28
Frysk Flikkerfront. Onder deze rijksbijdrage vallen inderdaad ook activiteiten van mannen, voor zo
ver die te maken hebben met emancipatie van vrouwen. Het is niet zo dat allerlei activiteiten van
mannengroepen hierin zomaar zijn onder te brengen, maar als emancipatie van vrouwen onder andere
het doorbreken van rolpatronen betekent, dan kan het niet anders dan dat ook mannelijke rolpatronen
doorbroken moeten worden. Voor zover het daarmee te maken heeft, vallen ook door mannen ontwik
kelde activiteiten onder deze rijksbijdrageregeling. U ziet echter dat de afwijzing voor de aanvraag
van het Frysk Flikkerfront gebeurd is op andere argumenten.
Mevrouw Van der Werf: Wij hoeven hier niet eindeloos over te discussiëren, het punt zal onge
twijfeld nog wel terugkomen. Ik vind de argumentatie van de wethouder wel erg zwak. Een groepe
ring als het Frysk Flikkerfront houdt zich immers duidelijk bezig met het doorbreken van de manne
lijke rolpatronen, die hen worden opgelegd. Omgekeerd heeft dit natuurlijk weer zijn invloed op de
rolpatronen die aan vrouwen zijn opgelegd. Het is precies hetzelfde. Als vrouwen aan het doorbre
ken van rolpatronen werken, dan heeft dat weer zijn invloed op mannelijke rolpatronen. De interpre
tatie die de wethouder nu geeft, ben ik niet tegengekomen in de rijksbijdrageregeling en ook niet in
de toelichting daarop. Wat dat betreft zal er nog weieens een discussie over moeten plaatsvinden.
De heer De Pree (weth.): In de rijksbijdrageregeling komt het woord "mannen" ook voor.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 25 (bijlage no. 130).
Mevrouw Van der Werf: Ik wil enige opmerkingen maken over het verzoek van de Turkse Arbei
dersvereniging om ruimte beschikbaar te stellen. Het punt is helaas niet in de Commissie voor Wel-
zijnsaangelegenheden aan de orde geweest, vandaar dat ik op deze plaats op de achtergronden van
dit verzoek wil ingaan, ondanks de haast die een aantal leden van de raad merkbaar krijgt. Naast
de langzamerhand onderkende problematiek waarmee de buitenlandse en in dit geval de Turkse werk
nemers en hun gezinnen te maken hebben - met name hun geïsoleerde positie in het werk, hun woon
situatie, problemen met hun kinderen die worden opgevoed in twee cultuurpatronen -, is er het pro-
bleem van de toenemende infiltratie van de fascistische organisatie Grijze Wolven in de Turkse be
volkingsgroep. De organisatie Grijze Wolven heeft een zeer doordachte strategie om door middel van
mantelorganisaties (islamieten-comité's, culturele idealistenverenigingen en dergelijke) mensen te
vangen. Uit gesprekken met de Turkse Arbeidersvereniging is mij gebleken dat de activiteiten van de
Grijze Wolven niet moeten worden onderschat. De Turkse Arbeidersvereniging heeft als belangrijkste
doelstelling dit fascisme te bestrijden en zij doet dit onder andere door allerlei activiteiten op te zet
ten, waaronder sociaal-culturele en hulpverlenende activiteiten, om de mensen uit hun isolement te
halen, ze een stuk eigenwaarde te geven en hen beter bekend te maken met de Nederlandse situatie.
De bedoeling van dit laatste is de mensen minder ontvankelijk te maken voor fascistische indoctrina
tie. Voor die activiteiten is ruimte noodzakelijk. Het presidium van de RMD heeft bij schrijven van
4 februari 1980 te kennen gegeven dat de kans bestaat dat door de gemeente in principe voor alle
buitenlandse werknemers in Leeuwarden het pand Zuidergrachtswal aan de Stichting Buitenlandse Werk
nemers in Assen zal worden verhuurd en dat deze instelling de eerst aangewezene is om het betreffen
de verzoek van de stuurgroep in behandeling te nemen.
