18 De door het college voorgestelde maatregelen om de adviezen met redenen te omkleden, hebben onze instemming. Wel zitten wij met een probleem, want op bladzijde 27 van de nota zegt het col lege dat de uitgebrachte adviezen ter inzage liggen, terwijl op bladzijde 13 van het rapport wordt gezegd dat de adviezen zullen worden toegestuurd. Vooral dat laatste, het toesturen, zouden wij als voorwaarde willen stellen. Om een betere afstemming te krijgen is het goed om bij de samenstelling van de commissie reke ning te houden met de gemeentelijke taak op het terrein van de monumentenzorg. Ook al met het oog op de komende ontwikkelingen in de binnenstad lijkt het ons juist dit toezicht in de commissie te in tegreren. De fulltime secretaris dient onzes inziens volkomen onafhankelijk te zijn, maar kan om or ganisatorische redenen het best worden ondergebracht bij Bouw- en Woningtoezicht. Het zal vooral deze functionaris zijn die een actieve rol moet spelen op het gebied van de voorlichting over de wel- standszorg. Ook wij zijn van mening dat Leeuwarden zelf in staat behoort te zijn het eigen beleid op het gebied van de welstandszorg uit te oefenen en daarom kiezen wij duidelijk voor een eigen wel standstoezicht. De huidige organisatie zal moeten worden aangepast door het instellen van twee subcommissies met elk een afzonderlijk taakgebied. Maar, om met die taak van de commissie nieuwe stijl de nodige ervaring op te doen, lijkt het ons ook gewenst om de vorming van die subcommissies voorlopig achter wege te laten. Wel dient er onzes inziens voor te worden gezorgd dat de mogelijkheid voor een in breng van de niet-deskundige leden voldoende gewaarborgd is. Het verdient onzes inziens ook aanbeveling om de keuze van de architecten niet te beperken tot Leeuwarden, waardoor de samenstelling niet meer zo eenzijdig zal zijn. Of dit zal lukken, is een tweede, maar wij kunnen er in ieder geval naar streven. De heer Van der WakiDat het welstandstoezicht in Leeuwarden nodig op de helling moet, zal ie dere Leeuwarder met oog voor zijn/haar stad onmiddellijk duidelijk zijn. Voorbeelden te over: Amici- tia, Bondsspaarbank, Friesland Bank, Coöperatieve Verzekeringsfondsen, FBTO, Kamer van Koophan del, De Bleek, de in aanbouw zijnde ABN, enzovoorts, enzovoorts. Met name bij nieuwbouw in of rond de binnenstad zijn de stedebouwkundige en historische aspecten van die binnenstad maar al te vaak ondergeschikt gemaakt aan status- en prestige-overwegingen van de opdrachtgevers van de bouw. Het mag in het nieuwe systeem van welstandszorg nu ook niet meer voorkomen dat ieder slecht plan er op den duur toch wel doorkomt, zoals de directeur Stedebouw/Bouwkunde tevens adviseur van de huidige Welstandsadviescommissie heeft opgemerkt en bevestigd in een openbare commissievergadering; een en ander met name naar aanleiding van de gang van zaken rond de nieuwbouw op de hoek Bleek- laan-Groningerstraatweg. Deze nota biedt onzes inziens gbede aanknopingspunten om dit soort onge wenste ontwikkelingen te voorkomen. Wij zijn het eens met de stelling dat de welstandszorg een autonome taak van de gemeente is. Wat dat betreft zijn wij het dus niet met de PvdA-fractie eens. Wel vinden wij dat er contact gezocht kan worden op regionaal of provinciaal of voor mijn part landelijk niveau met betrekking tot ontwik kelingen op dit gebied. Daartegen is natuurlijk geen enkel bezwaar, maar onzes inziens moet de wel standszorg een autonome taak van de gemeente blijven. Een taakuitbreiding van de commissie, namelijk het ook beoordelen van stedebouwkundige plan nen, civieltechnische werken en herprofileringen, heeft onze volledige instemming. Ook de integre- ring van de monumentenzorg in deze commissie kan onze goedkeuring wegdragen. Het vroeg inscha kelen van de commissie bij de beoordeling van schetsplannen in een vroeg stadium, heeft op zich onze instemming. Aan de andere kant zie ik daarbij wel het gevaar opdoemen dat men in een al te vroeg stadium toezeggingen doet die later, bij de definitieve uitwerking, toch verkeerd blijken uit te pak ken. Dan speelt het proces zich in de openbaarheid af en kan de commissie moeilijk meer terug. Ik vind dus wel dat hierover het een en ander moet worden geregeld in de verordening. Op zich zijn wij echter niet tegen een vroegtijdig inschakelen van de commissie en eventueel de subcommissies. Vervolgens de samenstelling van de commissie. In het verleden heeft de afhankelijke positie die de leden-architecten in de commissie innamen nogal ter discussie gestaan. Helaas is dit aspect in de voor ons liggende nota wat onderbelicht gebleven. Het is ook een moeilijk probleem. Voor zover het dan wel is besproken, is dat ook wel gebleken. Daarom ben ik het met de PvdA-fractie eens dat drie architecten in de commissie voldoende moet zijn. Daarnaast willen wij de samenstelling van de com missie aanvullen met twee andersoortige deskundigen - wij denken aan een stedebouwkundige en een monumentendeskundige, omdat monumentenzorg nu geïhtegreerd is - en drie gebruikers. Wij vinden wel dat op voordracht van de Vrouwen Advies Commissie vanuit de gebruikersgroep iemand best door de raad in deze commissie welstandszorg kan worden