6
ren aan de gang waren en dat het onverantwoord zou zijn om een streep door dit alles te halen of aan
leiding te geven tot grote vertragingen. Een bijkomend probleem was nog dat enkele wijken onder het
ISR-gebied vallen. De minister dringt er voor dit soort gebieden op aan dat zo snel mogelijk met de
werkzaamheden wordt begonnen wat allerlei voorzieningen in die gebieden betreft. Het is dan wat
wonderlijk als de minister via een andere regeling ervoor dreigt te zorgen dat de renovatie in die wij
ken over een groot aantal jaren moet worden uitgesmeerd. Men kan moeilijk in een wijk eerst voor ci
vieltechnische voorzieningen alles overhoop halen en pas over een paar jaar met de renovatie starten.
Bij het ministerie was begrip voor deze argumentatie en dat heeft ertoe geleid dat voor 1980 toe
zeggingen zijn gedaan. De toezeggingen voor volgende jaren zijn minder hard, want de rijksbegroting
is natuurlijk nog niet bekend. Van de zijde van het college van b. en w. is evenwel duidelijk gemaakt
dat het onmogelijk is om de drie plannen in het Cambuursterpad en het plan Hollanderwijk opeens een
halt toe te roepen, wanneer alles in beweging gezet is. Het is een soort morele verplichting van het
ministerie om de hele zaak gedurende een aantal jaren te accepteren.
Mevrouw Van Dijk vroeg zich af of er sprake was van een beleidswijziging. Voor onze concrete
plannen is er wel sprake van een beleidswijziging, maar dat mag men niet veralgemeniseren. In Leeu
warden zijn wij er echter zeer mee geholpen.
De heer Van der Wal vraagt wanneer met de uitvoering kan worden begonnen. Het antwoord is: zo
snel mogelijk en in ieder geval nog dit jaar. Tijdens de vakantieperiode is er een bespreking met de
woningcorporaties geweest om tot een planning van de renovatie zelf te komen, waarbij het aantal te
renoveren woningen werd uitgesmeerd over enkele jaren, omdat wij van het ministerie een toezegging
voor een bepaald aantal woningen per jaar hebben verkregen. Het aantal wordt gespreid over alle vier
renovatieprojecten. Voor het eerste jaar wordt in de Hollanderwijk het kleinste aantal woningen ter
hand genomen, namelijk tien. In de volgende jaren worden de overige woningen dan meegenomen.
Een eis, die het ministerie stelde, was dat de gemeente Leeuwarden moest garanderen dat het met
de herhuisvesting goed kwam, nu het ministerie zo'n soepele houding had aangenomen. De heer Mie-
dema heeft in de laatste raadsvergadering voor de vakantie een heel verhaal gehouden over het pro
bleem van de wisselwoningen. Hij zei dat wij niet te licht aan dit probleem moesten tillen. Er is dus
al een bespreking geweest met de corporaties, er is een planning gemaakt.
De heer Van der Wal vraagt vervolgens hoe het met het statuut voor herhuisvesting zit. Het ligt
in de bedoeling om een draaiboek te maken, dat niet is toegesneden op een bepaalde wijk maar zou
kunnen gelden voor alle wijken waar dit soort zaken ook in de toekomst aan de orde is. Het draaiboek
geeft vanaf het moment dat het ministerie het groene licht geeft aan welke stappen er moeten worden
gedaan en hoeveel tijd daartussen zit. Men zou dat een statuut kunnen noemen. Daaraan werken een
aantal disciplines, van de secretarie zijn dat de afdelingen SZW en ROV. Men kan natuurlijk moeilijk
wachten tot dit draaiboek klaar is en voorlopig niets doen ten aanzien van de concrete plannen voor
de nu aan de beurt zijnde wijken. Enkele woningcorporaties hebben al voorbereidingen getroffen, zo
als bij voorbeeld het vrij houden van een aantal wisselwoningen. Zoals u weet is dit later weer enigs
zins spaak gelopen, maar men is bezig om de benodigde woningen vrij te krijgen. Ik weet niet wat het
eerst klaar is, de plannen voor deze projecten met wisselwoningen en al of het draaiboek dat wij over
al kunnen hanteren. Als de concrete plannen eerder klaar zijn dan het draaiboek, dan is er geen en
kel bezwaar tegen om van start te gaan. Het gaat er namelijk om dat er tijdig voldoende wisselwonin
gen zijn. Ondertussen wordt ook aan het draaiboek gewerkt.