Nu is al uit mijn eerste opmerking gebleken dat het veel minder eenvoudig is dan het nu misschien
lijkt om alle buitenlanders onder één dak te brengen. Voor de Turkse Arbeidersvereniging is het weren
van de Grijze Wolven binnen dit pand heel moeilijk. Het pand is immers toegankelijk voor iedereen
en niet alleen voor leden van de vereniging. Enkele mensen durven hierdoor niet eens meer in Selam
te komen, en worden de activiteiten voor degenen, die er wel komen, regelmatig verstoord.
Het pand is ook in gebruik bij de Marokkanen. Zij hebben een heel andere doelstelling dan de
Turkse Arbeidersvereniging, waardoor overleg en samenwerking al moeilijk wordt. Bovendien is ook
binnen de Marokkaanse bevolkingsgroep een fascistische organisatie, de Amicales, aan het infiltre
ren. Voor de Turken is het ondoorzichtig wie dit zijn en wat zij doen. Dit roept een enorme terughou
dendheid op als het gaat om samenwerking. Tot zover de achtergronden van dit verzoek.
In de raadsbrief wordt opgemerkt dat er zich binnen de buitenlandse bevolkingsgroepen in de pro
vincie een aantal ontwikkelingen voordoen die gaan in de richting van verzelfstandiging. Het colle
ge stelt dan dat het niet gewenst is, nu er nog geen duidelijkheid is over de stellingname van de Stich
ting Buitenlandse Werknemers en CRM en de betrokken groeperingen zelf, dat de gemeente een een
zijdige beleidsombuiging bewerkstelligt door in te gaan op dit verzoek. Ik neem aan dat dit betekent
29
dat er op dit moment geen afwijzende beschikking op dit verzoek plaatsvindt, maar dat het voorlopig
wordt aangehouden tot er meer duidelijkheid over de ontwikkelingen is. Ik wil graag weten of mijn in
terpretatie juist is, maar zou bovendien graag willen dat er een termijn wordt gesteld waarbinnen die
duidelijkheid er moet zijn. Wij kunnen de Turkse Arbeidersvereniging niet eeuwig aan het lijntje blij
ven houden of de vereniging, terwijl wij weten dat het niet kan, terugsturen naar Selam en de Stichting
Buitenlandse Werknemers. Verder zou ik graag willen dat deze hele problematiek aan de orde komt in
de Commissie voor WelzijnsaangelegenhedenIn deze commissie kunnen wij dan verder praten over
de stellingname van de gemeente Leeuwarden met betrekking tot de ontwikkelingen zoals die op dit
ogenblik plaatsvinden.
Als laatste wil ik erop aandringen dat de Turkse Arbeidersvereniging meer dan tot nu toe het ge
val was wordt betrokken in het overleg met betrekking tot de toekomstige ontwikkelingen, die hen
immers direct aangaan.
Mevrouw De Haan—Laagland: Ik wil mij graag aansluiten bij het verhaal van mevrouw Van der
Werf. Ik kan op zich wel begrip opbrengen voor het standpunt van het college dat er eerst duidelijk
heid moet komen over de vraag wat CRM wil met betrekking tot het beleid van de Stichting Buiten
landse Werknemers en wat de provincie wil, voordat wij zelf aan het verzoek voldoen door een pand
toe te wijzen. Het is op zich natuurlijk een heel trieste zaak dat CRM geld beschikbaar stelt voor
activiteiten voor buitenlanders en de begeleiding van deze mensen, maar dat het geld niet op een
goede manier kan worden gebruikt. Voor dat probleem is de gemeente niet direct verantwoordelijk,
maar ik denk wel dat de gemeente een belangrijke rol kan spelen bij het zoeken naar een oplossing
daarvan. Ik weet dat buitenlanders hier en elders met ontzettend veel problemen hebben te kampen.
