6
Ik ben onderhand beland in de Ouwe Weide. Wij menen dat de oplossing van de wijk voor de
inrichting van het Koeplein moet worden gevolgd. Beide manieren van inrichten hebben hun voor
delen en daarom vinden wij dat de mening van de bewoners de doorslag moet geven. Zij moeten er
wonen en op het aantal parkeerplaatsen heeft het geen enkele invloed.
Verder gaan wij akkoord met het voorstel om een gedeelte van het Cambuursterpad tot woonstraat
te bestemmen en het autoverkeer - ook de bus - via de Tjerk Hiddesstraat te laten rijden. De overige
verkeersstructuur komt binnenkort wel aan de orde bij de behandeling van het verkeersstructuurplan
Schil-Oost.
Ik heb nog wel een vraag voor de wethouder over de procedure. Op pagina 1 van de raadsbrief,
onder het kopje "begrenzing", staat dat de beslissing van de minister betrekking heeft op het gebied
Cambuursterpad inclusief de Oostersingel. Verder wordt in de raadsbrief niet gesproken over het plan
Oostersingel. Dit plan is al in voorbereiding en wij hebben daarin te maken met terreinen voor wo
ningen en met terreinen voor bedrijven. Ik denk dat er ook nog wel enkele kademuren zullen moeten
worden gerestaureerd. Ik wil graag van de wethouder weten hoe hij de toevoeging van het plan voor
de Oostersingel aan het plan Cambuursterpad in het vat wil gieten.
De heer Sijbesma: Aan de orde is deel zoveel van het feuilleton Cambuursterpad. Wij mogen nu,
ter voorbereiding van de afrondingen die b. en w. verder moeten maken voor het gereedmaken van
de definitieve plannen voor juni, een aantal knopen doorhakken. Ik wil in dit verband toch mijn blijd
schap erover uitspreken dat de projectgroep en de contactgroep het vrijwel eens zijn geworden, zeker
in hoofdlijnen. Uit brieven blijkt dat verschillen ten aanzien van de situering van een aantal parkeer
plaatsen en de mogelijkheid tot het maken van woonerven zijn blijven bestaan. Hierover mogen wij
ons vanavond uitspreken.
In de laatste vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening zijn deze punten ook
door de bewoners genoemd, maar daar kwam toch de nog klemmender oproep om op korte termijn te
beslissen, zodat uitvoering van dit plan in gang kon worden gezet. Het is zeer begrijpelijk dat de
wijk haar plannen maakt, uitgaande van de huidige situatie, en daarnaar de nodige veranderingen
beoordeelt. Aan de andere kant is er het uitgangspunt voor de stadsvernieuwing, namelijk om de wijk
integraal aan te pakken en blijvend geschikt te maken en te houden voor in elk geval 25 jaar, en het
uitgangspunt van de ISR dat het plan alleen wordt gesubsidieerd wanneer het sober en doelmatig is.
Naar onze mening moet dan ook het plan van de projectgroep worden gevolgd ten aanzien van de si
tuering van de parkeerplaatsen. De afstand tussen de woning en de parkeergelegenheid moet zo kort
mogelijk zijn. Van bewoners, die in de toekomst in deze wijk komen wonen, mag niet worden ver
wacht dat zij zich zullen gedragen zoals de bewoners die dit plan mee hebben opgezet en die het on
gerief van een verdere afstand naar de parkeerplaats tegenover andere zaken hebben afgewogen.
Wat de woonerf-achtige inrichting van de wijk betreft is door de wethouder in een eerdere com
missievergadering aangegeven dat een dergelijke inrichting niet bedoeld mag zijn om het parkeerpro
bleem op te lossen. Het zou misschien alleen gemotiveerd kunnen worden als het leefpatroon in de
wijk dit strikt noodzakelijk maakt. Gezien de situering van de parkeerplaatsen, de groenvoorziening
en de speelruimte die er is, schatten wij in dat dit voor deze wijk niet hard gemaakt kan worden. Daar
om kunnen wij ons vinden in de argumentatie van de raadsbrief en het besluit dat daaruit volgt.
