20 sma inhoudelijk eigenlijk niets heeft gezegd. Naar mijn idee heeft de heer Schaafsma hier vanavond namens de VVD een laatste staaltje gegeven van datgene wat hij namens zijn fractie hier al zo vaak heeft gedaan: de politieke tegenstellingen, die hier liggen, verbloemen en benaderen als een spel, waarbij diegene het wint die de meeste kwinkslagen voor handen heeft. Deze opvatting over politiek is ons in deze raadsperiode zo langzamerhand ook wel duidelijk geworden. In de motie van de PvdA staat eveneens dat de voorgestelde commissie voor bestuurlijke aangele genheden een raadsadviescommissie moet zijn. Wij kunnen dat deel van de motie ondersteunen. In het verhaal dat ik heb gehouden, heb ik wel duidelijk gemaakt dat wij andere opvattingen heb ben over de parlementaire democratie dan die welke door de overige fracties naar voren zijn gebracht. Ik heb tijdens de informatieve vergadering overigens al duidelijk gesteld dat wij de parlementaire de mocratie niet afwijzen, maar dat wij deze willen plaatsen naast andere vormen van democratie. Ik hoop dat dit duidelijk is geworden, indien nodig ga ik hierop in tweede instantie dieper in. Mevrouw De Jong: Op bladzijde 4 van het rapport van de Commissie Een goede raad wordt het her stel van de monistische structuur terecht tot uitgangspunt verklaard. Er worden heel concrete aanbeve lingen gedaan en deelrapportages hierover kunnen wij tegemoet zien. Op bladzijde 4 wordt gesproken over rantsoenering van de spreektijd. Ik ben het eens met de commissie dat het aanbeveling verdient dat sprekers zich tijdens de raadsvergadering enige zelfbeperking opleggen. Het is een fundamenteel recht van elk raadslid om te mogen zeggen wat hij of zij te zeggen heeft. Als dan ook ten aanzien van een regeling voor spreektijdrantsoenering de term "vooralsnog minder gewenst" wordt gehanteerd, dan vind ik die term nog veel te vaag. Ik wil duidelijk stellen dat ik zonder meer tegen een dergelijke re geling ben. Tijdens de informatieve raadsvergadering heb ik mij uitgesproken voor het open houden van de mo gelijkheid dat raadsleden bij het ambtenarenapparaat bijstand en advies kunnen inroepen. Ik heb mij daarop nader beraden en wil op mijn standpunt terugkomen. Een praktisch bezwaar is de te grote aan slag op de tijd van ons overbezette ambtenarenapparaat en bovendien zie ik hierin problemen rond de zelfstandigheid van ambtenaren zowel als raadsleden. Adviezen, in de zin van het verkrijgen van in lichtingen, moeten tot de mogelijkheden blijven behoren, formeel en ook informeel. Hoewel ik de in druk heb dat een en ander vrij soepel verloopt, lijkt het mij toch juist om een goede procedure-rege ling te ontwerpen, waarin het verstrekken van inlichtingen door ambtenaren aan raadsleden en fracties is vastgelegd. Het aanstellen van fractie-assistenten is een prima idee, mits zij niet in dienst van de gemeente komen. Alleen de uitwerking van het kostenaspect lijkt mij een moeilijke zaak. Als de fractie-assis tenten voor rekening van de fracties moeten komen, dan ben ik het daarmee eens, maar de kleine frac ties vallen dan weer uit de boot. Als een en ander voor rekening van de gemeente moet komen, dan zeg ik dat ik daarover in dit stadium van dichtgedraaide subsidiekranen en bezuinigingen geen uitspraak wil doen. Ik meen dat dit in de toekomst een zaak is van afweging en prioriteitenstelling. Met betrekking tot de inspraak en participatie lijkt mij een algemeen onderzoek naar de diverse inspraakprocedures een gewenste zaak. Wel ben ik het eens met het in het rapport voorgestelde stelsel van gescheiden contact- en projectgroepen en eveneens met de mening van de commissie dat dit sys teem dan ook consequent moet worden toegepast. Het vergaderen in de avonduren van de contactgroe pen stuit op zodanige praktische bezwaren dat ik de mening deel dat het aanbeveling verdient om bij voorkeur aan het einde van de middag te vergaderen. Ik wil mij voorts graag aansluiten bij de aanbevelingsbrief van het OSO over het functioneren van de contactgroepen. Dit rapport is een raamwerk, dat ik zou willen zien als een handvat voor verdere uitdieping en uitwerking. Als zodanig vind ik het een prima aanzet. De Voorzitter: Ik constateer dat er geen sprekers voor de eerste instantie meer zijn. Voor de goede orde wil ik dan meedelen dat het in de bedoeling ligt om morgenavond om half acht te antwoorden op deze eerste instantie. Na de pauze gaan wij door met de andere punten van de agenda. De Voorzitter schorst, om 2110 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21 .40 uur, de vergadering. Punt 4(bijlage no. 274). Mevrouw Wielinga-Graansma: Aan de orde is het verlenen van een aanvullend krediet ten behoe ve van de verbouwing van de Beurs tot Openbare Bibliotheek. Leeuwarden is een mooie, oude stad met 21 een groot aantal gebouwen en huizen op de Monumentenlijst. Zojuist hebben wij bij de mededelingen gehoord dat ook de Beurs aan deze lijst is toegevoegd. Wij kunnen trots zijn op deze erfenis uit het verleden, maar in het heden moeten wij als gemeente voor de aanpassing van het gebruik en het onder houd van deze gebouwen wel diep in