De heer Van der Wal: Men moet mij niet misverstaan. Ik heb er natuurlijk niet voor gepleit om met
uitvoering van deze plannen te wachten tot het statuut of draaiboek klaar is. Waar het mij om gaat, is
dat ik uit de raadsbrief en nu ook uit de woorden van de wethouder opmaak dat door de gemeente met
de woningcorporaties afspraken zijn gemaakt over planning en herhuisvesting, terwijl het statuut, ge
noemd in het uitvoeringsplan Cambuursterpad, vier participanten kent, te weten bewoners, bewoners
organisaties, woningbouwverenigingen/corporaties en gemeente. Ik meen uit de woorden van de wet
houder en ook uit de raadsbrief te kunnen opmaken dat de bewoners en de bewonersorganisaties buiter.
spel staan. Dit-zou men volgens mij niet moeten laten gebeuren, ook al is het draaiboek er nog niet.
De heer De Pree (weth.): De bewoners staan niet buiten spel. Een voorbeeld hiervan mag zijn de
Hollanderwijk en met name de Simon de Vliegerstraat. In die gebieden is sprake van een zeer goed
overleg tussen in dit geval het Woningbedrijf en de bewoners en ambtenaren van bepaalde secretarie
afdelingen. Ook wanneer het om woningen van woningcorporaties gaat, zal het overleg natuurlijk niet
buiten de bewoners om worden gevoerd. Dit zou onjuist en ook onverstandig zijn.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
7
Punten 15 t.e.m. 23 (bijlagen nos. 304 305 289 303 295, 294, 292 291 en 290).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 24 (bijlage no. 307).
Gemeentebegroting.
De heer De Jong: De punten 15, 16 en 17 van de Gemeentebegroting gaan over het aanbrengen
van wijzigingen aan garderoberekken, het vervangen van ruiten van de gymnastieklokalen en de wij
ziging van de verlichtingsinstallatie in een zestal lokalen, alles in het AVO-complex. Waren er vo
rig jaar, bij de bouw van dit complex, niet adviseurs aanwezig die zodanige adviezen hadden kunnen
geven dat al deze wijzigingen niet nodig waren geweest? Het verbaast mij dat wij al na een jaar voor
45.000,-- wijzigingen in dit splinternieuwe complex moeten aanbrengen, ook al blijkt dat van het
rijk voor dergelijke uitgaven uitkeringen worden verkregen.
De Voorzitter: Ik verleen de heer Van Kats het woord.
De heer Van Kats (secr.): Wat de stichtingskosten van het AVO-complex betreft zijn wij gebonden
geweest aan de zogenaamde vast-bedrag-methode. Deze methode houdt in dat de stichtingskosten een
bepaald bedrag niet mochten overschrijden. Desondanks is het vastgestelde bedrag voor de stichtings
kosten overschreden. Deze overschrijding komt dus ten laste van de algemene middelen. De punten die
de heer De Jong noemde, komen echter in aanmerking voor vergoeding van het rijk. Zijn stelling dat
het naderhand aanbrengen van deze voorzieningen onvoordeliger voor de gemeente zou zijn, is niet
juist. Of een en ander bij een betere advisering in de stichtingskosten had kunnen worden meegenomen,
is een vraag die ik nu niet durf te beantwoorden. Ik ben echter van mening dat bij de meeste nieuwbouw
projecten de situatie optreedt dat men na enige tijd van feitelijk gebruik tot de conclusie komt dat enkele
dingen in de praktijk niet helemaal zo blijken te functioneren als men van tevoren had gepland.
De heer De Jong: Ik vroeg ook niet of dit onvoordeliger zou zijn voor de gemeente, want volgens
de raadsbrief krijgen wij hiervoor toch uitkeringen van het rijk. Ik sprak er mijn verbazing over uit dat
er blijkbaar niet voldoende technische adviseurs zijn geweest om ervoor te zorgen dat men tenminste
tien jaar verder kon. (De heer Ten Hoeve: Soms koopt men weieens een pak dat, ook al heeft men het
in de winkel gepast, thuis toch nog blijkt te knellen.) (Gelach)
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 25 (bijlage no. 298).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 26a (bijlage no. 293).
Benoemen van een lid van de Raad voor Jeugdaangelegenheden.
Voordracht van het bestuur van de Gereformeerde Stichting voor Sociaal-Cultureel Werk "De Jeugd-
haven":
de heer W. Bijlsma te Leeuwarden.
Benoemd wordt de voorgedragene met 31 stemmen (1 stem blanco)
Punt 26b (bijlage no. 301).
Benoemen van een lid van het bestuur van de Woningstichting Leeuwarden-LeeuwarderadeeI
Aanbeveling van genoemd bestuur: