16 Ten Hoeve: Hoe dacht u ook al weer over de grotere verscheidenheid van functies in de binnenstad?) Jullie zijn natuurlijk weer verschrikkelijk bang voor ghettovorming en daarom zeg ik er meteen maar bij dat het noemen van deze projecten niet betekent dat ik daar louter projecten voor een- en twee persoonshuishoudingen wil hebben. Al deed men het alleen maar voor de 60%, die blijkens de laatste statistieken binnenkort voor deze categorie kan worden genoteerd. Ik wil graag dat de wethouder op mijn suggesties reageert om op korte termijn het programma voor de categorie 1+2 omhoog te schroeven. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: jReeds in de vergadering van 11 augustus heeft wethouder De Pree onze vragen over de aantallen te renoveren woningen, naar aanleiding van de in Kamerstukken voor onze provincie genoemde aantallen, beantwoord. In de vanavond aan de orde zijnde raadsbrief heb ben wij kennis kunnen nemen van de afspraak dat de continuiTeit van de stadsvernieuwing in bepaalde delen van onze stad is verzekerd. Wij zijn gerustgesteld over de continuïteit, nu wij de mondelinge antwoorden van de wethouder ook op schrift bevestigd zien. Hoewel wij de accentverschuiving in de verhouding koop-huur in de nieuwbouwsector ten opzich te van de oorspronkelijke beleidslijn in de richting van meer huurwoningen in de bouwprogramma's niet toejuichen, erkennen wij dat de ontwikkelingen in de bouwmarkt ons tot deze aanpassing noodzaken. Vooral de grote vraag naar goedkopere huurwoningen en woonruimte voor een- en tweepersoonshuis houdingen, voor studenten en werkende jongeren, leidt daartoe. Wij kunnen derhalve met deze accent verschuiving instemmen. De huisvesting van de een- en tweepersoonshuishoudingen en de studenten en werkende jongeren vervult ons met zorg. Wij zouden dan ook graag willen dat er zo veel mogelijk wo ningen voor deze groepen worden gebouwd. Wij kunnen dus wel instemmen met bouwplannen voor meer huurwoningen, mits in volgende fasen de bouw van koopwoningen weer zal worden bevorderd. Wij ho pen dat de bouwmarkt zich dan weer herstelt. Wij kunnen tevreden zijn met de in 1981, 1982 en 1983 te bouwen aantallen woningen. Met de beantwoording van de vragenlijsten voor de contingentering volgens de ter inzage gelegde stukken, stemmen wij dan ook gaarne in. De Voorzitter: Ik constateer dat niemand nog opmerkingen in eerste instantie wil maken. Wethou der Rijpma zal eerst antwoord geven, waarna wethouder De Pree enkele opmerkingen zal maken over het specifieke probleem van de huisvesting van een- en tweepersoonshuishoudingen. De heer Rijpma (weth.): Het is inderdaad zo dat op het ogenblik elke mogelijkheid tot bouwen aan gegrepen moet worden. Dit betekent dat projecten, die wij graag in de koopsector gerealiseerd hadden willen zien, in de huursector terechtkomen, vanuit het ook bevestigde standpunt dat huurwoningen bou wen beter is dan geen woningen bouwen. Wij zijn wel bezig met het voorbereiden van projecten in de koopsector. Een en ander komt echter op de langere termijn aan de orde en is niet in de planning voor 1981 en misschien zelfs nog niet voor 1982 begrepen. Misschien is de koopmarkt dan ook weer wat vriendelijker dan op dit moment. In het woningbouwprogramma is een kolom een- en tweepersoonshuishoudingen opgenomen. Dit be tekent niet dat alleen woningen, die in deze kolom worden vermeld, zich tot deze categorie richten. Ook onder de plannen voor premiehuurwoningen bevinden zich verschillende bouwplannen die betrek king hebben op kleinere, typisch voor een of twee personen bestemde woningen. De bouwkosten echter zijn van dien aard dat de minister