18 De heer Rijpma (weth.): Ik wil nog graag antwoord geven op een vraag van de heer Miedema. Hij deed een suggestie ten aanzien van een stukje grond in Huizum-West nabij de spoorlijn. Wij proberen om dit terrein beschikbaar te krijgen, zodat wij het aan de woningbouwcorporatie in uitvoering kunnen geven. Er zijn veel woningen op geprojecteerd en in de meeste gevallen betekent dit dat daaronder vele kleine woningen zullen zijn. Alleen, als de Nederlandse Spoorwegen er de voorkeur aan geven dat een en ander wordt uitgevoerd door haar dochtermaatschappijen - in welk verband dan ook -, dan zijn wij minder vrij. Wel zullen wij dan de wens op tafel leggen - wij hebben dat ook al gedaan - om daar klei ne woningen te realiseren. Wij hebben in het laatste geval wel minder invloed op de prijsklasse van de woningen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. De Voorzitter: De heer Sijbesma heeft de wens te kennen gegeven om punt 14 tijdens de pauze in zijn fractie te bespreken. Nu moet ik echter dringend iets bespreken met het Seniorenconvent. Dat hoeft niet lang te duren en daarom verzoek ik de fractievoorzitters eerst even naar de Vertrekkamer te gaan. Ik stel voor om nu een kopje koffie te gaan drinken. De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21.40 uur, de vergadering. Punt 14 (vervolg) De Voorzitter: Ik stel voor verder te gaan met de behandeling van het op verzoek van de heer Sij besma aangehouden agendapunt 14, het uitwerkingsplan Landbuurt. Daarbij stel ik voor tevens de aan vullende raadsbrief in de discussie te betrekken, die u in de pauze hebt kunnen lezen en eventueel be spreken. De heer Sijbesma: Wij hadden inderdaad behoefte om de aanvullende raadsbrief met elkaar te be spreken. Het resultaat van die bespreking is dat wij, op grond van de informatie die het college geeft en waaruit blijkt dat betrokkene niet in zijn recht is aangetast en terugkrijgt wat hij aan mogelijkheden had en bovendien geen verwachtingen zijn gewekt, het college kunnen volgen in het ongegrond verkla ren van de aangevoerde bezwaren. Nog iets over het uitwerkingsplan zelf. Bij de behandeling van dit raadsvoorstel in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is bij de inspraakronde gelegenheid gegeven voor inspraak en daarbij is namens omwonenden van de Landbuurt gevraagd om maatregelen te treffen die sluiproutes door deze wijk voorkomen. De wethouder heeft in deze zin toezeggingen gedaan. Met inbegrip van deze toezeggingen zijn wij graag akkoord met dit uitwerkingsplan Landbuurt. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. (zie bijlage no. 347). Punten 23 t.e.m. 26 (bijlagen nos. 314, 328, 320 en 336). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 27 (bijlage no. 334). De Voorzitter: Dit agendapunt luidt: Preadvies brief d.d. 19 juni 1980 betreffende renovatie ge meentewoningen in de Wielenpolle. Mevrouw Van der Werf: Na alle discussies over de renovatie van de Wielenpolle is dit punt toch op nieuw aan de orde, omdat de uitvoering heel wat te wensen zou overlaten. Deze bewering wordt ge staafd door een onderzoek van het Kollektief voor Volkshuisvesting en Stadsvernieuwing (KOVOS). In de raadsbrief staat dat een onderzoek van de technische dienst van het Woningbedrijf heeft aangetoond dat de door het KOVOS gemaakte opmerkingen ten dele onjuist zijn. Ik vind niet dat nu op alle details moet worden ingegaan. Dat kan beter gebeuren in de Commissie voor het Woningbedrijf, hoewel ik mij afvraag wat deze commissie eigenlijk met het rapport heeft gedaan, gezien het geringe aantal regels hierover in het verslag van de vergadering van die commissie. De renovatie van de gemeentewoningen in de Wielenpolle is toch al helemaal uitgekleed, omdat de minister de verbeteringsprijs anders niet acceptabel vindt. Het is dan wel wrang om in de krant te lezen dat de minister honderden miljoenen overhoudt. Verder wordt datgene, wat er dan nog van de renovatie overblijft, op een aantal punten zeer slordig uitgevoerd. Als de bewoners in hun gerenoveerde huizen terug zullen keren, zullen ze zich allicht afvragen of daarvoor nu die hoge huurverhoging moet worden betaald. Op het feit dat de minister de verbeteringsprijs niet acceptabel vindt, hebben wij weinig di recte invloed. Indirect natuurlijk wel, door voortdurend actie te voeren ten opzichte van Den Haag. p het slordig uitvoeren van de renovatie zouden wij