34
de renovatie van deze woningen erdoor te krijgen. De argumenten daarvoor zijn bekend. Ik hoef slechts
te verwijzen naar de raadsbrief, waarmee de gehele Schil-Oost werd aangewezen als ISR-gebied. Daar
in stonden keurig alle argumenten voor renovatie op een rij. In de brief van 10 juni van de bewoners
werkgroep wordt gemeld dat een gerenommeerd architect kansen tot renovatie van deze woningen ziet
en daaraan op dit moment werkt. Ik neem aan dat het college deze waarschijnlijk laatste mogelijkheid
volop kans zal geven, gezien de argumenten die het college tot nu toe voor renovatie heeft gehanteerd.
Overigens gaat ook het uitvoeringsplan nog steeds van renovatie uit. Kunt u ook aangeven hoe deze
laatste renovatiemogelijkheid eventueel valt in te passen in de fasering van de voorgenomen totale
renovatie van de hele wijk?
Alle andere punten hebben wij al eerder behandeld en daarom zal ik het hierbij laten.
Mevrouw De Jong: Er zijn nauwelijks nieuwe punten te noemen. Ik wil mijn zorg uitspreken ten
aanzien van de tijdelijke huisvesting bij de renovatie van de 288 woningen. Dit lijkt mij zeker een
zaak waarop wij ons nu al moeten bezinnen. Verder bepleit ik met klem om te bekijken of voor de
193 woningen, die niet zouden kunnen worden gerenoveerd, alsnog renovatie mogelijk is. Een "neen"
tegen renovatie vind ik toch wel ingrijpend.
Ik heb twijfels ten aanzien van een herprofilering van de Camminghastraat. Een en ander moet
zeker in nauw overleg met de bewoners geschieden. Inspraak lijkt mij een zaak waarbij de bewoners
toch zeker moeten zijn betrokken.
Wij hebben als raad de uitspraak gedaan dat de buurtvoorziening op het scholenterrein zal worden
gerealiseerd. Ik sta nog steeds achter deze uitspraak. Op de Oostersingel zal ik zeker bij de behan
deling van het bestemmingsplan nog terugkomen.
De heer Rijpma(weth.): Het overleg van de wethouders met het ministerie heeft geresulteerd in
de mogelijkheid om, wanneer wij van onze kant op tijd gereed zijn met al onze voorbereidingen, nog
in 1980 met alle vier complexen woningen te beginnen. Een en ander betekent dat de twee woning
verenigingen hun overleg met de aannemer, dat nu nog niet rond is, op een termijn van weken moe
ten hebben afgerond. Dit geldt dus voor alle vier complexen, uitgezonderd de 193 woningen waarover
ik straks enkele opmerkingen zal maken.
Er is ons toegezegd dat in de komende jaren voldoende capaciteit in woningen beschikbaar zal
worden gesteld om dit project in drie 6 vier jaar af te ronden. Administratief is de zaak zo geregeld
dat de 400 woningen, waarover het hier gaat, van de vier woningverenigingen in vier plukken worden
geknipt van 100 woningen per jaar. Een verhoging van het kwantum van vooroorlogse woningwetwo
ningen binnen vier jaar zit er niet in. Dit betekent dat, als er nog mogelijkheden zouden zijn voor de
193 woningen van de woningbouwvereniging Leeuwarden in het gebied Cambuursterpad e.o., deze wo
ningen buiten de genoemde vier jaar vallen.
