11 10 de raadsleden verzonden en daarom hebben wij een aanvullende raadsbrief gemaakt, waarin wordt in gegaan op de bezwaren van Giesing BV. Deze raadsbrief is op uw tafels gelegd en ik hoop dat u in de gelegenheid bent geweest om kennis te nemen van de inhoud ervan. Ik stel voor de aanvullende raads brief bij de discussie te betrekken. De heer Sijbesma: Wij hebben de aanvullende raadsbrief inderdaad net voor de vergadering gekre gen. Ik verzoek u daarom om de behandeling van dit agendapunt uit te stellen tot na de pauze. De Voorzitter: Uw verzoek lijkt mij redelijk. Ik constateer dat er geen bezwaren zijn om de behan deling van dit punt na de pauze te doen plaatsvinden. Punt 15 (bijlage no. 342). De Voorzitter: Het volgende agendapunt luidt: Keuze van een stedebouwkundig adviesbureau voor het globale bestemmingsplan voor de bouwlocatie ten zuiden van Goutum. De hear Miedema: Dit is in wichtich ütstel: wy moatte in stêddeboukundich advysburo foar in hiel nije wyk kieze. Us fraksje foun it riedsbrief en de stikken dy't op bisjen leine eins net genoch om op groun derfan sa'n wichtige bislissing nimme to kinnen. Fan beide buro's dy't yn it riedsbrief neamd wur- de, witte wy suver oars neat as dat Stad en Landschap wol goed is. Yn in earder stadium waerd yn sté fan it Bureau voor Stedebouw Ir. F.J. Zandvoort BV noch in oar buro neamd. Joun hawwe wy de kar tusken Stad en Landschap en Zandvoort BV. Hwerom't it Stad en Landschap wurde moat, komt eins net Gt'e verve. Men kriget de yndruk dat de gearwurkingsünderfining folslein de trochslach jown hat. As dat yndied sa is, dan hie der eins gjin ofweaging plak hoege to finen, mar hie it it kolleezje siert as it ien buro oan de ried foarsteld hie. Lokkich hat in fraksje ek noch oare mooglikheden om dingen üt to sykjen. Wy hawwe seis fan in oare kant ynformaesje krige en op groun dêrfan kinne wy stelle dat wy net de measte biswieren hawwe tsjin in kar foar it buro Stad en Landschap. Dochs freegje ik it wurd, om't ik myn ungerêstens ütsprekke wol oer de proseduere dy't hjirby folge is. Yn in earder stadium hat der in bisprek west tusken fraksje- fortsjinwurdigers mei in part fan it kolleezje. Yn dat petear waerd it ütstel dien om dizze wurkwize to folgjen. Fanüt üs fraksje is doe steld dat men it dêr eins net mei iens wie, om't de ried dan to min oan bod komme soe. Wy hiene üs twifels oft wy de forantwurdlikheit foar sa'n wichtige kar drage koene. De mearheit fan de oanwêzigen by dat petear wie it net mei lis stanpunt iens. Ik kin der ynkomme dat it kolleezje doe tocht hat dat de ried dit wol oannimme soe en dus mar trochgie. Nettsjinsteande dat wol ik stelle dat it it kolleezje siert hie as it mei de rejale minderheit yn de ried rekken halden hie en de ried mear mooglikheden jown hie om de forantwurdlikens, dy't joun fan de ried frege wurdt, yndied drage to kinnen. As der ea swierrichheden komme - soks kin dochs barre! - en wy wurde oansprutsen op us bislissing fan joun, dan is it iennige antwurd: "It kolleezje hie it foarsteld en wy hawwe ja sein." Ta mear binne wy dan net by steat. Nou hawwe wy it de hiele winter yn de Kommisje In goede ried oer it funksionearjen fan de ried hawn, hwerby't wy it foech fan de ried mear ynhald jaen woenen, mar by sa'n wichtige bislissing as by dit ütstel komt de ried der net oan to pas en kin men allinne ja sizze tsjin it ütstel fan it kolleezje. Myn fraksje is toloarsteld oer dizze gong fan saken. Wy binne fan bitinken dat de mearheit fan de ried de taken dy't hjirby op ós komme to lizzen net goed Onderkend hat en alles to maklik oan it kol leezje oerlitten hat. Wy fine it ek spitich dat it kolleezje net fan doel west hat om mei it stanpunt fan de minderheit, dat düdlik utsprutsen is, rekken to halden en dochs dizze proseduere folge hat. De heer De Beer: Ik ben het met de heer Miedema eens dat wij vanavond een belangrijke beslissing moeten nemen en ook dat de documentatie bij dit voorstel wel enige vraagtekens opwerpt. De argumen ten, die het college in de raadsbrief noemt, zijn bovendien niet zo ijzersterk als het college wil doen voorkomen. Er wordt bij voorbeeld gesteld dat de samenwerkingservaring tussen Stad en Landschap en Ingenieursbureau Oranjewoud de meeste garantie biedt voor het tijdig gereedkomen van het bestemmings plan. Welke garantie hebt u om te veronderstellen dat de samenwerking van het andere in de raadsbrief genoemde bureau met het Ingenieursbureau Oranjewoud die garantie niet biedt? De genoemde argumen ten spreken ons niet erg aan. Wij hebben overigens ook geen argumenten kunnen vinden om tegen het voorstel te zijn. Ik ben het met de heer Miedema eens dat de hier gevolgde procedure niet de procedu re is die naar onze mening bij dit soort beslissingen gevolgd moet worden. Wij gaan akkoord met de keuze van het college, omdat wij weinig argumenten daartegen kunnen vinden. De heer Van der Wal: Mijn fractie zal tegen dit voorstel stemmen. Wij doen dit in de eerste plaats omdat wij tegen uitbesteden zijn. De motivering daarvoor zal ik niet herhalen, omdat ik die enige tijd