- 13 - 'ft' foardat de riedsadvyskommisjes yn funksje gienen, tusken de foarsitters en de siktarissen, yn in gearkomste Under foarsitterskip fan de boarge- master. Leit it yn de bidoeling om nou fan dy ofspraken 6f to wiken of wol men dy ofspraken dochs wol kontinuearje? Oer punt 17» op deselde side, woe ik ek noch hwat freegje. Dêr stiet: "De experimenten die in bepaalde wijken hebben plaatsgevonden met het door of in opdracht van de bewoners verrichten van onderzoeken moeten worden gecontinueerd en zo mogelijk worden uitgebreid." Is it de bidoeling dat dit foar rekken fan de wiken seis giet of moat de gemeente dit bitelje? Mevrouw Waalkens: Een korte vraag. Op bladzijde 6 van het rapport van de Commissie Een goede raad wordt iets gezegd over de besluitenlijst van b. en w. Mijn vraag is of het mogelijk is om deze besluitenlijst aan de raadsleden toe te zenden, zodat ze die kunnen bewaren. De heer Bijkersma: Op bladzijde 5 van het rapport wordt gesteld dat ernaar moet worden gestreefd dat de (politieke) bruikbaarheid van het gemeentelijk beleidsplan wordt verhoogd. Verder staat er dan: "De huidige opzet kenmerkt zich te veel door een financiële benadering." Als ik dat zo lees, dan denk ik dat die financiële benadering wordt bekritiseerd en naar de achtergrond wordt geschoven. Ik weet niet of dit verstandig is. Het hele beleidsplan staat of valt natuurlijk met de aanwezige middelen. Ik geloof niet dat wij te veel de nadruk moeten leggen op een andere benadering. Essentiële punten zouden dan weieens te veel naar de achter grond kunnen worden geschoven. Ik zou de financiële benadering toch voorop gesteld willen zien. Op bladzijde 21 wordt ingegaan op de aanstelling van projectleiders. Als men hier in het rapport op doorborduurt, dan zou ik daarbij wel graag de financiële aspecten willen zien opgenomen. Deze aspecten zijn immers ook erg belangrijk. Wij kunnen, redenerende volgens het rapport, wel zeggen dat die projectleiders er moeten komen, maar als later blijkt dat het heel veel geld kost, dan weet ik het niet. Daarom wil ik graag de financiële aspecten hierbij opgenomen zien. Mevrouw Van der Werf: Wij willen deze informatieve raadsvergadering gebruiken om de achterliggende visie van onze opvattingen, die hier en daar als minderheidsstandpunt in het rapport worden vermeld, naar voren te brengen. Het gaat vanavond in feite om de vraag naar het functioneren van de locale democratie. In mijn algemene beschouwingen over het beleids plan 1979-1983 heb ik gesteld dat werken binnen de raad gebonden is aan een aantal beperkingen, doordat de besluitvorming in de gemeenteraad - overigens in alle parlementaire lichamen - zich niet uitstrekt tot de economische sector. Die constatering, die alles te maken heeft met het democratisch gehalte van de beslissingen die hier worden genomen, ont breekt volgens ons in de analyse die in dit rapport met betrekking tot de positie van de gemeenteraad wordt gemaakt. Bent u niet met ons van mening dat een van de meest wezenlijke beperkingen van de parlementaire democratie en dus van deze gemeenteraad hierdoor niet wordt genoemd en daardoor ook mogelijke wegen om hier iets aan te veranderen uit het ge zichtsveld verdwijnen? In dit rapport gaat het alleen over het democratisch functioneren van de raad als onderdeel van het parlementaire stelsel. Wordt de be perking die daarvoor geldt als een gegevenheid aanvaard die niet op locaal niveau is te veranderen? Haar onze mening is het gevolg hiervan namelijk een nogal bestuurlijke benadering. Zo wordt bij voorbeeld in hoofdstuk 2, waar het gaat over de positie van de gemeenteraad, een ana lyse gegeven van ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan binnen het bestuur. De analyse van maatschappelijke ontwikkelingen is zeer gebrekkig. Bij voorbeeld de geschetste overgang van nachtwakersstaat naar verzor gingsstaat wordt beoordeeld vanuit bestuurlijke consequenties en niet vanuit politiek-maatschappelijk oogpunt. Die overgang heeft namelijk ook met zich meegebracht dat de overheid een veel sterkere greep op het da gelijks leven van de mensen heeft gekregen. Daarmee ging een stuk zeggen schap over het eigen leven verloren. De bevolking is in de loop der tij den steeds meer in een afhankelijkheidsrelatie ten opzichte van de over heid gekomen. Bent u niet met ons van mening dat in het hiervoor liggende rapport de vraag gesteld had moeten worden of de parlementaire organen de juiste vorm zijn om de bevolking meer greep op het maatschappelijk gebeuren te geven? Wij hebben daarover onze twijfels. Wij noemden al de geringe invloed die de gemeenteraad op de economische sector heeft. Daar komt bij dat het meer en meer niet de gekozen gemeenteraadsleden zijn die het beleid bepalen, maar ambtenaren en externe deskundigen; deze constatering wordt overigens ook in het VNG-boekje Een goede raad gedaan. Nu willen wij volgens het rapport weliswaar de invloed van de raad her stellen - een goede zaak overigens -, maar blijft het niet een probleem hoe 37 goedwillende burgers een zo omvangrijk geworden ambtenarenapparaat kunnen overzien, laat staan controleren? Verder wordt in hoofdstuk 2, over de positie van de gemeenteraad, gesignaleerd dat volksvertegenwoordigers (gemeenteraadsleden) geen blanco volmacht meer hebben. Zij zijn gebonden aan een program en bovendien

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 7