24 De heer Van der Wal: Zoals de sprekers van de grotere partijen al hebben opgemerkt, is deze kwes tie uitvoerig in een gecombineerde commissievergadering openbare werken/welzijn aan de orde ge weest. Ik kan mij dan ook veilig beperken tot de conclusies die wij uit die vergadering hebben getrok ken. Een van de conclusies was dat de bouwbegeleidingscommissie, ondanks de goede bedoelingen, toch heeft gefaald. In tegenstelling tot datgene wat in de raadsbrief staat, heeft de bouwbegeleidingscom missie onregelmatig vergaderd. Het laatste halfjaar van 1979 is er vrij regelmatig vergaderd, het eerste halfjaar van 1980, toen de grote problemen opdoemden, is er zeer onregelmatig vergaderd. Er is tevens te veel afgegaan op suggesties van de bouwdirectie, het architektenbureau, dat het wel mee zou val len. Verder deugt de constructie waaronder dit werk is uitgevoerd - financier, opdrachtgever, direc tie bouw en uitvoering - niet. De vorige sprekers zijn er ook al op ingegaan dat om financiële redenen niet de gemeente als opdrachtgever is opgetreden, maar dat dit is overgelaten aan de Vereniging Open bare Bibliotheek in Leeuwarden. Daarbij hebben zich kennelijk allerlei communicatiestoornissen voor gedaan. Ik kan mij nog herinneren dat het, toen wij voor de eerste keer over dit punt in de Commissie voor Openbare Werken spraken, ook al erg onduidelijk was in hoeverre de gemeente ons kon adviseren over de te kiezen architect en aannemer. Toen werd er gezegd: Wij zijn eigenlijk de opdrachtgever niet. Ik ging daar toen al niet mee akkoord, maar dat hielp niets. De constructie de rol van de op drachtgever uit te besteden aan een derde club - de toekomstige gebruiker - werkt kennelijk slecht. Ik vind dat wij dat in de toekomst niet weer zo moeten doen. Waar ligt nu de fout of wie heeft nu de schuld? Ik denk dat hier sprake is van een gedeelde schuld. Schuldig zijn dan met name de financier - de gemeente in dit geval -, de opdrachtgever en zeker ook het architectenbureau. Het blijft nog steeds onduidelijk wie het financiële risico loopt als de bouwdirectie, het architectenbureau dus, te gen de schriftelijke afspraak in toch opdrachten voor meerwerk geeft. Wethouder De Vries heeft in de commissie gezegd dat b. en w. hierover ook nog geen duidelijkheid hadden en dat een en ander zou worden uitgezocht. Een laatste punt. Voor de zoveelste keer is gebleken dat wij door haastwerk, door snel maar kre dieten te verlenen en bouwwerken te starten, in de problemen komen. Reden genoeg om tegen het ver lenen van dit krediet te stemmen; als zodanig hebben wij ons ook in de commissie uitgelaten. Bij na der inzien vinden wij het toch ietwat te gemakkelijk om tegen te stemmen, omdat uit de stemming in de commissie wel is gebleken dat de meerderheid van de raad voor zal stemmen en het bouwwerk toch doorgaat. Onder protest zullen wij dan dus toch voor dit krediet stemmen. Mevrouw De Jong: De bij dit punt behorende stukken en notulen spreken een veelzeggende en te leurstellende taal; dat is al eerder naar voren gekomen. Ik heb wel begrip voor de structuur waarvoor is gekozen wat betreft de opdrachtgever. Op deze manier hoefde de btw immers niet betaald te worden. Mijn indruk omtrent de bouwbegeleidingscommissie is dat die niet optimaal heeft gewerkt. Stagnatie in de bouw dreigt als wij met dit krediet niet akkoord gaan. Het subsidie van GS, dat daardoor in ge vaar komt, laat eigenlijk geen andere keus dan in te stemmen met deze raadsbrief. De heer De Vries (weth.)Vanavond een week geleden hebben wij in een tweetal commissies, on der leiding van de heren Heere en Janssen, de zaak besproken. Bij die discussie was nagenoeg de helft van de raadsleden aanwezig, zodat de informatie over en weer voldoende is geweest. De