34 Desalniettemin heb ik begrip voor de situatie, waarin deze kritische kanttekeningen zijn gemaakt. Op dit moment willen wij de zaak als volgt stellen. Hoezeer wij het ook eens zijn met de strekking van de kritiek, toch willen wij van de raad graag een principe-beslissing hebben. Een en ander zou in die zin moeten gebeuren dat u als raad zegt akkoord te gaan met de poging om dit evenement drie jaar in stand te houden, met de subsidietoezegging die voor dit jaar in de raadsbrief wordt genoemd, maar dat u voor het volgende jaar eerst met elkander wilt bekijken hoe het evenement is verlopen en hoe het er dan bij staat. Wij zijn bereid om de betreffende raadscommissies daarover ruim van te voren te informeren en vroegtijdig voor de vaststelling van de begroting 1982 bij de raad terug te komen met een overzicht van de ontwikkeling van het indoor concours hippique. Naar mijn mening handelen wij daarmee in de geest van de kritiek die toch in alle fracties doorklinkt. Daarbij kunnen wij dan met elkaar nagaan of dit evenement verder een reële kans kan worden gegeven of niet. Natuurlijk doen wij dit niet blindelings, wij gaan een en ander eerst met elkander nauwkeurig na. Daarmee doen wij ook niet te kort aan de toe zeggingen van de sponsors, die voor drie jaren bijdragen willen geven. Ook de sponsors hebben er na tuurlijk recht op dat het functioneren van de hele organisatie kritisch wordt begeleid en zo mogelijk, waar dat nodig is, wordt gecorrigeerd. Als de raad in deze geest een beslissing zou willen nemen, dan zijn wij met eikaar in staat om in ieder geval voor dit jaar en voor de komende jaren na verdere bestudering van de documenten over de eindafrekening en dergelijke de zaak opnieuw onder ogen te zien. De Voorzitter: In concreto betekent dit dat de raad in principe een subsidie toezegt voor drie jaar, maar de definitieve beslissing over de jaren 1981 en 1982 nu nog niet neemt. Deze beslissing wordt in het kader van de principe-toezegging genomen nadat een en ander is geëvalueerd, in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden aan de orde is geweest en opnieuw aan de raad is voorgelegd. Als wij tussen tijds twijfel hebben over een goede gang van zaken wat het financieel beheer en dergelijke betreft - ik denk namelijk dat dit het kernpunt is -, dan heeft de raad de volste vrijheid om, niettegenstaande het feit dat er een principe-toezegging is gedaan, voor een volgend jaar geen subsidie te verlenen. Dat moet erg duidelijk zijn. De heer Meijerhof: Uit mijn verhaal in eerste instantie zult u begrepen hebben dat het niet de be doeling van mijn fractie is geweest om alleen dit jaar het concours hippique nog door te laten gaan. Wij zouden dan immers beter nu meteen maar kunnen stoppen, omdat er extra bijdragen moeten komen. In de motie, die ik niet heb ingediend maar wel heb voorgelezen, staat ook dat wij opnieuw een beslissing nemen, indien nadere gegevens bekend en onderzocht zijn. Wij staan wat dat betreft naar ik meen niet zo ver af van de opmerkingen die de wethouder namens het college heeft gemaakt. Ik heb in eerste instantie heel duidelijk bedoeld te zeggen dat ik, als ik louter en alleen op basis van de financiële verantwoording van de stichting zou reageren, zou voorstellen om er maar mee te stoppen, omdat ik geen enkel inzicht in de financiën heb. Als ik op basis van de inbreng van derden en ook zoals het lijkt van de inbreng van leden van het college die nu op vakantie zijn moet beslissen, dan zeg ik dat de zaak het verdient om nog eens een kans te krijgen. De Stichting Fonds voor de Nederlandse Veefokkeri levert dus de bodem voor de piste. Onze fractie heeft met onze kritische opmerkingen een bodem voor de financiële put, die ons bijna bodemloos leek, willen bieden. Ik kan namens een groot deel van mijn fractie zeggen dat wij ons kunnen vinden in de interpretatie van de wethouder van de motie, die ik niet heb ingediend. Wij hopen dat wij volgend jaar over betere gegevens beschikken om een verantwoor de beslissing te nemen voor dit concours hippique. De hear Jansma: Ik leau wol dat wy it hjir mei iens wêze kinne. Mevrouw De Jong: Ik wil alleen vragen of op grond van deze principe-uitspraak de bijdrage van de Stichting Fonds voor de Nederlandse Veefokkerij niet in gevaar komt. De Voorzitter: Daarom vragen wij juist om een principe-uitspraak voor de jaren 1981 en 1982. An