deze woningen niet accepteert als woningen voor de categorie 1+2, maar die onderbrengt in de premiehuursector. Ook bij deze raadsvoorstellen, onder andere die over wo ningen in Camstraburen, wordt een krediet gevraagd. De woningen vallen dus buiten het contingent voor een- en tweepersoonshuishoudingen, maar vallen wel in de groep premiehuurwoningen. Dat kan met veel meer huizen het geval zijn. Ik denk dat er in Camminghaburen geen enkele woning is opgeno men die onder de groep woningen voor een- en tweepersoonshuishoudingen valt, terwijl toch 25% van de woningen wordt gebouwd in de kleine sector. De huren liggen dan evenwel niet in de prijssector van 100,tot 200, maar in de klasse tussen 200,en 300,per maand. In de binnenstad zijn op het ogenblik een aantal projecten iri voorbereiding, die hoofdzakelijk be staan uit kleine woningen. Deze projecten zullen ook in de lijst zijn opgenomen. Het betreft de bouw plaats R. D. de Jong, de bouwplaats aan de Speelmansstraat waar de vroegere rooms-katholieke kerk heeft gestaan - de sloopactiviteiten zijn al bijna voltooid - en een bouwplaats aan de Wybrand de Geeststraat. In het laatste geval regent het echter bezwaarschriften. Wij hebben daarvoor nog geen verklaring van geen bezwaar van GS kunnen krijgen, al hopen wij wel dat dit lukt. Verder is er een bouwplan van 98 woningen in het Aldlan. Ook daarbij zijn de bezwaarschriften op onze tafel gedwarreld. Dit betekent dat de procedure om daar vlot iets van de grond te krijgen langer is dan iedereen van ons had gehoopt. Wij zijn ook bezig met enkele plannetjes die nog niet in deze tabel zijn opgenomen. Wat dat betreft 17 moeten wij nog een aankoop plegen, maar die is in principe al rond. Het voorstel daarover krijgt u bin nenkort op uw tafel. Waarschijnlijk zijn er nog enkele mogelijkheden, die tot dusver nog niet in deze tabellen zijn opgenomen. Bij ieder nieuwbouwplan wordt er bij de woningbouwcorporaties op aangedrongen om een gedeelte van de woningen te reserveren voor huisvesting van bejaarden. Soms is het percentage wat groter; u kent de geschiedenis in Huizum-Bornia. Ook in Camminghaburen moet een deel van de woningen worden ge reserveerd als aangepaste bejaardenwoning. Naarmate het centrum van die wijk meer wordt genaderd, moet het percentage van zulke woningen hoger worden. Vervolgens een paar opmerkingen over de renovatie. In het gebied Bilgaard-Lekkumerend zijn door de woningbouwcorporaties voorlopig een aantal plannen aangemeld, waarbij het niet gaat om ingrijpen de verbeteringen maar wel om een zekere modernisering - een facelift - die betrekking heeft op keu kens, toiletten en douches en dergelijke. Precies omschreven zijn die bouwplannen nog niet, maar de woningbouwcorporaties hebben in feite enige ruimte gereserveerd, omdat zij verwachten dat de plannen in de aangegeven jaren zullen zijn gerealiseerd. Het gaat niet om projecten die alle wanden in het huis "omver gooien", ik heb daarentegen begrepen dat het veeleer gaat om een facelift, om de woningen het moderne gerief te geven dat op het ogenblik weer anders is dan twintig jaar geleden. Als een bepaalde straat niet in het overzicht staat, dan is dat een gevolg van het feit dat de be treffende woningcorporatie die niet heeft opgegeven, omdat men er nog niets van plan is te doen of om dat men er straks nog mee komt. Ik kan dat nu niet beoordelen, want het ontbreken van een straat is ge woon het gevolg van de opgaven die de woningbouwcorporaties hebben gedaan. (Mevrouw Brandenburg— Sjoerdsma: Ik vroeg naar complexen woningen van de gemeente.) (De heer Janssen: De Valeriusstraat.) Ik denk dat dit de splitsing betreft die