4 Sub J en K. De verzoeken en de brief worden in handen van b. en w. gesteld om preadvies. Sub L t.e.m. O. Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Sub P. Mevrouw Van der Werf: In het preadvies bij deze brief van het Zuidelijk Afrika Komitée Leeuwar den spreekt het college op grond van formeel bestuurlijke overwegingen als zijn mening uit dat dit soort problemen, in dit geval de aanwezigheid van Shell in het racistisch Zuid-Afrika, niet hier besproken moeten worden. Natuurlijk is het zo dat dit niet tot de eerste taken van het gemeentebestuur behoort. Het houdt echter niet in dat wij tegen een groep mensen uit deze stad, die actie voeren tegen de schrij nende toestanden in Zuid-Afrika, dan maar moeten zeggen dat deze problemen niet in de raad thuisho ren. Wij vinden dat dit soort problemen hier wel degelijk besproken moeten worden. In ieder geval zou den wij als onze mening willen uitspreken dat wij de rol, die de Shell in Zuid-Afrika speelt, afwijzen. Als ik naar de ondertekenaars van de brief kijk, dan zie ik dat ook de beide PvdA-afdelingen de brief hebben ondertekend. Ik verwacht dan ook dat de PvdA een en ander kan ondersteunen. De Voorzitter: Wij kunnen de mededeling van mevrouw Van der Werf voor kennisgeving aannemen. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub Q. Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: U hebt kennis kunnen nemen van enkele stukken die in de Leeskamer voor u ter inza ge zijn gelegd, overeenkomstig een afspraak die in het Seniorenconvent is gemaakt. Ik constateer dat er geen aanleiding is tot het maken van opmerkingen dienaangaande. Punt 3 (bijlage no. 182). De heer Knol: Dit punt betreft de aankoop van diverse percelen. Met de aankoop van de panden in de Monnikemuurstraat en in de Borniastraat heeft mijn fractie geen moeite. Anders ligt het met het com plex in de Speelmansstraat. In dit geval spreek ik alleen namens mijzelf en niet namens de fractie. Ik heb al meerdere malen gewezen op het feit dat bij het vaststellen van schadeloosstellingen op basis van quasi-onteigening geen rekening wordt gehouden met de WIR. Ook nu is dit weer het geval. Vanachter de groene tafel is altijd gesteld dat er nog geen uitspraken over zijn. Welnu, in december heeft de Ho ge Raad een uitspraak gedaan dat WIR-aanspraken wel degelijk mee moeten of kunnen spelen bij vast stelling van schades in het kader van onteigening en dus ook in het kader van quasi-onteigening. Punt 4, Willemskade 34 en 36 en Speelmansstraat 17. De Commissie voor het Grondbedrijf heeft unaniem geadviseerd om de panden Willemskade 34 en 36 niet aan te kopen. In de eerste plaats hebben wij deze panden niet zo dringend nodig en in de tweede plaats lijkt de prijs aan de zeer hoge kant. Vandaar dat de commissie heeft geadviseerd om de panden niet aan te kopen. Mijn fractie heeft dat ad vies overgenomen en zal dan ook tegen de aankoop van deze twee panden stemmen. Dit brengt mij met een op het punt van de procedure bij de Commissie voor het Grondbedrijf. De Commissie voor het Grondbedrijf is een commissie van advies en bijstand aan b. en w. Als commissielid mag men dan ver wachten dat de adviezen, die door die commissie worden uitgebracht, serieus worden meegenomen in de besluitvorming van b. en w. (De Voorzitter: Dat gebeurt altijd, dat staat vast.) Maar wat is het geval de laatste tijd, mijnheer de voorzitter? Wij worden steeds vaker geconfronteerd met het feit dat de ad viezen, die nog moeten worden gegeven door de Commissie voor het Grondbedrijf, in de raadsbrief wor den afgedaan met de woorden: De commissie zal worden gehoord. In de praktijk betekent dit dus dat wij de raadsbrieven al in huis hebben en daarna als Commissie voor het Grondbedrijf een advies moeten uit brengen. Als dit zo blijft, dan zou deze commissie het beste maar naar huis kunnen gaan! De heer Van der Wal: Ik stem met de woorden van de heer Knol in. 5 De Voorzitter: Ik wil graag iets zeggen over de procedure. Als er staat: De commissie is gehoord, dan kan dat "gehoord" twee redenen hebben. Ik heb trouwens de indruk dat de commissies hier over het algemeen geen moeite mee hebben. Een aantal keren vindt deze omschrijving plaats op advies van de commissie zelf, omdat men een en ander nog in de fracties wil bespreken of omdat de leden zich om hen moverende redenen liever nog niet definitief uitspreken. Dan wordt besloten tot "De commissie is ge hoord" en wachten wij af wat het standpunt van de woordvoerders in de raad is. Wanneer wij in tijdnood zitten en er nog een commissie is die vergadert op een tijdstip tussen het b. en w.