Met betrekking tot de inrichting van het Koeplein heeft de wethouder toegezegd dat hierover nog
overleg kan worden gepleegd. Wij voelen ook dan het meest voor het wijkmodel, nu het aantal parkeer
plaatsen niet verschilt. Het verkeersstructuurplan voor de Schil-Oost komt nog aan de orde, maar wat
ons betreft kan voor de herindeling van de De Ruyterweg al worden uitgegaan van het in het besluit
genoemde model
De heer De Beer: Ik zal alleen op de bestaande verschillen tussen de projectgroep en de contact
groep ingaan. Overigens ben ik met het college van mening dat het slechts ondergeschikte punten
zijn, die in goed overleg met de bewoners goed moeten kunnen worden opgelost. Gezien de resultaten
van het overleg tussen project- en contactgroep kunnen wij stellen dat dit overleg goed heeft gefunc
tioneerd. Op pagina 2 van de raadsbrief wordt voorgesteld het gedeelte van het Cambuursterpad tus
sen Bleeklaan en Tjerk Hiddesstraat in te richten als woonstraat. De argumenten daarvoor ontbreken
echter. Ik wil graag weten welke die argumenten zijn. De andere punten die betrekking hebben op
de verkeersstructuur, komen bij de behandeling van het verkeersstructuurplan voor de Schil-Oost nog
wel ter sprake.
Ten aanzien van de situering van de parkeerplaatsen zijn wij van mening dat het voorstel van de
buurtbewoners volkomen acceptabel is. Wij stellen het college daarom voor om bij de verdere uitwer
king daarvan uit te gaan. Ik heb overigens inmiddels begrepen dat de beide vorige sprekers een ander
standpunt innemen.
7
Om ongewenste precedentwerking te voorkomen, terwijl ook de financiële consequenties proble
men kunnen geven, onderschrijven wij het standpunt van de projectgroep dat voorzieningen in de par
ticuliere sfeer daar dienen te blijven en niet mogen worden gebruikt voor straatverbetering. Daar,
waar dit geen problemen geeft, zal de mogelijkheid op zich moeten worden bekeken en dus niet op
voorhand moeten worden uitgesloten.
De heer Van der Wal: Mijn fractie is verheugd dat de projectgroep en de contactgroep althans op
hoofdlijnen overeenstemming over dit stedebouwkundig ingewikkelde gebied hebben bereikt. Ik zal
de volgorde van de raadsbrief aanhouden wat mijn opmerkingen over onzes inziens toch niet onbe
langrijke verschillen betreft. Mevrouw Brandenburg heeft ook al gesteld dat het bij de verschillen al
leen maar draait om de auto. Dit begint al bij de verkeersstructuur. In het besluit wordt voorgesteld
om vooruit te lopen op het verkeersstructuurplan voor de Schil-Oost, en wel op het structuurmodel I.
Ik heb het daar wat moeilijk mee, omdat dit verkeersstructuurplan nog volop in discussie is in de di
verse commissies. Met name voor het Cambuursterpad wordt in het structuurmodel I een bestemming
als busroute, als hoofd-fietsroute en als buurtontsluitingsweg in twee richtingen voorgesteld. Voor
het eerste stukje van het Cambuursterpad wordt voorgesteld om dit tot woonstraat in te richten. Ik
wil daarbij wel even opmerken dat het dan om een woonstraat met een fietsroute gaat. Het lijkt mij
wenselijk dat ook het overige gedeelte van het Cambuursterpad tot woonstraat wordt ingericht. Een
bestemming tot woonstraat wil zeggen dat deze straat berijdbaar moet zijn voor bestemmingsverkeer,
bussen en fietsen. Daar zijn volgens mij wel mogelijkheden voor, maar als ik die uiteen wil zetten,
dan kom ik op het chapiter van het verkeersstructuurplan voor de Schil-Oost; dat zal vanavond niet
de bedoeling zijn. Ik vind het dus erg moeilijk om over dit onderdeel van het voorstel al een besluit
te nemen, tenzij het college zegt dat, als het structuurmodel I - waarmee ik het overigens in princi
pe eens ben - naderhand wordt aangepast, ook het vanavond aan de orde zijnde besluit automatisch
zal worden aangepast. Ik weet echter niet of dit juridisch mogelijk is. Daarom vind ik het een vreem
de constructie om nu alvast vooruit te lopen op een plan dat nog nader moet worden vastgesteld. Graag
een reactie van het college hierop.