ders zouden wij kunnen volstaan met alleen een beslissing over dit jaar. Dat is de enige reden waarom wij de raad vragen in te stemmen met een principe-toezegging voor in totaal drie jaar. Als die toezeg ging er namelijk niet is, dan kan de bijdrage van de Stichting Fonds voor de Nederlandse Veefokkerij in gevaar komen. Mevrouw Waalkens: lik heb iets opgemerkt over het subsidie van 30.000,van de gemeente. Ik heb nog geen antwoord van de wethouder gekregen. De heer De Vries (weth.): Mevrouw Waalkens heeft gelijk. Wij hadden in de raadsbrief eigenlijk moeten schrijven: 20.000,plus 10.000, Wij hadden het bedrag moeten splitsen, want het bedrag van 10.000,gold op zichzelf voor twee jaar. Wij staan echter eigenlijk voor een geheel nieuwe situatie, die niet meer vergelijkbaar is met de uitgangspunten van het vorig jaar. Men heeft in de begroting van de stichting al veel hogere bedragen meegenomen dan deze 30.000,van de ge meente. Wij voelen ons in geen enkel opzicht gebonden aan de begroting van de Stichting CSI Indoor Friesland. Het gaat om zaken die opnieuw moeten worden bekeken. De Voorzitter: Ik stel voor om in ieder geval punt II van het besluit aan te passen, in de zin zoals wethouder De Vries het net stelde. In het besluit staat namelijk dat de gemeenteraad zonder meer de genoemde bedragen beschikbaar stelt. Als u daarop wilt vertrouwen, dan zullen wij de tekst opnieuw redigeren in de geest van de reactie van wethouder De Vries. Het voorstel van b. en w. wordt aangenomen met 30 tegen 3 stemmen, met inachtneming van de wijziging van punt II van het besluit. Punt 36 (bijlage no. 329). De Voorzitter: Dit punt betreft een wijziging van de gemeenschappelijke regeling Brandweerhulp verleningsdienst Fries land-Noord. De hear Jansma: De CDA-fraksje hat biswier tsjin it foorstel fan it algemien bistjur fan de Brand weerhulpverleningsdienst Friesland-Noord en it dêroan tomjitte kommende ütstel fan b. en w. Great- skealige oplossingen kinne effisiënter wêze as lytsskealige. Wy hawwe nou in foarbyld fan hokker ge- folgen in greatskealige oplossing hawwe kin. Komt it nochal ris foar dat it algemien bistjur fan de BHD foar de helte as mear untbrekt? Wy soenen sa'n massael forsomjen ek noch bifoarderje as wy it iens wie- nen mei it ütstel om yn sa'n gefal akkoart to gean mei de oplossing om in healure nei de iepening fan de gearkomste in nije gearkomste to iepenjen, hwer't dan troch in lyts tal minsken bisluten nommen wurde kinne. As it gauris foarkomt dat in bistjurslid mient net komme to kinnen om't er oare besognes hat, moatte der dan gjin maetregels nommen wurde dat in oarenien bineamd wurdt? Dat liket üs in bettere oplossing en dêrom binne wy ek tsjin dit ütstel. De heer Geerts:;lk kan mij bij de woorden van de heer Jansma aansluiten. Artikel 54 van de Ge meentewet is er niet voor niets, maar is er om een voldoend democratisch gehalte van besluiten te ga randeren. Ik vind het niet een goede zaak dat een club als deze op een andere wijze zijn besluiten zou gaan nemen. Ik dacht dat zo'n manier van beslissingen nemen alleen mogelijk zou kunnen zijn bij an dersoortige clubs als sportverenigingen, maar zeker niet bij iets waar het openbaar bestuur behartigd moet worden De heer Bijkersma: Onze fractie is dezelfde mening toegedaan als beide vorige sprekers. De Voorzitter: Dan hoef ik niet zoveel meer te zeggen. Eén reactie nog. Ik moet tot mijn spijt aan de heer Jansma antwoorden dat het nogal eens voorkomt dat het quorum niet aanwezig is. Dat is de eni ge reden waarom dit voorstel hier ligt. Ik moet ook tot mijn spijt zeggen dat een van de erg zwakke plekken van de gemeenschappelijke regelingen is, een gemeenschappelijke regeling voor elk facet af zonderlijk. Ik begrijp dus de kritiek en ik begrijp ook dat ik alleen maar hoef te vragen wie nog voor dit voorstel is. Het voorstel van b. en w. wordt met algemene stemmen verworpen. Punt 37 (bijlage no. 345). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 38 (bijlage no. 322) De Voorzitter: Dit punt betreft het ontslag van de heer J. Dekker als economisch-directeur van de Dienst voor de Gezondheidszorg. Het is bijzonder droevig dat de heer Dekker al een tijdlang zijn func tie niet meer kon vervullen en dat de artsen ondertussen tot de conclusie hebben moeten komen dat hij niet kan terugkeren.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 19