-besluit en de bijeen komst van de raad, dan gebeurt het ook weieens dat wij in de raadsbrief zetten: De commissie is of zal worden gehoord. Maar dat is dan alleen ter wille van de tijd, want als het enigszins kan, doen wij dat niet. Ik zou nogmaals met nadruk willen zeggen dat u, wanneer b. en w. eens niet het advies van een commissie volgen, daar onder geen beding de conclusie uit mag trekken dat een dergelijk advies niet au sérieux wordt genomen of dat er niet grondig over wordt gesproken. Dat is een onjuiste conclusie, daar mag geen misverstand over bestaan. Een andere kwestie is dat er vanachter de tafel in deze raad wel uiteengezet zal moeten worden - tenminste wanneer het niet in de raadsbrief is gedaan - waarom het zo is gedaan. Maar dat is een andere kwestie, waarop wethouder Rijpma stellig nog zal ingaan. De heer Rijpma (weth.): De WIR-kwestie is een paar keer informatief in de commissie aan de orde geweest en is ook hier in de raadzaal toegelicht. Het is de bedoeling dat in de volgende vergadering van de Commissie voor het Grondbedrijf namens b. en w. een toelichting zal worden gegeven, mede aan de hand van de uitspraken die inmiddels over de WIR-toepassing bekend zijn. Dat zou al gebeurd zijn in de vorige commissievergadering, ware het niet dat de ambtenaar die zich in deze materie gespeciali seerd heeft met vakantie was. Wat punt 4 betreft kan ik u meedelen dat de aankoop van de panden Willemskade 34 en 36 en Speelmansstraat 17 is gekoppeld. Wanneer aankoop van Willemskade 34 en 36 niet doorgaat, dan gaat aankoop van Speelmansstraat 17 ook niet door. Wij zitten op de Willemskade in een betrekkelijk kwets baar gebied. In dat gebied zijn weinig panden, misschien moet ik wel zeggen geen panden, via de Mo numentenwet beschermd. Als wij er prijs op stellen het karakter van dit gebied te behouden, dan zullen wij daar op moeten treden als eigenaar en zullen wij zelf moeten bepalen wat er met de panden gebeurt. Om dat te bereiken hebben wij in dat gebied inmiddels al een belangrijke aankoop verricht. Dit zou een tweede aankoop zijn, waarbij twee naar ons gevoel waardevolle panden zijn betrokken. Ook ten aanzien van nog enkele andere panden staat het college op het standpunt dat wij, als wij op die wand voldoende greep willen houden, de eigendom moeten verwerven. Ik zal niet zeggen dat dit een "koop je" is, maar wij zijn er wel van overtuigd dat het een aankoop is die past binnen het beleid dat de raad nadrukkelijk voor de stad heeft vastgesteld. Ik verzoek u dan ook met enige klem het voorstel om Wil lemskade 34 en 36 en Speelmansstraat 17 aan te kopen te volgen. De heer Knol: Ik wil even met de koppeling van de panden Willemskade 34 en 36 en Speelmansstraat 17 beginnen. Een voor de hand liggende vraag om in de Commissie voor het Grondbedrijf aan de orde te stellen was: Wat gebeurt er als wij besluiten de panden Willemskade 34 en 36 niet aan te kopen? Heeft dat consequenties? Op deze vraag kon in de commissievergadering geen antwoord worden gegeven. Nu wordt er gezegd dat er een koppeling is. Discussiëren in zo'n commissie is dan naar mijn idee helemaal onzinnig, alhoewel ik dit woord eigenlijk niet wil gebruiken, maar het is in ieder geval wel zonder zin. (Gelach) Dan nog iets over de procedure. De voorzitter zegt dat een bepaalde zaak weieens haast heeft en dus buiten de procedure om moet gebeuren. Dat komt inderdaad wel voor en ik heb daar ook begrip voor. In dit geval was dat echter helemaal niet nodig, wij zitten helemaal niet te wachten op de aan koop van Willemskade 34 en 36. Dat brengt mij meteen op de argumentatie van de wethouder als hij zegt dat wij deze panden per se moeten verwerven als wij deze gevelwand in stand willen houden. Voor dat gebied hebben wij een voorbereidingsbesluit genomen en er is een bestemmingsplan in voorbereiding. De achtergrond van de aankoop van de panden van Buisman was dat wij bang waren dat in dat gebied, voordat het bestemmingsplan klaar was, een projectontwikkelaar of iemand anders iets zou gaan doen dat wij niet wilden. Die situatie zien wij op het ogenblik niet zo zitten. Wij verwachten dat het be stemmingsplan op tijd klaar is. Als dat zo is, dan hebben wij geen enkele vrees om te veronderstellen dat daar dingen zullen gebeuren die ons niet naar de zin zijn. Er is al eens een interne notitie geweest, waarin ambtenaren zich afvroegen of het wel zin had om naast Buisman ook de andere panden in dat ge bied te verwerven. Wij zijn al bezig met de panden die in de ronding van de kade liggen. Wij zien echt het nut er niet van in om de panden waar het nu om gaat aan te kopen. Namens de Commissie voor het Grondbedrijf heb ik de volgende motie, die wordt ondersteund door mijn fractie. (De Voorzitter:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 3