heer Van der Wal heeft dit zojuist bevestigd, hij kon namelijk volstaan met alleen de conclusies te trekken. Ik zou graag even willen ingaan op een aantal punten die door de respectievelijke sprekers naar voren zijn gebracht. De verbouw van de Beurs heeft betrekking op een gebouw, een monument, dat honderd jaar oud is en aan het onderhoud waarvan de laatste 25 jaar praktisch geen stuiver meer is besteed. Toen de keuze voor de OLB viel op de Beurs, nadat wij jarenlang hadden gedroomd van een bestemming als muziekhal en alles wat daaraan vastzat, wisten wij dat wij te maken zouden krijgen met een gebouw dat qua on derhoud nogal enige achterstand had, om het maar eufemistisch te zeggen. Dit is in de praktijk ook juist gebleken. Toen de ramingen bekend werden, gingen wij ervan uit dat ook het uitgestelde onder houd daarin begrepen was. U kent echter de geschiedenis. De aanvankelijke plannen van 6 miljoen werden teruggebracht tot 4 miljoen met een bijdrage van de provincie in die kosten van 50%, onder voorbehoud dat per 1 augustus 1980 het gebouw kant en klaar moest zijn, omdat per die datum het OLB- pand aan de Tweebaksmarkt opgeleverd moest worden. Tegen de achtergrond van deze situatie is met de bouw begonnen. Het ging niet vanzelf. Het aanvankelijke krediet dat in het voorjaar van 1979 werd verleend, bleek reeds in augustus daaraanvolgend niet meer toereikend te zijn. Door de architect zijn toen gesprekken gevoerd met de verschillende onderaannemers en met de hoofdaannemers. Het gevolg was dat wij eind augustus 1979 al werden geconfronteerd met de situatie dat de bouwkosten praktisch driekwart miljoen boven de begroting uitgingen. Onder leiding van de burgemeester heeft een uitge breide delegatie toen een gesprek gehad met het bestuur van de OLB in aanwezigheid van de architect. Er is toen gezegd: Wij kunnen onder geen beding naar de raad terug, u zult koste wat kostop dit plan moeten bezuinigen. Over en weer zijn een aantal suggesties gedaan en het eind van het lied is geweest dat de voorzitter van de bijeenkomst heeft gezegd: Laten wij nog eens intern afspreken dat wij het onderw houd 'er in ieder geval uitlichten, dat wij voor de toekomst een gefaseerd plan voor het onderhoud maken en dat er zal worden geprobeerd binnen het bedrag van 4.015.850,tot zaken te komen. Nochtans weigerde aanvankelijk het bestuur van de OLB opdracht voor de bouw te geven. Er is nogal enig overleg aan de start voorafgegaan. Wij wisten dat de provincie heel hard aan haar uitgangspunten zou vasthouden en dat uiterlijk 1 augustus 1980 de bouw moest zijn gerealiseerd. Wel nu, er is begonnen. U hebt zelf de datum genoemd waarop de bouwcommissie gestart is met haar werk zaamheden. Deze bouwcommissie had niet tot taak de bouw te begeleiden, want daarvoor dient een bouwtechnische commissie. Het was de taak van de bouwcommissie alle dreigende overschrijdingen in de gaten te houden en die te bekijken, het meer- en minderwerk te beoordelen en daarover te advise ren aan b. en w. Men had geen andere taak dan deze. De bouwcommissie werd geconfronteerd met het schilderwerk dat er op een gegeven moment is uitgelicht en waarvoor een extra krediet beschikbaar is gesteld. Successievelijk werd het duidelijk dat er iets haperde aan de totale organisatie. Na de bouw commissievergadering van eind januari van dit jaar bleven namelijk de gegevens omtrent het meer- en minderwerk uit. Zowel door de heer Jansma als door de heren Bijkersma en Van der Wal is gesugge reerd dat de bouwcommissie niet "stand-by" is geweest. Dat is onjuist, want de bouwcommissie heeft intern, zonder in vergadering bijeen te zijn, herhaaldelijk geprobeerd de zaken die onduidelijk lagen op een rij gezet te krijgen. Na 28 januari was de eerstvolgende