6
7
Punten 7 t.e.m. 10 ,(bïj lagen nos. 315, 313, 316 en 346).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 11 (bijlage no. 335).
De Voorzitter: Het volgende punt omvat het preadvies met betrekking tot de LPG-tank op het per
ceel Keidam 2 te Leeuwarden.
Mevrouw De Haan—Laagland: Heel veel mensen zullen ongetwijfeld de angst voor een LPG-instal-
latie overdreven vinden, omdat zij ervan overtuigd zijn dat de technologie zich inmiddels zodanig
heeft ontwikkeld dat de veiligheid van de mensen gegarandeerd is. Wij zijn echter van mening dat het
vertrouwen in de technologie best wel zijn grenzen heeft. Het is niet voor niets dat volgens de huidi
ge richtlijnen van de Hinderwet voor deze installatie nooit een vergunning zou mogen worden verleend.
Het is ook niet voor niets dat onlangs iemand de afkorting "LPG" las als: "Leeuwarder Plof Gevaar".
Wij vinden de situatie van een LPG-tank dichtbij woningen en een lagere school heel ernstig en
dringen er dan ook op aan om zodanige druk uit te oefenen dat de LPG-installatie wordt ontmanteld.
Wij beseffen evenwel dat dit niet van vandaag op morgen gerealiseerd kan worden. Welke maatregelen
en-of voorzieningen zijn er in de tussenliggende tijd mogelijk ten aanzien van bij voorbeeld de lage
re school?
In de raadsbrief wordt gezegd dat de vergunninghouder aanvullende voorzieningen heeft getroffen.
Om welke voorzieningen gaat het dan? Hoe vaak worden die voorzieningen gecontroleerd?
U herinnert zich wellicht dat ik vorig jaar, nog vóór de behandeling van de begroting, vragen heb
gesteld over deze LPG-installatie. Ik heb toen ook gevraagd naar een overzicht van andere LPG-sta-
tions in Leeuwarden. Wij wachten nog steeds op dat overzicht. Wij willen het graag op zo kort moge
lijke termijn hebben. Er is toen ook gevraagd of de routes voor gevaarlijke stoffen, waaronder LPG, zo
geleid kunnen worden dat er zo weinig mogelijk gevaar bestaat. Wij denken daarbij aan het plaatsen
van verkeersborden langs deze routes. In hoeverre wordt daaraan gewerkt?
Mevrouw Zondag—Demes: Mijn fractie gaat akkoord met de aan de orde zijnde raadsbrief. Wij drin
gen er echter bij het college op aan dat de mensen van het Bouw- en Woningtoezicht regelmatig en
nauwkeurig zullen blij ven controleren of de vergunninghouder de voorwaarden naleeft en de door u
noodzakelijk geachte voorzieningen blijft treffen; dit in verband met de veiligheid van de omgeving.
Een toezegging in die zin wil ik graag van u vernemen.
Ik heb vorige week informatie ingewonnen en toen is mij gebleken dat de omwonenden en de
leerkrachten van de EmmaUsschool, evenals de ouders van de leerlingen, sinds zeer kort - namelijk
sinds 12 augustus, het begin van het schooljaar - geen klachten meer hebben. Wij vinden dat dit zo
moet blijven, want de onrust en de angst zijn niet verdwenen. Mogen wij erop blijven rekenen dat het
college de ontwikkelingen nauwlettend zal volgen en de raad zo nodig tijdig informatie zal verstrek
ken? Wij dringen er voorts op aan spoedig een zodanige oplossing in deze gecompliceerde zaak te be
werkstelligen dat de veiligheid van alle betrokkenen wordt gegarandeerd.
Mevrouw Van der Werf:/De problematiek van LPG-stations in de bebouwde kom wordt steeds actu
eler. Door een forse toename in het gebruik van LPG is het aantal ongevallen en bijna-ongevallen in
Nederland en ook daarbuiten zeer vergroot. Vandaar dat het hoog tijd wordt om veiligheidsmaatrege
len te nemen. Stringente landelijke richtlijnen ontbreken nog steeds. Daarom vinden wij dat de gemeen
te zelf maar een actief en kritisch beleid op dit gebied moet voeren. Daaraan mankeert echter nog het
een en ander. Wij ondersteunen de vragen van mevrouw De Haan dan ook met betrekking tot de inven
tarisatie van LPG-stations in de bebouwde kom. Deze inventarisatie is reeds geruime tijd geleden toe
gezegd.
Voor de situatie in Bilgaard is gelukkig al wel het een en arider in gang gezet, voornamelijk om
dat het oudercomité van de EmmaUsschool en de werkgroep van het wijkcomité in Bilgaard zelf acties
zijn gaan voeren. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd, na de verschillende vragen hierover in de af
delingsvergaderingen en de vergaderingen van de Commissie voor de Volksgezondheid, in onderhande
lingen om de LPG-tank weg te krijgen. Dat is precies wat er moet gebeuren. In de tussenliggende tijd
blijft er echter een onhoudbare situatie bestaan, die de briefschrijvers - de ouders van de kinderen die
op de EmmaUsschool zitten - grote zorgen baart, op zijn zachtst gezegd. De situatie is zelfs zo, dat de
inspecteur voor de volksgezondheid het nodig achtte de school af te keuren.
Dan begint wat ik niet anders kan noemen dan een juridisch steekspel en spitsvondigheid in beant
woording over de hoofden van de kinderen heen. Wat is namelijk het geval? De inspecteur keurt de
school af. Omdat het mijn fractie en ook de ouders van de kinderen van die school onduidelijk was
wat daarvan de gevolgen precies zouden zijn, stelde ik voor de vakantie schriftelijke vragen over de
ze kwestie. Ik drong daarbij aan op het maken van een noodvoorziening of andere tussentijdse oplos
singen voor het onderwijs, zolang de LPG-tank er nog zou staan. Het is natuurlijk onzinnig om te be
weren dat het onverantwoord is dat de kinderen in deze schoolgebouwen zitten, maar dat die onverant
woordelijke situatie nog een tijdje moet blijven bestaan. Dat is zeker niet wat de geneeskundige in
spectie heeft bedoeld. Deze instantie heeft mij de volgende informatie gegeven: De enige reden waar
om de inspectie niet heeft verklaard dat de school acuut gesloten zou moeten worden, was dat het bij
het belang van de kinderen om twee dingen gaat. Het gaat in de eerste plaats om de continu'i'teit van
het onderwijs en in de tweede plaats is er het gezondheidsbelang. Omdat bij onmiddellijke sluiting van
de school de kinderen op straat zouden staan, is er als volgt geredeneerd: "Wij keuren de school af.
De zomervakantie staat voor de deur, zodat de gemeente samen met de schoolbesturen de tijd heeft om
een andere oplossing te realiseren.Als de gemeente dit kennelijk zo interpreteert dat het allemaal
zo'n vaart niet zal lopen omdat de inspectie de school niet acuut sluit, dan is dat een volledig on
juiste interpretatie, aldus de woordvoerder van de geneeskundige inspectie. Bovendien wordt bekend
dat de gemeente de beslissing van de inspectie gaat aanvechten bij de gedeputeerde staten op formele
overwegingen. Verder moest ik twee maanden op de beantwoording van mijn schriftelijke vragen wach
ten; er werd dus tijd gerekt. Pas op 27 augustus wordt de beschikking, die al in mei door de inspectie
is afgegeven, door de gemeente bekend gemaakt. Ik vraag mij bij dit alles af wat het college aan het
doen is. De LPG-tank moet daar weg, daarover zijn wij het gelukkig eens. Dit kost echter geld en ik
heb de indruk dat het gevaar van de situatie wordt aangevochten om tijd te rekken, om financieel zo
voordelig mogelijk uit de onderhandelingen te komen. In de tussentijd gebeurt er echter niets. De wel
willendheid van de inspecteur wordt, tegen beter weten in - ik kan het niet anders zien -, aangegre
pen om te zeggen dat geen noodvoorziening kan worden getroffen, omdat men geen vergunning van de
minister heeft. Zo'n vergunning krijgt men pas als de school acuut moet worden gesloten. Bij navraag
op de afdeling Onderwijs is mij gebleken dat niet eens is geprobeerd om die vergunning te krijgen. Ik
vind overigens wel dat de antwoorden van dit preadvies veel feitelijker gesteld zijn dan bij de beant
woording van de schriftelijke vragen het geval is. Deze vragen worden ook in het preadvies aange
haald.
Ook op een aanbod van de geneeskundige inspectie om samen om de tafel te gaan zitten en te be
kijken wat de meest geschikte procedure is om zo'n vergunning alsnog te krijgen, is tot nu toe niet in
gegaan. Kortom, er worden verschillende slimme dingen geprobeerd, die zeker de belangen van de kin
deren op korte termijn mijns inziens niet dienen.
Ik zou het volgende graag van de wethouder willen weten. Kan er op korte termijn worden gepraat
met de geneeskundige inspectie over de meest geëigende procedure voor ontruiming van de school en
verkrijging van een vergunning voor een noodvoorziening? Overigens kan ook een poging worden ge
daan om het onderwijs tijdelijk in andere leegstaande lokalen te laten plaatsvinden. Heeft het college
al contact opgenomen met het ministerie over financiële steun voor de ontmanteling van de LPG-instal
latie in deze speciale situatie, nu beide scholen zijn afgekeurd?
Tot nog toe ben ik in mijn verhaal voornamelijk ingegaan op de situatie rond de school. Er staan
echter ook woningen in de directe omgeving van de LPG-tank. Is er overleg met de bewoners over de
situatie waarin zij verkeren? Wordt het niet hoog tijd dat er een rampbestrijdingsplan wordt ontwikkeld,
dat toegespitst is op deze situatie, met daarin instructies voor bewoners, enzovoorts?
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Uit de beantwoording van de vragen van mevrouw Van der Werf
van 12 augustus is ons gebleken dat het college noch voor de aanvang van het nieuwe schooljaar noch
op korte termijn iets tegen de LPG-installatie van de heer Molenaar kan beginnen, aangezien de hin
derwetvergunning onder voorwaarden van 1975 niet zou kunnen worden ingetrokken. Verder deelt u mee
dat deze voorwaarden goed worden nageleefd. Omdat de inspecteur voor de volksgezondheid de situatie
blijkbaar niet zo gevaarlijk vindt dat hij van zijn bevoegdheid gebruik heeft gemaakt om te verklaren
dat niet met het onderwijs in de EmmaUsschool kan worden doorgegaan en het college op grond daarvan
geen verklaring van goedkeuring voor een noodvoorziening van het rijk heeft kunnen krijgen, kunnen
wij alleen maar aandringen op grote spoed om door onderhandelingen te komen tot overeenstemming
met garage Molenaar. Dit neemt evenwel het gevaar voor de leerlingen van deze scholen niet weg en
wij kunnen dan ook alleen maar hopen dat er in de nabije toekomst geen ongeluk zal gebeuren.
Overigens kunnen wij instemmen met de beantwoording door het college van de brief van de heer
Smit.