De heer De Jong; Ik wil graag iets zeggen over de hoofdstukken 5
en 6. Halverwege bladzijde 17 wordt opgemerkt dat zo spoedig mogelijk
na de behandeling van de nota's een handleiding voor het functioneren
van de contactgroepen dient te worden opgesteld. Er dient over de taak
en de werkwijze van de contactgroep meer duidelijkheid te komen, zo zegt
het rapport. Wij willen dit zelfs met klem bij u aanbevelen. Als u ech
ter duidelijkheid wilt, dan moet u dat ook tot het eind toe blijven vol
houden. In de laatste regels van bladzijde 17 staat namelijk: "In ge
vallen, waarin verwacht kan worden dat tijdens de hoorzitting zeer ge
compliceerd liggende belangentegenstellingen naar voren zullen komen,
is het noodzakelijk dat een bestuurder als voorzitter van de hoorzitting
optreedt. In andere gevallen kan het voorzitterschap aan een ambtenaar
worden toevertrouwd." Wie bepaalt de criteria? Waar is de duidelijkheid
ten aanzien van het voorzitterschap bij hoorzittingen? Waarom nu niet
of een bestuurder of een ambtenaar het voorzitterschap op zich laten ne
men? Als wij duidelijk willen zijn, dan moeten wij hier ook duidelijk zijn
Op bladzijde 19 gaat het over het instellen van een adviescommissie
stadsvernieuwing. Kan dit met hetzelfde personeelsbestand of kan dit uit
breiding van onze diverse afdelingen inhouden? Ik heb altijd begrepen dat
onze ambten.aren op welke afdeling dan ook een volledig bezette taak heb
ben en zelfs nooit volledig aan het werk dat zij moeten doen toekomen.
Nu komt er een heel nieuwe adviescommissie en vandaar de vraag of hier
voor het personeelsbestand moet worden uitgebreid.
Op bladzijde 21 wil men zelfs overgaan tot het aanstellen van spe
ciale ambtenaren als projectleider in plaats van de huidige recrutering
van projectleiders uit verschillende afdelingen van de DSO. Kan dit met
hetzelfde personeelsbestand of moet er extra personeel komen? (De heer
Geerts: U heeft de raadsbrief voor maandag niet gelezen.) Ik dacht dat
wij nu met dit rapport bezig waren.
Ik wil nu overgaan naar de aanbevelingen, die genoemd zijn op blad
zijde 18 van de evaluatienota Inspraak stadsvernieuwing. Enkele aanbe
velingen vind ik niet terug in het rapport van de Commissie Een goede
raad. In punt 1.a staat het volgende: "De contactgroepleden worden ermee
belast de voortgang te bewaken door de momenten aan te geven waarop naar
hun mening de terugkoppeling naar de wijk dient te geschieden." Hoe ziet
u deze werkwijze? Wie kunt u belasten en kunt u iemand belasten? Aan
welke momenten denkt u dan?
Wij willen heel duidelijk onderstrepen wat u in aanbeveling 2 zegt,
namelijk dat u de min of meer harde randvoorwaarden op tafel wilt bren
gen. Ik geloof dat men, gezien de misverstanden die wij vele keren hebben
gehad ten aanzien van inspraakprocedures en contactgroepen, heel duidelijk
moet weten welke randvoorwaarden er zijn gesteld.
Op bladzijde 19» onder punt 4» staat een rare uitdrukking, die u mis
schien kunt veranderen. Er staat: "Vanwege de verschillende status van
ambtenaren en burgers Welke status wordt hier bedoeld? Dit is mij
niet recht duidelijk. Misschien is er een ander woord voor te vinden,
hoewel ik de aanbeveling op zich wel kan onderschrijven.
De punten 7 en 8 gaan over de informatie. Informatie moet zelfs toe
gankelijk zijn voor de hele wijk, zo staat er. Ik zou u met klem willen
aanbevelen om deze informatie veel beter te presenteren dan wij tot nu
toe hebben gedaan. Als ik namelijk het ongelukkige prikbord voor het op
hangen van tekeningen in de Nieuwe Zaal zie, dan dacht ik dat die infor
matie eerst op een betere manier in huis moet worden gepresenteerd voor
dat wij naar buiten treden. Als wij het hebben over audio-visuele mid
delen, dan zijn wij naar mijn mening tenminste wat moderner bezig. Als
wij vervolgens de informatie naar de vertegenwoordigers in de diverse
wijken moeten brengen, dan wil ik u ernstig aanbevelen om de informatie
verstrekking up to date naar voren te brengen.
In punt 10, bladzijde 20, staat: "Inspraakdeelnemers hebben recht
op een redelijke tijd voor bestudering van en beraad over de stukken."
Ik vind het begrip "redelijke tijd" te eng. Wij hebben de afgelopen jaren
vaker gehoord dat er gewoon te weinig tijd is omdat een en ander terug
gekoppeld moet worden naar de wijk. Men wil zelf allerlei informatie in
winnen en meningen van anderen horen. De praktijk is dat de tijd daar
voor steeds te kort was. Nu staat hier "een redelijke tijd". Kunt u dui
delijk maken wat wordt verstaan onder "redelijke tijd"?
Het ontgaat mij waar wij het in de laatste regels van punt 13 over
hebben, maar dat zal hem wel aan mij liggen. Er staat: "De standpunten
van wijkbewoners ten aanzien van voorstellen die aan de gemeenteraad
zullen worden voorgelegd, kunnen zij verduidelijken op een hoorzitting
die daartoe (in een procedure met zwaarwegende problemen) door het col
lege van b. en w. zal worden gehouden. De Commissie voor de ruimtelijke
ordening zal worden verzocht op deze hoorzitting aanwezig te zijn." Ik
heb de indruk dat hiermee een andere hoorzitting dan de normale wordt
bedoeld.Kunt u ons hierover nader informeren?
De hear Jansma: Ik haw twa fragen oer de punten dy't yn in bylage
fan it rapport fan de Kommisje In goede ried steane. Earst in fraech oer
haedstik 5» punt 12. Der stiet: "Het spreekrecht van belanghebbenden be
hoeft niet tot één instantie te worden beperkt." Der binne 8fspraken makke,