bouwcommissievergadering vastgesteld op 10 maart. De dag daarvoor meldde de secretaris mij dat de architect er niet in was geslaagd de meer kosten op een rij te zetten. Wij hebben hem toen een week uitstel gegeven en gezegd dat wij op 18 maart in vergadering bijeen zouden komen. Ook toen was de situatie zo dat de gegevens er niet waren. Na veel aandringen is er intern een bespreking geweest tussen de architect, de ambtenaren van de af deling SZW en het bestuur van de OLB. Met veel nadruk is erop aangedrongen om met spoed de cijfers te produceren omtrent de stand van zaken. Wij hebben ons enige keren intern afgevraagd welke machts middelen wij hadden, wat wij zouden kunnen doen. Wanneer wij in een open situatie hadden kunnen functioneren, dan zouden wij het werk eind januari hebben stopgezet. Dan hadden wij kunnen zeggen: Er wordt niet verder gebouwd zolang niet duidelijk is hoe de stand van zaken is. Boven ons hoofd hing echter de fatale datum van 1 augustus 1980. De architect heeft van begin af aan gezegd - de heer Bij kersma heeft het herhaald - dat de tijd krap bemeten was. Wij konden dus niet anders dan doorgaan, opdat de twee miljoen van de provincie niet op de tocht kwam te staan. In dit conglomeraat van pro blemen en moeilijkheden moesten wij dus functioneren. Wij konden niet anders doen dan, na de nodi ge druk uitgeoefend te hebben, wachten op de nodige gegevens van de architect. Voor de bouwverga- dering op 1 mei waren daardoor ook niet voldoende gegevens aanwezig. Er is toen een nieuwe, kleine, werkgroep ingesteld om intern de zaak na te vlooien. Pas op 22 mei werd ons duidelijk hoe de vlag er bij stond. Ik noem deze gegevens even om duidelijk te maken dat wij beslist niet passief met de handen in de schoot hebben zitten wachten tot deze gegevens ons werden toegespeeld. Wij hebben praktisch van week tot week overleg hierover gehad, wij hebben voortdurend intern geprobeerd de zaak op een rij te krijgen, alleen, het slaagde niet. Hoe staan wij er op het ogenblik voor? Het is zo dat wij dit krediet van een half miljoen menen nodig te hebben om de totale bouw af te werken. Dan zijn wij van de verbouw van de Beurs tot Open bare Leeszaal en Bibliotheek af. Het wil echter niet zeggen dat dan de Beurs volledig geschikt zal zijn om jaren achtereen de bibliotheek te huisvesten. Wij weten eenvoudig dat het dak in een slechte staat verkeert. Wij weten dat de goten niet best zijn; daaraan zijn noodvoorzieningen aangebracht, waarvan het architectenbureau ons heeft gezegd dat wij er rekening mee moeten houden dat die 5 tot 6 jaar weer- bestendig zullen blijven. Wij weten dus dat een en ander niet af is. Wij zullen deze zaak te zijner tijd opnieuw op een rij moeten zetten om te kijken hoe het uitgestelde onderhoud aan het dak moet wor den afgewerkt. Dat betekent dus gewoon dat wij hiermee in de raad terug zullen komen. De situatie is dan echter in zoverre verschillend dat de DSO deze zaken verder zal moeten begeleiden. Naar onze mening zal het gefaseerde onderhoudsplan moeten worden opgezet zodra de huidige bouw is afgerond. Het is natuurlijk niet zo dat dit half miljoen een vrijbrief aan architect en aannemers is om nu maar hun gang te gaan. Wij zullen heel nauwkeurig nagaan hoe de hele situatie zich heeft ontwikkeld, waar de meerkosten zijn opgetreden en waar nog bezuinigingen mogelijk zijn. Tevens zullen wij nagaan hoe de verantwoordelijkheid ten aanzien van deze zaak ongeveer zal liggen. Het is niet zo dat er geknoeid is, in die zin dat ook maar op enigerlei wijze de bouw tekort is gedaan. De bouw wordt uitgevoerd vol gens het bestek en de planning ligt precies op de maat. Degenen onder u die dit bouwwerk intern heb-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 13