benoemd. Het gaat daarbij immers om welstands toezicht, dus de stedebouwkundige omgeving van de stad. Dit lid hoeft natuurlijk niet per se lid van 19 de VAC te zijn. Dat staat ook nergens, er wordt gesproken over "op voordracht van". Zeer waarschijn lijk zal het wel een vrouw worden, gezien de wens die mevrouw Visscher uitsprak. De twee overige leden zouden wij graag voorgedragen willen zien uit ter zake maatschappelijk relevante instellingen en organisaties. Dat klinkt natuurlijk heel vaag, maar wij denken daarbij bij voorbeeld aan het Oude Stadswijken Overleg, de stichting Moderne Architectuur Friesland, kringen van beeldende kunstenaars en een vertegenwoordiging uit de dorpen. Deze kwestie moet wat ons betreft in de verordening nader worden uitgewerkt. Ik neem aan dat hierover ook overleg mogelijk is in de diverse commissies. Ook met de instellingen zelf zal contact moeten worden opgenomen. Vandaar dat ik een en ander aldus in een motie heb verwoord. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 12 mei 1980, behande lende de Nota inzake het welstandstoezicht (bijlage no. 159), besluit om naast één plaats voor de groep "gebruikers" op voordracht van de Vrouwenadviescommissie, twee plaatsen in de nieuw te vormen commissie welstandszorg te reserveren die vervuld worden op voor bracht van ter zake relevante maatschappelijke organisaties. Ik heb de formulering met opzet wat vaag gehouden. Aangezien mevrouw Visscher een voorstel heeft aangekondigd dat naar mijn mening in dezelfde richting gaat, zal ik het antwoord van het college afwachten alvorens de motie in te dienen. Vervolgens de openbaarheid van vergadering. Wij zijn evenals de PvdA-fractie voor een en-en- keuze en niet voor een of-of-keuze. Dus zowel informatie geven als openbaarheid van vergadering. Wij hebben de motie van mevrouw Visscher die hierop betrekking heeft mede-ondertekend. Daarbij moet wel voorop staan dat het "in principe" heel goed moet worden geregeld, zoals ook meerdere spre kers hebben gesteld. Het moet niet aan de commissie worden overgelaten. Hetzelfde geldt voor de cri teria voor de vraag welke plannen via een verkorte procedure door de commissie behandeld kunnen wor den en welke plannen een volledige procedure dienen te volgen. Daarbij is het van belang dat ieder besluit door de voltallige welstandszorgcommissie wordt genomen en niet door subcommissies. Dit is ook van belang met het oog op de openbaarheid. Vanwege de onafhankelijke positie zouden wij het secretariaat het liefst bij de afdeling ROV van de secretarie ondergebracht willen hebben, maar de wethouder heeft althans mij er in de commissie van overtuigd dat het om organisatorische redenen toch beter Is om het secretariaat bij Bouw- en Wo ningtoezicht onder te brengen, met een gegarandeerd onafhankelijke positie en taakstelling, die nog in de verordening zullen worden geregeld. Dat wachten wij dus af om het daarna te toetsen. Een vraag die in andere bewoordingen ook al is gesteld, is deze. Hoe wordt de invloed van het gemeentelijk beleid in de commissie gewaarborgd? Ik heb daarbij het oog op structuurplannen, bestem mingsplannen, monumentennota's en dergelijke, kortom alle nota's die zo voor en na over de stede bouwkundige omgeving verschijnen. Wie krijgt tot taak het bewaken van het geformuleerde beleid in de commissie? Tot slot wil ik zeggen dat ik het een goede nota vind, waarmee ik het niet helemaal eens was, maar wel vond ik het een goed discussiestuk. Daarvoor onze dank. Mevrouw De Jong: Ik ben ook van mening dat het een heel duidelijke nota is en ik wil graag be ginnen met mijn waardering uit te spreken. Verder vind ik het een heel goede zaak dat deze commis sie tijdig zal worden ingeschakeld. De PvdA heeft een motie ingediend met betrekking tot de open baarheid van vergadering. Ik zal deze motie van harte ondersteunen. Door mevrouw Visscher is een samenstelling van de commissie gesuggereerd, waar ik volledig mee akkoord kan gaan. Wel wil ik het aantal zetels voor de gebruikers opgevoerd hebben tot drie. Ik ben verder van mening dat de besluitvorming niet in de subcommissies hoort. Ik ben met het college van mening dat wij de welstandszorg in eigen hand moeten houden. Wij sluiten ons terecht niet aan bij de provinciale opzet. De heer Geerts: Ik wil nog iets zeggen waardoor de discussie misschien wat korter kan zijn. Het gaat mij om de woorden "in principe openbaar". Wij zijn van mening dat in de verordening zou moe ten worden opgenomen dat de vergaderingen van de commissie openbaar zijn. Wij vinden echter ook dat een ontsnappingsformule moet worden opgenomen, namelijk dat de vergadering niet openbaar is als er overwegende bezwaren zijn. Wat zijn dan die overwegende bezwaren? Dat is natuurlijk altijd een subjectieve zaak. Wij kunnen ons voorstellen dat die overwegende bezwaren voorkomen als iemand in zijn belangen wordt aangetast door openbare behandeling. Men kan zich ook voorstellen dat de com missie niet openbaar vergadert als iemand, wiens plannen ter beoordeling worden voorgelegd, dit niet zou willen. Wat is namelijk de bedoeling? Het is de bedoeling dat iedereen kan controleren wat er in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 10