geleden al heb uiteengezet. In de tweede plaats vind ik dat een selectieprocedure is gevolgd die voor zo'n belangrijke beslissing kant noch wal raakt; voor de verandering ben ik het wat dit betreft met de vorige sprekers eens. In feite was de beslissing over het te kiezen adviesbureau al gevallen toen voor het Ingenieursbureau Oranjewoud werd gekozen. Intern werd de naam van het bureau Stad en Landschap al genoemd. In feite is het oneerlijk, ook ten opzichte van de andere - noordelijke - bureaus die zich naast het bureau Zandvoort hebben aangemeld, om dit niet toe te geven. De heer Miedema heeft al gememoreerd dat een meerderheid van het Seniorenconvent akkoord ging met een procedure, waarbij de raad niet nauw betrokken werd bij de voorbereiding. Ik verbaas mij er over dat de heer De Beer namens zijn fractie zegt de gevolgde procedure te betreuren. De heer Miede ma vindt het ook jammer en ik vraag mij daarom achteraf af hoe het mogelijk was dat indertijd een meerderheid in het Seniorenconvent tegen een procedurevoorstel, waarbij de raad wel nauw betrokken werd bij de keuze voor een adviesbureau, was. Als ik de raadsleden die een betere procedure voorstaan, tel, dan kom ik nu wel op een meerderheid. De ter inzage gelegde documentatie is op zijn zachtst uitgedrukt zeer eenzijdig. De enige conclu sie die men daaruit kan trekken, is dat het bureau dat het meeste en het mooiste materiaal heeft gele verd, de opdracht krijgt. Ik zeg er overigens bij dat ik het bureau Stad en Landschap niet een slecht bureau vind, ik vind alleen dat voor zo'n belangrijke beslissing een slechte procedure is gevolgd. In een ambtelijke nota, bedoeld als preadvies aan b. en w. op brieven van noordelijke bureaus, wordt het argument genoemd dat deze bureaus geen samenwerkingsverband met het Ingenieursbureau Oranjewoud hebben. Als dit criterium een half jaar geleden in het openbaar was uitgesproken, dan had net zo goed op dat moment dit voorstel aan de raad kunnen worden voorgelegd en was deze poppenkast niet nodig geweest Mevrouw De Jong: Ik ben wel gevoelig voor de samenwerkingservaring tussen de bureaus Stad en Landschap en Oranjewoud. Ik vind het alleen betreurenswaardig dat wij hier weer met de rug tegen de muur worden gezet. Als wij een andere keuze zouden doen, dan is er weinig garantie dat het bestem mingsplan op tijd gereedkomt. Bovendien vind ik het teleurstellend dat de raad niet in een eerder stadium is ingeschakeld. Was dat wel gebeurd, dan had de raad werkelijk een keuze kunnen maken. (De hear Miedema: Ik wol der nou dochs even tusken komme, hwant dit giet my to fier! De hear De Beer en mefrou De Jong sieten by it bisprek dat ik earder neamd haw. Beiden wienen akkoart mei it ütstel dat it kolleezje doe die. Nou steane hja yn dizze gearkomste skynhïIlich to dwaen troch to sizzen dat hja it net mei dat kolleezje- ütstel iens wienen.) Dat is niet waar! (De hear Miedema: Jo wienen it wol mei it ütstel iens. De hear De Beer ek, dy stiet der ek libben by.) (Gelach) (De heer De Beer: Ik moet hier toch even op ingaan, mijnheer de voorzitter.) (De Voorzitter: De heer De Beer moet even gaan zitten, dan kan mevrouw De Jong uitspreken.) (De heer De Beer: Daarna wil ik toch graag het woord.) (De Voorzitter: Goed, maar dat is een andere kwestie.) Ik wil toch wel even heel duidelijk stellen dat ik in het Seniorenconvent vanaf het begin heb ge pleit voor het inschakelen van de raad. Als de heer Miedema even in zijn geheugen peutert, dan zal hij zich dat heus wel herinneren. Dit zelfde standpunt heb ik ook uitgesproken in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Ik zal het nogmaals noemen: ik vind het teleurstellend dat de raad niet be ter bij de procedure betrokken is geweest, zodat er van een werkelijke selectie sprake had kunnen zijn. De heer Rijpma (weth.): Ik heb echt niet zoveel te zeggen. Er is een bepaalde procedure gevolgd, nadat daarover enige inleidende gesprekken zijn gevoerd. B. en w. hebben hun verantwoordelijkheid genomen. B. en w. hebben de keuze van het stedebouwkundig bureau voorbereid. Zij hebben de do cumentatie daarvan voor de raadsleden ter inzage gelegd. De motivering, die in de raadsbrief is gege ven, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Er worden vier punten genoemd als gehanteerde cri teria. Het college heeft de door het bureau geleverde werken bekeken. Naar mijn mening heeft het college een en ander correct en zakelijk voorbereid en komt het ook met een zakelijke argumentatie. Het college stelt een goed bureau aan u voor. De Voorzitter: Ik vind het jammer dat hier termen vallen als "poppenkast", "oneerlijk", enzovoorts. Ik vind het een kwalijke zaak dat zulke termen hier zomaar over de tafel rollen. Het lijkt wel of wij op een heel andere plaats zitten dan in de raadzaal van de gemeente Leeuwarden. Met betrekking tot de gevolgde procedure wil ik nog stellen dat de discussie in het Seniorencon vent uitsluitend ging over de vraag welke procedure zou worden gevolgd. Er was daarbij sprake van

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 6