22 De Voorzitter: Ik stel voor dat het college zich in de tweede pauze, als die er komt, zal beraden over het voorstel van de heer MeijerhofHij wordt in zijn suggestie alvast gesteund door mevrouw Waalkens. Wij moeten ons even beraden op onze reactie. Als wij de agenda afgehandeld hebben voor dat wij aan een tweede pauze toe zijn, zullen wij even moeten schorsen. De heer Bijkersma: Ik wil nog een aanvullende vraag stellen. In de raadsbrief staat dat de Stichting Fonds voor de Nederlandse Veefokkerij zich bereid heeft verklaard een eenmalige bijdrage van 31.000,te geven, onder de voorwaarde dat het concours nog ten minste drie jaren zal worden ge houden. Als wij nu overgaan op een ander systeem, heeft u dan enig inzicht in de vraag wat de Stich ting Fonds voor de Nederlandse Veefokkerij met haar subsidie zal doen? De Voorzitter: Wij zullen deze vraag beantwoorden in de reactie die wij later vanavond zullen ge ven. Ik constateer dat de raad met deze handelwijze instemt. Punten 30 en 30a (bijlagen nos. 323 en 349). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 31 (bijlage no. 332). De Voorzitter: Dit punt heeft betrekking op de automatisering financiële administratie DSO. De heer De Beer: Onze fractie kan niet meegaan met het voorstel van b. en w. zoals dat voor ons ligt. Wij zijn duidelijk de mening toegedaan dat wij de uitslag van het onderzoek door Krechting en Koot/Twijnstra en Gudde BV moeten afwachten; het college schrijft dit zelf ook. Wij voelen er niets voor om op voorhand al een uitzondering te maken voor de DSO. De heer Rijpma (weth.)Er is serieus nagedacht over de vraag of dit voorstel op dit moment in de raad zou moeten worden gebracht. Naar het oordeel van b. en w. en van degenen, die b. en w. hebben geadviseerd, is het zeer bezwaarlijk - ik druk mij dan voorzichtig uit - om de automatisering van de dienst nog verder uit te stellen. De gegevens, die beschikbaar moeten komen, moeten in snel tempo be schikbaar komen. U weet dat wij ook aan de stadsvernieuwing verplichtingen ontlenen. Met de wijze van verwerken van dit moment kunnen wij niet aan onze verplichtingen voldoen. Er zijn in die zin zekerheden ingebouwd dat wij zullen proberen - ik druk mij weer voorzichtig uit - om met het CEVAN een zodanig contract te sluiten dat wij, mocht in de toekomst tot veranderin gen worden besloten, niet vastzitten aan een meerjarig contract. Voordat het onderzoek is afgerond, zijn wij zeker al in 1983. Wij willen heel duidelijk op dit moment tot die automatisering overgaan, on der voorbehoud dat een kortlopend contract met het CEVAN wordt gesloten. De kosten van de appara tuur zijn slechts een fractie van de kosten die wij aan het CEVAN moeten betalen. Ik denk dus dat ons risico in dezen beperkt is, gezien de voordelen die wij in de voor ons liggende jaren daarvan kunnen hebben. Ik adviseer u dringend om toch uw standpunt te herzien en met het voorstel van b. en w. mee te gaan. De heer De Beer: Na de zeer voorzichtige opmerkingen van de wethouder zijn wij ook tot de slotsom gekomen dat wij deze automatisering moeten doorzetten. Wel zijn wij er bang voor dat hierdoor een soort sneeuwbal-effect zal optreden. Bestaat de mogelijkheid dat er over een of twee maanden weer een andere dienst komt met het verzoek om tot automatisering te mogen overgaan? Of is dit voorstel uitslui tend en alleen voor de DSO bestemd? De Voorzitter: Dit voorstel als zodanig betekent niet dat wij over een x-aantal weken met nog zo'n voorstel komen. (Gelach) Er zal dus geen sneeuwbal-effect zijn èn daarnaar vroeg de heer De Beer. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 32 (bijlage no. 310). De Voorzitter: Dan zijn wij nu toe aan het agendapunt vrijstelling Winkelsluitingswet 1976. 