meer greep moeten kunnen hebben, met name door een zeer goed toezicht tijdens de renovatie. Ik vraag de wethouder daarom wat dit toezicht eigenlijk voorstelt, als dit soort problemen zich kunnen voordoen. Hoe moet dit geregeld worden bij toekomstige renovaties? Dit soort situaties moet natuurlijk niet opnieuw mogelijk zijn. Wij kunnen bovendien de vraag stellen of het wel zo verstandig is om steeds maar weer met dezelf de aannemer in zee te gaan. Blijft over de vraag waarom de problemen, die zich hier voordoen, tijdens de renovatie niet kunnen worden voorkomen door veel vaker met de huurdersvereniging te overleggen. Al verschillende keren is toegezegd dat deze vereniging zou worden uitgenodigd voor een bouwvergade- ling met aannemer en opdrachtgever. Daar is echter nog steeds niets van terechtgekomen. Zo'n bouw- vergadering zou de aangewezen plaats zijn waar dit soort problemen kunnen worden doorgesproken. De heer De Pree (weth.): In het rapport van het KOVOS wordt op drie soorten mankementen gewe zen. In de eerste plaats gaat het om mankementen die te wijten zijn aan de constructie van de wonin gen. Bij renovatie kan men erg weinig aan dit soort dingen doen, want de woningen staan er en zijn op een bepaalde manier geconstrueerd. Zo vormen bij voorbeeld de betonvloeren van de woningen een ge heel, waardoor er breuken ontstaan als er verzakkingen optreden. Daar is helemaal niets aan te doen, hoe duur een renovatie ook zou zijn. In de tweede plaats worden in het rapport enkele klachten ge noemd die wel te maken hebben met de renovatie, in die zin dat deze mankementen eigenlijk ook zou den moeten worden verholpen. De Commissie voor het Woningbedrijf heeft ermee ingestemd dat een en ander als meerwerk wordt meegenomen bij deze renovatie. De renovatiekosten stijgen daardoor en daar om moet toestemming van de minister worden gevraagd. In de derde plaats worden in het rapport klach ten genoemd die bij elke renovatie optreden; het gaat dan meestal om kleinigheden. Bij de definitieve oplevering kunnen dergelijke klachten worden gemeld bij de aannemer en nog worden verholpen voordat de laatste oplevering wordt geaccepteerd. Dat zal dan ook gebeuren. Ik wil wel opmerken dat er altijd, bij elke woningverbetering of renovatie, een aantal klachten zullen zijn. Deze klachten zullen niet bij iedere bewoner gelijk zijn: subjectieve overwegingen spelen ook een rol. Een en ander zal wel nooit naar tevredenheid van iedereen zijn. De klachten die reëel zijn, worden bij de minister gemeld om te proberen de meerkosten er alsnog door te krijgen of worden bij de definitieve oplevering meegenomen. Mevrouw Van der Werf vraagt zich af wat de Commissie voor het Woningbedrijf eigenlijk doet. Zo kwam haar vraag althans op mij over. Dit rapport is in de commissie aan de orde gesteld, met een re actie daarop van de technici van het Woningbedrijf. Dat is de reden geweest waarom de Commissie voor het Woningbedrijf met dit preadvies akkoord is gegaan. Dat is niet zomaar gegaan, maar na bespreking. Mevrouw Van der Werf heeft ook gevraagd of er niet te weinig overleg is. Als er ergens veelvuldig overleg bij renovatie is, dan is het wel hier. Er is goed overleg met het gemeentebestuur, waarbij alle Machten op een gegeven moment naar voren zijn gekomen. Ik ben ervan overtuigd dat de huurdersver eniging dit zal bevestigen. Over alles is overleg geweest. Ook over datgene, wat er verder heeft ge speeld en waarvan mevrouw Van der Werf zegt dat het geen zin heeft om erop in te gaan, omdat de uit eindelijke beslissing daarover bij de minister ligt; die beslissing is al gevallen. Er is echter ook over kleinere punten overleg geweest. Daarnaast vindt toezicht plaats door technici van het Woningbedrijf. Er zijn afspraken gemaakt met de huurdersvereniging dat men, als er klachten over details zijn, contact moet opnemen met mensen van de gemeente. De namen van deze mensen zijn alle bekend. Men neemt k inderdaad contact op. Ik geloof dus niet dat hier iets hapert aan het overleg. Men ziet elkaar erg vaak. Ik denk dat wat hier speelt meer te maken heeft met het feit dat na elke woningverbetering ieder een weer andere wensen heeft die ook gehonoreerd zouden moeten worden. Deze wensen waren dan echter niet in het renovatieplan opgenomen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 28 (bijlage no. 344). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 10