26 In antwoord op de vraag van de heer Van der Wal kan ik zeggen dat het inderdaad om woningen gaat. De panden zullen een woonbestemming krijgen. De heer Sterk heeft gevraagd naar de huurders die op het ogenblik de panden bewonen. Hij vroeg zich af of er overleg met hen had plaatsgevonden. Dat is inderdaad het geval geweest. De betrokken huurders zijn bereid om medewerking te verlenen. Een van de huurders heeft de voorwaarde gesteld dat hij als eerste voor huren van het eenmaal gerenoveerde pand in aanmerking komt, wanneer de pan den later te huur worden aangeboden voor een huurprijs die lager is dan 500,per maand. Wij heb ben toegezegd een en ander mee te nemen bij de verkoopvoorwaarden. Het lijkt mij enigszins een academische kwestie. Als u nagaat wat de kostprijs van de panden plus de kosten van de renovatie zijn, dan mag het wel een filantroop zijn die de panden voor niet meer dan 500,verhuurt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De heer De Jong is inmiddels ter vergadering gekomen. Punten 21, 22 en 23 (bijlagen nos. 132, 136 en 138). Zih.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 24 (bijlage no. 153). Mevrouw Visscher-Bouwer: Voor ons ligt een voorstel om een aantal emancipatie-activiteiten, die zijn aangevraagd in het kader van de nieuwe rijksbijdrageregeling emancipatie-activiteiten, te subsidiëren. Deze regeling is slechts van tijdelijke aard en beoogt een stimulans te geven aan het op zetten van emancipatie-activiteiten. Daar deze regeling erg plotseling is gedropt, is een goede plan ning en afweging voor de gemeenten erg moeilijk. Wij hebben dan ook een noodprocedure moeten vaststellen. In feite doorkruist deze regeling de planning van de rijksbijdrageregeling sociaal-cultu rele activiteiten, waarmee immers reeds een aantal bestaande emancipatie-activiteiten werd gesubsi dieerd. Deze laatstgenoemde reeds gesubsidieerde activiteiten komen in de nieuwe rijksbijdragere geling niet voor subsidie in aanmerking en blijven dus vallen onder de s.c.a.-regeling. In feite vindt dus een verkokering plaats en werkt deze regeling centralistisch. Een goede afweging wordt erg moei lijk en kost de plannende gemeenten extra geld. Het positieve van deze regeling - ik wil niet hele maal negatief zijn - is dat hij stimulerend kan werken. De bekendmaking van deze rijksbijdragerege ling heeft in onze gemeente tot gevolg gehad dat ons een zeventiental verzoeken om subsidie bereik te. U stelt voor om hiervan dertien te honoreren, echter niet alle voor het totaal aangevraagde bedrag. Wij zijn het met uw keuze eens. Ook wij vinden dat de onder 7 t.e.m. 11 genoemde activiteiten mis schien niet als specifieke emancipatie-activiteiten kunnen worden gezien. Van te voren was afweging hiervan niet mogelijk, omdat de tijd te kort was. De beoordeling hierover zal dus pas achteraf kunnen plaatsvinden, na een goede inhoudelijke verslaglegging die door ons zal moeten worden geëist indien subsidie wordt verleend. Dit kan dan bij een volgende eventuele aanvraag meespelen. Wel wil ik er nog even op wijzen dat het startpunt van de diverse aanvragen - ik neem dan de nummers 1 t.e.m. 11 - totaal verschillend is. In hoeverre deze aanvragen voldoen aan de emancipatoire criteria, zal bij de beoordeling een rol moeten spelen. Het feit dat een enkele organisatie onder deze noemer subsidie aanvraagt, is al een stap over de drempel. Dat moet men niet onderschatten. Voor sommigen is het woord emancipatie al dermate bedreigend dat het al heel wat betekent dat men onder deze titel sub sidie aanvraagt. Wij geven mede daarom aan de nummers 7 t.e.m. 11 het recht van de twijfel. Wij wensen de vrouwen met hun activiteiten veel succes toe. Achteraf gaan wij een en ander beoordelen. Een rare procedure, waaraan uiteindelijk niet de gemeente schuldig is maar het ad hoc-beleid - zo mag ik het haast wel stellen - van CRM. Ik heb nog een vraag aan de wethouder. Is het mogelijk om, zodra er enige zekerheid is over het toekennen van een subsidie, bericht te doen aan de betreffende groepering? Sommige zijn na melijk reeds met hun activiteiten gestart. Dan heb ik nog een vraag. Er zal misschien geld overblijven. Als dit zo is, is dan een over loop" van dit geld mogelijk? Of moet het geld voor dit jaar dan als verloren worden beschouwd? Mevrouw Van der Werf: Ik wil twee korte opmerkingen over dit voorstel maken. Ik zie het voor stel, zoals het hier ligt, als niet meer dan een verdeling van de door de rijksbijdrageregeling eman cipatie-activiteiten beschikbaar gekomen gelden, omdat in dit voorstel nauwelijks principiële keuzen zijn gemaakt vanuit een gemeentelijk emancipatie-beleid. Er is gekeken naar wat wel en wat niet 27 past in de letters van de rijksbijdrageregeling. Inhoudelijke keuzen vanuit een gemeentelijk beleid konden zo snel niet worden gemaakt en hoefden ook niet te worden gemaakt, omdat de in aanmerking komende aanvragen niet de beschikbare financiële ruimte overschreden, nadat er volgens de regels van de rijksbijdrageregeling