Het overleg met het ministerie en alle erbij betrokken diensten heeft echter geresulteerd in het
feit dat van een renovatie naar ons oordeel op dit moment geen sprake kan zijn. Wij hebben al de no
dige moeite moeten doen om waar te maken dat voor de 400 wel renoveerbare woningen gemiddeld een
bedrag van meer dan 70.000,per woning moet gelden. Als deze woningen te renoveren waren voor
een bedrag dat ver beneden dit bedrag lag, dan zou er misschien een gat zijn. Het heeft evenwel ont
zaglijk veel moeite gekost om het ministerie ervan te overtuigen dat er in Leeuwarden in dit hele com
plex niet op een verantwoorde wijze te renoveren was voor een bedrag beneden de 70.000, Er
zijn vele gesprekken geweest met de h.i.d., er is een gesprek geweest op het departement zelve en
men heeft er lang om let, ook gezien alle vooroverleg met de bevolking en de verwachtingen die zijn
gewekt, in toegestemd om niet te beknibbelen op de werkelijke verbeteringskosten die voor alle com
plexen gezamenlijk in de orde van een 72.000,per woning liggen. Men is zelfs bereid om aan
de woningen die in de Hollanderwijk staan nog enkele honderden guldens - ik druk mij voorzichtig
uit - toe te voegen, in verband met de esthetische en architectonische waarde die deze woningen heb
ben. Zelfs een renovatieplan van 60.000,of 65.000,of 70.000, als het al mogelijk
was om daarvoor een goed plan te maken, doet de woningen aan en bij het Cambuursterpad van de wo
ningvereniging Leeuwarden niet voor renovatie in aanmerking komen.
Ik constateer dit en ik zeg het ook duidelijk, niet omdat het zo'n plezierige boodschap is om dui
delijk te brengen; dat is het zeker niet. Ik geloof echter dat wij niet een goed spel spelen als wij op
dit moment, nu de situatie ligt zoals die ligt, nog weer hoop zouden wekken dat bij inschakeling van
een andere architect en door het opzetten van een ander plan de minister ervan te overtuigen is dat
dit project er ook bij moet. De medewerkers van de ministers gaan er duidelijk van uit dat het hier
geen woningen betreft die qua grootte en qua structuur in aanmerking komen voor renovatie. Het uit
gangspunt bij de besprekingen die wij hebben gevoerd, waaruit het andere resultaat dat ik heb genoemd
35
voortgekomen is, was ook dat hier nieuwbouw moet worden gepleegd in een prijsklasse die zo dicht
mogelijk bij de huren moet liggen die na renovatie, als dat gekund zou hebben, betaald hadden moe
ten worden. Het zal gefaseerd moeten worden aangepakt, maar ook van rijkswege gaat men ervan uit
dat deze nieuwbouw moet plaatsvinden binnen het bestek van het uitvoeringsplan Cambuursterpad e.o.
Wij zullen dus ook met de woningvereniging met voortvarendheid - daarin past geen aarzeling - moe
ten gaan werken aan een goed nieuwbouwplan dat gefaseerd - bij voorbeeld 50 woningen, 50 wonin
gen, 50 woningen - kan worden uitgevoerd. De hele operatie, zowel in de Hollanderwijk als in het
gebied Cambuursterpad, vergt een goede organisatie wat betreft tijdelijke huisvesting en herhuisves
ting. Het is een gelukkige omstandigheid dat in het gebied op dit moment de woningen van ons eigen
Woningbedrijf afgeleverd beginnen te worden. Ik denk dat ons Woningbedrijf heel duidelijk een rol
kan spelen bij het beschikbaar komen van de woningen die nodig zijn.
Wij hebben ook een gesprek gehad met de verantwoordelijke ambtenaren tendepartemente over de
flat aan de Archipelweg. De woningen, die daar vrij komen, kunnen waarschijnlijk worden gebruikt
om jongeren die in het gebied Cambuursterpad zitten - legaal of illegaal - een andere huisvesting te
geven. Dit houdt in dat de bewoners, die uit deze flat weggaan, een tegemoetkoming zal moeten wor
den gegeven in de verhuiskosten. Een principiële bereidheid van het ministerie om daaraan mee te wer
ken is aanwezig, alleen, willen wij op tijd werken, dan zullen wij het risico van 60 keer 3.000,
tijdelijk zelf moeten lopen. Wij schatten het risico echter laag in. Wel houdt het in dat de huisvesting
in de flat aan de Archipelweg een tijdelijke kan zijn. Op het moment dat de markt voor woningen voor
een- en tweepersoonshuishoudingen iets ruimer wordt, zal moeten worden overgegaan tot amovering
van ook die flat.
