer Ten Hoeve of het reëel is dat drie ton voor de panden kan worden gebeurd. Ik dacht dat ik hierop ja mocht zeggen. Er heeft een gesprek plaatsgevonden met een makelaar, die gerapporteerd heeft en gezegd heeft dat hij gegadigden heeft om voor deze prijs, met renovatieplicht enz., deze woningen te kopen. De heer Bijkersma vroeg wat de filosofie was als een en ander onverhoopt niet zou lukken. Men moet weliswaar wel nadenken, maar niet eerder dan nodig is. (Gelach) ik zeg het wat verkeerd, maar het ziet ernaar uit dat nadenken over eventuele latere ontwikkelingen helemaal niet nodig is. Bij de vorige behandeling van dit voorstel hebben wij hier in de raad een hele discussie gehad over de waarde en het beeldbepalende karakter van de panden. Ik heb toen van de heer Bijkersma begre pen dat hij grote vraagtekens zette wat deze aspecten betreft. Hij en ik waren het in ieder geval toen niet met elkaar eens. Ik ben blij dat het ernaar uitziet dat de panden kunnen worden gereno veerd en dan is er geen sprake van een "daarna". (De heer Bijkersma: U gaat ervan uit dat er gere noveerd wordt. In de raadsbrief staat echter dat u het zult proberen; dat is heel wat anders.) Wij zul len het weliswaar proberen, maar welhaast met de zekerheid dat de panden inderdaad worden gere noveerd. Dat is dan een visie die op feiten is gebaseerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 13