26
Punt 19 (bijlage no. 224).
De Voorzitter: Dit punt betreft een preadvies over een brief dd. 3 maart 1980 van de heer S. Jan-
sma, Ossekop 2. Er is ook een brief van 30 mei 1980 binnengekomen van de heer Doetjes. Deze brief
vormt mede onderwerp van discussie.
Mevrouw Wielinga—Graansma: In het onderhavige raadsvoorstel vraagt u toestemming voor het on
derhandelen over de verkoop van de panden Ossekop 2 en 2a en Berlikumermarkt 15 aan de heer S. Jan-
sma. Door vroegere verbouwingen zijn deze panden dermate in elkaar verstrengeld geraakt dat slechts
met grote moeite en hoge kosten de verbouwingen ongedaan zijn te maken. In het raadsvoorstel en ook
in het verslag van de Commissie voor het Gemeentelijk Woningbedrijf wordt niet gesproken over de
grondoverdracht. Onze fractie gaat wel akkoord met de verkoop van de panden, mits dit onder erfpacht
geschiedt.
Naar aanleiding van de brief van de heer Doetjes wil ik nog graag van het college vernemen of
deze man reden heeft om zich benadeeld te voelen.
De heer Schaafsma: Was de brief van de heer Doetjes er niet geweest, dan was ik het eens met het
raadsvoorstel. Ik zou mij echter kunnen voorstellen - al is het theoretisch als de scheiding van de pan
den inderdaad zoveel kost - dat u toch een scheiding van de percelen kunt overwegen door het voor
stuk apart te verkopen. (De heer De Jong: Dat kan niet.) Ik vind alles best, maar "kan niet" is nog
nooit gebeurd, zoals u weet. Het is wel geen bijbelse uitspraak, maar het ligt er wel dicht bij. (Ge
lach) Als hier staat dat de kosten van scheiding van de panden worden geraamd op 90.000,dan
kan de heer Doetjes mogelijk zeggen dat hij dat nooit niet betaalt, dan weten wij waar wij aan toe
zijn. Daar gaat het nu juist om, mijnheer De Jong.
De heer De Pree (weth.): Ik heb de brief van de heer Doetjes ook pas vanmiddag gekregen. Zoals
ook -in de raadsbrief staat, de laatste keer dat deze verkoop in de gemeenteraad aan de orde is gesteld
ging het om een verkoop met splitsing van de panden. Deze splitsing zou een van de verkoopvoorwaar
den zijn. Het voormalig café zou dan worden verkocht. Nadat eerst technische mensen de zaak heb
ben bekeken, is de Commissie voor het Woningbedrijf ik mag haast wel zeggen op excursie geweest.
Daarna hebben b. en w. een en ander letterlijk bekeken. (De Voorzitter: Wij zijn dus niet op excursie
geweest.) (Gelach)
Het is allen die de panden hebben bezichtigd volkomen duidelijk geworden dat men zulke hoge
kosten moest maken om de panden te splitsen, dat men die onmogelijk via de verkoopprijs terug zou
kunnen ontvangen. Hoe de panden ooit zo verbouwd hebben kunnen worden, is niet meer te zeggen,
want het is in een lang vervlogen verleden gebeurd. De heer Schaafsma stelt wel dat niets onmogelijk
is, maar gezien de hoge kosten is splitsing onmogelijk. Het enige dat overblijft is om, zoals in de raads
brief staat, het pand ter verkoop aan te bieden aan in eerste instantie diegene die op het ogenblik van
een deel van het pand - als men het als één geheel bekijkt - gebruik maakt. Over de vraagprijs na
taxatie zal overmorgen in de Commissie voor het Woningbedrijf kunnen worden gepraat. De prijs is ech
ter gebaseerd op een verkoop van de panden als één geheel.
Mevrouw Wielinga sprak in dit verband over uitgifte in erfpacht van de grond. Dit punt zal ook
in de commissie en in het college worden besproken. Naar onze mening is dit de enig goede manier
om van dit pand "verlost", zou ik bijna zeggen, te worden. Het hoeft daarbij niet zo te zijn dat de
heer Doetjes te allen tijde buitenspel komt te staan. Het gaat erom dat de eerst in aanmerking komen
de gegadigde de huurder is van het deel van het geheel, als men het pand als één geheel ziet. Wij zu -
len proberen met hem overeenstemming te bereiken. Mocht dat niet lukken, dan kunnen ook andere ge
gadigden in aanmerking komen. Er zit natuurlijk wel enig verschil in. Ten opzichte van de eerste ge
gadigde, die momenteel een deel van het pand huurt, kan de verkoopprijs gebaseerd zijn op vrij te aan
vaarden. De enige die een deel van het pand bezet houdt, is dan immers de koper zelf. Als dat niet
zou lukken, dan zitten wij met een andere situatie, namelijk dat een deel van het pand vrij te aan
vaarden is en een ander deel in genot van huur.