In het gebied Oldegalileën zijn 17 nieuwbouwwoningen beschikbaar. Deze woningen zijn onver
kocht gebleven, ondanks de goede hoop die het Bouwfonds daarvoor had. Aan de Federatie van Woning
corporaties is door ons zeer nadrukkelijk geadviseerd om een van de woningcorporaties aan te wijzen,
zo mogelijk een die belangen in het gebied Cambuursterpad heeft, die deze woningen als premiehuur
woningen zou moeten kopen. De bereidheid daartoe is bij het Bouwfonds aanwezig.
Naar mijn mening zijn er factoren aanwezig, die bij een goede begeleiding en ook bij een goede
leiding van het hele bouwproces de mogelijkheid openen om op een redelijke wijze te voorzien in dat
gene wat nodig is om het renovatieproces en al het heen en weer getrek van mensen als gevolg daar
van op een goede wijze tot stand te brengen.
Met betrekking tot de buurtvoorziening op het scholenterrein zijn twee bouwcommissies ingesteld
of staan op het punt te worden ingesteld. Er is een commissie voor de school en een voor de buurtvoor
ziening. Met de school vertegenwoordiging is er een overeenkomst, waarbij in ieder geval over de lo
catie van de buurtvoorziening overeenstemming is. Die angel is er dus uit. Wij hopen dan ook dat de
bouwcommissie voor het buurthuis zulke goede relaties met de omwonenden onderhoudt, dat ook daar
de vrees voor ongunstige beïnvloeding van elkaar kan worden weggenomen.' Ik denk niet dat dit gemak
kelijk is, maar hoop doet altijd weer leven.
Vervolgens het bestemmingsplan Oostersingel. Enige indicatie van dit bestemmingsplan hebt u ge
had in de aanwijzing die u een jaar geleden voor dit gebied hebt vastgesteld. Ik dacht niet dat het be
stemmingsplan expliciet in de Commissie voor de ruimtelijke ordening aan de orde is geweest. De ont
wikkelingen in dat gebied staan naar mijn mening niet zo muurvast, maar eventuele beperkte wijzigin
gen, die zich daar nog zouden kunnen voordoen, hoeven niet van invloed te zijn op het opnemen van
dit gebied in het uitvoeringsbesluit, omdat met name dat gedeelte wat aan centen van het ministerie
nodig is om het een goed plan te doen zijn voornamelijk ligt in de werken aan de walmuren. Andere
voorzieningen moeten zo mogelijk zichzelf bedruipen.
Ik durf op dit moment weinig te zeggen over de Camminghastraat. Ik had de indruk dat het gesprek
over de Camminghastraat tussen project- en contactgroep weer volop aan de gang was en dat er ook
enig uitzicht op overeenstemming was, maar bij de vaststelling van het bestemmingsplan kunnen wij
in ieder geval over een mogelijk resultaat van dat overleg met elkaar van gedachten wisselen. Mis
schien is een en ander dan al opgelost, maar mocht dat niet het geval zijn, dan kunt u als raad aan
die oplossing bijdragen.
Ik heb tegen de heer Miedema niet expliciet over de kosten van herhuisvesting enzovoorts gespro
ken. Daarvoor is een subsidieregeling, die deze week met de woningbouwcorporaties is besproken.
De hear Miedema: De wethalder hat düdlik west yn syn biantwurding; ik wurdearje dat. Ik wurdear-
je it ek dat hy inisiativen nommen hat om oan de werhüsfêsting eat to dwaen. Ik bleau by myn opstel
ling yn it earstoan, dat it nei alle gedachten net foldwaende is. Yn dizze wyk is jierren praet, der bin-
ne forwachtings oproppen. It kolleezje hat bisprekken op it ministearje fierd. De utslach dêrfan fait
nei myn bitinken mei. Dat wy foar dit oantal wenten sa'n bidrach foar de renovaesje krije, kinne wy bliid
