4
5
De brief wordt in handen van b. en w. gesteld om preadvies.
Sub H t.e.m. K.
De brieven worden in handen van b. en w. gesteld om preadvies.
Sub L.
De Raad stemt in met het door b. en w. geformuleerde antwoord.
Sub M.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub N.
Het bezwaarschrift wordt in handen gesteld van de Commissie van advies inzake beroepschriften
ingevolge de Bouwverordening om advies.
Punten 3, 4 en 5 (bijlagen nos. 192, 194 en 193).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 6 (bijlage no. 188).
De heer Van der Wal: Welk advies heeft de Commissie voor het Grondbedrijf over deze grond-
transactie gegeven?
De Voor-zitter: De commissie heeft geen advies gegeven. Het hoort inderdaad wel in de commissie
aan de orde te zijn gesteld. U hebt de keus tussen het voorstel wel aannemen of het alsnog terugver
wijzen naar de Commissie voor het Grondbedrijf. (De heer Van der Wal: Ik vind dat het voorstel eigen
lijk terugverwezen moet worden naar de Commissie voor het Grondbedrijf, tenzij er zeer zwaarwegen
de redenen zijn om het niet te doen. Grondtransacties gaan nu eenmaal via de Commissie voor het
Grondbedrijf.) Het is een kwestie van maar één gulden. (De heer Van der Wal: Ik weet nu wel waar
om het gaat, maar ik keek eerst wel vreemd op van een verkoop van 100 m2 grond in Camminghaburen
voor één gulden. Normaal wordt dit soort dingen in de Commissie voor het Grondbedrijf besproken.)
Dit had inderdaad in de commissie moeten worden behandeld, laten wij dat vooropstellen. Ik neem
aan dat dit niet is gebeurd, omdat men het niet zo'n belangrijk punt achtte. Als u echter meent dit
zo principieel te moeten opvatten, dan komt het alsnog in de commissie. Ik vind het echter wel een
beetje jammer om zo'n klein punt drie weken aan te houden. Ik dacht dat u wel genoegen kon nemen
met de toezegging dat het niet weer zal gebeuren.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 7 (bijlage no. 191).
De Voorzitter. Dit punt is wel in de Commissie voor het Grondbedrijf geweest.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 8 (bijlage no. 195).
Mevrouw Brandenburg-Sjoerdsma: Achter in de Nota inzake de ontwikkeling van het zuidelijk
plandeel van Camminghaburen worden de te nemen beleidsbeslissingen genoemd. Het lijkt mij het
meest overzichtelijk als ik dat lijstje maar even naloop.
Wij zijn akkoord met de reservering van grond voor de verbinding met de Hemrik; dat is geen en
kel punt. Wij zijn ook akkoord met de andere werkwijze in het zuidelijk deel van Camminghaburen.
Met deze andere werkwijze wordt beoogd te bereiken dat er minder tijd verloren gaat voordat de we
gen en leidingen kunnen worden aangelegd. De invloed van de gemeente bij de verkavelingen wordt
groter, maar in de praktijk is gebleken dat het te lang duurt voor alle betrokkenen op één lijn zitten
als wij het anders doen. Het tijdschema loopt dan in de war: wij hebben extra kosten. Wij gaan ak
koord met de andere opzet, die ongeveer neerkomt op de werkwijze Aldlan-Oost. De exacte plaats
van de wegen wordt door de gemeente aangegeven en is bindend voor de architect.
Punt c betreft de capaciteit van het plan. Het college wil voorlopig vasthouden aan de bij de
tweede fase afgesproken verdeling, namelijk 30% woningwetwoningen, 5% premiehuurwoningen, 40%
premie koopwoningen, waarvan 15% goedkope woningen, en 25% vrije-sectorwoningenVan deze
laatste categorie stelt het college voor om dit in drie vormen te doen, namelijk geschakeld - kleine
oercelen -, grotere percelen van 350 m2 - twee onder één kap - en percelen van 600 m2. Belangrijk
is nog dat van de woningwetwoningen en de premiekoopwoningen 25% uit kleine woningen zal bestaan.
Op dit ogenblik is er weinig vraag naar koopwoningen, gezien de rentestand. In het noordelijk plan-
deel zijn al koopwoningen omgezet in huurwoningen. Daar waren nog verplichtingen om te bouwen.
Het is de vraag of er nu animo is voor het realiseren van de premiekoopwoningen. In de nota worden
deze problemen ook al genoemd. Een wijziging van een premiekoopwoning naar een woningwetwo-
ning heeft een nadelige invloed op de planexploitatie, namelijk ongeveer 10.000,per woning.