21 a. geef de stichting de 10.000,-- die in feite vorig jaar al is toegezegd; b. geef de stichting voor het jaar 1980 het bedrag van 12.500, c. neem de beslissing voor de jaren 1981 en 1982, nadat er voldoende gegevens bekend en onderzocht zijn, waardoor deze raad een gemotiveerde beslissing kan nemen over het al of niet verder subsidië ren van het concours hippique. Inzage in de aantallen toeschouwers ontbreekt te enen male. Wij weten alleen een bepaalde op brengst over 1979. Hoeveel toeschouwers er komen, hoe het concours de mensen aanspreekt, is totaal onbekend. Wij weten dat van andere evenementen in deze stad vrij nauwkeurig. Ik denk dan aan de Harmonie, aan Cambuur, aan het Frysk Orkest.en zo zijn er nog wel enkele te noemen. Wij zullen graag zien dat meer inzage wordt verkregen in die gegevens van de stichting. Mocht het nodig zijn, dan dien ik de volgende motie in. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 1 september 1980, besluit 1aan de Stichting CSI Indoor Friesland een aanvullend subsidie te verlenen van 10.000, ter sanering van de tekorten tot en met 1978; 2. aan de Stichting CSI Indoor Friesland voor het jaar 1980 een aanvullend subsidie te verlenen van 12.500,--; 3. voor de jaren 1981 en 1982 een beslissing te nemen, nadat voldoende gegevens bekend en on derzocht zijn. De hear Jansma: It foorstel, dat yn de kommisje nochal wiidweidich bisprutsen waerd, seach der in bytsje oars ót as hwat nou foar ós leit. Dit leste foorstel is better, om't nou dódliker blykt dat der ek konsekwinsjes oan fêst sitte foar de jierren 1981 en 1982 en om't der nou in plafond ynboud is. Wy fine it concours hippique tige wichtich foar Ljouwert, mar wy fine tagelyk dat it bistjur fan de stichting sa- folle war dwaen moatten hie dat sa'n evenemint sunder in ekstra subsydzje ek trochgean koe. Nou't bli- ken die dat it bist jur bisletten hie dermei op to halden, hawwe wy bigryp foar it stanpunt fan b. en w. om noch ien kear oan de ried foar to stellen foar trije jier mei in oanfoljend subsydzje to kommen. It soe skande wêze as it indoor concours hippique foar Ljouwert forlern gie. Dêrom giet ós fraksje mei it ótstel fan b. en w. akkoart. Wy hawwe der goed kundskip fan nommen dat it stichtingsbistjur yn de bigreatingen foar de kom- mende jierren al rekkenet op 5.000,en 10.000,ekstra. Wy binne mei it kolleezje fan bitinken dat der neat fan komme kin en dat de stichting dochs echt op in oare wize soargje moat de saek roun to krijen. Ta goed bigryp: der't wy nou goed foar stean wolle, is it absolute maksimum. Wy hawwe gjin bi- hoefte oan de moasje fan de Partij van de Arbeid. Mevrouw Waalkens: Wij willen als fractie zeker voor dit jaar het groene licht geven voor dit voor Leeuwarden toch unieke gebeuren. Wij zijn evenwel van mening dat dit voorstel niet geheel juist is. In de raadsbrief wordt gesteld dat het bedrag van 30.000,het normale subsidiebedrag is. Onder punt II van het besluit staat namelijk: het normale subsidie van 30.000,In 1979 bedroeg dit "normale subsidie" echter 20.000,en werd door de raad besloten om 10.000,ter beschikking te stellen in 1979 en 1980, om oude schulden te saneren. Het totale bedrag voor 1979 en 1980 was dus 30.000, Dit bedrag is dus niet juist voor de jaren 1981 en 1982. Voor 1981 zou het subsidie weer gewoon 20.000,moeten zijn. Gezien het feit dat nog geen concours hippique is afgesloten zonder verlies, zijn wij het op dit moment eens met de motie van de PvdA en zullen wij die steunen. Misschien dat de wethouder ons nog van het tegendeel kan overtuigen. Wij zijn van mening dat voor de komende jaren opnieuw moet worden bekeken hoe de houding van de gemeente zal moeten zijn. Mevrouw De Jong: Ik ben van mening dat dit evenement een uniek gebeuren voor onze stad is. Ei genlijk had het ook voor onze provincie een uniek gebeuren moeten zijn, wat dan vertaald had kunnen worden in het subsidie van de provincie. Ik vind namelijk dat de gemeente naar verhouding wel erg veel moet bijdragen. Ik ben blij dat in het collegevoorstel een plafond is ingebouwd. Ik ben het daar volledig mee eens. Wel vind ik zonder meer dat het bestuur van de stichting aan kostenbewaking moet doen. Gezien het particulier initiatief dat is getoond - de sponsors hebben erg veel geld bij elkaar gebracht -, vind ik dat wij als gemeente niet mogen achterblijven. Ik besef dat wij ons voor drie jaren vastleggen, maar ik ga graag met het voorstel akkoord. Ik vind dat wij alles moeten proberen om dit gebeuren voor Leeuwarden vast te houden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 12