Er liggen zoveel haarden van conflicten dat het niet verantwoord is om deze mensen nog langer het
gevoel te geven dat er niet hard genoeg aan hun voorzieningen wordt gewerkt. Ik acht het niet ver
antwoord om deze mensen nog langer het gevoel te geven dat hun problemen niet serieus worden ge
nomen. Toch leeft het gevoel heel sterk bij buitenlanders dat er geen schot in de zaak zit. Ik kan uit
deze raadsbrief ook niet opmaken dat zij ongelijk hebben. Vandaar dat ik het volgende wil vragen.
Hoe zijn de ontwikkelingen de laatste jaren precies geweest? Wat is er allemaal gebeurd? In hoever
re worden buitenlandse werknemers ingelicht en bij eventuele stappen betrokken? Mijn belangrijkste
verzoek aan het college is om geen afwachtende houding aan te nemen maar te proberen zelf initia
tieven te ondernemen om zo snel mogelijk tot goede voorzieningen voor de buitenlandse werknemers
te komen.
De heer De Vries (weth.): De uiteenzettingen van mevrouw Van der Werf en mevrouw De Haan
tonen al aan dat wij hier met een materie hebben te doen die op zichzelf niet zo gemakkelijk is, mede
vanwege de politieke complicaties die hier in deze minderheidsgroepen bezig zijn door te dringen.
Ik moet u eerlijk zeggen dat wij als gemeente op deze ontwikkelingen an sich niet zo bijzonder veel
zicht hebben. Er schijnen hier allerlei vrijwilligers te zijn die wel rechtstreeks contact hebben, maar
gestructureerd is er op dit stuk van zaken niet zo bijzonder veel. Juist deze situatie is voor mij aan
leiding geweest om na een telefoontje contact te zoeken met een van de vrijwilligsters, die zich
nogal intensief met deze zaak bezighoudt. Ik heb aanstaande donderdag een gesprek met haar om
eens te kijken in welke richting deze problemen wellicht tot een oplossing zouden moeten worden ge
bracht. Vast staat dat er in principe een rijkssubsidie voor de buitenlandse werknemers van 100% be
schikbaar is. Uit dien hoofde ligt er ook duidelijk de erkenning dat deze zaak primair thuishoort on
der de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid, die ten aanzien van de vestiging van buitenlandse
werknemers in ons land de eerst aangewezene is om te zorgen dat er middelen beschikbaar komen om
deze mensen op een adequate manier te helpen.
Zoals het rijksbeleid zich op het ogenblik lijkt te ontwikkelen, zal het zo zijn dat de nu nog be
staande noordelijke stichting wordt opgesplitst in drie provinciale verbanden. Deze tweede-lijnsvoor
ziening zal ook hier in Friesland leiden tot inkrimping van het aantal functionarissen dat voor het to
tale bestand van buitenlandse werknemers beschikbaar is. Alle eerste-lijnsvoorzieningen zullen in de
locale situatie een oplossing moeten vinden binnen de normale planning voor sociaal-culturele activi
teiten, de maatschappelijke dienstverlening, onderwijs en alles wat daaraan vastzit. Dit zal moeten
gebeuren met inschakeling van de hier in onze gemeenschap aanwezige instituten. Wij kunnen niet
overgaan tot allerlei categorale instel linkjes voor de Turkse Arbeidersvereniging en voor andere Turk
se mensen die hier zitten en weer een andere groep vormen, die mevrouw Van der Werf typeert als
een geïnfiltreerde groep met fascistoïde trekken. Wij kunnen niet voor de Marokkanen een apart hulp
verleningsmodel ontwikkelen, wij zullen een en ander moeten doen binnen onze bestaande mogelijk
heden. Wij gaan hierover ook praten met de vier zogenaamde "kerngemeenten" in Friesland. Dit ge-