De rehabilitatie van een aantal complexen woningen lijkt er nu in te zitten. Wat één complex
van 193 woningen van de Woningbouwvereniging Leeuwarden betreft lijkt het erg moeilijk om aan
de prijs te komen. Misschien kan de wethouder meedelen of zich hierin nieuwe ontwikkelingen heb
ben voorgedaan. Wij gaan er, evenals dat in de raadsbrief wordt gedaan, van uit dat er gerehabili
teerd zal worden.
Dan de parkeernorm en de situering van de parkeerplaatsen. In tegenstelling tot de vorige spre
kers kan ik de hier gehanteerde normeringen niet voetstoots aannemen. De loopafstanden zijn naar
mijn mening behoorlijk discutabel. Wij hebben zoiets ook met de binnenstad meegemaakt. Daar mocht
ook niet een bepaalde loopafstand voor het winkelend publiek worden overschreden, want dan kwam
men niet meer. Nu blijkt dat het winkelend publiek wel degelijk grotere loopafstanden voor lief neemt
en, liever dan in de parkeerkelder, buiten de stadsgrachten parkeert. Hieruit blijkt maar weer dat
dit soort normen zeer discutabel zijn en zeker niet als uitgangspunt voor een stedebouwkundig plan
kunnen dienen. Dit geldt ook voor normen als 1 1, 1 0,93 en 1 0,8. Uit bijlage 4, over de par-
keerbehoefte, van het rapport blijkt dat de parkeerbehoefte in dit gebied 1 0,5 is. In deze bijlage
wordt beargumenteerd dat deze norm voor het binnengebied moet worden opgeschroefd tot 1 0,85.
Met de randstraten erbij wordt dan een norm van 1 0,93 bereikt. In de tweede fase zal deze norm
dan opgeschroefd moeten worden tot één parkeerplaats per woning, dus 1:1. Dit lijkt mij een beetje
koffiedikkijkerijAls men de economische ontwikkelingen en de problemen met de energievoorziening
hierbij betrekt, dan kan men de norm misschien beter van 1 0,5 omhoogbrengen naar 1 0,6, omdat dat
dan ook al veel is. Ik vind de normen zeker discutabel als er, om aan dit soort normen te voldoen,
woningen moeten worden afgebroken, ledereen in de raad erkent dat er een groot gebrek is aan wo
ningen voor een- en tweepersoonshuishoudingen en alle fracties in de raad dringen er bij tijd en wij
le op aan dat er meer kleine woningen voor deze categorie komen. Elke woning is er in deze nood
situatie één. Het geschilpunt tussen de wijk en de projectgroep heeft betrekking op acht woningen
aan de Sontstraat en de Auke Stellingwerfstraat. Voor deze acht woningen zouden volgens de project
groep 24 parkeerplaatsen moeten komen. Mijn fractie is het met de wijkorganisatie eens dat iedere
woning die wordt afgebroken er één te veel is. Het gaat nu om afbraak van acht woningen, waarvan
wij vinden dat het niet hoeft. Men hoeft niet aan de norm te voldoen, omdat de norm volgens bijla
ge 4 van het rapport Cambuursterpad 1 0,5 bedraagt in het binnengebied. Vandaar dat wij een mo
tie hebben gemaakt, die als volgt luidt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag, 31 maart
1980, behandelende het vaststellen van de toekomstige functionele structuur en stede-