allang in de maak is ten behoeve van een- en tweepersoonshuishou dingen. De heer De Pree (weth.): De heer Van der Wal zei de indruk te hebben dat de categorie een- en tweepersoonshuishoudingen er bekaaid af komt. Dat is niet waar. Zoals ook wethouder Rijpma al heeft gezegd: men kan uit de in het overzicht genoemde cijfers op zichzelf niets afleiden over de aantallen woningen voor de categorie 1+2. Weliswaar gelden voor de specifieke projecten voor een- en tweeper soonshuishoudingen aparte cijfers, maar daarnaast is een x-percentage van de conventionele bouw - een en ander hangt van de vraag af - beschikbaar voor genoemde categorie. Het zou wat dat betreft een goed ding zijn, wanneer werd afgestapt van het gebruik van de term "een- en tweepersoonshuishoudin gen". Terecht heeft de heer Van der Wal gezegd dat deze categorie zo langzamerhand 60% van de be volking uitmaakt. Het is dan ook waanzinnig om over deze groep als een aparte groep en zelfs als een minderheidsgroep te praten. Belangrijker zijn onderscheidingen naar sociaal-economische draagkracht, die bij deze groep kunnen worden geconstateerd. Men krijgt dan dezelfde indeling die wij allang ken nen: vrije sector, premiekoop- en premiehuursector en woningwetsector. Met andere woorden, een aan tal woningzoekenden uit de categorie alleenstaanden en tweepersoonshuishoudingen wordt ook bediend uit de aantallen woningen van de traditionele bouw. Ik heb al eerder in deze raad gezegd dat een be langrijk percentage uit deze categorie eigenlijk niets anders wil dan een gewone eengezinswoning. De heer Van der Wal noemde enige projecten in de binnenstad die bestemd zouden kunnen worden voor woningbouw voor de categorie 1+2. Als voorzitter van de stuurgroep een- en tweepersoonshuishou dingen kan ik zeggen dat de stuurgroep, al fietsend door de stad, bezig is een inventarisatie te maken van die plekken in de stad, waarvan de stuurgroep met haar "lekenverstand" - maar wel een 1+2-leken- verstand - de indruk heeft dat er iets te realiseren zou zijn voor specifiek de categorie alleenstaanden en tweepersoonshuishoudingen. Het college is akkoord gegaan met dit initiatief. Voordat zo'n lijst se rieus wordt bekeken, is het natuurlijk belangrijk om de betreffende gemeentelijke diensten te raadple gen. Het zou immers kunnen zijn dat plaatsen worden genoemd, die allang achterhaald zijn. Die plaat sen worden dan wel geschrapt. Het is in ieder geval de bedoeling van de stuurgroep om het college aan de hand van deze "gekuiste" lijst eventueel mogelijkheden voor specifieke bouw voor de categorie 1+2 te tonen. Ik noem dit even, om aan te geven dat in onze gemeente serieus wordt bekeken welke moge lijkheden er zijn. De stuurgroep redeneert dus vanuit de specifieke positie van de een- en tweeper soonshuishoudingen en geeft daarvoor mogelijkheden aan. Men wil een advies aan het college geven en het is dan aan het college om eventueel met voorstellen bij de gemeenteraad te komen. Wij weten alle maal met welke problemen wij in de binnenstad te kampen hebben. Ik hoef alleen maar te wijzen op de financiële problemen. Aan de andere kant denk ik: als nu de stuurgroep, waarin met name de jongeren huisvesting is vertegenwoordigd, een lijst maakt, dan mag men er toch van uitgaan dat geen vierkante meter overgeslagen is. Wat er van de lijst overblijft na de "kuising" door de gemeentelijke diensten, weet ik niet, maar in ieder geval wordt serieus geprobeerd om te voorkomen dat er plekken in de bin nenstad zullen zijn waar iets voor de een- en tweepersoonshuishoudingen had kunnen worden gedaan maar niet is gedaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 9