Nogmaals, het zijn praktische overwegingen geweest die al diegenen die het pand hebben bekeken
tot de overtuiging hebben gebracht dat het werkelijk niet anders kan dan op deze manier. Het is wel
de bedoeling dat de grond in erfpacht wordt uitgegeven.
De heer Schaafsma: Ik vind het verhaal van de wethouder heel aardig. Ik hoop overigens niet dat
hij het later in de makelaardij moet verdienen, want als men zijn panden al weggeeft met de term
"verlost te worden van", dan wordt het wel een beetje moeilijk. Ik vind de volgorde van zijn verhaal
27
wel juist, maar men zou degene die een brief schrijft morgenvroeg kunnen bellen en zeggen: "Mijn
heer, u bent wat ons betreft gegadigde, maar dat kost u hoogstwaarschijnlijk alleen al 90.000,
om een scheiding aan te brengen. Hebt u er dan nog belang bij om een reële koopprijs voor het pand
te betalen?" Ik neem aan dat u er wat de heer Doetjes betreft, tenzij hij zijn bankbiljetten zelf drukt,
vrij snel uit bent.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 20 (bijlage no. 227).
Mevrouw Van der Werf: Ik kan heel kort zijn wat dit punt over de ontwikkeling van het sociaal-
cultureel centrum in Camminghaburen betreft. Wij vinden het niet nodig dat de werkzaamheden, waar
het in deze raadsbrief om gaat, worden uitbesteed aan een extern bureau. Zoals uit de ter inzage ge
legde stukken blijkt, blijven er ook nu nog wel degelijk een heleboel taken voor de afdeling SZW over.
Dit externe bureau is dan wel ter zake kundig, maar zal ook een heleboel gegevens boven water moe
ten halen. Wij vragen ons af of een en ander niet gewoon door de afdeling SZW kan gebeuren. Boven
dien zullen er in Leeuwarden wel meer sociaal-culturele centra gerealiseerd moeten worden en dan is
het alleen maar gunstig dat er deskundigheid wordt opgebouwd op dit gebied bij de afdeling SZW.
De heer De Pree (weth.): Het gaat hier niet om een situatie die helemaal vergelijkbaar is met de
situatie in andere wijken van Leeuwarden. Het gaat allereerst om een grote nieuwbouwwijk. Er moet
een programma van eisen zijn. Het verschil met bestaande wijken is dat daar claims liggen ten aan
zien van de vraag wat men wil op basis van activiteiten die er zijn. Van dat laatste is hier geen sprake,
dat is een onzekere factor. Er zijn enkele gegadigden waarvan wij op het ogenblik niet helemaal ze
ker zijn. Daarnaast gaat het niet alleen om het opstellen van een programma van eisen, maar ook om
een financiële haalbaarheidsanalyse. Ook staat in de raadsbrief dat de afdeling SZW wel hand- en
spandiensten zal verrichten - dat zal ook wel moeten als het onderzoek wordt uitbesteed -, maar dat
is nog altijd iets anders dan met een rapport komen als van het bureau wordt verwacht. Het komt erop
neer dat de afdeling SZW dit alleen kan doen als de raad bereid is het personeel daartoe uit te brei
den. Daartoe ligt echter niet een voorstel voor en dat hopen wij op deze manier voorlopig ook te voor
komen
Mevrouw Van der Werf: Wij wensen niettemin geacht te worden tegen te hebben gestemd.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat mevrouw
J. van der Werf en de heer P. D. van der Wal wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd.
De Voorzitter: Ik stel u voor even een korte pauze in te lassen, het is ook vrij warm in de zaal.
Het Seniorenconvent kan dan even bijeen komen.
De Voorzitter schorst, om 22.45 uur, de vergadering voor de tweede pauze.
De Voorzitter heropent, om 23.05 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Alvorens verder te gaan met de discussies, heb ik nog even een punt van orde. Ik
heb net met het Seniorenconvent overleg gepleegd over de vraag of het wel juist zou zijn om punt 28
straks nog aan de orde te stellen. Wij waren het er vrij snel over eens dat dit niet juist zou zijn. Na
enige discussie hebben wij afgesproken dat dit punt als een van de eerste punten op de agenda van de
raadsvergadering van 23 juni zal worden gezet. Dit betekent dat wij dan ook op 24 juni moeten ver
gaderen. Ik verzoek de raad er dus rekening mee te houden dat er over drie weken twee avonden zal
worden vergaderd.
Punt 21 (bijlage no. 229).
Mevrouw Visscher—Bouwer:Een verhaal in afleveringen, deze afronding van de renovatie van de
Harmonie, en hopelijk de laatste. Naar aanleiding van een motie van de heer Heere en mevrouw
Waalkens komt u thans met een voorstel tot afronding van de verbouw van de Harmonie. Wij hebben
ons in het verleden tegen verdere investeringen kritisch opgesteld, doch menen dat het voor ons lig
gende voorstel een reëel voorstel is en noodzakelijk om optimaal te profiteren van reeds geïnvesteer-