- 19 - stapt, dan doet men dit natuurlijk niet om te controleren of het wel goed is schoongemaakt of zo. Nee, men gaat een gebouw van een instel ling binnen om informatie, advies of bijstand te vragen aan de mensen die bij die instelling werken. Zo interpreteer ik althans de uitdruk king "toegang tot alle gemeentelijke instellingen". Op bladzijde 2 van bijlage I, suggestie 9 van hoofdstuk 4> lees ik: "Het verlenen van advies en bijstand aan raadsfracties en individuele raadsleden is geen taak voor het ambtelijk apparaat maar voor fractie assistenten." Deze fractie-assistenten zijn er overigens nog niet, maar ik vind het toch, althans in zijn enge interpretatie, een heel gevaar lijke ontwikkeling. Ten eerste zou hierdoor immers iedere grond aan de legitimatiekaart ontvallen en zou die alleen nog maar geschikt zijn om de onderhoudstoestand van de gebouwen te controleren. Nu is die toestand in vele gevallen niet best, maar ik denk toch dat de bedoeling van deze kaart breder geïnterpreteerd moet worden. Mijn vraag is dus deze: Hoe moet ik aanbeveling 9 van het rapport interpreteren? Wat is de status van de legitimatiekaart? In hoeverre kunnen wij door middel van deze kaart daadwerkelijk controle uitoefenen? In hoeverre kan men een indi viduele ambtenaar, van wie men weet dat hij over een bepaald onderwerp bijstand en informatie kan geven, te hulp roepen? Mag dat dan plotseling niet meer? Tot nu toe mocht het altijd wel, ook zonder kaart. Ik vind deze ontwikkeling, die op nauwere interpretaties wijst, erg gevaarlijk. Bovendien hebben interpretaties in gemeentelijke nota's toch al de nei ging om nauwer te worden geïnterpreteerd dan de raad aanvankelijk had gedacht Vervolgens heb ik nog een meer algemene opmerking. Een aantal jaren terug is kennelijk algemene ontevredenheid ontstaan over het functioneren van de gemeenteraad en in het bijzonder deze gemeenteraad. Er kwam een boekje van de VNG uit, getiteld "Een goede raad", en met algemene stem men is een commissie ingesteld die zou bekijken hoe die algemene onte vredenheid was op te lossen. Wij waren het zeker eens met die gevoelens van ontevredenheid. Als ik nu de concrete voorstellen in de bijlagen van het rapport doorlees, dan lees ik voor het grootste gedeelte over dingen die al lang zijn ingevoerd, dingen die nog nader moeten worden uitgevoerd, dingen die hier hun formele bevestiging in krijgen maar in de praktijk al lang ten uitvoer zijn gebracht en eigenlijk maar heel weinig over con crete maatregelen. Ik kom niet veel verder dan het instellen van fractie kamers, de uitzending via het kabelnet van de vergaderingen van de raad, extra luidsprekertjes in het Blanke Ruim en eventueel subsidie aan frac tiemedewerkers. Voor het overige zijn er haast geen concrete voorstellen waardoor ik het gevoel zou kunnen krijgen dat wij beter gaan werken. Een vraag aan alle fracties is dan of men nu van de voorstellen in dit rapport, dat een eerste maar wel een belangrijke stap is, het idee heeft dat de raad beter gaat werken. Beantwoorden deze voorstellen nu aan het algemene gevoel van ontevredenheid, op grond waarvan de raad indertijd deze commissie heeft ingesteld en waarin, zoals wij telkens weer horen, heel dure ambtenarentijd is gestoken plus een heleboel vergadertijd van raadsleden? Ik heb daar grote twijfels over. (De heer Heere: Het lijkt mij dat u dit met uw fractiegenote moet bespreken.) Mijn fractiegenote heeft, voor zover zij aanwezig kon zijn, heel principiële dingen aan de orde gesteld in de vergaderingen van de Commissie Een goede raad, die helaas weinig weerklank vonden. Mevrouw De Jong: Ik vind dat er een informatiekloof bestaat tussen college en raadsleden. Vandaar dat punt 9 van de adviezen en voorstellen van de commissie op mij erg vreemd overkomt. Ik vind dat de mogelijkheid zeker open moet worden gelaten dat raadsleden bijstand en advies van het ambtenarenapparaat inroepen. Op bladzijde 8 van het rapport wordt gesproken over spreektijdrant soenering. Ik vind de raadsvergaderingen over het algemeen erg lang duren. Het is evenwel een fundamenteel recht van elke raadsfractie en elk raads lid om hier te zeggen wat men heeft te zeggen. Ik ben dus tegen die spreek- tijdrantsoenering. Zoals ook van de zijde van het CDA is gevraagd, wil ook ik vragen wie op een gegeven moment bepaalt dat tijdens een hoorzitting iets gecom pliceerd zal komen te liggen. Wordt er misschien tijdens een hoorzitting van voorzitter veranderd? Ik vind dit een zeer moeilijke zaak. Het is een kwestie van of-of. De Voorzitter schorst, om 20.40 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21.20 uur, de vergadering. De heren Ten Brug (weth.) en Sijbesma hebben inmiddels de vergadering verlaten. De Voorzitter: Wij zullen proberen op de door u gestelde vragen een antwoord te geven. Ik wil daarbij wel graag vooropstellen dat wij geen poging zullen doen in deze vergadering te reageren op de verschillende principiële opmerkingen, waarbij bezwaren zijn gemaakt tegen de huidige

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 10