Wij moeten naar mijn mening voorkomen dat de woningproduktie inzakt. Dit zou de doorstroming ver
hinderen en geen ruimte maken onder aan de woningmarkt, waar wij juist te maken hebben met een
extra grote vraag. Het inzakken van de woningproduktie zou zelfs invloed kunnen hebben op de stads
vernieuwing, die wij allemaal erg hoog in het vaandel hebben. In dat geval moeten wij volgens mij
eens denken aan de overschotten, die er denkelijk wel zijn, op de bestemmingsplannen. Verder zou
kunnen worden gedacht aan de inschakeling van de corporaties voor de bouw van de premiehuurwo
ningen. Corporaties zijn financieel gezien als opdrachtgevers safe. Wij zouden het jammer vinden als
wij moeten omschakelen, gezien onze opvatting over een evenwichtige opbouw van de bevolking naar
financiële draagkracht binnen onze gemeente. Ook denk ik hierbij aan de afspraken die wij in regio
verband hebben gemaakt over het aandeel van de aan de regio deelnemende gemeenten in de woning-
wetbouw. Het lijkt zinvol om op tijd andere troeven in handen te hebben, zodat wij in ieder geval
de 700 woningen per jaar, die wij ons tot doel hebben gesteld, halen.
Ik heb nog een opmerking over het laten vervallen in de planvoorschriften van de eisen die wer
den gesteld aan de premiewoningen B met betrekking tot de bouw van meergezinshuizen. Het hebben
van die eisen was een manier om architecten te dwingen te zorgen voor goede hoekoplossingen. In de
eerste twee fasen vormden die eisen wel vaak een financieel struikelblok en vertraagden ze de uit
voering, maar in feite was het een goede zaak. Op mijn vraag hierover in de Commissie voor de ruim
telijke ordening heeft de heer Van der Ree geantwoord dat die hoekoplossingen dan wel zouden kun
nen worden ingevuld met garages en carports. Dat is natuurlijk wel een wat magere oplossing. Hoek
oplossingen zijn zeer essentieel. In Bilgaard en in Aldlan hebben wij allemaal rijtjeshuizen gebouwd
en zijn de hoeken gewoon vergeten. Het zijn nu onze tochtgaten. Als men in de oudere wijken rond
kijkt, dan ziet men daar dat de hoekoplossingen vaak heel mooi zijn. Ik ben mij er van bewust dat
wij daar toen vaak winkels van maakten die wij nu in mindere mate in de buurten nodig hebben. Toch
zou ik het principe van goede hoekoplossingen niet zomaar willen loslaten. Het veranderen van de
voorschriften komt er ook niet op neer dat het niet meer zou mogen, maar dat het niet meer dwingend
wordt voorgeschreven. In Camminghaburen is het tot nu toe ook in de woningwetsector zelfs wel ge
lukt. Ik zou dus graag willen dat u de architecten op het hart drukt hier zorg aan te besteden.
Vervolgens de ontwikkeling van het plan. In de Commissie RO waren wij het erover eens dat wij
niet alleen moesten starten met de plannen VIII en XI, omdat plan XI wat zijn ontwikkeling betreft
meer voorbereidingstijd nodig heeft. Plan IX zou er, volgens een voorstel van de heer Van der Wal,
misschien beter meteen tussengeschoven kunnen worden.
Over de punten e en f, de ruimtelijke structuur en de projectgrootte, heb ik verder geen opmer
kingen. Ik heb wel iets over de brief van de NS over de halte. Het was een wat vreemde brief, waar
bij men de indruk kreeg dat de Spoorwegen zelf niet meer weten welk doel wordt nagestreefd met het
bestelde materieel. Misschien heeft de wethouder hierover al iets gehoord.
De hear Miedema: In pear opmerkings fan és kant oer it südlik part fan Camminghabuorren. Der
wurde forskate dingen oan de oarder steld. Myn fraksje is fan bitinken dat de mooglikheit fan in for-
bining mei de Himrik der bliuwe moat. Wy sprekke Os toloarstelling ót oer de réalisearringsmooglik-
heden fan in treinhalte sa't dy yn dit boekwurk forwurde binne. Wy soenen it op priis stelle as it kol-
leezje der alles oan docht om dit dochs noch to réalisearjenWy binne fan bitinken dat in plak tusken
in yndustryterrein en in wenwyk mei 4.000 wenningen foar it iepenbier forfier sa fan bilang is dat in
treinhalte dochs mooglik wêze moat. Hoe't de NS soks dan dwaen wolle, is harren saek. Hja hawwe
Os der ek net by nedich. Wol woe ik dat der fanüt de ried en it kolleezje tige op sa'n halte oanstien
wurdt.