in sommige aanvragen wat was geschrapt. Ik verwacht dat er principiële noten zullen worden gekraakt bij de behandeling van de Nota emancipatie-beleid en in een later stadium bij de welzijnsplanning. De tweede opmerking betreft de afwijzing van de subsidie-aanvraag van het Frysk Flikkerfront. Op zich kunnen wij het eens zijn met de afwijzing van deze aanvraag, maar de argumentatie van het college volgen wij op een aantal punten niet. Naar onze mening is een aanvraag van het Frysk Flikkerfront wel in te passen in deze rijksbijdrageregeling. De regeling is inderdaad in eerste instan tie toegeschreven op de subsidiëring van vrouwengroepen, maar laat wel degelijk ruimte voor het in beperkte mate toekennen van gelden aan een groepering als het Frysk Flikkerfront, dat roldoorbreken- de activiteiten wil verrichten. Dat wij toch menen dit subsidieverzoek te moeten afwijzen, vindt zijn oorzaak in het feit dat de aanvraag is ingediend voor het maken van een film. Dat vinden wij niet binnen het kader van de rijksbijdrageregeling vallen. In de tweede plaats blijkt uit de aanvraag van het Frysk Fiikkerfront en de toelichting hierop dat men zich duidelijk richt op de Friese flikkers en niet op de Leeuwarder flikkers. In dat kader zou dit subsidie dan ook beter passen in de provinciale gelden die voor de emancipatie beschikbaar worden gesteld. Mevrouw Waalkens: Wij zijn blij dat dit jaar een grotere verscheidenheid aan emancipatiegroepen een subsidieverzoek heeft ingediend dan het vorig jaar het geval was. Hopelijk zet deze trend zich voort en kunnen wij ook op deze manier de emancipatiegedachten meer vorm laten krijgen. Overigens wil ik opmerken dat wij verheugd zijn dat het college het voorstel van een deel van de Commissie Welzijn heeft overgenomen, te weten een subsidie van 1.530,aan de werkgroep alleenstaande ouders Bilgaard. Voor roldoorbrekende activiteiten kunnen ook mannengroepen zorg dragen. Wij zijn het dan ook niet eens met de visie van het college dat de subsidie ten behoeve van emancipatiezaken alleen aan vrouwengroepen dient te worden verstrekt. De heer De Pree (weth.): Ik ben het met de opmerkingen die onder andere door mevrouw Visscher zijn gemaakt eens, in die zin dat het hier een noodprocedure betreft en het beleid van CRM als het over emancipatie gaat heel erg "ad hoc-erig" is. Vorig jaar moesten ineens enkele miljoenen, die "over" waren omdat de staatssecretaris ze niet had uitgegeven, alsnog worden uitgegeven. Dat gaf de nodige problemen. Eind vorig jaar kwam opeens het bericht dat er een rijksbijdrageregeling zou komen - de bijdrage bedroeg 0,34 per hoofd van de bevolking -, waarbij werd gesteld dat alle aan vragen en stukken vóór 1 april moesten zijn ingediend. Een en ander is volledig in strijd met de plan ningsprocedure die door de raad is vastgesteld. Het is niet te hopen dat het zo blijft. Onder meer mevrouw Van der Werf heeft gesproken over de criteria die wat de gemeente betreft nog ontbreken. Welke activiteit moet wel en welke niet worden gehonoreerd? Er staan wel enkele criteria in de rijksbijdrageregeling aangegeven. U weet dat een emancipatienota op komst is. Daar na zal er naar mijn idee in de raad een principiële discussie moeten komen over de vraag welke ac tiviteiten onder emancipatie vallen, en waarom, en welke niet. U merkt uit de verschillende aan vragen de geweldige variëteit in soorten activiteiten. In de Commissie voor Welzijnsaangelegenhe- den heeft iemand in dit verband de term "grabbelton" laten vallen. Ik heb daarop gezegd dat het meer lijkt op honderd verschillende bloemen, waarvan een groot deel best kan bloeien. Het lijkt mij goed dat allerlei groepen, die zich tot dusverre niet met emancipatiezaken hebben beziggehouden, mede door deze rijksbijdrageregeling zich wel hierop richten. Aan de hand van de evaluaties kunnen wij dan vervolg-aanvragen nader bekijken. Mevrouw Visscher heeft gevraagd om zo spoedig mogelijk de groepen die een subsidieaanvraag hebben ingediend in te lichten over de mogelijkheid of zij het geld kunnen krijgen. Dat ligt inder daad in de bedoeling. Wanneer wij de aanvraag hebben ingediend, dan zullen wij binnen een paar weken telefonisch contact opnemen met CRM, in de hoop dat wij dan berichten krijgen. Dit kan dan worden doorgegeven, waarna voorschotten kunnen worden gegeven. Een andere vraag is of eventueel overblijvend geld, beschikbaar gesteld voor emancipatiezaken maar niet daarvoor gebruikt, ook voor dit doel beschikbaar blijft. Dit is wel de bedoeling. Wij hou den nu al iets over: wij vragen meer geld dan er subsidies zijn aangevraagd. Ik meen begrepen te heb ben dat CRM daarmee akkoord gaat en dit zou betekenen dat van het bedrag van 0,34 per inwoner, als er van dat bedrag nog wat over is, ook nog wat kan worden besteed aan eventuele nieuwe aanvra gen die in de loop van het jaar nog binnen zullen komen. Mevrouw Van der Werf en mevrouw Waalkens hebben nog iets gezegd over de aanvraag van het

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 14