de buidel tasten. Kunnen wij voor dit onderhoud nu ook een be roep doen op Monumentenzorg? Vorig jaar is in april de verbouwing van de Beurs voor 4.015.850,door de gemeenteraad aan genomen. In februari jl. werd aan de raad een extra krediet van 190.000,voor achterstallig schil derwerk gevraagd. Onze fractie heeft hiertegen toen bezwaar gemaakt, omdat wij vonden dat dat kre diet op onjuiste gronden werd gevraagd. Als wij nu het financiële overzicht bekijken, dan blijkt dat wij daarin wel gelijk hadden. Het bedrag voor de bouwkundige werken, inclusief het schilderwerk en met inachtneming van die 190.000, overschrijdt niet de raming van 2,3 miljoen die daarvoor uitgetrokken was, maar het werktuigbouwkundig gedeelte is de grote boosdoener. Zoals u in deze raadsbrief aangeeft, zijn de Iiftschacht en de scheidingswanden niet geraamd, wat een verschil van 214.000,oplevert. Wij blijven dan nog wel met de vraag zitten hoe het komt dat deze post, verge leken met de raming van april, verdubbeld is. Hierover graag nadere informatie. Door het architectenbureau werden in de bouwbegeleidingscommissie van 22 mei de bestekteke ningen en afvoerlijsten op 15 juni in het vooruitzicht gesteld. Ze werden echter pas op 13 december aan de commissie overhandigd. Men zou kunnen stellen dat zonder die bestektekeningen niet kon wor den gewerkt. Het gebeurde in die tussenliggende maanden echter wel. Had men dan niet eerder terug moeten koppelen naar de diverse raadscommissies? Van de kant van de gemeente is herhaaldelijk aangedrongen op een overzicht van meer- en min- derwerk. Door de architect werd dit steeds als een bijkomstigheid ter zijde geschoven, met de opmer king dat het tekort wel binnen de begroting was te vinden. Als het risico van fouten door de architect voor de opdrachtgever - in dit geval de gemeente - is, hoe kan men dan zo'n risico beperken, behal ve door het instellen van een bouwbegeleidingscommissie? Zijn er op de een of andere manier nog mo gelijkheden om het architectenbureau in gebreke te stellen? In verschillende vergaderingen van de commissie is ook gesproken over een gefaseerd onderhoudsplan. In december was dit in concept gereed. Wanneer denkt het college hiermee bij de raad te komen? Zou het college in overweging willen nemen daarbij een analyse van alle berekeningen betreffende de verbouwing van de Beurs, inclusief het extra krediet van februari, aan de raad te geven? Van de kant van het architectenbureau zijn vaak vragen gesteld over de oplossing voor de buiten trap. Het schijnt dat er nu zo'n oplossing, waarmee ook Monumentenzorg kan instemmen, is. Kunt u zeggen of deze buitentrap met invalidentoegang klaar is bij de opening van de leeszaal in de Beurs? Agendapunt 34 betreft een krediet voor de inrichting van de Beurs. Vallen de vloeren en de beveili ging tegen diefstal onder deze post? Wat bedoelt het college met de zinsnede op bladzijde 2 van de raadsbrief: "Hoewel de verbouwing nu in de eindfase verkeert en verdere grote kostenoverschrijdingen niet meer worden verwacht, is het niet zeker dat de overschrijding tot een bedrag van 500.000, beperkt kan blijven." Het is toch niet de bedoeling dat dit als een vrijbrief voor nog een krediet wordt beschouwd? De kosten van 55.000,moeten door de Vereniging Openbare Bibliotheek worden op gebracht. Er is de laatste jaren door de gemeente een extra krediet van ongeveer één ton per jaar ver strekt. Is hier dus eigenlijk sprake van 55.000,minder meer? Krijgt men dus nog 45.000, Na al deze kritische vragen ook nog enkele goede punten. Het lijkt erop dat de verbouwing bin nenin de Beurs op tijd klaar zal zijn. Een woord van dank voor alle mensen die hieraan hebben meege werkt is volgens ons dan ook wel op zijn plaats. (De Voorzitter: Dus ook voor de architect!) Hij heeft ook echt wel goede dingen gedaan, ik vind de tekening bij voorbeeld ontzettend mooi. De hear Jansma: Nei't forline wike ungefear de heale gemeenteried oer it heal miljoen ekstra foar de Beurs gear west hat en in greate mearheit hwat protteljend meigean koe mei it biskikber stellen fan dat heal miljoen, hawwe wy yn Os fraksje de saek nochris sOntsjes oerdien. Hwer't it by Os yn haedsaek om gie, wienen twa dingen. Hie de boubigeliedingskommisje foarkomme kinnen dat dit heal miljoen nedich wie en as dat kinnen hie, hwat hie dan barre moatten? Yn hoefier is de architekt oanspraeklik to stellen? Yn de gearkomste fan b. en w. mei de boukommisje op 27 augustus 1979, doe't al in tokoart fan 750.000,drige, is mei klam bisletten it kredyt fan 4.015.850,net to boppen to gean. It bi- stjur fan de Foriening lepenbiere Bibliotheek hat dêrnei, nammentlik op 5 septimber, oan it architek- teburo dOdlik skreaun dat men net oer it neamde bidrach hinne gean mocht. Sa gau't der ofwikingen komme soenen tusken bigreate en werklike kosten, forwachte it bistjGr dat de architekt dêrfan fuorten- daelks tiding dwaen soe. De kommisje komt foar it earst wer gear op 15 novimber. Der wurde mearkos- ten neamd yn forban mei de easken fan de Branwar. De goatten blike to lekken en der is efterstallich

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 11